Co Westerik heeft hang naar mensen Den Haag opent Ensorjaar Schilder (75) geëerd met drie exposities T)«rp kunst IA cultuur ostende plast dit jaar eigenlijk een beet- V_y je naast de pot. Het Ensorjaar, ter herin nering aan de vijftig jaar geleden overleden belangrijke Belgische schilder/graficus Ja mes Ensor (1860-1949), is in Den Haag van start gegaan met de indrukwekkendste ten toonstelling uit het hele programma. In Mu seum Het Paleis is op dit moment de tot nu toe grootste Ensor-tentoonstelling te zien met 25 schilderijen, 150 etsen, 50 litho's en 70 tekeningen uit diverse Nederlandse mu sea, uit Antwerpen en het meest uit het Mu seum voor Schone Kunsten in Oostende, het museum met de grootste collectie Ensors. Pas half mei, na de primeur in Den Haag, reist de totale collectie weer terug naar het museum in Oostende, de geboorteplaats van Ensor. „Om ze daar binnen een paar dagen tijd voor België aan de muur te krijgen," vertelt de museumdirecteur. Ah wel. Het moest zo lopen omdat het Museum voor Schone Kunsten destijds dacht dat ze in het Ensorjaar gesloten zouden zijn voor een grootscheepse verbouwing. De verbouwing ging niet door, maar de afspraken met Den Haag waren al gemaakt. Het sfeervolle, voormalig stadspaleis van de Oranjes, sinds 1992 door het Gemeentemu seum van Den Haag voor bijzondere ten toonstellingen in gebruik, blijkt een zeer geschikte locatie om er Ensors kunst te ge nieten. In de grote statige en voorname be nedenzalen komen de fraai impressionisti sche zonsondergangen boven de zee bij Oostende goed tot hun recht. Een schilderij van een zee na de storm is ei genlijk al voldoende reden naar Den Haag af te reizen. Je krijgt er werkelijk een brok van in.de keel. Zoveel concentratie, kleu renpracht, gelaagdheid en raak typeren van stemmingen. Je voelt aan deze voorstelling van een tot rust gekomen zee wat er aan dreigends vooraf is gegaan. Ensor was een fantastisch schilder, die in deze fase van zijn kunstenaarschap heel dicht Turner naderde, maar ook andere stij len was hij meester. Ensor wordt gerekend tot een van de belangrijkste Belgische kun stenaars, een inspirerende bron voor het twintigste-eeuwse expressionisme. In schildertechniek was hij zijn tijd ver voor uit. Dat is in deze tentoonstelling weer eens goed te constateren. Ensor werd in 1860 in Oostende geboren. Zelfportret James Ensor, met bloemenhoed, 1883. De tentoonstelling laat er voorbeelden van zien. Ensor voelde op zijn zestiende zelf al aan dat hij een tekentalent was. Na zijn acade mietijd in Brussel nestelde hij zich in het rond 1880 bruisende Brusselse kunstleven en ontmoette grote kunstenaars, waaronder Jan Toorop en Kandinsky. In 1883 was hij de mede-oprichter van de groep Les XX, twin tig kunstenaars die zich ten doel stelden de gevestigde artistieke opvattingen in België het vuur aan de schenen te leggen. Aanvankelijk schilderde Ensor vrij realis tisch en onder invloed van de symbolisten in een vrij donker palet. Hij wist zich te onder scheiden van eveneens belangrijke Belgi sche tijdgenoten als Permeke en Van den Berghe of Gustave de Smet. Ensor lijkt makkelijk te schilderen, een losse toets, een wonderschoon palet, dat van donker naar licht evolueert, van zuiver realistische voor stellingen naar pointillistische impressies en de wereld van fantasie en demonen, waar hij niet meer van los raakt. Het cynisme druipt er vanaf. Ensor voert onbetrouwbare gezaghebbenden, gendar mes, rechters en medici ten tonele. Hij laat een edelman tegen een wand piesen waarop staat geschreven 'Ensor est un fou'. Ensor tekent zichzelf als een kever en de vrouw die hij nooit dacht lief te kunnen hebben als een onbereikbare libelle. Ook in andere zaken van het leven heeft hij weinig vertrouwen. Hij tekent zichzelf dan ook maar vast van deze aardbodem af in 'mijn portret in 1960 een skelet van de kunstenaar, zonnebaden op het strand van Oostende. Dat nog wel! Demonen, maskers met dubbele bodem duivels en het uitgebreide lijdensverhaa van Christus voeren de boventoon. De etse: en droge naalden tonen Ensor als een onge looflijk tekentalent. Vooral de voorstellim gen waarin hij op superklein formaat ee menigte van duizenden mensen voor 'D Kathedraal' schetst grenzen aan het onge looflijke. De kathedraal wordt algemee ook als een van de belangrij kste etsen uit he grafische oeuvre van Ensor beschouwd. Ensor heeft zijn belangrijkste werken tus sen 1888 en 1892 gemaakt. Na 1900 bleek hij niet meer de vurige, con troversiële avant-gardist, de wonderbaar' lijke subversieve geest en leek de bron opge droogd. De navelstarende, zich in zijl succes rondwentelende kunstenaar begoi zichzelf zelfs te herhalen als het hem zo uit kwam. Ondanks het succes dat Ensor na een eersti periode van miskenning verwierf duurdi het vrij lang voordat de stad Oostende eei eerste werk van hem aankocht. Een deel vai de daarna verworven werken ging verlorei tijdens het bombardement en de brand aai het begin van de Tweede Wereldoorlog. Di collectie Ensors die het museum in Oosten de thans bezit is vanaf 1946 verzameld. Er onder vallen ook de kostuums, die Ensoi voor zijn ballet La Gamme d'Amour maak te. Ze zijn ook in Den Haag te zien. La Gam me d'Amour is Ensors poging een totaal kunstwerk te scheppen: muziek, ballet kostuums en decors werden door hemzell gecomponeerd, bedacht en ontworpen. W« de tentoonstelling in Den Haag op 13 apni bezoekt zal tussen twaalf en een uur s'mid- dags de muziek horen, gespeeld door d stadsbeiaard. Misschien wel het mooisti moment om een bezoek aan de tentoonstel ling mee af te sluiten. Thea Figee James Ensor t/m 9 mei in Museum Het Paleis Lange Voorhout 74, Den Haag. Open di t/mzo 11 17 uur. Boek (met aanvulling over Ensor in Hoi land) en uitgebreid programma met toeristischt Ensor-attracties voor straks in België verkrijg baar. p 2 maart wordt de Rotterdamse kunstenaar Co Westerik 75 jaar. Voor drie musea is dit aanleiding om hem te eren met een tentoonstelling. Teylers Museum in Haarlem toont getekende zelfportretten, in het Haags Gemeentemuseum is grafisch werk te zien en het Huygensmuseum Hofwijck in Voorburg brengt schilderijen en tekeningen uit de collectie van Frits Becht, een belangrijke verzamelaar van Westeriks werk. De getekende zelfportretten zijn een bijzondere gelegenheid om deze kant van Westeriks oeuvre te leren kennen. Want de krabbels en schetsen waren eigenlijk nooit voor de buitenwereld bestemd. „Ze bieden een inkijkje in mijn werkwijze." James Ensor, De bedroefde Pierrot. Zijn moeder was een Vlaamse, zijn vader een Engelsman. Oostende zou de mondaine Belgische badplaats worden waarmee de kunstenaar een haat/liefde-verhouding kreeg. Hij schilderde niet alleen de schoon heid van de zee, maar ook een banaal en on ooglijk met badenden gevuld strand. Toch zou hij er - op zijn studie aan de Brusselse kunstacademie en enkele reisjes naar bij voorbeeld Holland - zijn leven lang blijven wonen en werken in het huis en de souvenir winkel, die zijn moeder en tante exploiteer den. Het huis werd na zijn dood het Ensor- huis en het is als kleinEnsormuseumpje nog steeds te bezoeken. De stad Oostende, zoals ze van een vrij arme stad tot wereldse bad plaats uitgroeide, blijkt een niet aflatende bron van inspiratie. De zee met haarvele ge zichten, portretten van familieleden, stille vens van de maskers en Aziatische produc ten uit de winkel van zijn moeder, het eigen portret en later ook religieuze onderwerpen komen in Ensors kunst voor. Holland is eveneens door Ensor getekend. vrijdag 26 februari 1999 Zo onschuldig als de voorstelling is, zo indringend is het schilderij Snijden aan gras van Co Westerik. Het beeld van het schilderij wordt gedomineerd door twee vingers en een randje grassprieten, waaruit een halm naar voren steekt. De halm raakt één van de vingers. In de huid van de vinger is een sneetje ontstaan. Wat getoond wordt, is het moment van snijden. Het rozige wondje is zo vers, dat er nog net geen bloed uit gulpt, maar dat kan elk moment gebeuren. Een kunstwerk dat jaren geleden onder de aandacht kwam toen de NS het opnam in de serie waarmee treincoupés worden verfraaid. Het is een pijnlijk en ook intrigerend beeld. Hoe kan iemand zich snijden aan gras? Gras is zo mogelijk een nog zachter materiaal dan de menselijke huid. Wil je je snijden aan gras, dan moet je een wel erg zachte huid hebben. Hierin - én de monumentale wijze van uitvergroten - ligt de kracht van dit schilderwerk: de uiterste kwetsbaarheid van een mens. We zijn teerder dan gras. De maker. Co Westerik, heeft zijn eigen vinger als model gebruikt. Het schilderij berust dan ook op een eigen ervaring, vertelt hij. toen hij zich jaren geleden eens neervleide in het gras - en zich sneed. Sindsdien heeft hij deze belevenis meerdere malen in een schilderij verbeeld Westerik houdt zich, als kunstenaar, al zijn hele leven bezig met het menselijk lichaam en de eigenschappen van de menselijke natuur. Doorgaans doet hij dat in het laboratorium van zijn atelier. Als studieobject gebruikt hij dikwijls zichzelf. Het zelfportret is dan 'ook goed vertegenwoordigd in zijn oeuvre. Niet zozeer in de vorm van schilderijen of uitgewerkte tekeningen. Maar vooral als getekende schetsen, krabbels, kortdurende studies. Westerik: „Het tekenen is voor mij als het doen van vingeroefeningen. Zoals een violist dagelijks zijn toonladders speelt. Door te ik voor de spiegel. Kijkend hoe er kleine veranderingen in mijn huid optreden. Nieuwe rimpeltjes ontstaan. Urenlang bestudeer ik hoe mijn neus in elkaar zit. Ieder zelfportret is hierdoor als een nieuwe ontmoeting." „Mijn tekeningen zijn in wezen onderzoekingen naar de natuur. Zoals je dat op een botanische manier met planten kunt doen. Jarenlang heb ik op de academie lesgegeven in anatomietekenen. Door het tekenen van een neus, handen of voeten begrijp je pas hoe het lichaam in elkaar zit. En als je de menselijke figuur kunt tekenen, kun je ook een boom tekenen. Gelukkig is deze vaardigheid weer aan het terugkomen in het kunstonderwijs." Hij vertelt hoe hij, toen hij begon als kunstenaar, geboeid raakte door de meesterschilders uit de vijftiende eeuw. „De schitterende helderheid van die schilderijen! Ze zagen eruit alsof ze gisteren gemaakt waren. Dankzij de temperaverf waren ze kraakhelder en veel minder vergeeld dan olieverf doeken." In de portretten en scènes met bijbelse figuren trof hij een 'grote stilte' aan, zegt hij„Stille mensen in een kamer of een landschap. Ik zag een surreëel element in die gekke poppen van de Vlaamse Primitieven. Iets dergelijks hoop ik ook in mijn eigen werk aan te brengen." De kennismaking met dit werk was van grote invloed op zijn ontwikkeling als figuratief kunstenaar. Westerik is een van de weinige na-oorlogse kunstenaars die zich over een periode van zo'n vijftig jaar staande hebben weten te houden met deze traditionele manier van werken en hiervoor veel waardering kreeg van museumdirecteuren, kunstcritici en verzamelaars. Tegelijk met zijn keuze voor een figuratieve werkwijze, ging hij op zoek naar de technieken en materialen die de oude meesters hanteerden. Hij ontdekte de schrale zuiverheid van temperaverf en de Co Westerik, Snijden aan gras. systematische, bijna planmatige manier waarop een schilderij opgebouwd kan worden. De uiterst zorgvuldige en geduldige manier van werken die hiervoor nodig is, past wel bij hem, verklaart Westerik: „Ik ben lang aan het donderjagen met een schilderijAan het schuren, herzien. Ooit heb ik geprobeerd sneller te werken. Maar mijn langzame, 'slijpende' methode blijkt toch het beste eindresultaat te geven. Als ik bezig ben neem ik een aantal belangrijke beslissingen voor ik de definitieve vorm bereik. Dat kan niet als het werk snel en impulsief tot stand komt." Het gevolg is dat hij niet veel meer dan drie schilderijen per jaar maakt. „Bij mij gaat alles gestaag, het kabbelt voort. Ik heb een laatje in mijn atelier, vol met potloodschetsjes. Ze liggen te wachten tot ze rijp zijn om als grondstof te dienen voor een compositie." Uiteindelijk gaat het niet om de vorm, zegt Westerik. Het is de geest in het werk die voorop moet staan. „De vent is belangrijker dan de techniek. Voor een kunstenaar is zijn beeldende vermogen het belangrijkst: datgene wat hij met zijn techniek teweegbrengt in het binnenste van de toeschouwer. Welke klap krijg je, of welke aai over de bol? Dat is het. Daarom ben ik ook tegen kunst die uitsluitend wil behagen. Het is zo verleidelijk om decoratieve kunst te maken." De thematiek in zijn werk, de geest dus, is door de jaren heen vrijwel hetzelfde gebleven. Westeriks onderwerp is de mens, en hij schuwt geen enkel menselijk aspect in zijn schilderijen en tekeningen. Zaken als angst, kwetsbaarheid en machtsmisbruik bijvoorbeeld spelen een belangrijke rol in zijn werk. De hoeveelheid voorstellingen van mensen in benarde situaties of (te) kleine ruimtes is opvallend groot. Een kind dat door schaduwen belaagd wordt. Een vrouw die opgesloten lijkt in een kast. „Dat is een heel menselijke thematiek", zegt hij. „We hebben er allemaal mee te maken. En ik ben een vertolker van dergelijke beelden. Het zijn situaties die ik zelf, lijfelijk, beleefd heb, en die diepe indruk op me hebben gemaakt." Een ander terugkerend onderwerp in zijn werk is het orgaan, het vlees, de huid. „Weet je wat het is: al die dingen bleven vroeger verborgen, ze bleven altijd achter gesloten deuren. Zoals seksualiteit. De dingen onder de huid. Ik heb bijvoorbeeld een mannenbeen geschilderd met een opgekropen broekspijp, zodat je een bloot stuk onderbeen ziet. Ik hou ervan achter de coulissen te kijken. Dat heeft me altijd geboeid." Veel is terug te voeren op angsten opgedaan in zijn kindertijd," zegt hij. „Er zit een fabriek van beelden in mij." De 75-jarige lijkt niet erg onder de indruk van zijn leeftijd. „Men kankert wel op de ouderdom, maar ik vind het leuk", laat hij weten. ,Het ouder worden ervaar ik a) een soort bevrijding van kleinigheden. De dingen die er niet toe doen kan ik tegenwoordig relativeren." Hij vertelt dat reproducties va: - het schilderij Snijden aan gras ooit door de NS uit de treinwagons werden verwijderd, nadat reizigers hui beklag over de confronterende voorstelling hadden gedaan. Westerik: „Ik graaf natuurlijk dikwijls in lagen van het bestaan, waar veel mensen niei mee te maken willen hebben. 'Nee jongen', zeggen ze dan, 'daar wil ik niet aan hoeven denken! Het gaat mij om algemeen menselijke gevoelen: Ik vind het zó fascinerend, hoe een pigment korreltje of een druppeltje olie een emotionele reactie bij een toeschouwer veroorzaken kan." Wim de Wag Tentoonstellingen: De getekem zelfportretten van Co Westerik; Tei Iers Museum Haarlem, 6 maart t/r 30 mei; Westerik en Becht: een weer zien op Howijck, Huygensmusm Hofwijck, Westeinde 2a, Voorbuig, t/m 19 maart; Grafiek van Co Weste- rik, Haags Gemeentemuseum2 maart t/m 2 mei. Zowel bij de ten toonstelling in Teylers Museum dli die in Huygensmuseum Hofwijd verschijnt een catalogus. Co Westerik, zelfportret 1950. Kunstenaar Co Westerik: „Het ouder worden ervaar ik als een soort bevrij ding van kleinigheden." foto Ron Pichel tekenen oefen ik mijn handvaardigheid als kunstenaar. Men vraagt mij wel eens: waarom zelfportretten? Weet je: een levend model krijgt er op een gegeven moment de schurft in. Maar mijn eigen gezicht is er altijd. Eindeloos zit

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1999 | | pagina 16