jrz V an ruïne tot paleis Dialect ligt prima in de Abdij PZC to 12 D' jrrsngsbJBd^Nr woensdag 24 februari 1999 door Richard Hoving De kozijnen waren verrot, de waterleidingen lek en de rioollucht overheersend De voormalige watertoren van de Rotterdamsche Tramweg Maatschappij (RTM) in Burgh verkeerde in erbarmelijke staat toen Emilv van Veldhuizen (27) en Colin Hartog (30) in maart 1998 voor de eerste keer de deur open deden. Bijna een jaar later is de verbouwing op een paar kleinigheden na afgerond Van Veldhuizen en Hartog zijn niet de eerste bewoners. De begane grond van de watertoren werd begin jaren zestig reeds tot woonhuis verbouwd. Ook de lage aanbouw, die dienst had gedaan als wachtlokaal voor trampassagiers, werd in die tijd geschikt gemaakt voor bewoning. Het uiterlijk van de toren veranderde drastisch. De hoogte werd met vier meter teruggebracht en het platte dak vervangen door een puntdak. Het wachtlokaal met klassiek zadeldak bleef aan de buitenkant nagenoeg onveranderd. De afgelopen decennia volgden de bewoners van de watertoren elkaar in hoog tempo op. De tweede en derde verdieping deden enige tijd dienst als vakantieonderkomen. Onderhoud werd er decennia lang nauwelijks gepleegd. „Er moest het nodige aan gebeuren", zegt Hartog eufemistisch. „Van ruïne tot paleis. Met een lach en soms een traan", luidt de begeleidende tekst van het fotoverslag dat Van Veldhuizen en Hartog van de verbouwing hebben gemaakt Niet alleen de kozijnen, riolering en waterleidingen moesten ARCHITECTUUR worden vervangen. De elektriciteitsleidingen hadden ook hun beste tijd gehad. De verbouwing werd grondig aangepakt. Er werd een aannemer in de arm genomen voor het vakwerk en een beroep gedaan op familie en vrienden voor het sloop- en schilderwerk. De lage aanbouw werd bij de toren getrokken door een tussenmuur door te breken. De keuken verdween van de eerste torenverdieping naar de begane grond. De badkamer verhuisde van beneden naar boven. Het voormalige wachtlokaal, dat in meerdere kamers was opgedeeld, werd één grote ruimte. „Om onbegrijpelijk reden stond er een schouw in het midden van de aanbouw Die hebben wemaar weggehaald", aldus Hartog. De verbouwing trok veel bekijks Maandenlang stond de toren in de steigers. De aannemer verving alle kozijnen en kleurde het grijze spuitcement geel. Meerdere mensen uit het dorp kwamen bij na dagelijks informeren naar de voortgang van de werkzaamheden, herinnert Van Veldhuizen zich. „Begrijpelijk", valt Hartog haar bij. „Het is een gebouw met een geschiedenis. Het hoort bij Burgh. Het is niet meer weg te denken." Kort nadat de steigers waren afgebroken was het wederom druk rondom de toren. Van Veldhuizen (lachend): „Het resultaat moest natuurlijk wel even gecontroleerd worden." De reacties waren louter positief, zegt Hartog. „Iedereen was blij dat de grijze kolos weer een beetje kleur had gekregen." De verbouwing is zo goed als afgerond. Hier-en- daar nog een deurtje en het zit er op, constateert Hartog. „Sinds kort hebben we weer eens tij d voor andere dingen in het weekend." De watertoren van de Rotterdamsche Tramweg Maatschappij werd in april 1916 in gebruik genomen. Op het station Burgh werd de stoomtram van water voorzien. Het water werd opgepompt uit de bronnen onder de toren en in bassins bovenin opgeslagen. De bronnen liggen nog steeds onder het complex. Het water liep vanuit het reservoir halverwege de toren via een gebogen buis naar de locomotief. Het oppompen van het water gebeurde met een windmolentje dat bovenop de toren geplaatst was. Als er geen wind was, nam een motorpomp het werk over. Na de watersnoodramp van 1953 foto's Marijke Folkertsma verdween de stoomtram van Schouwen-Duiveland. Voortaan reden er bussen van de RTM. Met uitzondering van de dikke muren en vloeren, herinnert nog maar weinig aan de vroegere functie van de toren. Zichtbare overblijfselen van RTM-lijn gaan schuil in de achtertuin. Een paar centimeter onder de oppervlakte van de grond liggen de kiezels die eens tussen de rails lagen. „Nee de rails zijn verdwenen", zegt Hartog. „Die hebben ze waarschijnlijk hergebruikt of omgesmolten. Met de stenen wist ze geen raad." De kiezels komt hij binnenkort tegen als de tuin onderhanden wordt genomen. „Daar ben ik dus mooi klaar mee." Van Veldhuizen en Hartog hebben een moment overwogen om de watertoren in oude staat te herstellen. De originele bouwtekeningen uit het begin van deze eeuw zijn in hun bezit. „Die hebben we van de buurman gekregen. Hij heeft hier ook nog gewoond", aldus Van Veldhuizen. Het bleef bij één gesprek met de gemeente. Van Veldhuizen en Hartog schrokken terug voor de wet- en regelgeving die ze zouden moeten doorlopen om de RTM- watertoren terug te brengen in het straatbeeld van Burgh. Het zou weken, zo niet maanden duren voordat ze uitsluitsel zouden krijgen. De dorpsraad moest worden gehoord en de beslissing over eventuele gemeentelijke subsidie was aan de gemeenteraad. Mogelijk dat een toekomstige eigenaar meer geduld heeft, mijmert Hartog. „Het kan nog altijd. De tekeningen liggen in de kast." door Marco Evenhuis Streektaalliefhebbers en provinciale politici. Tot zo'n twee jaar geleden hadden die amper iets met elkaar te maken. Maar sinds Commissaris van de Koningin Van Gelder plots tractaties in het vooruitzicht stelde voor gemeenteraden die in het Zeeuws 'durfden' vergaderen, is er wel het een en ander gebeurd. Politici wilden ineens weten hoe dat nou zit met dat Zeeuws' en streektaalliefhebbers hebben inmiddels een leuk bedragje bij elkaar gelobbyd. De Zeeuwse taele is de populairste van aollemaele, zo lijkt het wel. Het is dan ook niet vreemd, dat het CDA afgelopen vrijdag een verkiezingsbijeenkomst in het Zeeuws hield. Er stonden weliswaar weinige hete hangijzers op het programma (d ialect blijft blijkbaar vooral goed voor vermaak), maar achter de microfoon deden zowaar een gedeputeerde en een senator ulder zeien in 't Zeeuws. Gedeputeerde Lous Coppoolse is blij met het resultaat van de avond: „De opkomst was niet geweldig, er waren zo'n zeventig mensen in de zaal. Maar de invulling is wat mij betreft prima geslaagd. Ik heb er zelf ook van genoten, samen met mijn vrouw. De presentatie door leden van Het Walchers Kostuum vond ik prachtig en Peter Dieleman, die voor de muzikale omlijsting zorgde, vond ik ook erg leuk Coppoolse, die naar eigen zeggen eerder als toehoorder dan als spreker aanwezig was, had het in zijn praatje in dialect ook óver dialect: „Ik heb verteld hoe belangrijk ik het vind dat we de dialecten goed vastleggen voor het nageslacht. Er wordt op dit moment nog op zeer brede schaal dialect gesproken in onze samenleving en dat zal ook nog wel even zo blijven, maar de taal vervlakt wel Ik merk dat zelf ook: toen ik mijn betoog opschreef, twijfelde ik heel erg aan bepaalde woorden en uitdrukkingen. Klauwen vol geld an iets uutgee was dat nou heel plat of kan dat gewoon?" En meer algemeen: „Bij het CDA vinden we, dat er de komende jaren meer aandacht moet zijn voor cultureel erfgoed. Als er echt goede nieuwe initiatieven komen, die iets te maken hebben met het eigene van onze provincie, ook op het gebied van dialect, dan moeten we als provincie over de brug proberen komen." Wales Het CDA staat niet alleen in de dialectvriendehjke opstelling: een rondje langs de negen politieke partijen die meedoen aan de statenverkiezingen van volgende week woensdag, leert dat zowat alle partijen (alleen van Groen Links/Delta Anders konden we niemand bereiken) ergens wel te vinden zijn voor nieuwe, vernieuwende projecten op het gebied van de streektaal. Zo zegt de heer Suurmond van de WD, dat zijn partij openstaat voor nieuwe dingen: „Het gaat tenslotte om een stuk cultuur waar je j e met z'n allen voor inzet Suurmond weet geen concrete voorbeelden te noemen van projecten die hij wel zou zien zitten. Maar het aanstellen van een zogenaamde streektaalconsulent, iemand die dialectprojecten coördineert en als aanspreekpunt fungeert, spreekt hem op zich wel aan: „Ik ken het fenomeen niet goed genoeg om te kunnen oordelen of het iets voor Zeeland zou zijn. Maar er zijn overal in Nederland al streektaalconsulenten en die zullen inmiddels best hun waarde bewezen hebben." De derde grote partij in het Zeeuwse, de PvdA, heeft de meest uitgesproken ideeën op het gebied van 'streektaalbeleid'. Gedeputeerde De Kok heeft streektaal in z'n portefeuille en blijkt dan ook goed op de hoogte. „Het onderwerp ligt goed bij de PvdA en onze achterban. Het past wel bij ons, we hebben ook nogal wat dialectsprekers op de lijst staan." De Kok blijkt persoonlijk geïnteresseerd in het fenomeen streektaal: „Laatst heb ik kennis kunnen nemen van hoe men in Wales omgaat met de eigen taal en cultuur. Daar weet men heel goed een verband te leggen tussen het meer folkloristische aspect en het hedendaagse. Ik denk dat dat voor ons in Zeeland op dat gebied misschien wel een aardig voorbeeld kan zijn." „Voor wat betreft de streektaalconsulent, die sommigen zo graag zouden zien, staan we nog maar aan het begin van een lange weg. Er zijn nu middelen vrijgemaakt voor andere dingen. Maar als de bevordering van de streektaal zo'n hoge vlucht blijft nemen, dan moeten we ons daar mettertijd echt eens over buigen Want mijn ervaring is, dat waar je mensen vrijmaakt, een hele sector ineens geweldig op kan bloeien." Een ander interessant aspect, vind* De Kok, is dat er voor de streektaal misschien wel plaats is in het nieuw op te richten Zeeuwse Huis voor het Cultureel Erfgoed De hal voor de vergaderzaal van Provinciale Staten van Zeeland. Een vergelijking met Groningen ligt voor de hand: daar vormen cultuurhistorie en streektaal de belangrijkste pijlers van het 'Huis voor Groninger Cultuur/Hoes veur Grunniger Cultuur-'. Streektaalfunctionaris Siemon Reker heeft daar de leiding over de afdeling 'Grunniger toal'. Tegenactie Bij D'66 hebben ze het wel eens over het Zeeuws, zegt de heer Dijkwel: „Onze fractievergaderingen gaan helemaal in het Zeeuws, omdat we alledrie dialectspreker zijn. Maar de aandacht voor het dialect als cultureel erfgoed zal blijven als er in de nieuwe fractie misschien minder dialectsprekers zitten. Zo'n project als dat Zeeuws woordenboek op cd-rom, waarvan ik nu een paar keer demonstraties heb gezien, is echt fenomenaal. De Zeeuwsche Vereeniging voor Dialectonderzoek timmert hard aan de weg en dan is er natuurlijk ook nog het tijdschrift Noe. Een beetje tegenactie ten opzichte van het verd wi j nenvanhetdialectkan geen kwaad. Integendeel." Klein rechts is minder enthousiast. Dialectspreken is oké, maar er moet niet teveel status aan worden gegeven: „Vergaderen in het Zeeuws, daar zijn wij niet zo voor", zegt mevrouw De Rijke-De Bruijne van RPF/GPV. „Maar het dialect doorgeven aan de kinderen, dat is volgens ons iets wat wel aandacht verdient. Al kijk ik nu wel vooral foto Lex de Meester naar mijn persoonlijke mening, omdat we het er binnen de partij nog niet echt over gehad hebben." Dat laatste geldt ook voor de heer Kodde van de SGP: „We hebben er nog nooit echt over gesproken. Bij onze partij staan principes voorop. Maar daarbij is er natuurlijk wel ruimte en aandacht voor cultuurbehoud en dialect is daar een onderdeel van. Overigens gaat de communicatie binnen de partij grotendeels in het Zeeuws, hoor." Vergelijking De heer Van Doorn is statenlid voor het Algemeen Ouderen Verbond. Zijn partij probeert het dit keer samen met Senioren 2000 en Unie 55+. Hij ziet wel wat in meer aandacht voor dialectgebruik in de ouderenzorg. Elders eist men soms dat werknemers in de zorg een mondje dialect met de ouderen kunnen spreken. Van Doorn: „Ik denk niet dat je zover kan en mag gaan, maar je zou best 's over het onderwerp kunnen nadenken. In dat verband is een vergelijking met dat Molukse verpleeghuis in Middelburg, waar ouderen in hun eigen taal terecht kunnen, wel aardig. Als je ouder wordt, val je terug op de taal van je jeugd. En voor verreweg de meeste Zeeuwse ouderen is dat Zeeuws." Rinus Stoffels, van de Partij voor Zeeland meent tenslotte, dat zijn partij misschien nog wel het meest van al op heeft met de Zeeuwse streektaal: „Dit keer staat het niet letterlijk in ons programma, maai de vorige keer, toen we nog Zeeuws-Vlaamse Volkspartij heetten, was dat wel het geval. Het is bij ons een heet hangijzer. We zullen een en ander zeker nog 's op de agenda zetten en er een onderwerp van maken." Al met al veel goede woorden voor het Zeeuws. Officiële partijstandpunten op het gebied van de streektaal zijn er dan wel niet (er zijn belangrijker zaken in de politiek)maar de taal heeft wel alle aandacht en initiatiefnemers voor nieuwe projecten lijken de komende vier jaar te kunnen rekenen op een luisterend oor. Dat staat, als we het bovenstaande goed in onze oren knopen, al vóór de statenverkiezingen van 3 maart vast. Reacties op deze rubriek zijn welkom. Indien u wilt reage ren, of wanneer u een tip voor ons heeft, kunt u schrij ven of faxen naar de PZC, Postbus 18, 4380 AA Vlissin- gen, fax 0118-470102, onder vermelding van Streektaal.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1999 | | pagina 12