Net zo onbedorven als bij de schepping kunst cultuur mevrouw Jonker Ferdinand Hodler in Den Haag 12 13 15 16 11 vriendin onder het Zuiderkruis T Pauline Slot zoekt haar overleden Voor middeleeuwer Jacob van Musical Bloodbrothers heeft met Terrence Malick viert comeback met vriendin onder het Zuiderkruis Maerlant had het geloof vele vijanden Angela Groothuizen een nieuwe een ongewone oorlogsfilm De Dag III, symbolistisch schilderij (1909-1910) van Hodler. In 1915 tekende Hodler zijn gestorven geliefde Valentine Godé-Darel. e schilder Ferdinand Hodler (1853-1918) is wereldberoemd in Zwitserland. Al tijdens zijn leven gold hij daar als de nationale schilder, vanwege de grote monumentale werken waarin hij gebeurtenissen uit de Zwitserse geschiedenis vastlegde. Hij ontwierp zelfs bankbiljetten. Helaas is hij buiten zijn geboorteland weinig Bekend. In Nederland is er maar één Hodler in een openbare collectie. De laatste grote Hodler-tentoonstelling in ons land was meer dan een halve eeuw geleden: in 1948 in het Stedelijk Museum te Amsterdam. Het Gemeentemuseum Den Haag, eigenaar van die ene Nederlandse Hodler, heeft nu een prachtig overzicht van zijn oeuvre gemaakt, waarin alle Ferdinand Hodler: Zelfportret, grinnikend III, 1916. facetten van deze boeiende kunstenaar aan de orde komen. De nationale bekendheid van Hodler heeft z'n internationale bekendheid altijd in de weg gestaan. Zwitserse collectioneurs ïebben vrijwel al zijn werk aangekocht. Het hangt dus erg verspreid en bovendien zijn de ■erzamelaars er niet op gebrand iet werk uit te lenen aan tuitenlandse musea. Zo is lodler bij het grote publiek in le vergetelheid geraakt, luim tien jaar geleden heeft iluseum Boijmans Van leuningen in Rotterdam nog eventien landschappen van lodler tentoongesteld, samen net werk van James Ensor, idvard Munch en Herman iruyder, maar dat was dan ook le laatste keer in ons land. Die andschappen vormen rouwens slechts één, zij het erg lelangrijk, facet van Hodler. Hij itaat in de eerste plaats bekend als symbolist. Het symbolisme was erg jopulair zo'n honderd jaar eleden. In Frankrijk waren 'uvis de Chavannes en Redon, n Duitsland Franz von Stuck, jnBelgië Ferdinand Khnopff en in Nederland Jan Toorop en ptoon Derkinderen in de ban jan deze hooggestemde idealistische schilderrichting, (die zich zonder schroom op de levensvragen wierp. Ferdinand Hodler was wel de aangewezen om zich te bekommeren om vragen van leven en dood. had een trieste jeugd. Het ene na het andere familielid dood aan tuberculose, in die tijd een typische armenziekte. Toen hij zeven |vas, overleed zijn vader, op zijn veertiende raakte hij zijn inoeder kwijt. Op latere leeftijd maakte hij mee dat twee van zijn geliefden stierven. Pp negentienjarige leeftijd kreeg Hodler gratis lessen van deGeneefse schilder Barthélemy Menn, een leerling van de classicistische Franse jwnstenaar Ingres. Na enige tijd inSpanje en Frankrijk doorgebracht te hebben, ging terug naar Zwitserland, hij vooral historiestukken 1890 ontstond 'Die Nacht', schilderij van slapende, naakte figuren van er één angstig wakker door een zwarte wezen dezelfde gevoelens hebben en dat symbolen, afgeleid uit het leven van alledag, rechtstreeks door iedereen zouden kunnen worden begrepen. Hodler en zielsverwanten kozen vaak het menselijk naakt als symbool, waarbij theatrale houdingen, niet zelden ontleend aan de dans, de uitdrukking moesten intensiveren. Hodlers symbolisme kreeg een persoonlijke draai door zijn theorie van het 'parallellisme'. In zijn composities ging hij ertoe over bepaalde elementen te herhalen, om het decoratieve en monumentale karakter te vergroten. Dat begon al met een inkttekening uit 1884, waarin hij Calvijn met vier andere professoren uitbeeldde. De op verschillende manieren gesticulerende personen vormen eigenlijk facetten van één persoon, namelijk Calyijn. Het grote doek 'Die Sommigen hem van bedoelingen en mocht het doek niet op jaarlijkse in Genève Hodler liet het doek in Parijs zien, waar het in symbolistische kringen erg in de smaak viel. Dat schilderij was de opmaat tot üjn symbolistische kunst. Hodler sloot zich in 1892 aan bij ie kunstkring van de Pozenkruizers en kwam in de ban van het pantheïsme, dat srvan uitgaat dat God en de stoffelijke wereld identiek zijn. Hij begon zich te richten op de ervaringen die hij in zijn leven net de dood had gehad en goot een symbolistische zag dat symbolen in waren over te op de beschouwer. Hij ervan uit dat alle mensen in Die Lebensmüden II, circa 1892. Der Niesen von Heustrich aus, 1909. Lebensmüden' (1892) toont vijf mannen in monnikachtige gewaden naast elkaar op een bank; 'De dag' laat vijf zich oprichtende vrouwenfiguren in een beek zien. Ook hier is dus sprake van ritmische, repeterende elementen. Sommige symbolistische schilderijen, zoals de vrouw die op 'Opgaan in het Al' de handen heft en devoot naar boven kijkt, doen nu gekunsteld en zelfs lichtjes potsierlijk aan. Toch zou ik niet graag al degenen de kost geven, die honderd jaar later nog steeds dezelfde soort symbolische gebarentaal bezigen bij dans- en bewegingstherapieën. Ik zeg dit omdat Hodler zelf, ongeweten en ongewild, de leegheid van al die symboliek heeft aangetoond met de tekeningen die hij in de winter van 1914-1915 maakte van zijn stervende geliefde Valentine Godé-Darel. Zij raakte in 1913 zwanger van de kunstenaar en kreeg toen tevens te horen dat zij kanker had. Hodler heeft haar stervensproces minutieus en liefdevol vastgelegd, en vergeleken bij deze aangrijpende. waarheidsgetrouwe tekeningen komt een symbolistisch schilderij als bijvoorbeeld 'De dode jongen' nogal hol over. Aan deze serie tekeningen is een bijzonder verhaal verbonden: zodra Hodler, zittend aan het ziekbed, merkte dat Valentine was gestorven, draaide hij zich om en schilderde een serie van vier landschappen van het uitzicht uit het raam. Niet zo verwonderlijk, want naast de symbolische voorstellingen is het Zwitserse landscftap het tweede belangrijke onderwerp in Hodlers schilderkunst. Hij heeft gezegd het schilderen van landschappen als een soort vakantie te zien, omdat hij dan even bevrijd was van zijn vele werk in opdracht. Dat gevoel los te zijn van de dagelijkse beslommeringen maakt misschien dat de Zwitserse landschappen het hoogtepunt van zijn oeuvre vormen. In zijn symbolistische werk fungeerde het landschap als een arcadische achtergrond, r hier kon hij het buiten de menselijke figuur stellen en hoefde hij geen symbolische kunstgrepen toe te passen om 'op te gaan in het Al'. De landschappen sluiten bovendien aan bij de moderne kunst die rond de eeuwwisseling opkwam in Europa. Er zitten expressionistische trekjes in, maar interessanter is dat sommige wolkenpartijen zich loszingen uit het geheel en zelfstandige arabesken lijken te worden, zoals je dat later ook bij Matisse vindt. Het ging hem niet om het mooie uitzicht, maar in de eerste plaats om vorm, kleur en ritme. Hij sprak dan ook bij voorkeur van een 'landschappelijk vormenritme'. Maar ook hier sijpelt Hodlers idealistische instelling door: zij verbeelden een heldere, zuivere wereld, die nog niet is aangetast door de mens en er net zo onbedorven uitziet als bij de schepping. In het jaar voor zijn dood vertelde Hodler aan zijn vriend Johannes Widmer, die later zijn biografie zou schrijven, dat hij voortaan louter landschappen wilde gaan schilderen. Turend over het Meer van Genève zei hijZiet u hoe daar aan de overkant alles in lijnen en ruimte opgaat? Lijkt het niet of u aan de rand van de aarde stond en vrij met het Al verkeerde?" Sikke Doele Expositie: Ferdinand Hodler - Ge meentemuseum Den Haag, tot 3 mei. Geopend: di t/m zo 11-17 uur Catalogus (uitgebracht in samen werking met Waanders Uitgevers) door Hans Janssen, Bernhard von Waldkirch en Paul Muller, f 49,50. vrijdag 19 februari 1999

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1999 | | pagina 11