Crijns spot met
moderne heiligen
Zonder geheugen
is er slechts leegte
«7/ kunst
i H cultuur
Er moeten altijd vonkjes overspringen
Jezus
is een
Palestijn
Sandrine
Veysset
My name is Joe
16
Kim van Kooten en Hans Teeuwen in Jezus is een Palestijn.
et de spraakmakende
nepdocumentaires 'Lap Rouge en
'Kutzooi' maakte Lodewijk Crijns een
droomstart in de Nederlandse filmwereld en - met
een oogst van 18 prijzen - inmiddels ook ver
daarbuiten. Jezus is een Palestijn is zijn eerste grote
film, een zwarte komedie met Hans Teeuwen als
sektelid die vanaf het Limburgse platteland
terugkeert naar de hoofdstad en er hopeloos
verdwaalt.
Lodewijk Crijns
„Mijn toekomst was helder toen
ik op de filmacademie begon",
vertelt Crijns. „Ik studeerde
documentaire. Speelfilm stond
voor mij gelijk aan opgeleid
worden voor de werkeloosheid.
Ik wilde het ambacht leren en
reportages maken voor zo'n
televisieprogramma als 'De
Stoel'. Het succes van 'Kutzooi'
en 'Lap Rouge' hebben me aan
het twijfelen gebracht. Ik werd
als documentairemaker nog op
de academie gewaagd voor
speelfilm, kon door de prijzen
ineens leven van mijn werk.
Verwarrend, als de wereld je
ineens ziet staan na twee korte
filmpjes."
Jezus is een Palestijn werd
oorspronkelijk opgezet als film
in de VPRO-serie Route 2000 en
daardoor lag het onderwerp
vast: de millenniumwisseling.
..Ik ben me in de jaartelling zelf
gaan verdiepen. Iedereen gaat
er vanuit dat Jezus precies 2000
jaar geleden is geboren. Als dat
niet zo is - en daar ben ik van
overtuigd - dan is de aandacht
voor het jaar 2000 eigenlijk
maar een hoop flauwekul
Fascinerend tegelijk is dat
wereldwijd sekten opkomen die
geloven dat in het jaar 2000 de
Messias terugkomt. Alle juiste
mensen zullen dan worden
verlost, de aarde zal vergaan in
haar huidige gedaante en er zal
een betere wereld komen voor al
die gelovigen. Maar dan moet je
wel in de sekte gaan. Ik weet na
alle research te veel om daar
realistisch drama over te willen
maken. Tegelijk geloof ik wel
dat sekten een functie hebben.
Voor de mensen die in de stad
anders naar de marge af zouden
zakken, is het een beschermde
plek."
In Crijns' film legt cabaretier
Hans Teeuwen (Ramses) de
omgekeerde weg af, van een
sekte op het Limburgse
platteland naar de hoofdstad
Onder leiding van de Kahn
Guru - de juiste uitspraak van
de naam is de running gag -
laten de sekteleden neus,
voorhuid en scheenbeen
doorboren, opdat de kosmische
energie via piercings direct in de
chakra's kan stralen. De Black
and Decker ligt klaar als zus
Natasha (Kim Van Kooten) het
nieuws brengt dat vader op
sterven ligt en Ramses
meeneemt naar Amsterdam
voor een 'laatste' bezoek, dat
uitloopt.
In hoog tempo rijgt Crijns zijn
subplots aaneen. Vader blij kt
zijn sterfbed te 'faken' en zoekt
contact met een messias, die
gevonden wordt in een flat in de
Bijlmer; zus eist snelle
euthanasie; Ramses legt het aan
met kamergenote Lonneke, die
weer bij zus onder de plak zit,
enzovoorts.
Crijns humor is zijdelings
verwant aan het absurde
minimalisme van Arjan
Ederveen en Jiskefet. Het grote
verschil is dat hij minder op de
vlakte blijft, zijn personages
serieuzer neemt, tegelijk vaak
abrupt voor het provocerende
statement kiest. Liefhebbers
van slechte smaak kunnen
uitzien naar de euthanasie met
de stoeptegel, het Islamitische
varkentje Mustafa, en een
vliegtuig dat boven de Bijlmer
in een duikvlucht belandt.
Hum or moet niet hypocriet
zijn", stelt Crijns. „Het is lol ten
koste van anderen. Als je dat
eerlijk wilt doen, spaar je de
moderne heiligen van deze
samenleving niet. Een grap
moet het risico in zich dragen
dat 'ie verkeerd valt. Nou, ik heb
mijn best gedaan."
Mag die inzet met de opkomst
van harder cabaret geen opzien
meer baren, intussen kan Crijns
wel de filmgeschiedenis in als
maker van de eerste
Nederlandse mainstreamfilm
met een hardcore 'insert',
expliciete seks in close-up. En
dat in een film die door de grote
Amerikaanse distributeur
Warner wordt uitgebracht. „Ik
verbaas me erover dat in de
mainstream cinema expliciete
seks nog steeds een taboe is. De
enorme preutsheid is in
Hollywood tot norm verheven,
terwijl geweld niet hard genoeg
kan zijn, en daar maak ik me
kwaad om. Ik ben tegen het
gebruik van vuurwapens als
dramatische katalysator, als ik
een leuke film zie en een acteur
komt met een pistool aanzetten,
dan zet ik de televisie uit. Weg
met die rommel.
„Een scenarist heeft de plicht te
streven naar origineler drama.
Naar wat dan? Misschien wel
dat veel vrouwen die ik ken
seksueel geïntimideerd zijn en
daar jarenlang of levenslang
een trauma aan overhouden. De
andere partij zijn wij, mannen
Maar dat geweld, het
binnendringen, wordt nooit
getoond."
Het volle scenario laat weinig
ruimte voor
karakterontwikkeling in deze
meestal amusante, rafelige
zwarte komedie. Onder de
oppervlakte broeit veel, maar
fotoChris van Houts
het zijn thema's tussen
aanhalingstekens. Crijns
suggereert, werkt niet uit. „Ik
wilde niet weer zoals in 'Lap
Rouge' en 'Kutzooi' heel rustig
opbouwen, maar thema's
aanraken zonder de noodzaak
ze uit te diepen, verbanden
leggen, en dat overgoten met een
sausje van parodie. Zien of alles
door elkaar heen ook een stijl
kan zijn. Waar ik op stuit zijn
mijn eigen grenzen.
Onderwerpen als euthanasie,
seksueel misbruik,
verkrachting zie ik als het echte
drama van deze samenleving.
En die onderwerpen heb ik
maar met moeite kunnen
parodiëren."
Vergeleken met zijn eerste
documentaires, is Crijns camera
nu een oase van rust. „Ik wilde
na m'n vorige werk eens
normaal doen met de camera,
zodat ik eindelijk eens kon
werken met mise en scène en
acteurs laten bewegen door het
beeld, de zo gunstig mogelijke
hoek opzoeken. Dat heb ik als
documentairemaker nooit
geleerd. Als je alleen maar aan
het rommelen bent met
videowerk, dan sla je de basis
over. De enige manier om het te
leren is om het eindelijk eens te
doen. Als ik deze film niet
gemaakt had, had ik mezelf niet
meer serieus kunnen nemen."
V" ictor..., pendant qu'il est
trop tard heet de ontroeren
de nieuwe film van de Franse
filmmaakster Sandrine Veysset,
die twee jaar geleden vrijwel ie
ders hart veroverde op het Film
festival Rotterdam met 'Y-aura-
t'il du neige a Noël?' (Krijgen we
een witte Kerst?). Haar tweede
film draait om Victor, een ge
traumatiseerd kind dat het ou
derlijk huis ontvlucht en een on
derkomen vindt bij Trish, een
jonge prostituee die ook een ver
leden vol misbruik met zich
meetorst.
Ze is begin dertig en heeft nog
maar twee films op haar naam
staan, maar toch heeft Sandrine
Veysset al kennis gemaakt met
alle pieken en dalen die het film
vak kent. Ze boekte een groot
internationaal succes met 'Y-
aurat'il du neige a Noël?' om
vervolgens in de Franse pers ge
kraakt te worden voor haar
tweede werkstuk. Victor..., pen
dant qu'il est trop tard werd als
gevolg daarvan in Parijs een
complete flop, maar Veysset
lijdt er naar eigen zeggen niet
onder: „Ik had het wel ver
wacht, zo gaat dat nu eenmaal
hier. Ben je eerst de hemel in ge
prezen, dan wordt je volgende
film de grond ingeboord."
Over de respons uit het buiten
land heeft Veysset met te kla
gen: Victor is inmiddels aan
meer dan tien landen verkocht,
waaronder Nederland. Terecht,
want hoe verschillend ook van
'Neige', Victor draagt alle kwa
liteiten in zich die Veyssets de
buut zo bijzonder maakten. Ook
Victor geeft zijn verhaal bij
voorbeeld slechts langzaam
prijs, waardoor je voortdurend
geïntrigeerd blijft kijken. En
net als in 'Neige' staan ook in
Victor kinderen centraal.
Niet dat het Veysset om kinde
ren gaat: „Het gaat me in mijn
films niet om het kind, maar om
de jeugd. Om de sporen die de
jeugd nalaat in een volwassen
leven. De jeugd is de basis van
alles, daar bouw je op verder,
dat fascineert me. Kijk, wan
neer je iemand leert kennen en
de relatie wordt wat intiemer,
dan komt er vanzelf een mo
ment dat je over je jeugd gaat
praten. En dat blijft terug ko
men. 'Ik doe zo en zo, omdat me
in mijn jeugd dit en dat is over
komen'. Dat soort -dingen. An
ders zal een relatie altijd opper
vlakkig blijven."
De nog verse sporen van het ver
leden hebben bij de jonge
hoofdpersoon in Victor een ta
melijk gruwelijk karakter. Het
knaapje loopt van huis weg om
dat hij gedwongen werd toe te
zien bij de erotische spelletjes
van zijn ouders. Ook in 'Neige'
was de huiselijke haard bepaald
geen veilige haven. Het lijkt of
Veysset het - inmiddels toch al
danig beschadigde - traditione
le beeld van het veilige gezin de
finitief wil omdraaien. Bij haar
biedt de buitenwereld soms soe
laas, de wereld van het gezin
daarentegen is vol duistere drei
gingen.
„Het is niet het gezin op zich dat
me interesseert, ook al praat ik
daar veel over en toon ik gebro
ken gezinnen. Het gaat me meer
om wat er allemaal in affectief
opzicht kan ontbreken op deze
plek die men beschermd noemt.
Voor mij is het gezin juist een
plek waar je totaal onbe
schermd kunt zijn. Een plek
dus, die men kan willen ont
vluchten. Ik hou van het idee dat
je gezinsbanden ook op een an
dere plek kunt creëren.
Voor alle duidelijkheid stelt
Veysset dat ze zelf een heel aan
gename jeugd gehad heeft. „Na
tuurlijk zitten er sporen in van
dingen die ik zelf heb meege
maakt, maar het is geen auto
biografische film. Ik word ge
troffen door kinderen die lijden
en door volwassenen die kinde
ren doen lijden. Dat dat me fas
cineert, wil niet zeggen dat ik
het zelf heb beleefd Maar na
tuurlijk draagt iedereen een
pijn uit het verleden mee, of die
nu groot is of klein."
„De omvang doet ook niet ter
zake, want kinderen hebben het
vermogen om van iets kleins iets
heel groots te maken. We hebben
allemaal wel een herinnering
aan iets dat voor een buiten
staander onbeduidend kan lij
ken maar dat ons als kind een
enorme angst aanjoeg. Wanneer
je eenmaal groot bent, zeg je:
'Wat stom van me, het stelde
niks voor', maar ooit lag dat an
ders."
„Mijn films hebben geen ver
haal in eigenlijke zin. Het gaat
niet om de gebeurtenissen. Wat
ik doe is beetje bij beetje wat in
formatie prijsgeven. Ik hou van
zo'n manier van werken, van
onuitgesproken dingen. De kij
ker moet zijn eigen verhaal ver
zinnen, uitpuzzelen wat er aan
de hand is. Mij gaat het om de
verbeelding van de psychologie
van de personages en die vind je
ook in blikken, in gebaren, in
stiltes."
De personages in Victor doen
verwoede pogingen hun verle
den ongedaan te maken. Victor
knipt zijn haar af om een ander
persoon te worden en hij ver
knipt de foto's van Trish om
haar verleden ongedaan te ma
ken.
„Ja, maar je kunt pijnlijke za
ken niet vergeten. Je kunt eraan
proberen te wennen en ermee
proberen te leven, maar onge
daan maken lukt niet. Kinderen
kunnen die illusie nog wel koes
teren, die denken: 'Als ik mijn
haar afknip, dan word ik een an
der mens.Trish weet inmiddels
dat het niet kanmaar Victor ge
looft er nog in. Dit is geen pessi
misme van mijn kant. Het wil
niet zegen dat je bedolven wordt
onder je verleden. Maar het ver
leden is er. En dat is maar goed
ook. Je moet er toch niet aan
denken dat mensen geen geheu
gen zouden hebben. Dat zou een
ramp zijn. Zonder geheugen is
er slechts leegte."
Een van de meest ontroerende
momenten in Victor is de scène
waarin Trish in bed ligt en Vic
tor met haar naakte lichaam ge
confronteerd wordt. Een - gelet
op het leeftijdsverschil - m prin
cipe onschuldig moment dat de
kijker echter opeens de gruwe-
lij ke gevolgen van misbruik laat
zien. Want voor Victor, zo voel je
direct, bestaan er geen onschul
dige momenten meer. Een naak
te volwassene betekent gevaar.
Dromen vormen in Victor een
belangrijk middel om de herin
nering te verwerken, ook al vin
den ze hun tegenhanger in de
nachtmerries die zich ook op
dringen. Zo ziet de kleine Victor
zichzelf wegvliegen terwijl hij
eindeloos in een oude kennis
draaimolen ronddraait. En als
dat niet helpt, dan is er, net als in
Veyssets debuut, de helende
werking van winterse sneeuw.
„Sneeuw is rustgevend, het
transformeert alles. Sneeuw is
magie."
En magie is waar Veysset op
mikt. Zelfs met de titel van haar
film, want 'Victor, pendant qu'il
est trop tard...' is, zo legt ze uit,
geen correct Frans. „Het is ei
genlijk een mengsel van twee
lijden die je niet samen kunt ge
bruiken. Het onderstreept het
spi'ookjesachtige gevoel dat ik
beoog. Het is een soort meta
foor: Je leeft, 'pendant qu'il est
trop tard'. Dat wil zeggen datje
leeft in het besef dat je dood
gaat. Voor mij is dat niet triest
Dat is het leven."
Rob de Kam
René R. Kastelein Sandrine Veysset
fotoAndré Bakker
Het Nederlands Film Festival had in sep
tember Ken Loach de Cinema Militans
Lezing willen laten uitspreken. MaarEnge-
lands meest militante cineast moest met uit
puttingsverschijnselen in een ziekenhuis
worden opgenomen en liet zijn optreden op
de kansel van de Pieterskerk cancelen. Spij
tig voor 'Utrecht', maar niet onplezierig
voor 'Rotterdam' dat nu de Nederlandse
première kan bieden van de in Cannes be
kroonde Loach-film My Name Is Joe.
Loach (gedebuteerd in 1967 met 'PoorCow')
heeft een oeuvre van dertig films volledig in
dienst gesteld van een diep doorleefd poli
tiek en sociaal engagement. Hij werd 62 jaar
geleden geboren in een arbeidersmilieu in
Nuneaton, ging rechten studeren in Oxford
omdat ze daar veel aan theater deden en
kwam bij de BBC terecht om er afleveringen
te gaan regisseren van de serie Z-Cars. Met
Tony Garnett vervaardigde hij een legenda
risch geworden reeks docudrama's over de
zwakkeren in de samenleving.
Zonder dat hij er zijn principes voor hoefde
te verloochenen werd Ken Loach in de jaren
negentig een troetelkind van de grote film-
Ken Loach
foto Roland de Bruin
festivals. In 1990 won hij met Hidden Agen
da in Cannes de Speciale Jury Prijs, dezelf
de onderscheiding greep hij drie jaar later
opnieuw met Raining Stones. Riff-Raff
werd in 1992 bekroond met de Felix voor de
beste Europese film van het jaar. In 1995
werd het tijdens de Spaanse burgeroorlog
gesitueerde Land And Freedom onder
scheiden met de Persprijs in Cannes
Daar werd in 1998 de palmarès gehaald met
de Acteursprijs voor Peter Mullan, hoofd
rolspeler in My Name Is Joe. De film speelt
in Glasgow en zit boordevol sappige couleur
locale. Iets moois bloeit op tussen sociaal
werkster Sarah en de voormalige alcoholist
Joe die zijn best doet fatsoenlijk te worden.
Maar het springt stuk als Joe drugs gaat
smokkelen om het leven te kunnen redden
van zijn vriend Liam die een schuld had bij
gangsters. Het volmaakte onbegrip waar
mee Joe door Sarah wordt afgewezen, ver
oorzaakt een crisis. Joe grijpt weer naar de
fles en Liam pleegt zelfmoord. De breuk
tussen de geliefden lijkt onherstelbaar ge
worden.
Zoals alle films van Loach gaat ook My Na
me Is Joe over solidariteit. Het verschil is
dat het dit keer weinig oplevert. Ken Loach
ontkent dat het hem moeite kostte om ons
zo'n grimmige finale in de maag te splitsen.
„Het is hier gewoon een kwestie geweest
van de logica volgen in de situatie waar het
over gaat. Je ontwerpt een stel personages
en die hebben ook hun eigen logica die je
trouw dient te blijven. Ja, het verhaal ont
knoopt zich tragisch. Maar toch, de twee
protagonisten zijn in het laatste shot bij el
kaar. Je kunt je afvragen hoe groot de kans is
dat ze het ook zullen blijven, maar dat weet
niemand. Het zou vals zijn om ze meer kre
diet te geven."
In Riff-Raff en Raining Stones liet u uw pu
bliek achter met meer hoop dat onderlinge
soldariteit echt vruchten kan afwerpen.
„Over zulke dingen kun je niet simplistisch
zijn. Hier zie je de solidariteit in het feit dat
mensen elkaar toch naar beste vermogen
bijstaan. Maar het soort krachten waarte
gen opgetornd moet worden is van een an
dere orde dan in Raining Stones. Nu gaat het
om drugshandelaars en die zijn totaal mee
dogenloos. Ik kan daar niet zo maar een
happy end overheen leggen. Natuurlijk was
het voor het publiek aangenamer geweest
als je in de finale Sarah en Joe gelouterd en
verzoend weer bij elkaar zou brengen. Maar
ik geloof niet dat het plausibel was ge
weest."
„Probeer jezelf voor te stellen als Sarah. Je
hele werkende leven heeft bestaan uit het
bijeenvegen van de scherven van ander
mans levens; van mensen die beschadigd
werden door drugs. Baby's, jongeren, mid
delbare mensen. Dan ben je zwanger en zou
je dan werkelijk willen samenleven met ie
mand die drugs die gemeenschap heeft bin
nengebracht? Ze begrijpt zijn specifieke si
tuatie wel en ze heeft best bewezen dat ze
ruimdenkend is. Maar drugs is een geval
apart. Zij wil niet samenleven met een
drugsdealer. Zij heeft gelijk. Hij niet."
Bent u er minder dan vroeger van overtuigd
dat je met films een publiek kunt beïnvloe
den?
„Ik geloof dat je met films een geringe in
vloed kunt hebben op het publiek. Mis
schien is het ook mogelijk veel invloed te
hebben op een handjeyol mensen. Dat zou
dan alles zijn. Als cinema trouwens een gro
te invloed zou kunnen hebben, dan bestaat
het gevaar dat het voornamelijk een heel
rechtse invloed zou zijn. Want de meeste
mainstream-films gaan over een sterke vent
die met een geweer problemen oplost. Dus
als cinema invloed heeft, zal dat voorname
lijk een slechte invloed zijn."
Wat is uw voornaamste motivatie voor het
maken van films?
„Die is gelegen in de kleine momenten van
verstandhouding die je tussen mensen ziet,
de fragmentjes van veranderingen in som
mige situaties, in een enkele kamer des
noods. Dat is waar ik mijn motivatie uit haal
en dat is tevens wat ik in mijn films wil sig
naleren. Natuurlijk, laat ik eerlijk zijn, de
politieke overtuiging zit altijd op je schou
der als een onwillekeurig gevoel van ver
plichting dat zich niet laat afschudden.
Maar de echte motivatie om te filmen die
schuilt in de kleine vonkjes die soms over
springen."
Pieter van Lierop
vrijdag 29 januari 1999