Thee met honing
bij een Don Kozak
Toppop schreef historie
Taimanov en Bruk horen bij
de grootste pianistenduo's
Isaac Stern bedachtzaam
D7P kunst
r£Aj cultuur
Memoires van
Michael Minsky
15
Ik ben in het zingen voor
mijzelf ongelofelijk wreed. Ik
ben heel, heel zelden tevreden..
Echter, als ik naar andere
zangers luister weet ik ook waar
mijn kracht ligt. Het is een
creatieve ontdekking wanneer
ik mij los kan trekken van de
aantrekkingskracht van de
aarde en mij begeef in de
goddelijke wijdte met de muze.'
Een welhaast mystiek fragment
uit een losse paragraaf met
'overpeinzingen' van Michael
Minsky, merkbaar
neergeschreven zonder
bijgedachten aan publicatie. 'Je
moet niet denken over
kunstenaars als een categorie
uit lang vervlogen dagen',
noteert hij verderop 'Er is geen
oude of nieuwe kunst. Er is
oprechte en valse kunst.
Oprechte kunst zal nooit oud
worden en wij kunnen ons tot
haar wenden tijdens de
cataclysmen die in ons leven
voorkomen.'
Minsky weet waarover hij
praat. Aan 'cataclysmen'
oftewel rampzalige
omwentelingen heeft het in zijn
leven niet ontbroken.
Michal Grigory ('Mischa')
Spirin wordt op 12 augustus
1918 geboren op oorspronkelijk
Tartaars grondgebied: het
gehucht Tichi Pljos, of Het Stille
Rak. Vader bezit er een
watermolen, moeder is
onderwijzeres. Het gezin telt
vier zonen, van wie Mischa de
jongste is. Muziek speelt een
centrale rol in het huiselijk
leven. Moeder zingt met 'een
uitzonderlijk mooie sopraan'
Vader neuriet graag mee, vooral
bij zijn lievelingslied 'De
stakker overleed in een
veldhospitaal'.
Een knus begin, dat de
eigenlijke grondtoon zet voor
Koren, Kerken en Kozakken.
Want uit deze beschrijving van
het 'veelbewogen leven' dat de
subtitel aankondigt, verrijst de
gestalte van een zachtmoedig
man, steeds op zoek naar
eendracht en gezelligheid.
Desondanks dringen zich
associaties op met het
Getuigenis van een land- en
tijdgenoot, de componist
Dmitri Sjostakovitsj. Ook
Minsky's memoires bevatten
elementen van een afrekening,
al spreekt hier de kunstenaar in
ballingschap waar
Sjostakovitsj getuigt als de non
stop opgejaagde, tot paranoia
gedreven kunstenaar onder het
alziend oog van Stalin. Wellicht
blijft mede daardoor het
'Sjostakovitsjiaanse' cynisme
bij Minsky steken in ironie en
overheerst bij hem de weemoed.
Niettemin schrijnt het als je
leest over Mischa's jeugd onder
het, sovjetregime. Een apart
loofdstuk wijdt hij aan 'De
I arrestatie van mijn vader', een
minutieus opgetekend
ooggetuigenverslag waarin
tegelijk superlatieven tekort
schieten om recht te doen aan de
schrik, woede en ontreddering
van dat elfjarige kind. Vader
keert niet terug. Hij zal vier jaar
later omkomen in een
concentratiekamp.
In 1939 wordt Mischa 'ontdekt'
door professor Maria
Vladimirova, docente aan het
conservatorium te Moskou. Zij
attendeert de jonge bariton op
zijn opera-talent; speciaal
Tsjaikovsky's Eugen Onegin zal
hem op het lijf geschreven zijn.
'Geef mij deze Onegin mee naar
Moskouzo roept Vladimirova
uit.
Aldus geschiedt. Mischa zet zijn
eerste schreden op het opera
pad, dat in de schaduw van zijn
folklore-specialisatie wat
onderbelicht is gebleven, maar
hem wél naar wereldpodia zal
voeren. Bijvoorbeeld naar
Carnegie Hall, waar hij in 1953
zijn westerse solodebuut maakt.
De Tweede Wereldoorlog brengt
een dramatische ommekeer.
Minsky bekent hoe hij tijdens
een militaire stoomcursus nog
Michael Minsky
n 1978 werd Nederland een markante ingezetene rijker:
Michael Minsky, zanger in ballingschap. Rus van
geboorte, maar sinds 1945 in het westen gebleven. Hij
trouwde met de Zwolse balletlerares Irina Platenkamp: na
tal van omzwervingen streek deze voormalige Don Kozak
tenslotte in Zwolle neer. Tien jaar later overleed hij daar.
Inmiddels weer tien jaar later verschijnen nu Minsky's
illustratie Freek van den Berg
memoires 'Koren, Kerken en Kozakken', vergezeld van de cd
'Michael Minsky, de legende van een Don Kozak.' De
geluidsdrager bevat opnamen uit 1987 van Oekraïnse
liederen, opgenomen met de Wiener Symphoniker. Parallel
hieraan komt in Duitsland de cd 'Abendglocken' uit, met
opnamen uit de jaren '60 waarbij Minsky soleert bij de
Schwarzmeer Kosaken.
'enigszins romantische
voorstellingen' van de oorlog
heeft, De desillusie laat zich
raden. Zijn ervaringen als
dwangarbeider in
krijgsgevangenschap vat hij
nochtans even bondig als
eufemistisch samen in het
zinnetje 'Daar heb ik van alles
meegemaakt.Meer aandacht
besteedt hij aan wat hem in die
tijd zoal ter ore komt over het
Don Kosaken Chor van Serge
Jaroff, een groep Russische
immigranten die allengs meer
furore maakt. Na 1945 blijft hij
noodgedwongen in het westen:
voor Stalin staat
krijgsgevangenschap gelijk aan
landverraad, goed voor een
kwarteeuw werkkamp. Mischa
verandert zijn naam van Spirin
in Minsky en begint zijn
zwerversbestaan. In 1949
vertrekt hij naar Amerika. Hij
zingt in diverse operahuizen en
bij diverse Russische of
Oekraïnse folklore-
muziekgroepen, In 1964 treedt
hij toe tot het koor van Serge
Jaroff en blijft daar tot en met
diens laatste optredens in 1979.
Na Jaroff's dood in 1985 maken
de Don Kozakken nog éénmaal
een tournee onder Minsky's
leiding.
In 1978 vestigt Michael Minsky
zich definitief in Zwolle. Het
moet een drastische overgang
zijn geweest, van het
bohémienne artiestenleven
naar de onwrikbare
voorspelbaarheid van een
Hollandse provinciestad. Maar
Minsky geeft geen krimp.
Hij richt het Slavisch Koor
Zwolle op, bedoeld om
manier die hem en passant de
locale Meester Willem
Bartjensprijs oplevert. Maar het
hoogtepunt van deze laatste
levensfase wordt de nationale
viering rond het Millennium
van de Russisch-Orthodoxie op
30 september 1988, in de Grote
of St.-Michaelskerk. Naast
zanglustigen uit de regio in te
wijden in de Russisch-
Orthodoxe kerkmuziek en
eeuwenoude volksballaden.
Bovendien heeft hij er zijn
studio, een Spartaans hokje
achter de vroegere balletschool
in schouwburg Odeon. Hier
zetelt de strenge doch
rechtvaardige zangdocent,
wiens leerlingen niet slechts op
een uitputtende stortvloed aan
gedetailleerde instructies, maar
ook op de welhaast rituele mok
thee-met-honing én zijn warme
betrokkenheid mogen rekenen.
Zo raakt Minsky ingeburgerd in
het Zwolse muziekleven, op een
koningin Beatrix zetten
wereldsterren als tenor Nicolai
Gedda en violist Michael
Goldstein deze viering extra
luister bij. Kerkelijk meelevend
als Minsky is, heeft hij deze
gewijde happening zelf
georganiseerd vanaf zijn
ziekbed, dat negen dagen later
zijn sterfbed zal worden.
Grote kracht van Koren,
Kerken en Kozakken is de
authenticiteit. Hier weerklinkt
de legitieme nostalgie van een
ervaringsdeskundige. Niet
alleen in de belevenissen, maar
ook in de stijl, met die typische
mengeling van humor en pathos
waar de Russen patent op
hebben. Een historisch
document levert Minsky in de
passages over het legendarische
Don Kosaken Chor. Hij
schildert een realistisch, maar
daarom niet minder eerbiedig
en liefderijk portret van 'de
kozakkenvaandrig Serge
Jaroff' en doorspekt zijn relaas
met kluchtige anekdotes over
het huishoudelijk reilen en
zeilen binnen een
kozakkenkoor.
Minstens even intrigerend zijn
de jeugdherinneringen waarin
hij suggestieve
landschapsbeschrijvingen en
verhalen over oude
volksgebruiken vervlecht. En
uiteraard zijn er vele bladzijden
ingeruimd voor de geschiedenis
van de Russisch-Orthodoxie en
haar Millenniumviering, als een
spectaculair maar bovenal
spiritueel slotakkoord. Of, zoals
Minsky het zelf verwoordt:
'Mijn zwanenzang is tot het
einde uitgezongen.'
Margaretha Coornstra
Michael Minsky: Koren, Kerken en
Kozakken, VU Uitgeverij Adam.
Cd's: Michael Minsky, de legende
van een Don Kozak (MasterTone) en
Abendglocken; in Erinnerung vol.l
(Engels GmbH, Koln).
Er is na het laatste bezoek van
Isaac Stern aan Nederland
hier en daar gesuggereerd dat
hij maar beter niet meer in het
openbaar kan optreden. On
langs verscheen een nieuwe cd
van de meesterviolist, waarop
hij soleert bij het Franz Liszt
Chamber Orchestra onder lei
ding van Janos Rolla, in werken
van Mozart, Beethoven en
Haydn. Prachtige muziek en
verve, zoals de Serenata Nottur-
na KV 239 en het Rondo KV 373.
Die klonken wel eens stroperig
romantischer. Stem laat daar
prachtige details horen Aan de
andere kant is de totaalklank
wat scherp, wars van warmte.
Maar het Adagio KV 261 klinkt
daardoor juist niet te vet.
Stern speelt hier allesbehalve
gelikt. Eerder bedachtzaam,
alsof hij na al die jaren twijfelt
aan de vanzelfsprekendheid
van de bravour waarmee deze
muziek vaak door jonge colle
ga's wordt uitgevoerd. Dat geldt
ook voor de beide romances van
Beethoven.
En toch zijn ze door anderen
ooit zangeriger, poëtischer,
rondborstiger, zo niet daad
krachtiger uitgevoerd, als wa
ren het instrumentale liefdes
verklaringen, al weet natuurlijk
niemand wat er op de montage
tafels is gebeurt. Stem besluit
met het tweede vioolconcert van
Haydn, mooi gespeeld, met en
kele boven alle twijfel verheven
cadensen.
Hans Visser
Isaac Stern plays Mozart, Beetho
ven, Haydn - Sony Classical SK
62693.
Richard Groothuizen: „Toppop was het hoogtepunt van m'ntelevisieweek." fotoTonKastermans
Als jongetje van een jaar of
twaalf was Richard Groot
huizen al in de ban van Toppop.
Kijkend naar het tv-program-
ma noteerde hij keurig in een
schriftje welke artiesten hij zag
en welk liedje zij vertolkten.
Groothuizen (41) kon toen nog
niet bevroeden dat die aanteke
ningen over groepen als Velvet
Underground, Steve Miller
Band en Fairport Convention
bijna dertig jaar later de basis
zouden vormen van wat gerust
zijn 'magnum opus' genoemd
mag worden. Met AVRO's Top
pop heeft hij een boekwerk ge
schreven dat zeer uitvoerig de
geschiedenis van een van de
succesvolste programma's uit
de Nederlandse tv-geschiedenis
belicht.
Per jaar wordt er een overzicht
gegegeven van de hits en de ar
tiesten van dat moment. Ook is
het boek als uniek naslagwerk
te gebruiken: er zijn lijsten op
genomen van alle artiesten die
ooit in Toppop hebben opgetre
den. Illustraties van platenhoe
zen en decorschetsen verleven
digen een en ander. Natuurlijk
ontbreken de interviews met Mr.
en Mrs. Toppop, Ad Visser en
Penney de Jager, niet.
Alle reden derhalve om de au
teur uit Purmerend naar het
waarom van zijn fascinatie voor
dit muziekprogramma, dat van
1970 tot 1988 wekelijks tophits
op de buis bracht, te vragen. We
zochten hem op in het AVRO-
gebouw, alwaar hij werkzaam is
als archivaris. Groothuizens
'domein' ligt weggestopt in de
kelder van het omroepgebouw.
Temidden van vele blikken met
de meest uiteenlopende film
banden, vertelt hij honderduit
over het programma dat trend
settend voor heel Europa zou
blijken.
Ad Visser was vijftien jaar lang mr. Toppop.
„Als puber was ik al bovenma
tig geïnteresseerd in popmu
ziek. Jimi Hendrix en The Who
waren mijn helden. Natuurlijk
draaide ik hun platen, maar hoe
fascinerend was het om ze ook
op tv te kunnen zien. Ik sloeg
geen aflevering van Toppop
over. Dat programma was het
hoogtepunt van m'n televisie-
week. Net als trouwens De Wre
kers en Thunderbirds. In
Toppop zag ik de tijdgeest weer
spiegeld. Het programma liep
bovendien altijd vooruit op de
nieuwste muzikale ontwikke
lingen. Veel onbekende arties
ten die in het programma hun
opwachting maakten, zouden
later wereldberoemd worden.
Donna Summer, Dire Straits en
Bee Gees bijvoorbeeld waren
volkomen onbekend toen zij
voor de eerste keer te gast wa
ren."
Groothuizen raakte helemaal in
de ban van Toppop toen hij door
de AVRO gevraagd werd zijn
medewerking te verlenen aan
een jubileumprogramma van de
muziekshow. „Vanaf het mo
ment dat ik in een kast handge
schreven notities uit de eerste
jaren van het programma vond,
raakte ik gefascineerd door alle
sterren die in de studio hadden
gestaan. Wat echter helemaal
mijn aandacht trok, waren de
foto's van artiesten waarvan ik
me helemaal niet kon herinne
ren dat ze ooit in Toppop te zien
waren geweest. Ik vroeg me af of
ik zoveel afleveringen gemist
had. Dat bleek echter niet het
geval te zijn. Buiten de weke
lijkse uitzendingen op tv, bleken
er nog zo'n elfhonderd liedjes
opgenomen te zijn die nooit het
scherm hebben gehaald. Toen ik
me afvroeg hoe dat zat, verza
melde ik zoveel informatie dat
een boek eigenlijk niet kon uit
blijven."
Rens Muller
Richard Groothuizen: AVRO's Top
pop - uitgeverij Virion, ISBN
90.5121.815.X, f 29,50.
Mark Taimanov werd in het Westen bekend
als schaakgrootmeester. Maar hij be
schouwde zichzelf bovenal als een pianist.
Met zijn vrouw Lyubov Bruk vormde hij tot
1970 een pianoduo. Nu maken opnamen van
dit tweetal deel uit van het grootste platen-
project aller tijden.
Een serie van 200 cd's, die de namen van cir
ca 75 pianisten omvat. Philips heeft zijn ei
gen Mozart-cyclus (180 cd's) overtroffen.
Het omvangrijkste project uit de geschiede
nis van platenindustrie. 'Great Pianists of
the 20th Century' getiteld, trekt de aan
dacht van ontelbare muziekliefhebbers.
'Great Pianists dus, niet 'The Greatest
Pianists...'Desondanks klinkt ernatuurlijk
protest bij de bewonderaars van Elisabeth
Leonskaja, Bruno Leonardo Gelber, Tatja-
na Nikolajeva en talrijke anderen die Phi
lips links liet liggen. En dan praten we nog
niet over de pianoduo's. Die ontbreken, met
één uitzondering.
Niet het oude, romantische duo Vronsky-
Babin werd waardig gekeurd om in dit pan
theon der pianisten te worden opgenomen.
Ook de intelligente broers Kontarsky en de
watervlugge. goed ogende zusters Labèque
ontbreken. Bruk/Taimanov heet de combi
natie, die nu dankzij Philips valt te bewon
deren. Wie had ooit van dit tweetal gehoord?
Lyubov Bruk en Mark Taimanov: de Russen
hebben het spel van dit echtpaar lang voor
zichzelf willen houden. Afgezien van een
paar concerten in het voormalige Oost-
Duitsland. Tsjechoslowakije en Hongarije
trad dit echtpaar nooit buiten zijn vader
land op. Maar Bruk en Taimanov mochten
wel opnamen maken. En enkele van die kra
kende. spetterende" Melodia-platen - de re
centste verscheen in 1968 - vonden hun weg
naar het Westen. Taimanov werd trouwens
op een andere manier bekender: als schaak
grootmeester. De Taimanov-variant van de
Siciliaanse verdediging is nog steeds popu
lair.
Philips-producer Tom Deacon, samenstel
ler van de serie, hoorde die oude Melodia-
platen. En hij begreep dat geen ander piano
duo zo de Suites van Rachmaninov speelde.
De belangrijkste opnamen van Lyubov
Bruk en Mark Taimanov moesten op cd ver
schijnen. Ze zijn er nu.
Het duo Bruk-Taimanov - beiden werden in
1926 geboren - is één van die bewonderens
waardige producten van een vroegtijdige,
gespecialiseerde kunstopleiding, waarin de
Russen altijd zo goed waren. Ze speelden al
samen toen ze elf waren: twee leerlingen van
de school voor jonge talenten, verbonden
aan het conservatorium van het toenmalige
Leningrad.
Qua spel en temperament verschilden ze
nogal. Zij had een vrij lichte techniek en
blonk uit in poëtische details, hij speelde
vrij robuust en romantisch, met een grote,
volle klank. Dat contrast bracht hun leraar
Samari Savsjinski er juist toe om ze aan el
kaar te koppelen. Hij zag het duospel niet in
de eerste plaats als een uitbreiding van de
klank, maar als het resultaat van een oppo
sitie van twee persoonlijkheden. Savsjinski
had een vooruitziende blik. Waarschijnlijk
was dat het geheim achter hun artistieke
ontwikkeling.
In 1941 werd ook hun leven ontregeld door
het uitbreken van de oorlog. Staf en leerlin
gen van de muziekschool van Leningrad
werd geëvacueerd naar het verre Tasjkent in
Oezbekistan. Vier jaar leefden ze in isole
ment. Maar Lyubov en Mark gaven daar
hun eerste concerten. In 1946 - ze waren al
lebei twintig jaar oud - keerden ze terug
naar de stad aan de Neva, ze trouwden en
kregen een zoon, Igor.
Inmiddels had Mark Taimanov ook een an
dere passie ontwikkeld: het schaakspel. El
ke competitie waaraan hij meedeed won hij
Hij speelde tegen Botwinnik, Smislov. Pe-
trosian. Spaski. En hij schreef boeken over
het schaakspel Maar de muzikale samen
werking met zijn vrouw bleef op de eerste
plaats staan. Tot 1970. T&en liep het huwe
lijk stuk. En daarmee het duo
Taimanov wilde als solist verder gaan. Maar
in het volgende jaar moest hij een andere
klap incasseren. Hij verloor tijdens de
kwartfinale in Vancouver spectaculair van
het jonge Amerikaanse schaakgenie Bobby
Fischer. Taimanov moest bij terugkeer in
het vaderland vaststellen, dat de autoritei
ten deze nederlaag als een belediging van
het Sovjet-volk beschouwden. Vanaf dat
moment werd hem, als pianist en schaker,
voortdurend de voet dwars gezet.
Tegenwoordig leeft hij rustig, met zijn derde
vrouw, in St-Petersburg. Lyubov Bruk
daarentegen - zij heeft nog jarenlang een
pianoduo met haar zoon gevormd - overleed
in 1996.
Taimanov heeft de innige samenwerking en
wisselwerking van het duo dat hij met zijn
vrouw vormde treffend beschreven. Over de
problemen die ze hadden om in Mozart een
volstrekte eenheid te bereiken onder meer.
En over de grotere individuele vrijheid in
sommige romantische stukken, die even
eens op de twee nu geproduceerde cd's
staan: Chopin, Arenski en Rachmaninov.
Rachmaninovs Suite opus 5, één van de eer
ste belangrijkste composities die zij samen
speelden, beschouwden zij als hun 'lijfstuk'.
Deze nostalgische schoonheid bleef een
bron van inspiratie vormen. Dat horen we
ook in een uitvoering, die qua homogeniteit,
raffinement en gevoeligheid moeilijk te eve
naren is Frappant is bovendien de briljan
te, flitsende manier waarop Bruk en Taima
nov muziek van Poulenc (zowel het Concert
in d als de Sonate) en Milhaud ('Scaramou-
che') spelen. Dat zijn componisten met wie
weinig Russische musici affiniteit hebben.
Aad van derVen
Lyubov Bruk Mark Taimanov (piano) - Werken
van ArenskiBusoni, Chopin, Milhaud, Mozart,
Poulenc en Rachmaninov - Philips (2 cd's).
vrijdag 29 januari 1999
L»*«*