A.H. Nijhoff
blijft aan het
onttrokken
Cultureel feest
tijdens Haagse
Winternachten
Guido Gezelle was een
verwoed woordenverzamelaar
Het grote tasten
van Marja Pruis
Schatkamer
van het
Westvlaams
O 7(* kunst
I:IAj cultuur
d;
TSSSS&fMdL1
13
Biografe Marja Pruis: „Ik denk dat het onbevredigend zou zijn als erin mijn boek een ontknoping was als in een ech
te detective." foto An nette Vlug
gaat, ligt volkomen in het
duister.'
Het lijkt erop dat Netty Nijhoff
al tijdens haar leven graag
mysteries rond haar persoon
schiep. Haar vriendin Marlow
Moss was nog geheimzinniger.
Van goede komaf, danseres
geweest, nam ze van de ene op de
andere dag een nieuwe
identiteit aan: steevast gekleed
in strenge herenkleding, het
korte haar naar achteren
geplakt. Het moet een
bezienswaardig stel geweest
zijn, de rijzige, grof gebouwde
Netty en de kleine tengere Miss
Moss.
Marja Pruis: „Het verhaal gaat
dat Netty haar vriendin uit de
goot had gehaald. Maar een
paar jaar later hadden ze
kenneli j k geld genoeg om samen
een kasteeltje in Normandië te
kopen en op te knappen."
Een vraag die onbeantwoord
blijft, is waar Netty van leefde.
Ze was als schrijfster niet bij ster
productief, deed geen
journalistiek werk en had geen
baan. De biografe vermoedt dat
Martinus haar onderhield. Hij
kwam uit een bekend Haags
uitgeversgeslacht.
Marja Pruis: „Er was gewoon
altijd geld, denk ik. Oud geld. In
de brieven lees je nooit iets over
de financiën. Dus was het
waarschijnlijk geen probleem."
Veel meer dan nu was de
literatuur in de jaren twintig en
dertig een aangelegenheid van
de upper class.
Hoe ver moet een biograaf gaan?
Op zoek naar de man met wie
Fa an Nijhoff de laatste fase van
zijn leven doorbracht, komt
Marja Pruis aan het eind van
haar boek letterlijk ver van
huis: bij een Vietnamees
restaurantje aan de Picardische
kust. De man is onwillig en
Pruis vol zich niet opdringen.
Steeds sterker vraagt ze zich af,
wat ze eigenlijk zoekt. Ze
schrijft: 'Van heel vroeger ken ik
al het gevoel iets te willen
grijpen en het niet te pakken te
krijgen. Het grote tasten en
dan bot vangen. Niet omdat het
er niet is, maar omdat het altijd
anders is, of niet te benoemen.
Of niet te begrijpen.
Frusterend? Nee, vindt Marja
Pruis.
„Je moet het idee hebben dat er
iets wordt achtergehöuden, dat
er een verborgen kern in een
leven is. Ik denk dat het
onbevredigend zou zijn als er in
mijn boek een ontknoping was
als in een echte detective. Dat is
te banaal. Er moet iets blijven
waarnaar je kunt raden."
Inge van den Blink
Marja Pru is: De Nijhoffs of de gevol
gen van een huwelijk - Uitg. Nijgh en
van Ditmar. 175 pag.. gebonden,
f34,90.
e Utrechtse neerlandica en journaliste Marja Pruis
(39) schreef een boek over AH. Nijhoff, de schrijfster
die vooral bekend werd door haar debuutroman Twee
meisjes en ik uit 1931. Netty Nijhoff, zoals ze in het dagelijks
leven heette, was getrouwd met de dichter Martinus Nijhoff.
Ze leefde van 1897 tot 1971.
De Nijhoffs of de gevolgen
van een huwelijk lijkt op
het eerste gezicht een biografie.
Het is iets anders: een geestig en
spannend verslag van de
zoektocht van een biograaf.
5oms anekdotisch, soms
ïlosofisch. Marja Pruis had in
■erste instantie wel een gewone
jiografie in haar hoofd, vertelt
ze. De vorm van haar boek
jntstond pas tijdens het
ichrijven.
„Gaande het onderzoek merkte
ik dat ik nooit de beschikking
zou krijgen over al het
biografische materiaal dat er
van Netty Nijhoff is. Toen ben ik
me gaan afvragen wat ik
eigenlijk precies van haar wilde
weten. En die vraag begon ik
nteressanter te vinden dan de
vraag naar haar persoon. Het
nooiste boek dat ik over Netty
Nijhoff kan schrijven, bedacht
k, is een boek dat het mysterie
rond haar in stand houdt. Dat
rond ik wel bij haar passen."
De fascinatie voor Netty Nijhoff
begon toen Marja Pruis tijdens
haar studie Nederlands de
roman Twee meisjes en ik las. Ze
was erdoor gegrepen. „Ik vond
iet een heel broeierig, duister
>oek, een beetje in de sfeer van
ie Brontë's. Het speelt zich af
aan de kust van Zuid-Engeland,
sen landschap waar ik veel van
lou. Het boek gaat over
dilemma's rond blijven of
weggaan, keuzes maken, liefde.
Ik denk dat het een echt
puberboek is. Heel
melancholiek."
De hoofdpersoon in Twee
meisjes en ik is een man die aan
de Engelse kust twee jonge
meisjes ontmoet en verliefd
wordt op een van hen. Later
blijkt er ook tussen de meisjes
sprake van verliefdheid; de man
blijft een buitenstaander.
schrijfster, het topje van de
ijsberg was.
Een van de informatiebronnen
die Pruis opzocht was de
bejaarde danser en
'televisiepersoonlijkheid'
Albert Mol. Dat levert
gedenkwaardige bladzijden op.
Mol bleek een feilloos geheugen
voor details te hebben. Hij hielp
Pruis zelfwaan het recept van
'salade a la Netty'.
Netty's zoon Faan - Albert Mols
eerste grote liefde - wordt in het
boek beschreven als geestelijk
onrijp; een man die ondanks
'geld en gouden kansen' niet
veel bereikte in het leven. Hij
had hoe dan ook een vreemde
jeugd.
Faan werd door Netty mee op
sleeptouw genomen door heel
Europa, maar hij woonde soms
ook bij zijn vader. De band
tussen moeder en zoon was
Vanwege de 'tegennatuurlijke
erotiek', zoals dat heette,
kwamen er indertijd nogal wat
negatieve recensies. De roman is
niettemin een kleine klassieker
en wordt met enige regelmaat
herdrukt. Bij een heruitgave in
1993 in de reeks ErfGoed
schreef Marja Pruis al een
beknopte biografie van Netty
Nijhoff. Ze merkte vervolgens
dat, wat ze wist over de
A.H. Nijhoff
sterk, maar als hij Netty's
bewegingsvrijheid te veel
beperkte kreeg Faan het etiket
'le petit obstacle'.
Ook echtgenoot Martinus, de
gevierde dichter, nam zijn
vrijheid. Pruis geeft in de zijlijn
prachtige beschrijvingen van
enkele van zijn voyante
minnaressen: schrijfster Emmy
van Lokhorst en actrice
Georgette Hagedoorn. Met de
laatste trouwde Martinus, toen
Netty eindelijk toestemde in een
scheiding.
Het huwelijk tussen de Nijhoffs
- de twee leerden elkaar kennen
op het gymnasium in Den Haag
- hield fysiek gezien niet lang
stand. Netty ontvluchtte het
geregelde leven met man en
kind. 'Alles wat achter me ligt,
vriendschap, verantwoording,
liefde en plicht, is van me
afgevallen', schreef ze in 1920
aan haar man. Toch hielden de
twee een hechte band.
Netty Nijhoff moet letterlijk een
dijk van een vrouw zijn geweest.
Een opvallende verschijning
met een luide stem. Ze leefde een
bohémienbestaan in gezelschap
van haar Toscaanse geliefde
Maria Tesi, 'de matroos'. Later
was de Engelse kunstenares
Marlow Moss haar
onafscheidelijke kompaan.
Netty Nijhoff moest van
publiciteit rond haar persoon
niet veel hebben. Marja Pruis
citeert in dit verband de
schrijfster zelf. 'Waar het op
aankomt kan niemand
benoemen, zelfs de schrijver
niet. Hij kan ernaar gissen en er
een slag naar slaan, maar hij
weet dat hij ernaast slaat. Het
belangrijkste, dat waar het om
Wie zin heeft in een feestelij
ke afsluiting van de
maand januari, moet naar De
Winternachten in Den Haag
gaan. Een festival met schrij
vers, muziek, film en perfor
mers uit Indonesië, Zuid-Afri-
ka, Suriname, de Antillen en
Nederland in Theater aan het
Spui en het Haags Filmhuis.
Een multiculturele aangelegen
heid met diepgang en sfeer.
Ton van de Langkruis. organi
sator van het festival: „Ooit be
gonnen wij als slotavond van
het festival Indië-Indonesië in
1995. Schrijvers en dichters uit
Indonesië, die al op het festival
hadden opgetreden, kwamen
bijeen en spraken met elkaar. De
reacties waren zo positief dat we
de Indische Winternachten or
ganiseerden. Maar al gauw heb
je dan een te beperkt publiek en
repertoire. We gingen een stapje
verder en betrokken West-Indië
erbij en later Zuid-Afrika. Uit
persoonlijke nieuwsgierigheid,
maar ook omdat er weer een his-
torisch-culturele relatie zit.
Zuid-Afrika was weer open en
er moest een inhaalslag worden
gedaan na de culturele boycot
tijdens het apartheidsbewind
en er was behoefte om een ver
binding met Nederland te leg
gen."
.Dit jaar willen we nog een keer
de verschillende culturen bij el
kaar brengen, omdat vorig jaar
al bleek dat tijdens De Winter
nachten schrijvers veel in el-
kaars taal en in eikaars culture
le geschiedenis herkenden."
„Er waren nog veel meer rela
ties, bijvoorbeeld hoe Indone
siërs omgaan met het Indone
sisch als hoofdtaal van het land.
Er zijn daar verschillende talen,
maar er is er een officieel en de
vraag is hoe je daar mee om gaat
en wat je doet met de minder
heidstalen. Hetzelfde geldt voor
het Papiamento tegenover het
Nederlands op de Antillen."
Niet alleen de taal is een belang
rijk onderdeel van het festival,
maar ook politiek maatschap
pelijke onderwerpen. Van de
Langkruis: „Spectaculair is het
werk van jonge Indonesische
dichters. Hun gedichten gaan
over wat er nu gaande is in Indo
nesië en hoe het nu verder moet
met hun land. De dichters ko
men bij wijze van spreken direct
van de barricades en dichten
over Habibi, de demonstraties,
honger, plunderingen en chaos.
Het is aangrijpende en betrok
ken poëzie."
Een ander interessant onder
deel van het festival is het ver
slag dat Rudy Kousbroek en
Henk van Woerden doen van
hun speurtocht naar Oost-In
disch Zuid-Afrika.
Van de Langkruis: „Dit is iets in
de geschiedenis wat heel weinig
mensen kennen. Dissidenten
kwamen in de 17e en 18e eeuw
regelmatig in opstand tegen het
Nederlands bewind in toenma
lig Oost-Indie. Om van ze af te
komen, werden ze, net zoals de
Oost-Indische slaven, ver
scheept naar Kaap de Goede
Hoop. Hun Maleise taal is in het
Afrikaans terechtgekomen,
maar ook hun gewoonten laten
eeuwen later nog sporen na."
De schrijvers Kousbroek en Van
Woerden, bewonderaars van el-
kaars werk, werden er met een
video- en fotocamera op uitge
stuurd om te onderzoeken wat
er nog zichtbaar is van deze cul
tuur in Zuid-Afrika.
Het gesprek tussen Gerrit Kom-
rij en Robert Dorsman, die elk
een bloemlezing van Afrikaanse
poëzie hebben gemaakt, is een
ander hoogtepunt van het festi
val.
Een van de grootste dichters uit
Zuid-Afrika is Breyten Brey-
tenbach. Aad Nuis zal met hem
spreken over zijn nieuwste ro
man 'Hondenhart' en over zijn
visie op het huidige Zuid-Afri
ka. Breytenbach was van 1975
tot 1982 politiek gevangene tij
dens het apartheidsregime.
Maar er is nog veel meer. Film
bijvoorbeeld. Pim de la Parra is
hoofdgast in het filmprogram
ma. Clarisse van Haersma Bu-
ma zal met hem spreken en ver
schillende films van hem
worden vertoond. De oprichter
en directeur van het 'Cape Town
International Film Festival',
James Polley, zal recente films
uit Zuid-Afrika introduceren.
Er zijn cabaretiers zoals Soli
Philander uit Zuid-Afrika, die
in zijn optredens een scherp en
humoristisch commentaar geeft
op de situatie in zijn land. Ook
Loit Sols, de Zuid-Afrikaanse
straatzanger en dichter, is zeer
de moeite waard. Hij spreekt
een apart dialect van het Afri
kaans. Alles wordt op het festi
val parallel vertaald.
Anne-Bregtje Schelfhout
Festival De Winternachten: Van
daag (vrijdag) t/m zondag 31 janua
ri 1999. Voor kaartjes of informatie:
070-346 52 72.
Breyten Breytenbach is dit weekeinde gast van de Winternachten in Den
Haag. foto Daniël Koning
Dat de priester Guido Gezelle
(1830-1899) als dichter geboeid was
door woorden, klanken en uitdrukkingen
wekt geen verwondering. Dat zijn fascina-
ie voor taal veel verder ging, is evenmin
terrassend. Maar dat hij een verwoed ver
zamelaar van woorden was, is toch wel bij
zonder.
In zijn geprezen biografie van de Vlaamse
reus Gezelle schrijft Michel van der Plas hoe
Guido al vanaf zijn zestiende jaar woorden
ferzamelde. Als 16-, 17-jarige student aan
iet seminarie te Roeselaere luisterde hij, de
a Bruggeling, de Franse scheldwoorden af
b i'an zijn medeleerlingen. Daar maakte hij
dan een lijst van. Zijn familie vroeg hij per
brief woorden te noteren. De portier, de be-
yj rorgers aan de deur evenzo - alles wat hij
zi hoorde en de moeite waard was, tekende hij
r »P
a Dat bleef hij doen waar hij ook kwam te
werken. Ook verzamelde hij bijzondere
Z1 Woorden en uitdrukkingen die hij tegen-
n kwam in alles wat hij las. En hij las veel en
'ijzondere dingen.
'0 komt het dat in zijn nalatenschap vele
dozen gevonden zijn met honderdduizen
denbriefjes, enveloppen, snippers, gebruikt
lapier met krabbels, aantekeningen, noti
ties over woorden. Alles wijst erop dat Gui-
...do Gezelle werkte aan een reusachtige
voordverzameling, aan een schatkamer
van het Westvlaams dat hij gelijkstelde met
Lexicografe dr. Nienke Bakker in Veere.
de oorspronkelijke Vlaamse taal. Het Alge
meen Nederlands van het Noorden, een pro
testantse taal, verfoeide hij en het Frans,
voorgeschreven door de Académie frangai-
se, was weliswaar niet protestant, maar een
product van de duivelse verlichting. Dan
het Vlaams... Vurig stroopte hij zijn om
gangstaal af naar de rijkdommen van zijn
moedersprake om alle dreiging buiten de
deur te houden.
In verschillende tijdschriften schreef Ge
zelle over die taal. In zijn vroege jaren ver
schenen zijn blaadjes 't Jaer 30 en Rond den
heerd. Om propagandistische redenen, ook
foto Ruben Oreel
om de 'woordentas' uit te kunnen breiden,
begon hij in 1881 met hulp van anderen het
bescheiden maandblad Loquela. De num
mers verschenen echter zeer onregelmatig,
soms jaren te laat. De titel van zijn tijd
schriftje over taal ontleende Gezelle aan
zijn Latijnse bijbel. Het betreft het verhaal
dat de Meester van Petrus ondervraagd
wordt uit het Mattheus-evangelie. Petrus
die buiten staat, verloochent zijn Meester
tot drie keer toe. Een van de omstanders
zegt dan tegen Petrus,Uw spraak verraadt
U, Loquela tua manifestum te facit." Het is
een van de oudste aanwijzingen dat iemand,
wat hij ook probeert, zijn dialect nooit hele
maal kwijt raakt.
Tegen het eind van zijn leven, in 1898, heeft
Guido Gezelle zijn verzameling ter beschik
king gesteld van de redactie van het Woor
denboek der Nederlandsche Taal te Leiden,
via de Vlaamse Academie waar hij actief lid
van was, maar na zijn dood in 1899, kwa
men er allerlei problemen. Toen de Vlaamse
Academie de verzameling terug moest ge
ven aan de erfgenamen, zijn die tientallen
dozen met fiches en briefjes in het geheim
overgeschreven door... gevangenen. Dat is
te merken, want sommige gevangenen
schreven er dingen bij, lieten wat weg of
verzonnen zelf iets als ze het niet konden le
zen.
Deze omstandigheden leidden ertoe dat de
bestudering van Gezelles woordverzame
ling, de Woordentasaanvankelijk zo moei
zaam verlopen is, nog afgezien van de om
vang en de leesbaarheid.
NienkeBakker-ze was bij na veertig j aar als
redacteur bij het Woordenboek werkzaam -
komt de eer toe dat zij in de jaren zestig en
zeventig, toen de collectie geordend en gefo
tokopieerd moest worden voor het grote
Woordenboek, alles zorgvuldig heeft bestu
deerd.
Tussen 1976 en 1978 heeft zij van haar on
derzoek verslag gedaan in een vijftal stu
dies, die in diverse kronieken en boeken zijn
verschenen. Die studies zijn nu herdrukt
onder de titel Gezelles Woordentas. Met de
gelijk precisiewerk wordt de kolossale col
lectie van Gezelle in kaart gebracht. Zo vol
gen we de lotgevallen van de dozen van de
overledene: de schrijfster gaat na welke
bronnen Gezelle had. uit welke deelverza
melingen zijn collectie bestaat, zoals een
bastaardwoordenboek - Gezelle had de pest
aan bastaardwoorden vooral van Franse af
komst. Dat het Nederlands van het Noorden
niet vrij was van Joodse en Maleise smetten
- Gezelle vermeldt het ergens met weerzin.
In een van de opstellen van Nienke Bakker -
woonachtig in Veere - gaat zij in op de woor
den die de priester in de biechtstoel hoorde.
Bij Gezelle komen de Vlaamse plattelan
ders van de 19e eeuw in hun moedertaal hun
zonden vertellen en dat is toch iets anders
dan een modieuze vorm van sex in de
biechtstoel. Wat is er gebeurd als 'iemand
bij zijn fernotte gepakt is'? Gezelle zet bij al
die vieze woorden in het zondevrije Latijn
van Kerk en Seminarie de betekenis. Wat is
er aan de hand als een vrouw met haar kas
teel bloot zit? - Gezelle noteert cunnus.
Een studie over Gezelle als 'taalman' is deze
verzameling opstellen ondertussen niet.
Het zijn verslagen van pionierswerk om in
het labyrint van Gezelles woordenverzame
ling een weg te vinden.
Het is jammer dat de lexicografe geen kans
heeft gezien de oorspronkelijke artikelen te
bewerken: dan zou in haar verhaal van de
speurtocht ook voor een groot publiek Ge
zelle als taalkundige pionier meer tot leven
kunnen komen. Nu moeten we tevreden zijn
met een herdruk die de oorspronkelijke,
moeilijk te vinden artikelen weer beschik
baar stelt.
Die Gezelle en zijn verheerlijking van die
Oud-Vlaamse tale van het volk dat 'de ware
nederduitsche taal, de katholieke taal van
de katholijke Vlamingen' sprak - het is een
fascinerend onderwerp voor een grotere
studie. Deze opstellen vormen er bouwste
nen voor.
Lo van Driel
Dr. Nienke Bakker: Gezelles Woordentas - Uitga
ve Stichting Internationaal Forum. Leiden 1998.
vrijdag 29 januari 1999