onderscheiden Omroep moet zich met dialect Sociale woningbouw kan inspirerend zijn in wat voor programmering dan ook, per programma minimaal drie liedjes in de streektaal worden uitgezonden. Volgens Jan Zwemer is Zeeland nog lang niet zover: „In Zeeland bestaat een hele lange traditie van Hollandse invloed. Dat zie je overal, vooral in de media. De bovenlaag richt zich hier sterker dan elders op de Randstad. En desondanks blijken Zeeuwse mensen nog aoltied stikgoed d'r eige te kunne bluven." Uit de opnamen van Radio Drenthe blijkt dan ook, dat Omroep Zeeland en Omroep Brabant de enige omroepen in het gezelschap zijn, waar het moeilijk is binnen de eigen gelederen dialectsprekers en zeker dialectsprekende presentatoren te vinden. „Een schande", vindt de woordvoerder van Radio Noord, „zoiets zegt meer over het personeelsbeleid van die omroepen dan over de voorkeur van de luisteraars voor dialect of standaardtaal." En Lucas Koops van Radio Drenthe zegt: „Er zijn al radiozenders genoeg waartegen we het moeten opnemen. Wij hebben er nu voor gekozen om meer dialect in allerlei programma s te integreren. We moeten ons met dialect onderscheiden. En dat werkt goed. We zijn dan ook druk bezig om juist voor het gebruik van de streektaal op radio én tv een actieplan voor de toekomst te schrijven." Naarmate het gesprek bij Radio Drente vordert, blijkt Jan Zwemer meer en meer een eenling: hij moet steeds voor zichzelf spreken, omdat hij niet kan terugvallen op een bepaald beleid inzake dialectgebruik. Het meest typisch is nog wel, dat anderen het steeds hebben over 'mijn collega's en ik', 'ons team' en 'onze streektaalprogramma's'. De geïnterviewden zijn duidelijk niet de enigen binnen hun omroep die 'iets' met dialect doen; er wordt met de hele omroep over nagedacht. In Zeeland daarentegen, is dialectgebruik op radio en tv duidelijk geen item dat de hele omroep bezighoudt: Jan Zwemer spreekt altijd in enkelvoud... De tegenkrachten zijn hier sterker dan elders, meent Zwemer. „En toch", denkt hij, „zu'n d'r in de Zeeuwse saemenlevieng' aoltied plekken bluve daer as dialect gepraot oort. Het café is in mijn ogen bijvoorbeeld nog steeds bij uitstek dè plaats van taalvernieuwing. Dus voor liefhebbers van de Zeeuwse streektaal een goede raad: vöraol vee nae café bluve gae!" Reacties op deze rubriek zijn welkom. Indien u wilt reageren of wanneer u een tip voor ons heeft, kunt u schrijven of faxen naar de PZC, Postbus 18, 4380 AA Vlissingen, fax 0118- 470102, onder vermelding van streektaal. agenda Schouwse avond in Slot Haamstede Op vrijdag 5 februari vindt er een Zeeuwse vertelavond plaats in Slot Haamstede. De avond begint om 20.00 uur en er zullen verschillende vertellers uit Haamstede, Renesse, Serooskerke, Schuddebeurs en Brouwershaven voor het voetlicht treden. Een en ander wordt muzikaal opgefleurd door het gezelschap 'Kant'ooi'. Kaarten zijn voor f 10,- te koop bij de VW Schouwse Kust.in Haamstede, tel. (0111) 651513. Daar kuntuook terecht voor meer informatie. Zeêuwsen aevend op Beekèrke Zaterdag 13 februari organiseert de Oranjevereniging van Biggekerke een Zeeuwse avond in 't Juliaontje (Café Juliana in Biggekerke). Vanaf 19.30 kunt u daar terecht voor een uitgebreid optreden van Peter Dieleman en de vertoning van oude Zeeuwse films (1920-1960) door Jan-Willem Antheunisse, bekend van tv-programma 'Terugkieke' op Omroep Zeeland. Kaarten zijn tegen een klein prijsje aan de zaal te verkrijgen en voor meer informatie kunt u bellen met Jan Kal jouw van de Oranjevereniging, tel. 0118-552518. DUJ-rengBDjetJ woensdag 27 januari 1999 Woonzorgcentrum Theo van Doesburghuis in Vlissingen. foto Dirk-Jan Gjeltema De wintertuin met glazen overkapping, die cultureel centrum en woonzorgcomplex van het Van Doesburghuis in Vlissingen verbindt. foto Dirk-Jan Gjeltema door Richard Hoving Sociale woningbouw blinkt over het algemeen niet uit in bijzondere architectuur. Krappe budgetten beperken de mogelijkheden. Een opvallend vormgegeven gebouw van een woningbouwvereniging geldt dan ook als iets bijzonders. In het boek Wonen in beeld 97 98 zijn 44 "bijzondere projecten' verzameld. Tien jaar geleden verscheen de eerste Wonen in beeld. Doel van de uitgave was het inspireren van woningbouwvereniging met voorbeelden van spraakmakende architectuur. Afgaande op de 44 projecten in de jongste Wonen in beeld lijkt het doel een stukje dichterbij te zijn gekomen. De variatie in vormen is groot, het kleurgebruik levendig en de gebruikte materiaalsoorten verrassend. Naast werk van bekende architecten zijn in het boek over de afgelopen twee jaar voorbeelden opgenomen van corporaties die jonge, onbekende architecten in de ai*m hebben genomen. Onder een algemene noemer is het werk van de architecten niet te brengen. „Als er één conclusie uit de ruim veertig projecten in dit boek kan worden getrokken, dan is het dat het eind van de twintigste eeuw niet als een stijlvaste periode de geschiedenisboeken zal ingaan. Er wordt creatief en met veel enthousiasme geciteerd uit het verleden, zonder dat er sprake is van een revival van één bepaalde architectuurstroming", aldus de samenstellers van Wonen in beeld. Vooruitstrevende corporaties zijn niet alleen in de grote steden te vinden. De geografische spreiding van de projecten is groot en divers. De Zeeuwse inbreng is beperkt tot het cultureel centrum en woonzorgcomplex Theo van Doesburghuis in Wissingen en het woonzorgcomplex Coensdike in Aardenburg. Deze geringe inbreng velt een hard oordeel over de overige sociale woningbouw die in 1997 en 1998 in Zeeland is gerealiseerd. „In Wonen in beeld zijn alleen projecten opgenomen die boven het maaiveld uitsteken." Woningcorporatie Basco kocht ARCHITECTUUR het Van Doesburghuis aan de Brouwenaarstraat begin jaren negentig van de gemeente Vlissingen. In het hoofdgebouw van de voormalige Rijks HBS uit het begin van de jaren twintig werden de muziekschool, de kustuitleen, een centrum voor kunsteducatie en het welzijnswerk voor ouderenwerk ondergebracht. De bijgebouwen achter de school aan de dr. Ottestraat maakten plaats voor nieuwbouwwoningen voor 65- plussers. Tijdens de ontwikkeling werd besloten er een woonzorgcomplex van te maken. In overleg met de ouderenwerkgroep situeerde de Vlissingse architect Guus van Bebber zoveel mogelijk woningen aan de straatkant. Wonen in beeld is enthousiast over de weldadige wintertuin die het cultureel centrum en het woonzorgcomplex met elkaar verbinden. „In de wintertuin is de overgang tussen de twee gebouwdelen overtuigend. De glazen kap met het ritme van de stalen kolommen, trekt ze moeiteloos samen. De statige achtergevel van het schoolgebouw vormt een prachtig decor voor beide tuinen van het woonzorgcomplex." Als tweede blikvanger naast de glazen overkapping wordt het kunstwerk Getij dekus van Gert-Jan Evenhuis genoemd, Veiligheid Het woonzorgcomplex Coensdike van de Algemene Woningstichting Zeeuws-Vlaanderen wil zijn bewoners vooral veiligheid bieden, concludeert Wonen in Beeld. „Als een nieuwe burcht rijst het op uit zijn landelijke omgeving. De massieve gevels verraden niet hoe open en licht de binnenkant is." Architect Eric Verplancke uit Sas van Gent heeft zich laten inspireren door Hans van der Laan, de grondlegger van de Bossche school. De bijzondere aandacht die de overgang tussen buiten en binnen verdient, is één van de belangrijkste lessen die Verplancke van Van der Laan heeft geleerd. Coensdike bestaat uit een L- vormige corridorflat met 61 appartementen en een dienstencentrum. Tegenover de flat, aan de overkant van de straat, staan 24 aanleunwoningen. Het complex is in twee kleuren baksteen opgetrokken. Kozijnen en hekwerken, die gemeenschappelijke binnenruimten afsluiten, zijn donkerblauw geschilderd. door Marco Evenhuis Omroep Zeeland heeft sinds afgelopen vrijdag geen programma in en over de Zeeuwse streektaal meer Na drie jaar programmamaken is presentator Jan Zwemer voor een half jaar gestopt met zijn wekelijkse uurtje radio in het Zeeuws. Omroep Zeeland heeft op korte termijn niet voor een vervangende presentator kunnen zorgen: in het vervolg wordt het uur op de vrijdagmorgen gebruikt om een ander programma te herhalen. Volgens directeur-hoofdredacteur F.Feij van de omroep wordt er naar een vervanger voor Zwemer gezocht. „Het beleid is er niet op gericht minder dialect te bieden. Maar niet iedereen die met dialect bezig is, kun je verantwoordelijkheid voor een dergelijk programma geven." Column Voordat Jan Zwemer drie jaar geleden met zijn eigen programma begon, had hij al vier jaar lang iedere zaterdagmorgen in een ander programma van Omroep Zeeland een column in het Zeeuws. En die column was op zijn beurt weer een uitvloeisel van andere activiteiten van Zwemer op het gebied van de streektaal, want de Oostkappelaar is zo druk as een klein baosje als het gaat om dialect: „Het is eigenlijk allemaal begonnen met mijn boek over landarbeiders op Walcheren. Voor dat boek werd ik geïnterviewd door Ad Hanneman van het Walcherse huis-aan-huisblad De Faam/De Vlissinger. Die kwam uiteindelijk met het idee voor een wekelijkse column over het Walcherse dialect. 'Walchers Plat', zoals die column heet, gaat ook al weer een jaar of zes mee." Jan Zwemer: „Het café is de plek voor taalvernieuwing." foto Ruden Riemens Maar ook het schrijven van Walchers Plat laat Jan Zwemer een half jaartje voor wat het is: „Ik wil me een half jaar lang volledig aan het eerste deel van mijn boek over Zeeland en de wederopbouw kunnen wijden. Daar ben ik al een hele tijd mee bezig en het moet nu echt af." Naast Walchers Plat en zijn radioprogramma is Jan Zwemer ook bekend als streektaalschrijver. Hij schreef onder meer een bundel met Walcherse sprookjes en fabels en een Zeeuwse dichtbundel. Veel van Zwemers verhalen lenen zich erbij uitstek voor voorgedragen te worden en dat doet de schrijver dan ook graag. Hij trok er heel Zeeland al mee door en is druk bezig zijn repertoire te verfrissen. Dat moet ook, vindt hij: „Je moet bezig blijven. Er zijn in Zeeland niet zoveel vertellers en de kans is dus groot dat mensen het op een gegeven moment wel gezien hebben. Dan kennen ze je repertoire. Misschien komt het daardoor, dat ik de afgelopen winter voor het eerst niet zoveel gevraagd ben om m'n zegje te komen doen. Daarom wil ik de komende tijd 's aan m'n repertoire werken." Integreren Een van de laatste 'wapenfeiten' van Zwemer als radiopresentator is zijn deelname aan een bijzonder radioprogramma van Radio Drenthe. Tijdens de Dag van de Streektaal vertelden vertegenwoordigers van acht van de dertien Nederlandse regionale radio-omroepen over de rol die de streektaal in hun programmering speelt. Zeeland komt er met één (en sinds vrijdag zelfs geen enkel) uur dialect in de week een beetje bekaaid af vergeleken met de andere provincies. Alleen in Noord-Brabant is het nog kariger gesteld met dialect op de radio. De Brabantse programmamakers kijken duidelijk neer op dialectgebruik en zien geen ruimte voor streektaal in hun programma's. Bij Omroep Limburg en Omrop Fryslan besteedt men verreweg de meeste aandacht aan de streektaal. In Friesland is de voertaal in principe Fries en volgens de vertegenwoordiger van die omroep is zeker 95% van al het uitgezondene Friestalig. In Limburg heeft men dagelijks tenminste anderhalf uur radio waarin uitsluitend Limburgs de voertaal is en daarnaast speelt het Limburgs een heel belangrijke rol in veel andere programma s en soms ook in nieuwsuitzendingen. Volgens een van de deelnemers, de Drent Egbert Meijers, is het niet meer dan logisch dat er bij regionale omroepen structureel aandacht voor de streektaal is: „Een regionale omroep is een spiegel van de samenleving in de regio. Als er in die regio dialect wordt gesproken, zal de omroep daar wat mee moeten doen. Dat zol zelfs vertaold moetn wördn in beleid"vindt Meijers. En bij veel omroepen zijn in de statuten inderdaad bepalingen over dialecgebruik opgenomen. Zo staat bij Omroep Oost in de statuten dat er structureel aandacht moet worden besteed aan streektaal en -cultuur. En daar wordt niet alleen geschiedenis en zeker geen 'geïmporteerde' randstedelijke cultuuruitingen mee bedoeld. Bij het Groningse Radio Noord staat in de statuten zelfs letterlijk dat er In de inleiding van Wonen in Beeld wordt in vogelvlucht de houding van woningcorporaties tegenover architectuur tegen het licht gehouden. Het was niet eerder dan eind jaren tachtig dat corporaties begonnen te denken over bijzondere architectuur. In 1991 wees een onderzoek uit dat er meer belang werd gehecht aan de technische en functionele kwaliteit van een woning dan aan de architectonische vormgeving. De 44 voorbeeldprojecten ten spijt wordt er acht jaar later in Wonen in Beeld geconcludeerd dat de bijdrage van woningbouwverenigingen aan het architectuur klimaat in Nederland nog altijd incidenteel is. „De totstandkoming van architectonische kwaliteit is nog vaak het gevolg van 'toevalligheden', zoals de aanwezigheid van een directeur met een passie voor mooie gebouwen." Zolang dit het geval is, blijft het volgens de samenstellers zinvol om het enthousiasme voor architectuur onder corporaties verder aan te wakkeren met wervende reportages, excursies en symposia. Wonen in beeld 97 98, Aedes, vereniging van ivoningcorporaties, 193 pagina's, f 68, te bestellen op tel. 035-6268203 Het woonzorgcomplex Coensdike in Aardenburg. foto Peter Nicolai

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1999 | | pagina 26