Op bezoek bij hunebedbouwers Indonesisch eiland Sumba 39 43 BRUNEI LEISIË Pontianak Ba|ikpapan a- BORNEO Jfe CELEBES INDONESIË Surabaya 9 JAVA w TIMOR Waikabubak su/we/\ INDISCHE OCEAAN Terwijl op Java en Sumatra de mensen de straat op gaan om te demonstreren tegen de overheid, blijft het op de meeste andere Indonesische eilanden opvallend rustig. Zo rustig, dat je het vermoeden krijgt dat men daar van de hele toestand nauwelijks weet heeft. We nemen een kijkje op Sumba. Hoe verder van de hoofdstad Waingapu verwijderd, hoe dichterbij het stenen tijdperk komt. Wie het alleen over Java en Sumatra heeft wanneer hij Indonesië bedoelt, kent het land maar half. Indonesië, ruim 13.000 eilanden groot, is meer dan de grootste gemene deler van die twee eilan den. Als je verder naar het oosten trekt, kom je in streken die onherbergzaam zijn door hun leegte. Zoals Sumba, het eiland dat volgens het bekende rijtje ingeklemd ligt tussen Lom bok en Sumbawa. Maar kijk eens op de kaart; Sumba ligt helemaal nergens tus sen. Het drijft ergens in niemandsland, onder Flores en Sumbawa. Sumba is aan de oostkant zo kaal als een biljartbal. Naar het westen neemt de begroeiing toe, om uiteindelijk de kust te bereiken met dicht regenwoud. Maar wie weet er wat van Sumba? De mis sie misschien, want die heeft er gepoogd het katholieke geloof wortel te laten schieten. Zo hier en daar staat een kerkje en de mensen lopen er met fantastische namen rond: Hendricus, Barthelomeus, Maria Magdalena. Veel langer reikte de arm van het katholicisme echter niet. De goede dingen van het geloof werden om armd (zoals de gratis gezondheidszorg), verder ging de Sumbanees door op de weg van het animisme. Zeepieren Voor ieder ander dan de missionaris is Sumba de grote onbekende in het rijtje. Het ligt zo ver buiten de betreden paden, dat bijna niemand weet dat de slavenhan delaren nog niet zo lang geleden vertrok ken zijn, dat er jaarlijks - wanneer de zeepieren zich naar het wateroppervlak begeven voor de paringsdans - een mid deleeuws ridderspel wordt opgevoerd (de pasola), en dat de hunebedbouwers het er nog erg druk hebben. Voor dat laatste nemen we een kijkje in een dorpje in de buurt bij Waikabubak. De weg die in Waingapu zo enthousiast begon, heeft er nog de breedte van een fietspad, de stenen huizen zijn vervangen door bouwwerken van hout. Heel in de verte klinkt een geluid dat uit duizend kelen lijkt te komen. Na een wan deling over een drassig veld met vriende lijke, kittige paardjes en de beklimming van een zomaar in het vlakke land neerge zette heuvel, staan ze daar: de hunebed bouwers van de twintigste eeuw. Een mannetje of honderd zo te zien. De een met een echt overhemd of t-shirt aan, an deren nog in traditionele kledij. Voor de modieuze noot zorgt het dorpshoofd, die een moderne zonnebril en een koddig hoedje op zijn dikke hoofd gezet heeft. Bron van zorg is een grote, witte steen. Hij is onderaan de heuvel in een steengroeve uitgehakt en moet naar boven. Bij het krieken van de dag zijn de mannen begon nen met het verslepen, maar ze hebben hun doel nog lang niet bereikt. Sleetje Op het dorpshoofd na dan. Hij staat al fier op de top. De slee waarop het gevaarte ligt, hangt ergens halverwege. Aan het voertuigje zijn vier lianen vastgemaakt. Eronder en heuvelopwaarts liggen kleine boomstammetjes. Daarover kan het sleet je rollen. Wanneer het dorpshoofd satu (één) roept, geven zijn ondergeschikten een kort rukje aan de lianen. Dit hoort waarschijnlijk bij het protocol. Het dorpshoofd wil misschien even testen of iedereen wel oplet, of laten zien dat er maar één de baas is. In elk geval is de krachtsinspanning van zijn mannen ni hil. Wie even niet van de partij is, wordt beslist niet gemist. PZ vrije tijd flHBF zaterdag 23 januari 1999 J J Foto bovemop Sumba zijn in elk dorp gra ven te vinden die opdezelfde manier zijn aangelegd als de hunebedbouwers ooit in Nederland deden. Foto linksonder: de hu nebedbouwers van Sumba slepen een grafsteen de heuvel op. Foto rechtsonder: monument aan de zuidwestkust van het eiland Sumba. foto's Koen de Vries het mannetje zelf bedoeld is. Hij heeft al vast een mooi plekje in het dorp uitge zocht, voor later. Voorlopig hoopt hij nog lang te leven. Heksen Eeuwenlang hebben Europeanen zich verbaasd' over megalistische bouwwer ken, zoals Stonehenge in Engeland en de hunebedden in Nederland. In de late Mid deleeuwen werd gedacht dat reuzen of heksen ze in het landschap hadden neer gezet. In de Renaissance dacht men dat de Romeinen er de hand in hadden. De spe culaties hielden honderden jaren aan. Waren de Nederlandse kolonisten, in In donesië eind zestiende eeuw al present, maar eens naar Sumba gekomen. Dan hadden ze in een oogopslag het geheim ontraadseld. Maar Sumba had geen eco nomische waarde en dus bleven ze weg. Het is een uur of drie en de steen is nog steeds niet boven. Pas een meter of hon derd verder is een hobbelig, met onkruid bedekt plekje, waar de oude baas later be gaven wil worden. Onder die steen, of be ter, onder een paar stenen. Niet in een kist, maar gewikkeld in met zorg geweven doe ken. Net als zijn familieleden en dorpsge noten die er al liggen. De vrouwen en kinderen wijden de plek alvast in. De jeugd maakt muziek, de moeders voorzien de geluiden van simpe le, passende bewegingen. Ze staan in een kring en maken bescheiden pasjes. Voor waarts, opzij, nog eens opzij, achter waarts. Daarbij dragen ze kostbare spul len met zich mee: een armband, een kleed, een teenslipper of een plastic flesje.Het stenen tijdperk, weet u nog? Volgens de planning is het karwei tegen zonsondergang gedaan. Dan is het tijd voor een kopieuze maaltijd en een spette rend feest. Net als duizend jaar, of nog langer geleden. Ooit zal het mannetje onder de steen ver dwijnen. Ook dan zal het feest zijn, alleen iets minder uitbundig. Er zullen water buffels en varkens voor de dode worden geslacht. Die zal hij nodig hebben in het dodenrijk, want daar leeft hij voort. Vroe ger werden voor rijke mensen honderden dieren om zeep geholpen, maar daar heeft de overheid een stokje voor gestoken. Nee, tv kijken kunnen zullen ze vanavond niet in het dorp. Morgenavond of de dag daarop evenmin. Televisie en radio zijn in de binnenlanden van Sumba nog nauwe lijks doorgedrongen. Gelukkig maar. Men moest eens weten wat er met de overheid aan het gebeuren is. Koen de Vries Bij dua (twee) zwellen de spierballen al wat op, maar pas bij tiga (drie) - door de aanwezigheid van vreemde blikken met een hoog gehalte aan volksmennerij uit geschreeuwd - zetten de dorpsbewoners zich schrap en rolt de steen een klein stuk je omhoog. Terwijl grote hoeveelheden zweetdruppels op de koppen parelen, schreeuwen de mannen het uit: TUIG AA - AAAAAAAAAHHH! Na deze inspanning klinkt een opgewon den gemompel uit de groep. Men lijkt de verrichtingen te willen evalueren, Er worden gebaren gemaakt, de mannen wijzen en maken grapjes. Het dorpshoofd geeft hiervoor echter maar even de gele genheid. Nadat de voorhoofden zijn afge wist, begint hij van voren af aan. Satu. Dua. TIGAAAAAAHHH! Eén man, een oud baasje, onttrekt zich aan het karwei. Hij zit brutaalweg boven op de steen, waaraan de anderen zo aan het sjorren zijn. Alsof die nog nietkwaar genoeg is! Regelmatig lacht hij zijn tan den bloot. Alhoewel, bij nader inzien zijn het niet meer dan bruine stompjes. Het re sultaat van het veelvuldig kauwen op de betelnoot. Later blijkt dat de steen voor Klusbedrijf in opmars; het handige mannetje wordt steeds vaker ingezet Een kleurige facelift voor de badkamer Overzicht van de hypotheken Mannenmode in Milaan gaat van luier naar wikkelrok tot Schotse kilt Hongkong is het culinaire paradijs van China Het slaatje is een frisse tegenhanger voor de zware winterkost Mitsubishi Space Wagon is aan alle kanten gegroeid NS-stations hebben te weinig klemmen voor treinreiziger die per fiets komt Vee two is een motor met haaiachtig uiterlijk Apple is weer terug op de markt Junkmail laat de digitale brievenbus uitpuilen Postzegels en puzzel

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1999 | | pagina 37