Smeerpijp
vol met
drinkwater
PZC
Te koop: een replica van het Witte Huis
Nuttig gebruik van
leiding Tessenderlo
reportage zaterdag 23 januari 1999 31
Mocht de Senaat een dezer weken Bill
Clinton ten val brengen, dan is hij
tevens zijn ambtswoning kwijt. Maar dat
is misschien nog niet het ergste, want in
een nietig dorpje in de Franse Dordogne
staat een replica van het Witte Huis te
koop. Het Chateau van Rastignac heeft
dezelfde facade, dezelfde afmetingen en
dezelfde indeling als zijn evenknie op
Pennsylvania Avenue. Zelfs de Oval
Room ontbreekt niet. Alleen, Clinton zou
moeite hebben in die Oval Room zijn si
gaar aan te krijgen. Want na 55 jaar leeg
stand is het dak verrot en sijpelt regen
water door het plafond.
De oprijlan is een kasteel waardig. Aan
weerszijden rijzen hoge platanen op,
waarvan de kruinen elkaar schampen.
Na een halve kilometer buigt de laan
scherp naar rechts. De rijen platanen
houden op, en links en rechts openbaren
zich door bos omzoomde weitjes. In de
verte, vlakbij een oude molen, graast een
paard, De auto komt tot stilstand bij een
bordje 'propriété privée'. Daarachter:
een classicistisch gebouw dat bekend
voorkomt. Het ontbeert de vleugels die
aan het Witte Huis zijn gebouwd, maar
verder is de gelijkenis treffend. Het dak
is eender, evenals het halfronde bordes
aan de voorkant met de zes hoge zuilen.
Dit is het Chateau van Rastignac, waai
de gelijknamige markies eertijds welda
dige feesten gaf voor de talrijke edelen
uit de streek. Maar niets herinnert van
daag nog aan die gloriedagen.
Het bordes is te bereiken via de brede ste
nen trap die uit de door onkruid over
woekerde tuin omhoog loopt. De koude
noordenwind speelt met de bordesdeu
ren, die half open staan. Achter die deu
ren ligt de Oval Room, waar het geluid
van de wind wordt overstemd door dat
van uit het plafond druppend regenwa
ter. Vlak bij de open haard, daar waar
Amerikaanse presidenten zich altijd met
hun hoogmogende gasten laten fotogra
feren, heeft zich een plas water gevormd.
Behalve de elementen hebben ook onge
node gasten hun sporen achtergelaten in
het kasteel. In een hoekje van de majes
tueuze hal getuigen twee lege flessen
Novikoff wodka van de vroegere aanwe
zigheid van zwervers. Inmiddels zijn zij
eruit gezet, maar niet nadat zij op een
van de pilaren hadden gekalkt: Tuck la
Police'.
'Fuck la Police' is ook wat de laatste be
woners van het kasteel gedacht moeten
hebben, toen op een vroege lentedag een
verkoopbaar is. „Het kasteel en het land
goed kosten maar drie miljoen francs en
voor de restauratie heb je waarschijnlijk
nog eens twaalf miljoen nodig", zegt
Hans Veldhuis, een Nederlander die
hand- en spandiensten verleent aan de
plaatselijke makelaar. „Maar dan heb je
ook een prachtig kasteel, een groot
koetshuis, eenboerderij en ruim honderd
hectare land".
De makelaar, Roger Chastenet van Le
Lardin Immobilier, denkt dat de gelijke
nis met het Witte Huis een pluspunt kan
zijn op de Amerikaanse markt. Die gelij
kenis is zo treffend dat de plaatselijke
autoriteiten in 1971 een beloning boden
voor de amateur-historicus die kon ach
terhalen welke van de beide paleizen het
eerst was gebouwd, dat in Washington D
C. of dat van La Bachellerie.
Inmiddels zijn de meeste experts het er
over eens dat het Witte Huis twee decen
nia eerder werd gebouwd. „Maar het
staat ook vast dat de colonnade van het
Witte Huis er aan werd toegevoegd nadat
het Chateau van Rastignac was ge
bouwd", zegt David Martyn, een Britse
architect die in het dorpje woont. Dus je
zou kunnen zeggen dat ons chateau het
puurst is van de twee".
Martyn maakte enkele jaren geleden de
renovatieplannen voor een Amerikaan
met zeer diepe zakken, een directeur van
Mars, die in het kasteel was geïnteres
seerd. Deze Amerikaan wilde van het
kasteel een hotel maken en het landgoed
veranderen in een golfbaan. Maar hij
haakte te elfder ure af, omdat de ambte
lijke molens in Frankrijk hem iets te
traag maalden.
Na de Amerikaan meldde zich vorig jaar
nog een hoge Nederlandse diplomaat,
Joannes Ter Haar, als kandidaat-koper.
Maar ook hij haakte vorig jaar af. omdat
hij de tegenwerking vreesde van de amb
tenarij bij de exploitatie van het land
goed. „Het probleem is dat je voor vijf
tien miljoen hier ook een prachtig
kasteel kunt kopen waar je niets meer
aan hoeft te doen", zegt Veldhuis, terwijl
hij met grote stappen om de plas heen
loopt die zich in de Oval Room heeft ge
vormd. „En ik weet niet of je het straks
nog redt met vijftien miljoen. Ik ben geen
bouwkundige. Maar ieder jaar dat het
kasteel langer leeg staat, wordt de reno
vatie volgens mij een miljoen franc duur
der".
Cees van Zweeden
Eindpunt van de smeerpijp van
Tessenderlo in de haven van
Antwerpen,
foto's Peter Nicolai
Het was niet de eerste actie van de milieuorganisatie
Greenpeace tegen de vele lozingen van ongezuiverd
afvalwater in de Schelde. Maar het was wel de
opmerkelijkste.
Op een eilandje in de Westerschelde, nagenoeg op de
grens van Nederland en België, onthulden de
milieuactivisten in juni 1992 een kunstwerk. Aan de voet
van de radartoren op hel eilandje ontrolden ze, zoals
gebruikelijk, ook een aantal grote spandoeken. De tekst
liet geen ruimte voor twijfel: „Afvalpijpen weg,
zeehonden terug!" Het kunstwerk, vervaardigd door de
Belgische kunstenaar Koenraad Tinei, bestond uit
onderdelen van de beruchte 'smeerpijp', die in de jaren
zeventig werd aangelegd voor de afvoer van zwaar
verontreinigd afvalwater van de industrie in de
Belgische Kempen naar de Schelde. Die 106 kilometer
lange dubbele leiding wordt nu gebruikt voor het
transporteren van drinkwater.
Het verhaal doet de ronde dat een jonge
ingenieur van Openbare Werken, die
de 'collector' eind jaren tachtig inspec
teerde, zo onder de indruk was van de
enorme puinhoop die hij aantrof, dat hij
niet lang daarna zelfmoord pleegde.
gemotoriseerde politie-eenheid over de
lommerrijke oprijlaan omhoog kwam.
De agenten waren leden van de Geheime
Staatspolizei, de Gestapo, en de aanwe
zigen begrepen onmiddellijk hun bedoe
ling. „Mij n baas werd er van verdacht het
verzet te steunen", zegt Marinette Battut
(86), die destijds op het kasteel woonde
en werkte. „De Duitsers sommeerden
ons naar buiten te gaan, en zetten ons te
gen een muur op de binnenplaats. We
waren met z'n tienen. Iedereen was
doodsbang; het leek of ze ons gingen,
doodschieten. Terwijl we tegen de muur
stonden, hoorden we beneden in het dorp
het geluid van executies".
Kunstcollectie
Twee uur lang stonden de eigenaren (le
den van de Schots-Franse famil'ie Fair-
weather) en hun personeelsleden tegen
de muur, gedurende welke tijd de nazi's
het kasteel vakkundig plunderden. Het
gebouw herbergde tijdens de oorlog
kostbaar meubilair alsmede de complete
kunstcollectie van een voortvluchtige
joodse kunsthandelaar, Jean Bemheim.
Alles verdween in een vijftal vrachtwa
gens: de Manets, de Cézannes, de Reno-
irs, de Van Goghs. „Uiteindelijk werden
we niet geëxecuteerd", zegt Marinette
Battut, die nu in het naburige gehucht La
Bacherelle woont. „De personeelsleden
gingen vrijuit, de eigenaren werden af
gevoerd en na enkele weken eveneens
vrijgelaten. Maar hun kasteel werd na de
plundering in brand gestoken".
Terwijl het kasteel brandde, was het
dorpje La Bacherelle die 30ste maart
1944 het toneel van onverkwikkelijke
gebeurtenissen. Huizen gingen in vlam
men op, bloed vloeide door de daarvoor
zo vredige dorpsstraatjes. Aanleiding tot
het drama was de ontvoering twee we
ken eerder van de echtgenote van Adol-
phe Denoix, de fascistische leider, in het
dorp. Denoix waarschuwde de dorpelin
gen zijn vrouw binnen 24 uur terug te be
zorgen, op straffe van represailles. Hij
trok daarop met zijn gewapende militie
het dorp binnen, doorzocht huizen, mis
handelde dorpelingen, en verdween met
een tiental gijzelaars.
Toen een dag later het lijk van mevrouw
Denoix werd gevonden in een bos bij
zoek waaruit blijkt dat de smeerpijp per
fect geschikt is voor het transport van
drinkwater. Onze maatschappij gebruikt
de pijp voor het transport van het water
vanuit ons centrum in Oelegem naar het
Antwerpse havengebied. Maar ook de rest
van het smeerpijptraject komt stilaan in
gebruik. In Limburg maken de maat
schappijen ook al gebruik van de pijp
voor watertransport, terwijl in de provin
cie Antwerpen ook de watermaatschappij
Pidpa (de provinciale Intercommunale
Drinkwatermaatschappij van de Provin
cie Antwerpen) binnenkort een deel van
de pijp gaat benutten. Zo heeft de smeer
pijp toch een nuttig gebruik gekregen."
Het zou kunnen - let wel 'zou'- dat het
verhaal van de smeeipijp toch nog een
staartje krijgt. Immers, de Brusselse on
derzoeksrechter Bruno Bulthé heeft een
dossier opgesteld naar aanleiding van het
gekrakeel rond de pijpleiding. Het ligt in
middels bij het Brussels parket, dat moet
beslissen of het voldoende materiaal be
vat om een rechtszaak te beginnen. De
aannemer, de tijdelijke verenigingDenys-
Socea-Bonna, diendeal in '78 eenschade-
David Martyn voor
de replica van het
Witte Huis in de
Dordogne.
foto
Cees van Zweeden
Sarlat, hadden de dorpelingen alle reden
om represailles te vrezen. De gemechani
seerde eenheid van de Wehrmacht die op
30 maart door de nauwe hoofdstraat van
het dorpje reed. was echter zo groot dat
de meeste inwoners dachten dat het om
een transport ging. Pas toen de troepen
macht het dorpje begon te omsingelen,
drong het besef door dat dit het begin
was van een grote slachting.
Blijkens een gedetailleerd verslag van
het persbureau AFP. dat nog in de archie
ven van het stadhuis ligt, arresteerde de
Gestapo alle joden in het dorp alsmede
acht anderen. De balans was zwaar voor
deze gemeenschap van slechts enkele
honderden zielen. Tien mensen zouden
die middag op het terrein van boer
Meeckel worden gemitrailleerd, vier an
deren elders in het doipje. Dertig men
sen, van wie veertien kinderen, gingen op
transport naar het oosten. Acht anderen
werden in Frankrijk gevangengezet. To
tale aantal slachtoffers: 52. bijna tien
procent van de bevolking.
Monument
Bijna 55 jaar later is er een straat ge
noemd naar de verzetshelden van toen en
staat op het land van boer Meeckel, een
Nederlander, een monument voor de ver
moorde dorpelingen. Maar voor de mees
te dorpelingen is er maar één monument
dat werkelijk herinnert aan de Duitse
wraakactie- het Chateau van Rastignac.
Drie dagen laaide het vuur, waarna een
deel van de binnenmuren waren bezwe
ken. Na de oorlog werd een poging ge
daan het kasteel in zijn oude luister te
herstellen, maar door geldgebrek bleef
die poging halfslachtig.
„Het stemt mij droevig als ik nu over het
landgoed wandel", zegt Mariette Battut,
die in 1933 als twintigjarig meisje op het
kasteel arriveerde. „De eigenaren kwa
men meestal alleen in de zomer hier.
Maar dan gaven ze altijd grote feesten.
De dames droegen lange avondjurken en
juwelen. Het was een genot ze van de trap
af te zien dalen. De diners duurden tot
diep in de nacht. Er waren overal kaar
sen, en een ingehuurde pianist bespeelde
de vleugel. Als ik de champagne schonk,
droeg ik een mooie jurk van zwarte zijde
met manchetten en een witte kraag".
Maar al wat nu rest uit die glorietijd, zijn
de herinneringen en een kasteel dat on
Feit is dat de geschiedenis van de 'smeer
pijp' een apart hoofdstuk verdient in het
toch al zo dikke blunderboek van België.
Inderdaad onder missers als het Hellend
Vlak van Ronquières, een hele reeks
spookbruggen zonder toeleidende wegen,
bruggenhoofden zonder brug, doodlo
pende autowegen, nutteloze metrotun
nels en kanalen die nergens heen leiden,
vormt de 106 kilometer lange collector
tussen Tessenderlo en Antwerpen zelfs
één van de absolute hoogtepunten. Een
blundertopper van de eerste orde
Het idee dateert van voor de Tweede We
reldoorlog. In de jaren dertig rijpte bij het
provinciebestuur van en de Economische
Kamer van Limburg het plan om het 'nij
verheidswater van Genk via Antwerpen
in de Schelde te lozen. Het zou tot 1958
duren voor het idee van weleer serieus
werd opgepakt. In dat jaar besliste de
christen-democratische regering van
Gaston Eyskens dat de collector moest
worden aangelegd. In die dagen werd
aangenomen dat Belgisch Limburg snel
zou industrialiseren en dat zich er, naast
Tessenderlo Chemie, nog veel meer
chemische industrie zou vestigen. De col
lector zou, droomden de bestuurders, uit
eindelijk van zeker 25 bedrijven het af
valwater afvoeren naar zee.
Ongeschikt
Pas in 1970 ging de eerste spa de grond in.
Drie jaar later diende de pijplijn klaar te
zijn voor gebruik, maar daar ging het voor
de eerste keer mis. De datum van opleve
ring werd ruimschoots overschreden. Het
was voorwaar ook geen klein bier: de aan
leg van twee pijpleidingen over een
afstand van 106 kilometer met 351 onder
grondse controlekamers, met wachtbek-
kens, druktorens, pompstations en be-
luchtings- en ontluchtingsbekkens. Een
klus die was begroot op zo'n 75 miljoen
guldenmaar die uiteindelijk - in76toen
de aanleg pas was voltooid - 275 miljoen
gulden vergde. En daarbij moest nogeens
25 milljoen gulden worden opgeteld voor
het herstel van alle mogelijke defecten,
die zich al tijdens cle aanleg openbaarden.
Trouwens, onder druk van Nederland
kwamen daar ook nogeens de kosten bij
van de bouw van een zuiveringsstation,
dat later overigens ongeschikt bleek voor
de bewerking van het afvalwater.
Gebreken? Om het water over een afstand
van 100 kilometer te pompen waren vier
druktorens nodig: bij herentals, Paal,
Kwaadmechelen en Zolder. Op 1 juli werd
de eerste toren getest. In de berekeningen
bleken de plannenmakers Duitse normen
te hebben gehanteerd, die onbruikbaar
bleken. Gevolg: tijdens het proefdraaien
klapte de binnentoren in elkaar. Schade
post: ruim vier miljoen gulden.
Opeenvolgende ministers susten de mas
sa met de mededeling dat de collector nu
toch echt in gebruik zou worden geno-
claim van ruim 40 miljoen gulden in bij de
Belgische overheid. Reden: de collector
had nooit gewerkt. De toenmalig staats
secretaris van Leefmilieu Miet Smet, die
aanvankelijk een claim van 50 miljoen bij
de aannemerscombinatie had gedepo
neerd wegens wanprestatie, besloot die
zelfde combinatie uiteindelijk een scha
devergoedingvan ruim 11 miljoen gulden
toe te stoppen. En dat nu wekte de arg
waan van rechter Bulthé en de zijnen.
Het onderzoek werd in '91 geopend en is
nu afgerond. Wat de inval in het secretari
aat van de Christelijke Volks Partij (CVP)
de partij van Smet, de getuigenverhoren
en verdere naspeuringen van de onder
zoeksrechter hebben opgeleverd, is nog
onduidelijk. De kans is groot dat niemand
ooit nog iets over de smeerpijperij zal ho
ren. Dé Vlaamse minister Th. Kelchter-
mans van Milieu verzuchtte onlangs: „Wij
hebben een moeilijk aanslepend pro
bleem op een elegante manier van ons af
kunnen schudden."
Wout Bareman
Links: Voormalige
smeerpijp, nu
waterleiding.
men. Was het niet in '78 dan toch zeker in
'79. Helaas verscheen in dat laatste jaar
het zoveelste technische rapport, waarin
op een groot aantal constructiefouten
werd gewezen. Verschillende zogenaam
de ventielkamers bleken, nog voor ze ook
maar één minuut hadden gewerkt, defect,
de teletransmissiekabel voor de compu
tergestuurde controle was vertoonde
mankementen en de computer die het wa-
tertransport moest bewaken, bleek on
bruikbaar.
En daarbij bleef het niet. De binnenkle-
ding van de pijpen (beton, asbest en staal)
was al snel aangetast, zelfs zo erg dat de
binnenwand hier en daar als 'onbestaand'
werd omschreven. De Zeeuwse Milieufe
deratie, die zich net als Greenpeace ook
nadrukkelijk tegen het gebruik van de
smeerpijp verzette, voegde daar in een ei
gen rapportage nog aan toe dat de kans op
dichtslibben van de buis groot was. Het
niet aanleggen van bezinkingsbekkens
zou zich op die manier wreken.
Tot overmaat van ramp haakte de indu
strie al heel snel af. Van de meer dan twin
tig bedrijven, die in het begin van de jaren
zestig van plan waren geweest op de col
lector aan te sluiten, bleef er nog maar één
over. Zelfs het kernenergiecentrum in Mol
haakte af: het lozingswater bleek daar zo
weinig radio-actief, dat het niet de moeite
loonde om van de dure verbinding met de
Schelde gebruik te maken.
Geen toeval
De meeste bedrijven bouwden - met over
heidssubsidie - eigen zuiveringsinstalla
ties. En zo bleef alleen Tessenderlo Che
mie over. Het kan geen toeval zijn, dat het
bedrijf als enige niet afhaakte. Want wie
maakte in de jaren zeventig en tachtig
deel uit van de raad van bestuur? De ge
wezen minister P. Meyers van Openbare
Werken, notabene de man die in 1958
groen licht gaf voor de studie naar de aan
leg van de collector...
De strijd tegen de ingebruikname van de
smeerpijp werd gevoerd op vele fronten.
Greenpeace, de Zeeuwse Milieufederatie
tekenden voor de daadwerkelijke acties
en voor een lobby richting politiek. De
Zeeuwse waterschappen en de Wester-
schelde-gemeenten liepen gezamenlijk te
Waterpompstation
langs het
Albertkanaal met
rechts Tessenderlo
Chemie.
hoop tegen het onding, Gedeputeerde
Staten en Provinciale Staten jutten el
kaar op in het verzet en uiteindelijk bleek
ook toenmalig minister Neelie Kroes van
Verkeer en Waterstaat zich als een felle te
genstander. De onderhandelingen van de
waterverdragen werden aangegrepen om
de Belgen te bewegen om óf gezuiverd te
lozen op de Schelde óf de smeerpijp sim
pelweg nooit in gebruik te stellen. En
voorwaar, zo geschiedde.
Watertransport
In '96 lieten vier Vlaamse watermaat
schappijen hun oog op de hier en daar da
nig aangetaste pijpleidingen vallen. Het
Vlaams Gewest sloot de vier enthousiast
in de armen. Hoewel de installaties eigen
dom zouden blijven van het gewest, moes
ten de vier maatschappijen helemaal
niets betalen voor het gebruik ervan. Ze
dienden wel zelf op te draaien voor de re-
novatiekosten.
Directeur-generaal Gaston Merckx van
de drinkwatermaatschappij Antwerpse
Watenverken: „We hebben bijna een mil
joen gulden geïnvesteerd in een onder-