In evenwicht tussen de Etrusken
Nazorg redt debuut van Hermans niet
Schimmenrijk van
Rosita Steenbeek
D7p kunst
cultuur
Conserve
in herdruk
Uitgeverij Conserve bestaat vijftien jaar.
Ter gelegenheid van dat jubileum
mocht men Conserve, het romandebuut van
Willem Frederik Hermans (1921-1995) her
drukken. Naast die herdruk verscheen Over
Conserve, waarin alle beschouwingen over
het boek bijeengebracht zijn. Valt in dit
jeugdig proza de zelfverzekerde schrijver te
herkennen?
Kees de Bakker, de uitgever van het kleine
bedrijf Conserve, verbergt zijn enthousias
me niet. 'Fantastisch dat Uitgeverij Conser
ve nu het romandebuut van de grote meester
mag herdrukken. Ik hoop dat velen met mij
van het boek zullen genieten!', schrijft hij.
De eerste druk van Conserve uit 1947 is bij
na een legende geworden, in antiquariaten
betaal je honderden guldens om een exem
plaar te bemachtigen. De Bakker heeft nu
dus, ruim een halve eeuw later, de eer de
tweede druk op de markt te brengen. Dat wil
zeggen: de tweede druk van de zelfstandige
uitgave. Want ook al mag Conserve dan
waarschijnlijk de minst gelezen roman van
Willem Frederik Hermans zijn, zó onbekend
is het werk nu ook weer met. Het werd in
1957 opgenomen in het sindsdien regelma
tig herdrukte Drie Melodrama 'sEn een me
lodrama is het ook!
Het is de eerste roman die Hermans schreef.
Toen in 1943 de Duitsers de universiteiten
sloten, had hij er alle tijd voor. Zo ontstond
tussen juli en oktober van dat jaar dit ge
schrift. 'Een raar boek', besefte de auteur.
Hij dacht: 'Als ik dit na de oorlog ooit ge
drukt krijg, zullen nog geen honderd men
sen het lezenVier jaar later werd het na een
reeks afwijzingen uitgegeven. Hermans was
inmiddels al beroemd én berucht geworden.
Beroemd door zijn gedichtenbundel Horror
Coeli en door de veelbelovende fragmenten
uit De tranen der acacials die in een tijd
schrift waren gepubliceerd. Berucht door
zijn felle kritische proza waarmee hij in re
cordtempo een heleboel vijanden maakte.
In ieder geval gold hij al vóór z'n romande
buutals de schrijver van de oorlogsgenera
tie nietsontziend, bruut, boosaardig, de
aandacht vestigend op de vergeefsheid van
alle streven. Met Conserve kon hij echter
niet aan de hooggespannen verwachtingen
beantwoorden.Simon Vestdijk stelde in een
recensie van 7 november 1947 - opgenomen
in het gelijktijdig met deze herdruk ver
schriftuur' en dat het aldus R. Grüttemei
juist 'een dissonant is in de vermeende hi
mogeniteit van Hermans' werk.'
Het fantasievolle verhaal speelt zich vof
een belangrijk deel af in Salt Lake City,
stad van de Mormonen, de sekte die geloo
dat ooit Israëlieten per houten onderzee
naar Amerika gekomen zijn. De hooglera:
Jerobeam wordt geacht dat te bewijzen.
de Indianen in Brazilië moet hij sporen vi
den van 'de verdwenen stammen Israël
Hij beoefent zijn vak gewetensvol en slaa
dus niet. Dat is reden hem krankzinnig te!
ten verklaren. Dat lukt door de meclewe
king van de half-Indiaan Ferdinand, eenz
nuwarts.
Later belandt die aan cocaïne verslaaf: 7
dokter trouwens in hetzelfde gekkenhi ~i
als Jerobeam. Bij Ferdinand thuis wordt e en
lijk in vérgaande staat van ontbinding a;
getroffen. Het gaat om het lichaam van
waanzinnig geworden Onitah, een halfzi pl
ter van Jerobeam. Ze was in de ban geraa lei
van de Egyptische religie en hoopte gemui e
mificeerd te worden. Na haar zelfmoordb e
wijst Ferdinand haar deze liefdesdienst 1 ro:
leen beheerst hij de kunst van het balsem erl
niet zo goed. Hermans lijkt niet genoeg elf
kunnen krijgen van het onfrisse taf en a;
waartoe dit leidt: 'Wat van haar boven! et
nog over was, scheen te trillen, doordat tv en
grote, kogelronde torren eraan knaagden 1st:
De laats te hoofdpersoon is Isabel, een el;
dere halfzuster van Jerobeam. Beide zusti Bi;
zijn verliefd op hem. Op Onitahs a van; let
gaat hij niet in, waardoor zij gek wordt. 1' ee!
bel weet hem echter aan zich te binden, te
leven jarenlang samen. Na de introdud ia;
van deze vier personages is de verrassing 'ze
echter af en blijft een langdradig boek; tv
onwaarschijnlijke verwikkelingen ov er
Was Hermans niet Hermans geworden, d oo
zou niemand op het idee gekomen zijn Co iet
serve te conserveren en had Kees de Bakki ge
uitgeverij vast een andere naam gekregö ar
Ie
Hans Warn foi
'el
id,
Willem Frederik Hermans: Conserve. Roman,'. es
pag./ gebonden/ f 49,95.
Kees de Bakker (samenstelling): Over Const*
De eerste roman van Willem Frederik Herm'. f1
148 pag./ f 29,95 Beide uitgaven: Uitgeverij C e
serve,Schoorl. «f
osita Steenbeek schrijft anders dan andere vaderlandse auteurs. Bij haar geen
druilerig proza over mensen die hun dagen op een duf Hollands kantoor slijten.
Haar werk is eerder Mediterraan dan Nederlands, ze schrijft bewogen en deinst
niet terug voor grote gevoelens. Haar debuut De laatste vrouw (1994) werd in vele talen
vertaald. Het pas verschenen Schimmenrijk zal wel dezelfde weg gaan.
letterkundige kroniek
Zijn wij nieuwe Etrusken en
waren zij oude versies van
ons? In Rosita Steeftbeeks
Schimmenrijk worden in elk
geval heden en verleden op een
volstrekt natuurlijke manier
verbonden. Dat kan
waarschijnlijk ook niet anders
in Italië, waar de roman speelt.
Dat land is immers vól verleden.
Italië is één grote schatkamer
van kunst uit alle eeuwen. Of
eigenlijk is schatkamer niet het
goede woord, Italië heeft meer
weg van een immens pakhuis
voor de kunst. Niemand heeft
enig idee hoeveel er bewaard
wordt. Kerken, paleizen en
musea zijn rijkelijk voorzien
van schilderijen en beelden.
Maar negen van de tien werken
verblijven in kelders en depots,
in menig geval blijven ze
tientallen jaren ongezien. En de
Italiaanse bodem herbergt nog
veel meer voorwerpen,
archeologen doen de
prachtigste vondsten waarover
de wereld verder weinig
verneemt.
De autoriteiten in Italië doen
oprecht hun best dit erfgoed te
beheren. Maar de overvloed en
de chaos wordt hen soms te veel.
In zulke omstandigheden
grijpen dubieuze typen
uiteraard hun kans Dieven en
smokkelaars, schatgravers en
vervalsers zijn al sinds de
oudheid actief. Aanbod is er.
genoeg en met de vraag zijn er
evenmin problemen. Want
verzamelaars én musea in vele
landen kunnen hun verlangen
naar al dat moois niet
onderdrukken. Is het zo
verschrikkelijk dat er
kunstwerken uit Italië
verdwijnen? Een grafrover uit
Rosita Steenbeeks boek vindt
van niet Hi] zegt: 'Het kan beter
ergens over de grens een
ereplaats krijgen, waar er iedere
dag met liefde naar wordt
gekeken, dan dat het hier voor
eeuwig in de catacomben van de
musea verdwijnt of in de aarde
blijft zitten. De dingen willen
het zonlicht weer zien, mensen
gelukkig maken.'
Dat klinkt buitengewoon
verstandig, maar het
tegengestelde standpunt komt
nauwelijks minder logisch over.
Door de illegale opgravingen
raakt namelijk veel kennis voor
altijd verloren. Het gaat in de
moderne archeologie,
benadrukt de schrijfster, niet
'om het bijeengaren van
spullen, maar om het
reconstrueren van (het) voorbije
bestaan.' De grafrovers hebben
duizenden voorwerpen
gevonden, maar wie weet het
bodemarchief verwoest. Rosita
Steenbeek neemt de lezer mee
naar de romantische wereld van
'tombaroli' en 'fiumaroli'. Ze
schrijft met veel sympathie over
hen, maar schetst ook de
dilemma's tussen schatgraverij
en wetenschap. Ze is getuige
van nachtelijke opgravingen, ze
krijgt te zien hoe vervalsers te
werk gaan. Toch zijn het niet
deze schimmige activiteiten
waaraan haar boek z'n titel
dankt.
Met het 'schimmenrijk' is het
rijk van de gestorvenen
bedoeld. De hoofdpersoon, de
kunstenares Lisa van der Meer,
krijgt met de dood te maken.
Haar geliefde Lorenzo én haar
vriendin Heieen overlijden
betrekkelijk kort na elkaar.
Juist door Etruskische kelders
te bezoeken, raakt ze verzoend
met de eindigheid. De dood is
niet eng, beseft zij: 'Net doen
alsof er niks aan de hand is,
leven alsof er geen dood bestaat,
dat is veel enger.' Misschien het
aantrekkelijkste aan het boek is
de versmelting van de wereld
van de Etrusken en die van ons.
Zeker de mensen die de streek
van dat oude volk bewonen,
zien geen onderscheid: 'Het is
maar een stuk of veertig
generaties terug'. De goden van
de antieke Etrusken staan de
moderne Etrusken bij. De
grafrovers hebben een innig
contact met de doden die zij
vinden.
Het maakt het mysterie rond de
Etrusken alleen maar groter.
Men weet ondanks alle
vondsten weinig van hen. Hun
taal is bijvoorbeeld nog steeds
niet ontcijferd. De Romeinen en
later de christenen hebben
zoveel mogelijk sporen
uitgewist. Ondanks dat alles is
de band tussen toen en nu in hun
voormalige leefgebied niet
verbroken. Onder meer de
loopbaan van Lorenzo - uit de
streek afkomstig - getuigt
daarvan. Doorzijn fascinatie
voor de Etrusken werd hij
archeoloog. Het was de
bedoeling dat hij Lisa 'zijn land
zou laten zien, maar hij sterft
voor het zover is. De
omstandigheden waaronder dat
gebeurt zijn vreemd. Men neemt
aan dat hij zelfmoord heeft
gepleegd.
Het verdriet van Lisa wordt er
alleen maar groter door. Om de
rouwperiode af te kunnen
sluiten, gaat ze de voorgenomen
reis alsnog maken. Het lukt haar
het vertrouwen te winnen van
een grafrover die door Lorenzo
'de tovenaar' werd genoemd.
Vanwege zijn vindingrijkheid
en zijn enorme kennis van zaken
is 'de tovenaar' een plaatselijke
beroemdheid. Hij levert
voortdurend strijd met de
'verdroogde letterneukers', de
culturele ambtenaren en de
officiële archeologen. Door
hem, door zijn helpster Angela
en door andere streekbewoners
wordt Lisa in allerlei
Etruskische geheimen
ingewijd. Alleen het raadsel dat
haar het meest bezighoudt,
blijft onopgelost: hoe stierf
Lorenzo? Zijn moeder toont een
afscheidsbriefje van haar zoon.
Een vriend ziet een complot: hij
zou. vermoord zijn door mannen
die grote toeristische plannen
hebben met de streek.
Uiteindelijk biecht de
plunderaar op dat Lorenzo
omgekomen zou zijn bij een
ongeluk tijdens een
clandestiene opgraving. Maar
misschien zegt hij dat alleen om
Lisa gerust te stellen.
Inmiddels heeft Lisa zulke
geruststellingen niet meer
nodig. Door alles wat zij in de
tomben en cultusplaatsen van
de Etrusken ervaart, vindt zij
een nieuw evenwicht. Ze
aanvaardt de plotselinge dood,
Rosita Steenbeek ...grote gevoelens...
zoals ze ook het geleidelijke
sterven van Heieen aanvaardt.
Ondanks de sterfelijkheid moet
er geleefd worden, zonder
voorbehoud,zonder
terughoudendheid. Rosita
Steenbeeks boek over de dood is
dan ook opgewekt in plaats van
somber. Haar zinnen zijn
kleurig en soms bijna geurig. De
dood voedt het leven, het
verleden vult het heden. In deze
roman wordt herhaald wat een
dichter eens zei-.'Tussen de
Etrusken en ons/ staat slechts
de heldere spiegel:/ zie onze
archaïsche glimlach/ en zie, zij
leggen ons/ gruwzaam verkort
op hun askist,/ maar in onze
tombe danst/ hun geurige
foto Michele van Hal
dronken fluiter/ tot hij valt en
zijn blauwe mantel/ ons heerlijk
dekt'. Wij zijn als zij en zij waren
als wij.
Hans Warren
Rosita Steenbeek: Schimmenrijk
248 pag./f 34,90 Prometheus, Am
sterdam.
proza
Familie (Prometheus, 168 blz., 18,90). Verhalen uit zowel de-
Nederlandse als de bui tenlandse literatuur over het gezinsleven,
samengesteld en ingeleid door Manon Uphoff
Henk WeltevredenDe stier van Algeciras (Veen, 191 blz
29,90). Debuut. Wat de personages in deze verhalenbundel ge- I
meen hebben is dat ze worden aangetrokken door grenzen, maar a
deze nooit kunnen bereiken. Henk Weltevreden is radio-colum-
nist.
poëzie
Erik Bindervoet'. De saaiste jongen ter wereld (De Harmonie, 128 I
blz., 37,50). Eén lang, verhalend gedicht, het eerste deel vando I
cyclus De laatste dagen van de wereld als wil en voorstelling, I
blauw. Het tweede deel, De schilder en zijn model, verschijnt vol-
gend jaar.
H.J. de Roy van Zuydewijn: Sprekend in tongen (De Arbeiders
pers, 84 blz., 34,90). Nieuwe gedichten van De Roy van Zuyde
wijn (1927). Zijn laatste bundel, Wat de zee verzwijgt, verscheet
in 1988.
Hugo Claus: Het huis van de liefde (De Bezige Bij, 59 blz., geb
25,-). Keuze uit Gedichten 1948-1993. Een aantal is door Hug
Claus herschreven, van titel voorzien of in een nieuw verband ge- i
plaatst. Twee gedichten uit de bundel verschijnen hier voor he:
eerst in druk. Bi
Wendy Magnus: Heimwee naar mijn spijkerbroek (De Prom.
blz., 19,90). Gedichten die Wendy Magnus tussen 1994 en 199! Se
schreef over het leven met haar ziekte en over de waarde van he;
leven. st'
herdrukt
Kees van Beijnum: Dichter op de Zeedijk (D( |jr
Arbeiderspers/Singelpocket, 309 blz., 15,-). Roman uit 199;
over het jonge leven van Constant Wegman in en rond het café-
hotel van zijn grootmoeder op de Amsterdamse Zeedijk. Nu ali en
negende druk in de Singelpocketreeks.
grote sprong hebben gewaagd, maar was
niet helemaal goed terechtgekomen.
Hij was zo'n schrijver van het soort - wat mij
betreft het goede soort - dat zijn proza, zelfs
na publicatie, bleef verbeteren. Conserve
heeft ook een ingrijpende opknapbeurt on
dergaan .Wie deze tweede druk naast de eer
ste druk legt, zal enorme verschillen ont
dekken. Vooral in stilistisch opzicht heeft de
rijpere Hermans zijn jeugdige ik gecorri
geerd. Voor de uitgave in Drie Melodrama's
heeft hij de roman haast zin voor zin her
schreven. Dat betekent dat we in deze nieu
we uitgave niet echt Hermans als beginne
ling aan het werk zien. Zijn proza heeft aide
zelfbewuste, ironische toon die men uit zijn
latere werk kent. Hij hekelt het rooms-ka-
tholicisme en loopt zelfs een keer op Onder
Professoren vooruit wanneer hij spot met
het werk van een hoogleraar: 'Uittreksels
W.F.Hermans (m) met zijn vrouwen Anton Korteweg, directeur van het Letterkundig Museum, december 1991.
schenen bundeltje Over Conserve - pijnlijk
precies vast waaraan het schortte: 'De tra
nen der acacia'sis nog niet voltooid, Conser
ve is, wanneer ik mij zo uitdrukken mag, te
lang geleden voltooid. Heimans schreef de
ze roman op 22-jarige leeftijd, zodat dit
boek, zuiver chronologisch beschouwd, in
'43 of '44 gepubliceerd had moeten worden.'
foto CeesZorn
Hij noemde het 'het typische voortbrengsel
van een begaafd beginneling, die zijn vorm
nog zoekt.' De andere besprekers oordeel
den min of meer hetzelfde. Hermans zou een
vrijdag 22 januari 1999
van drie beroemde handboeken had hij nog
onder in een la liggen uit zijn studententijd.
Daarmee stelde hij een overzicht samen: dat
werd zijn Algemeen College.'
Ondanks alle nazorg heeft hij voor mijn ge
voel de roman niet kunnen redden. Het blijft
een boek met een aardige opzet, maar de uit
werking is zwak. Hoe uiteindelijk de litera
tuurgeschiedenis over Hermans en Reve zal
oordelen, valt nauwelijks te voorspellen.
Maar het is zeker dat Reves romandebuut
De Avonden deze eerste roman van Her
mans ver achter zich laat. En het is onzinnig
om te beweren dat het na-oorlogse proza op
deze twee boeken steunt. J. Weverbergh be
toogde dat in een stuk uit 1970 dat in Over
Conserve is overgenomen. In die bundel
kunnen we ook nog lezen dat volgens J.J.
Oversteegen Conserve 'al de kiem bevat van
karakteristieke eigenschappen van zijn
vertaald
Hatis Christian Andersen: Nooit rijk, nooit tevreden, nooit vet- ui(
liefd (De Arbeiderspers/Privé-domein, 275 blz., 39,90, be- he;
zorgd, vertaald en van noten en een voorwoord voorzien doo: uit
Edith Koenders). Uit de vele dagboeken en brieven maakte ver- aa)
taaister Edith Koenders een selectie die een uniek inzicht bied ee)
in de literaire en persoonlijke ontwikkeling van de Deens we
schrijver Hans Christian Andersen (1805-1875). Joydeep Rot ze\
Bhattacharya: De Gabriël Club (Prometheus, 337 blz., 39,9! ein
vertaald uit het Engels door Christien Jonkheer). In het turbj doi
lente Boedapest van de jaren zeventig verdwijnt op geheimzinnt au
ge wijze een jonge vrouw. Zij is van de 'Gabriël Club', een groe on,
vrienden die zich op onorthodoxe manier tegen elke vorm va
politieke onderdrukking verzet. Wanneer een ander lid van c jnr
groep zelfmoord pleegt omdat hij de voortdurende hete ade b0<
van de geheime politie in zijn nek niet meer aankan, valt c j j
vriendenclub uiteen. Vele jaren later heropent de staatspolit! stu
het onderzoek naar de verdwenen vrouw en raken de levens va nat
de voormalige dissidenten opnieuw met elkaar verweven. vef
Alfred Lansing: Endurance (Prometheus, 293 blz., 34,90, ve vit
taald door Théo BuckinxIn augustus 1914 vertrok het zeilschi |att
de Endurance met zijn 27-koppige bemanning naar de Zuid-A; e\-
lantische oceaan. Doel van de expeditie: Antarctica over lan cuC
doorkruisen. Het schip raakt ingesloten door ijs, werd verbri :0i
zeld en zonk. Vijf maanden lang dreef de Endurance rond op ijs njj
schotsen, op 2000 kilometer van de bewoonde wereld, overgelf ne.
verd aan een van de onherbergzaamste streken op aarde. Hi )w
verhaal over de moed van de bemanning en hun onverslaanba: (aj
wil om te overleven)t(
Hugo Claus