Zigeuners vieren leven en dood Liefde voor de film staat voorop Veel moois in de schaduw van Hollywood Joegoslavische regisseur Emir Kusturica 13 15 Digitale revolutie hoort vooral stil te zijn 11 Rosita Steenbeek schrijft proza meteen mediterrane zwier Nieuw deel van Het Bureau verlengt Voskuilmania Arnhemse Furtips doen het vooral goed in de categorie onbekende groepen Foto's van Nederlandse pionier Isaac Asser voor het eerst te zien in het Rijksmuseum Amsterdam Groter kan niet meer. Het International Film Festival Rotterdam (IFFR) heeft z'ngrens bereikt. Met iets minder vertoningen en met in opzet minder lange rijen voor de balie zal de 28ste editie van 27 januari tot 7 februari kleiner ogen dan vorig jaar, minder verstopt, minder massaal. Tenzij er iets mis gaat met de uitgebreide kassa-faciliteiten en het nieuwe reserveringssysteem. Een beetje chaos mogen we niet uitsluiten, die hoort zelfs bij 'Rotterdam'. De duurder gemaakte passepartouts (450,-) waren al snel op. Ook de Rotterdam Voordeelpas waarmee voor vijf gulden bioscoopkaartjes kunnen worden gekocht, vliegt de deur uit. Het festival dat tijdens de vorige editie 275.000 keer werd bezocht, vertoont ruim 200 lange speelfilms en documentaires en 100 korte films, video's en cd-roms. Daar zit bagger bij, foute geweldsporno, Thaise B-films, digitaal begrijpersvoer, commerciële glimmer, maar ook is er een schat aan onafhankelijk gemaakte prachtfilms. De laatste categorie vormt het bestaansrecht voor 'Rotterdam'. Festivaldirecteur Simon Field en zijn curatoren laten zien dat er in de schaduw van Hollywood nog heel veel moois wordt gemaakt. Het probleem was niet om films te vinden (er werden er een kleine duizend bekeken), het probleem was te kiezen uit de oogst van een rijk filmjaar. Door het nog altijd ruime aanbod kan i edereen zij n eigen spoor trekken, zij n eigen festival maken. In het hoofdprogramma en de overige programma-onderdelen zitten 80 grote premières, waaronder Leaf On A Pillow van de Indonesische regisseur Garin Nugroho (openingsfilm), Three Businessmeti van Alex Cox, Film 1st... van Gustav Deutsch, Shark Skin Man And Peach Hip Girl van Katsuhito Ishii en Servant's Shit-t van Mani Kaul. De films Lola Rennt van Tom Tykwyr (twintig misdaadminuten in technobeat drie keer achter elkaar net even anders gefilmd), Black Cat, White Cat van Emir Kusturica en Sib van Samira Makhmalbaf (de achttienjarige dochter van de beroemde Iraanse filmer die in Cannes de tongen in beweging bracht) zullen hoge ogen gooien in de gunst van het publiek. Premières zijn het niet, maar Rotterdam programmeert graag ook altijd een paar geheide publiekstrekkers, omdat de kwetsbare films waarvoor het festival eigenlijk is, juist beter gedijen in een succesrijke omgeving. Hans Maas In 1996 onderging hij de vuurdoop, maar pas dit jaar voelt Simon Field zich echt op z n plaats als directeur van het Internatio nal Film Festival Rotterdam. De eeuwig in het zwart geklede Brit is, bijna verlegen met he aandacht, tien dagen per jaar het gezicht van het belangrijkste filmevenement van - opz'nminst - Nederland. ,,In Cannes draait het om de centen, in Rotterdam om het hou den van film." ■Alsfestivaldirecteur bent u verantwoorde lijk voor de selectie van de te vertonen films. Wat maakt een film geschikt voor het Rot- terdams filmfestival? is natuurlijk het bekende verhaal van Hubert Bals die een goede film in zijn onder huik voelde. Bij mij is het een combinatie van wat het in mijn hoofd en in mijn hart te weegbrengt. En waarschijnlijk bij sommige ulmsook wel in de onderbuik. De openings zin Leaf On A Pillow bijvoorbeeld, van de Indonesische regisseur Garin Nugroho, was Simon Field, directeur van het Filmfestival Rotterdam: „Ik ben nu eenmaal gevoelig voor tearjerkers." foto Cees Kuiper een film die mij meteen raakte. De hoofdrol len van drie dakloze kinderen, gespeeld door niet professionele acteurs, worden op een heel knappe manier neergezet. Je wordt als toeschouwer vanaf de eerste scène in het verhaal getrokken. En een Japanse film die we gaan vertonen, After Life, handelt over mensen die na het sterven hun favoriete le vensmoment tot in de eeuwigheid mogen herhalen. Zo'n uitgangspunt intrigeert me. - Kunt u nog wel geraakt ivorden door een film als u er routinematig zoveel moet bekij ken? ,,Ik zie in mijn werk waarschijnlijk vier- tot vijfhonderd films per jaar. En hoe meer je er ziet, hoe eerder je in één klap door hebt of je naar iets goeds zit te kijken. Je beoorde lingsvermogen scherpt steeds aan en j e voelt ook beter wanneer een film je echt raakt." - Kan een film u nog zoveel doen dat bijvoor beeld de tranen in uw ogen springen „Oh ja. Ik vind het vervelend om toe te ge ven, maar ik ben uiterst gevoelig voor het melodrama uit de jaren '40 en '50. Maar vochtige ogen zijn natuurlijk niet een ga rantie dat je met een pakkende film van doen hebt. Want ik betrap mezelf er som^ op dat ik in tranen ben bij een emotionele scè ne, terwijl het echt te belachelijk is voor woorden. Omdat je dan heel goed weet dat de filmmaker bewust aan die touwtjes trekt. Maar bij mij werkt het, ik ben nu eenmaal gevoelig voor tearjerkers." - Valt u nooit in slaap bij een film? ,,Ik zou liegen als ik zou zeggen dat het me nooit overkwam." - U bezoekt voor uw werk vele filmfestivals over de hele wereld. Wat is de plaats van Rotterdam op de internationale festi- valkaart? „Het is al enige jaren het vijfde of zesde fes tival van Europa. Je hebt eerst de grote drie - Berlijn, Cannes en Venetië - en daarna een rijtje kleinere, waaronder San Sebastian, Lucarno en Rotterdam." - De B-festivals kortom? „Nee, dat denk ik niet. De belangrijkste fes tivals worden weliswaar de A-festivals ge noemd, maar de andere festivals, en dan vooral Rotterdam, proberen gewoon wat anders te doen. De reputatie van ons festival steunt op het brede filmaanbod en de avon tuurlijke programmering. En de Cinemart, de markt voor films die nog in een vroeg sta dium van ontwikkeling zijn, wordt een steeds belangrijker ontmoetingsplaats voor internationale filmmakers. Natuurlijk is dat in Cannes grootschaliger, maar daar is het ook heel hectisch en competatief. Ieder een is daar druk in de weer om op bijna wan hopige wijze voor veel geld zijn films te slij ten In Rotterdam gaat het veel relaxteren is het minder commercieel gericht. Het gaat hier meer om een basaal enthousiasme voor het medium film. In Cannes draait het om de centen, in Rotterdam om het houden van film." Hans Maas einig cineasten zijn op de grote festivals zo succesvol geweest als de thans 44-jarige Emir Kusturica. Twee keer won de Joegoslaaf de Gouden Palm van Cannes, met Vader Gaat Op Zakenreis en Underground. Voor Time Of The Gypsies kreeg hij in 1989 de Regie-prijs van Cannes. Dezelfde onderscheiding ontving hij in Venetië vorig jaar voor Black Cat, White Cat; stellig de meest feestelijke bijdrage aan het festival in Rotterdam. Zo veel vrolijkheid hadden we eerlijk gezegd niet verwacht van Kusturica, want opzijn tweede winst in Cannes leek weinig zegen te rusten. Zijn breed geschilderd, allegorisch fresco over de oorlog in voormalig Joegoslavië werd her en der bestempeld tot Servische propaganda. De regisseur werd daar zo neerslachtig van dat hij aankondigde nooit meer te zullen filmen. Op dat besluit is ijl hij gelukkig teruggekomen. Emir Kusturica: „Voor de grap zeg ik altijd dat ik mijn besluit 1 heb herroepen na het zien van de film La Jour Et La Nuit, van iernard Henri Levy. Deze ichrijver en filosoof is degene ;eweest die, samen met Alain ixrkelkraut, in Frankrijk de ampagne startte tegen Underground met de absurde eschuldiging dat ik een jervische propagandist zou ijn. Ik was toen werkelijk ten inde raad, want die aanval werd gelanceerd in Frankrijks belangrijkste dagblad, 'Le Monde'. En vervolgens bleek nauwelijks iemand bereid om mijn film - waarin ik al mijn aergie, ziel en zaligheid gstopt had - te verdedigen. Dan 'iKu je tot de conclusie dat je er beier mee op kunt houden." .Levy is toen met Alain Delon in dehoofdrol zelf een speelfilm gaan maken over Bosnië. Hij slaat daarin niet alleen thematisch de plank volledig maar in technisch en artistiek opzicht heeft hij bovendien zulke verbijsterende rommel voorgeschoteld dat ik ex- dagen van in een lachkramp heb gelegen. Mijn depressie was in een keer over. Maar in werkelijkheid is mijn comeback voortgekomen uit gewoon het besef dat het voor mij onmogelijk is om dat deel van mijn persoonlijkheid weg te snijden dat met cinema verbonden is. Na Underground J was het heel moeilijk opnieuw iets te maken van een dergelijke omvang en complexiteit. Toen bil besloot ik helemaal terug te keren naar waar ik ooit begonnen was; een komedie zonder al te veel pretenties." Kees Kasander, destijds sa mensteller van het pro gramma-onderdeel Exploding Cinema, zei in 1996: „Ik ben er van overtuigd dat over drie jaar het Rotterdamse filmfestival is veranderd in een tentoonstel ling met beelden via alle moge lijke beelddragers." Kasander is inmiddels filmproducent ge worden en houdt zich nu onder meer bezig met regelen van computertrucs voor een ouder- wetse beelddrager als de bio scoopfilm op celluloid (meest recent Abeltje). Zijn profetie is niet bewaarheid. Rotterdam is nog steeds een 'ouderwets' film festival met de nadruk op film en het programma-onderdeel Exploding Cinema zal ook dit jaar weer een vergeefse poging doen om er echt bij te horen. Toch had Kasander wel een beetje gelijk. Er is wel degelijk sprake van een digitale revolu tie, alleen voltrekt die zich op een welhaast sluipende manier. Dat komt doordat de digitale techniek niet meer maar ook niet minder is dan een dienende techniek. Films worden er beter door, de televisie, de telefonie, de informatie-uitwisseling, het zakenverkeer varen er wel bij, maar in zichzelf is de overgang van analoge naar digitale tech niek geen belangwekkend cul tureel verschijnsel. Dat is ook precies de reden waarom het maar niet wil luk ken met Exploding Cinema. De gefixeerdheid van de samen stellers (Gertjan Zuilhof en Fe mke Wolting) op het hóe is te groot. Festivalgangers zijn ge ïnteresseerd in wie, waarom, waardoor, waarheen, wat, maar minder in hoe. Om de kloof van de Exploding Cinema naar het hoofdpro gramma kleiner te maken is er deze keer (een uiteraard weer om onvertaalbare) kreet aan toegevoegd: Digital New Wave. Onder dit kopje worden films en video's getoond die geheel digi taal zijn opgenomen. Toeschouwers die zich een weg door het dichte bos willen hak ken mogen de toevoeging Digi tal New Wave in de catalogus ook opvatten als een waarschu wing. Ze zullen of te maken krij gen met een overdaad aan ef fectbejag (de toch gepokte en gemazelde festivalregisseur Hal Hartley is in Book Of Life op eens weer een beginner, je ziet hem vooral de mogelijkheden van de techniek verkennen, met als resultaat een vermakelijk verhaaltje dat wordt verprutst door een eindeloze reeks van niet te pruimen veegbeelden) of met producten die ternauwer nood de leukste-thuis-video- show van Linda de Mol ontstij gen. Dat klinkt gechargeerd en is ook zo bedoeld, maar in feite zijn dit precies de twee uitersten waartussen de digitaje beeldre- volutie zich voltrekt. Hans Maas Emir Kusturica: „Voor mij is het onmogelijk om dat deel van mijn persoon lijkheid weg te snijden dat met cinema verbonden is." dan het meest krasse wat er in de film gebeurt - moet je aanvoelen dat dit een film is op het thema onsterfelijkheid. Een komedie weliswaai-, maar toch vanuit de gedachte opgezet dat het leven 'turbulent' is, niet makkelijk en saai is, maar dramatisch, opwindend en veelkleurig." Bij grote scènes met feesten en schijnbare chaos, voelt Kusturica zich in zijn element. Maar we moeten niet denken dat het regisseren van zulke taferelen hem makkelijk afgaat „Het is zwoegen. Je sterft op de set. Ik hoor mensen zeggen dat ze aan Black Cat kunnen afzien hoe leuk het was om deze film te maken. Ze konden zich niet erger vergissen. Het is beestachtig zwaar werk met een miljoen psychologische obstakels, de energie die je samengebald moet houden, honderden mensen die allemaal hopen dat ze met hun bijdrage het beste uit de verf zullen komen. Je moet er als regisseur de tijd voor nemen." „Daarom komen zulke scènes in mijn films veel spontaner over dan bij regisseurs die meer haast maken. Ik heb tijd nodig voor concentratie, improvisatie en desnoods 30 takes van een shot voor ik heb wat me bevalt. Het is een proces waarin de acteurs zien dat ook de regisseur tot het uiterste van zijn mogelijkheden gaat. Want acteurs volgen je alsof ze je kinderen zijn. Zien ze dat je bereid bent te vechten voor het allerbeste, dan doen zij het ook." Pieter van Lierop Scène uit Black Cat, White Cat. Black Cat, White Cat moet het niet hebben van een diepzinnige intrige maar van onstuimige humor en de vitaliteit die Kusturica registreert bij twee zigeunerfamilies die zich opmaken voor een geweldige bruiloft. Maar het bruidspaar is onwillig en er gaan twee Musica Acrobatica en werd het verondersteld enkel over zigeunermuziek te gaan. Toen hoorde ik een verhaal dat werkelijk is gebeurd. Twee families zouden worden verbonden door een huwelijk. Een van de grootvaders ging dood op de ochtend van de begrijpelijk. Want voor zo'n feest is lange tijd van voorbereiding nodig en er worden duizenden mensen uitgenodigd die je niet meer op de dag zelf kunt afzeggen. Dat verhaal is het vertrekpunt geworden voor mijn film." Dood en leven, tragedie en grootvaders dood. Toch zal er gefeest worden. Kusturica: „Een script ontwerp ik met geen andere bedoeling dan er op de set niets van heel te laten. Speciaal was dat het geval bij Black Cat, White Cat. Oorspronkelijk heette het trouwpartijZe hebben hem toen op een tafel gelegd, de ogen weer geopend, zijn feestpak aangetrokken en in een stoel gezet alsof er niets met hem aan de hand was. Het klinkt onwaarschijnlijk maar het is echt gebeurd en het is ook best komedie organisch met elkaar vervlochten, dat is typisch Kusturica zo weten we van ook zijn vorige films. „Ja. Maar het is nog kenmerkender voor zigeuners. Met twee grootvader-s die sterven en ook weer tot leven komen - dat is INTERNATIONAL I FESTIVAL ROTTERDAM vrijdag 22 januari 1999

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1999 | | pagina 11