Omgeving moet zich
aanpassen aan woning
't Is geel en 't gaot terug in d'n tijd
PZC f/
burterigebisd**-
28
woensdag 20 januari 1999
door Richard Hoving
Heel af en toe komt hij in
Zeeuws-Vlaanderen een
nieuwbouwwoning tegen
waarover is nagedacht.
Ontwerper/architect Rigobert
Antheunis uit Axel heeft een
mening en komt daar voor uit. „En
dat wordt niet overal
gewaardeerd."
Antheunis vestigde zich ongeveer
twintig jaar geleden in de
Kerkstraat in het centrum van
Axel. Bijna vijftien jaar van zijn
carrière legde hij zich toe op de
vormgeving van interieurs. Tot
ver over de provincie- en
landsgrenzen sleepte hij
opdrachten in de wacht. Het mede
inrichten van het Nederlandse
paviljoen op de
wereldtentoonstelling in het
Spaanse Sevilla en het
Heinekenmuseum in Amsterdam.
Het zijn twee willekeurige
voorbeelden van zijn lange staat
van dienst als ontwerper, aldus
Antheunis.
De laatste jaren heeft hij zich
toegelegd op het ontwerpen van
woningen en kantoren. Een drang
die hij naar eigen zeggen al jaren
in zich had. Een recent ontwerp
van Antheunis staat tegenover het
woonzorgcentrum Coensdike in
Aardenburg. Het is een modern
vormgegeven, vrijstaande
particuliere woning die op zijn
zachts gezegd uit de toon valt bij
de traditioneel vormgegeven
huizen - twee verdiepingen en een
rood puntdak - in de directe
omgeving. Antheunis wil van geen
kritiek weten. „Wat nou
omgeving. Fuck the context. Ik
zeg het Rem Koolhaas na. Het
boeit mij niet hoe een ontwerp in
de omgeving staat. Waarom het
gaat is dat de bewoners er
tevreden mee zijn."
Antheunis erkent dat zijn
opvatting niet breed wordt
gedragen in Zeeland. Toch peinst
hij er niet over om de omgeving bij
zijn ontwerpen te betrekken.
„Aanpassen aan de omgeving
staat voor onkunde. Een architect
moet zijn werk zo goed doen dat de
omgeving zich bij hem aanpast."
Droevig
Met het werk dat collega
architecten in zijn directe
omgeving afleveren („Op wat zich
buiten Zeeuws-Vlaanderen
afspeelt heb ik niet zoveel zicht.")
is het volgens Antheunis droevig
gesteld. „Door de bank genomen is
het niet bestOver een verklaring
hoeft hij niet lang na te denken.
Geldzucht en onvoldoende
ruggengraat breken de
gemiddelde architect in zijn werk
op. „In de jacht op het grote geld
wordt er niet al te lang nagedacht
over een ontwerp. Het is tekenen
Drie opnamen van het huis tegenover Coensdike in Aardenburg, ontworpen door architect Rigobert Antheu
nis. foto's Charles Strijd
en op naar de volgende klant. "Dat
een architect weerstand moet
kunnen bieden aan een klant,
noemt Antheunis logisch. „Veel
mensen komen met de mededeling
dat ze net zo'n huis als de buurman
willen. Als architect moet je ze dat
uit het hoofd praten. Niemand is
zoals z'n buurman, maar heeft
eigen eigenaardigheden die in een
ontwerp moeten terugkeren."
De woning tegenover Coensdike is
ARCHITECTUUR
volgens Antheunis het
schoolvoorbeeld van een ontwerp
- hoewel het grote
overeenkomsten met een woning
die hij in Axel heeft ontworpen -
dat aansluit op de geheel eigen
wensen van de bewoners. Het huis
vormt een gesloten geheel. De
straat wordt door een zwarte
muur aan het zich onttrokken.
Achter de muur wordt de
geslotenheid nog eens versterkt
door de ronde vorm van het
eigenlijke woonhuis. Het enige
contact met de buitenwereld
maakt de verhoogde uitbouw. De
geslotenheid moet niet worden
uitgelegd als een protest tegen de
woningen in de directe omgeving,
aldus Antheunis. „Natuurlijk,
erger ik mij aan de saaiheid van de
omliggende bebouwing, maar het
ontwerp is bedoeld om de
bewoners zoveel mogelijk privacy
te garanderen."
Moeite
De welstandscommissie van de
gemeente Sluis-Aardenburg had
aanvankelijk grote moeite met het
ontwerp van Antheunis. De
afwijkende goothoogte, hoger dan
drie meter, was het heetste
hangijzer, aldus de architect.
„Onbegrijpelijk. Omdat in het
bestemmingsplan nu eenmaal een
maximale hoogte is opgenomen,
moet ik mij daar aanhouden." Na
een paar brieven over en weer
kreeg Antheunis alsnog zijn
zin.Na bijna twintig jaar als
zelfstandig ontwerper/architect
heeft Antheunis geen
uitgesproken ambities meer. „Ik
heb al veeTgedaan. En wat ik nu
doe, vijf a zes grote opdrachten per
jaar, bevalt prima." De suggestie
dat zijn forse kritiek op de bouw
van nieuwbouwwoningen in
Zeeuws-Vlaanderen om een
actievere opstelling vraagt, wijst
hij van de hand. „Het is echt niet
zo dat alles aan mijn wensen moet
voldoen. Zo werkt het natuurlijk
niet in een democratische
samenleving. Bovendien moet er
wat te klagen over blijven."
Na enig aarzelen zegt hij nog wel
één opdrachtgever op zijn
verlanglijstje te hebben staan. Een
keer voor de gemeente Axel aan de
slag, dat lijkt Antheunis wel wat.
Of het er ooit van komt? Hij
betwijfelt het. „Ik steek mijn
mening niet onder stoelen of
banken. En dat wordt niet overal
en door iedereen gewaardeerd."
an de Culturele Prijs van Hulst, vertelde op de feestavond Van bij ons het
foto Charles Strijd
door Rinus Willemsen
Ge moe nie uit Rusland
kommen om da te kunnen, da
zie de wel eel en nadat Joos deze
woorden had gezegd, liet hij zich
feestelijk toejuichen door de
menigte die op de wei van boer
Vereeken was samengestroomd
om te komen kijken naar Joos.
Joos, die altijd alles beter kon dan
zijn dorpsgenoten, een soort Tijl
Uilenspiegel. Hij dwong met z'n
Kozakkenopvoering niet alleen de
bewondering af van zijn
dorpsgenoten, maar hij werd
ermee bekend in heel zijn streek.
Even een passage uit het
dialectverhaal, dat
meesterverteller George
Sponselee op vrijdagavond 15
januari in een bomvolle zaal van
het Cultureel Centrum Den
Dullaert in Hulst liet horen. Heel
de streek was uitgelopen om het
jaarlijkse evenement 'Van bij ons'
bij te wonen. Weken tevoren was
de zaal al uitverkocht en de
gelukkige bezitters van kaarten
telefoneerden naar elkaar, dat het
gelukt was om de voorstelling bij
te wonen. De feestavond 'Van bij
ons' is eigenlijk een soort
nieuwjaarsreceptie: de mensen
komen elkaar tegen en maken een
praatje. Daarom gaat de zaal ook
zo vroeg open en doen ze meestal
pas ver na middernacht de deur
weer toe. De muziek van het duo
De Accornica's droeg nog een
steentje bij aan de gezelligheid in
de ontmoetingsruimte.
Frans de Schepper is de man die
alles deze avond aan elkaar praat.
Al in zijn welkomstwoord laat hij
er geen onduidelijkheid over
bestaan: de verkiezingen komen
eraan en er moet duidelijkheid
komen. „Welkom burgemeêster
Kessen en burgemeêster
Steenkamp 'ierop de eeste rij, ma
gij zit zo waid uit elkaar. D'r is toch
niks nie ee?" En zulke opmerking
die gaan er bij het publiek goed in.
Maar het niet allemaal politiek en
dialect dat die avond aan bod
komt. De 13-jarige Liselotte Ivens
komt met het lied Smoorverliefd
van de CD Kinderen voor
Kinderen en krijgt heel de zaal aan
haar voeten. Want 'Van bij ons' is
niet alleen een avond voor de
liefhebbers van dialect en locale
politiek, nee ook de jeugd moet
aan bod komen. Daarvoor was
ruim gelegenheid geboden. Pim
Hoek en zijn zoon Paul toonden
zich vaardig op het drumstel en
het operette-gezelschap Grüss
Gott, voor deze keer speciaal
samengesteld uit koren uit Hulst
en Terneuzen, bracht een medley
van Robert Stolz-melodieën. Het
waren vooral de kleding en de
sketches, die veel waardering
oogstten. Vooral het lied Nur du.
De oogappel werd gekroond als
een koning en stapte fier over het
toneel, totdat hij een
petettenstamper in zijn hand
geduwd kreeg als symbool van
macht en heerschappij.
Op 't randje
Anny van Hoecke en Ronald
Möhring, alle twee lid van de
toneelvereeniging Siesaa uit Sas
van Gent, kwamen met een
dialecttoneelstuk. Een paar jaar
geleden was deze vereniging als
eens te gast geweest op een bonte
avond in Hulst en blijkbaar
hadden de spelers de sfeer van die
avond goed in hun neus
opgenomen en bewaard, want met
Piet Scheerders, in 1997 winnaar v
verhaal over Reinaard de Vos.
hun stuk Uit het bed klappen, dat
door Franske dé Schepper met een
paar kwinkslagen werd
aangekondigd, was de sfeer weer
helemaal terug. Het echtpaar
werd met bed en al het schemerige
podium opgereden en Anny roept
direct in haar Sasse tongval uit.
dat ze zo akelig heeft gedroomd,
over de herindeling en dat ze
misschien straks wel bij
Terneuzen zal moeten horen. „En
ik wil nie onder Barbé vallen
jammert ze verder. Ronald weet
haar echter te troosten al heeft hij
eigenlijk wel dezelfde gedachten.
Dat komt duidelijk naar voren als
hij met een bijna niet op te lossen
raadsel komt: ,,'t Is geel en 't gaot
terug in d'n tijd." Anny komt met
een paar antwoorden, maar die
blijken niet te kloppen.
Teleurgesteld over zoveel
onkunde geeft Ronald dan maar
het antwoord van dit toch wel
gemakkelijk raadseltje: ,,'t Is d'n
ZWN-bus naor Zaomslag," roept
hij verontwaardigd uit.
En daarmee is de toon gezet en het
ijs gebroken. De buurtgemeentes
eens even lekker op de hak nemen,
het kan immers, het is Bonte
Avond en alles mag gezegd en
gedaan worden binnen de perken
van het spel en op het podium. Al
snel komt de ene grap na de
andere. Zag ge Sponselee dao
loopen? Nou, die krijg anders ook
goed de kost ee?" En de zaal weet
het te waarderen en beloont de
komediespelers met warm
applaus. Zo gaat dat. de
herkenbaarheid is duidelijk. En
dat wil het publiek. Als Ronald
met een ingewikkeld verhaal
komt en Anny verontwaardigd
uitroept hoe hij aan al die
geleerdheid komt, dan zegt hij
nuchter en koel: Op schoole
geleerd", waarop Anny
gerisseleveerd vraagt: In de
vekantie zeker?"
Onder het koffiedrinken is er dus
al genoeg om over te praten. In de
ontmoetingsruimte wordt weinig
of geen 'OUans gesproken, 't is
allemaal plat. Dat hoort zo: 't
immers toch een avond van bij
ons? En bij ons is het dialect de
voertaal.
Als de gordijnen open gaan (Ellen
Willaert, Miss Zeeland 1998, had
samen met Frans de Schepper het
verdere verloop van de avond
verteld), staat Piet Scheerders op
'tplancier. In 't volle licht. „Jao,
jao", fluistert iemand achterin de
zaal, dat is d'n dïejen van
Ambras, die a in '97 in Ulst de
Kultuurprijs kreeg. Da 's n'n
gladden 'oor."
'n Kletsken waoter
Piet is al bezig met zijn verhaal
over Reinaard de Vos, de gehaaide
schurk, die streek onveilig maakt
en inhalige koning Nobel te
pakken heeft met zijn mooi
verhaal over de schat, die in het
Hulsterbos ligt en de verzonnen
samenzweerders tegen de koning.
„Maor", gaat Piet verder, ,,'t
ver'aol is nie af. Reinaort kom
terug in 'n andere gedaonte en zegt
tegen de konienk:Burgemeêster,
geef de gij mij da zwembad, gij 'oef
da nie voo niks te geven wan voo
niks gao bij mij ook de zonne nie op
ee?' En over dat kletsken waoter,
ao, dao praoten wij nie over. Da 's
de moeite nie waord."
En om de geïnteresseerde zaal nog
wat dichter bij het onderwerp te
betrekken, komt Piet met een lied
van twaalf strofen, waarin die
hele verwikkeling rond het
zwembad uit de doeken wordt
gedaan en het publiek luidkeels
het refrein meebuldert op een
bekende melodie (waar hoorden
we die al eens eerder?):
En ive gaon weer zwemmen
in het 'Ulsterse Bos.
Jao, de braoven en goeien
zijn altijd de klos.
Natuurlijk sluit Ambras de avond
af met het 'volkslied' van het Land
van Hulst:Van verre gekomen,
van verre terug mee vee schööne
dröömen zien we idder terug.'En
daarmee worden de bezoekers
uitgenodigd voor de volgende
bijeenkomst van Van bij ons, op de
derde vrijdag van het volgende
jaar, want deze organisatie is
millenniumbestendig.
Agenda
Schouwsen aevend in
Slot 'Aemstie
Op vrijdag 5 februari vindt er een
Zeeuwse vertelavond plaats in
Slot Haamstede. De avond begint
om 20.00 uur en er zullen
verschillende vertellers voor het
voetlicht treden. Een en ander
wordt muzikaal opgefleurd door
het gezelschap 'Kant'ooi'.
Kaarten zijn voor f 10,-te koop bij
de VW 'Schouwse Kust' in
Haamstede, tel. (0111) 651513.
Daar kunt u ook terecht voor meer
informatie.
Reacties op deze rubriek zijn
welkom. Indien uwilt reage
ren, of ivanneer u een tip
voor ons heeft, kunt u schrij
ven of faxen naar de PZC,
Postbus 18, 4380 AA Vlissin-
gen, fax 0118-470102, onder
vermelding van Streektaal.
JO.W