Enquête Bijlmerramp rijt wonden weer open reportage 29 Daar krijg ik mijn kind niet mee terug Niemand weet raad met zinloos geweld zaterdag 16 januari 1999 Op 25 januari beginnen de openbare verhoren van de parlementaire enquêtecommissie die de Bijlmerramp onderzoekt. Veel slachtoffers en nabestaanden van de vliegramp van 4 oktober 1992 hebben geen enkele boodschap aan dat onderzoek. Gezondheidsklachten, psychische problemen en verbittering over nooit vergoede schade houden hen al genoeg in beslag. „Elk nieuws over de ramp voelt als een dolksteek." Elk jaar in september begint het weer. Dan raakt Ida Puriel depressief. Eerst had ze dat jaarlijks terugkerend 'ritueel' niet zo in de gaten. Maar nu al zes jaar lang slaat het zo tegen oktober weer toe. ..Ik voel me verdrietig, ben somber en zou 's morgens eigenlijk het liefst niet meer uit bed komen." Joyce Asabere-Anim is verbitterd. Sinds de Bijlmerramp kampt ze met rugproble men en een beschadigde knie en heeft ze last van oogirritaties. Haar grootste angst is haar gezondheid. „Wat heb ik tijdens die ramp allemaal mijn lichaam binnen gekregen? En wat heb ik eventueel over gebracht op mijn kinderen die daarna zijn geboren?" „Die parlementaire enquête? Wat heb ik eraan?", zegt Icy Davelaar verbitterd. „Ik heb mijn zoon en zijn vriendin verloren. Mijn verlies is er en ook mijn verdriet. Sinds de ramp is het alsof de helft van mij n leven weg is. Voor mij doet het er niet toe wat er aan boord van dat vliegtuig zat. Daar krijg ik mijn kind niet mee terug." Ruim zes jaar na de ramp met de El Al Boeing in de Bijlmer is de rouwverwer king nog steeds gaande, weten artsen en andere hulpverleners. Niet in de laatste plaats wordt dat veroorzaakt door alle publiciteit. „De klachten en onrust bij de slachtoffers zullen nooit meer worden weggenomen", zegt huisarts W. Hoger- vorst cynisch. „Het is een wond die nooit meer heelt. Daarvoor heeft de politiek te lang gewacht met het nemen van maatre gelen." Dominee Otto Ruff noemt de enquête ..hinken op twee gedachten". Ruff bege leidt verscheidene nabestaanden van de ramp bij hun rouwverwerking. „Ener zijds zijn de mensen blij dat de politiek hun problemen nu eindelijk eens serieus neemt, maar anderzijds vragen ze zich af waarom dat nu pas gebeurt en waarom ze zo lang moesten wachten voor hun klach ten serieus werden genomen." Ontlopen Steeds weer nieuwe feiten en vragen kwa men de afgelopen zes jaar boven tafel. Over de vliegroute van het toestel, over de lading, over betrokkenheid van de Israë lische geheime dienst Mossad, of over ge zondheidsklachten. De publiciteit reet steeds opnieuw nauwelijks geheelde wonden open. Icy Davelaar voelt elk nieuwsfeit over de ramp als een dolk steek. „Het is nog steeds alsof het alle maal gisteren is gebeurd. En je kunt het niet ontlopen." In 1991 verhuisde zij met haar gezin van een flat in de Bijlmer naar een eengezins woning in Haarlem. Vooral haar toen 17- jarige zoon zocht zijn oude vrienden in de Bijlmer nog regelmatig op. Zo ook die fa tale zondag. Samen met zijn vriendin van achttien en hun eenjarig kind waren ze op bezoek bij vrienden. Die avond zouden ze naar de bioscoop gaan: de baby bleef bij de vrienden slapen. Op de bromfiets ging het tweetal nog snel even naar de avond super om een pak melk te halen voor hun kind. Op de terugweg reden ze net onder het tunneltje van de flat Groeneveen toen het vliegtuig neerstortte. Na de ramp zocht lev Davelaar op advies van haar huisarts hulp bij de Riagg. De hulp bleef beperkt tot enkele gesprekken. „Ze begrepen mijn verdriet niet. Zaten me maar een beetje aan te staren. Ik kreeg het gevoel van: wat doe ik hier?" Een later in geschakelde maatschappelijk werkster voelde haar ellende beter aan. „Als ik huilde, huilde zij met me mee." Ook die hulp was van korte duur. Zo goed en zo kwaad als dat ging probeerde Da velaar zich door het leven te slaan. Zonder professionele bijstand, zonder contacten met lotgenoten. Het is het verhaal van veel slachtoffers. Zij voelen zich in de steek gelaten. Angst Zoals Ida Puriel, net als Davelaar afkom stig van Curasao. Zij mijdt alle publici teit. Dat er een parlementair onderzoek komt is haar dus ontgaan. Ida Puriel is de ramp nooit echt te boven gekomen. ..Ze ker de eerste jaren waren moeilijk. Altijd op mijn hoede, altijd dat gevoel van on veiligheid. Het werd zo erg dat ik op een bepaald moment helemaal mijn huis niet meer uit durfde te komen. Dat kreeg ook zijn weerslag op de kinderen. Ik was zo doodsbang, dat ik hen zelfs verbood nog buiten te spelen. Altijd bang dat er weer iets zou kunnen gebeuren." Tijdens de rampdag was ze op bezoek bij familie, precies tegenover haar flat in Groeneveen. Thuis lag partner Johnny te slapen. Enkele minuten voor de crash hadden twee van haar kinderen nog ge probeerd hem te wekken en waren toen weer naar buiten gegaan. Vanuit het raam zag Ida het vliegtuig op haar flat neerstortten. In blinde paniek rende ze naar buiten, niet beter wetend dan dat haar partner en kinderen verplet terd waren door de brokstukken. Maar als door een wonder had Johnny zich in vei ligheid weten te brengen en ook de kinde ren bleken ongedeerd. Toch was de schok te groot. Acht jaar eerder was Ida's oudste dochter omgekomen bij een brand op Cu- ra?ao, en nu al die vrienden en buren in de Bijlmer wie hetzelfde noodlot trof. Sindsdien heeft de angst Ida in zijn ban. Vlak na de ramp kreeg ze korte tijd hulp van een psychiater. Toen het gezin een wo ning kreeg in Almere, verwaterde ook dat contact ..Ik had ook niet het gevoel dat het echt hielp. Naar mijn idee was het ver spilling van tijd. Nu vind ik kracht in de bijbel Dat helpt. Toch had ik meer bege leiding van deskundigen verwacht. Naar mijn gevoel hebben ze de mensen gewoon laten stikken." Prof. dr. B. Gersons, hoogleraar psychia trie van het Academisch Medisch Cen trum (AMC) in Amsterdam, heeft jaren lange ervaring met de behandeling van de zogeheten 'posttraumatische stress stoor nis' (PTSS). Zo behandelde hij onder an deren honderden politiemensen die in hun werk ernstige traumatische ervarin gen opliepen. Sinds de Bijlmerramp be handelde Gersons zo'n vijftig mensen met PTSS en ook nu nog melden zich slachtof fers bij hem aan. Gersons kan wel verklaren waarom dat zes jaar na de vliegramp nog steeds ge beurt. „Veel mensen stelden de vraag om hulp uitVaak waren ze nog eindeloos ver wikkeld in de afhandeling van hun scha declaims. Dat leidde niet zelden tot woe de, waardoor mensen eenvoudigweg niet in staat waren die stap naar behandeling te maken." Gersons onderkent het feit dat veel slachtoffers zich door de hulpverlening in de steek gelaten voelen. „Toen de Bijlmer ramp plaatsvond, was er in Nederland vrijwel geen ervaring met dit soort ge beurtenissen. Omdat het zo'n groot aantal slachtoffers betrof, werden veel mensen ook behandeld door particuliere psycho therapeuten'en de Riaggs. Vaak hadden die de kennis over PTSS niet in huis." „Veelal werd een groepsbehandeling aan geboden van drie bijeenkomsten, met maar weinig echte resultaten. Daardoor kregen de mensen vaak het idee: meer hebben ze ons niet te bieden. Nu horen slachtoffers dat je door de toegenomen kennis wel degelijk behandeld kunt wor den en melden zij zich alsnog aan." Volgens Gersons zijn de resultaten van een behandeling gunstig, ook jaren na een traumatische ervaring. „De herbeleving verdwijnt en men kan beter functioneren. Alleen de concentratie keert soms niet - meer volledig terug." Het inmiddels ont wikkelde behandelprogramma bestaat uit zestien zittingen en is erop gericht de traumatische ervaring te verwerken. Ger sons: „Door die ervaring blijf je zo ontre geld dat je angstsysteem op scherp blijft staan. Mensen zijn gefixeerd op de angst dat die ramp zich weer kan herhalen. Ze zijn zo in een kramp geraakt, dat het zelfs angstig is het gebeurde los te laten. Door terug te gaan naar die ervaring neemt die fixatie af." Tekenen Joyce Asabere-Anim uit Ghana zegt niet meer te kampen met psychische proble men. Ze heeft een video met beelden van de ramp. „Eigenlijk meer om aan vrien den te tonen, maar telkens als ik die beel den zie, krijg ik het toch weer moeilijk." Ze haalt haar schouders op over de enquê te. „Stel dat ze nog meer dingen te weten komen, wat dan? Je kunt daar toch geen mensenlevens mee terug krijgen?" Samen met haar drie broers woonde Asa- bere op de achtste verdieping van de even eens getroffen flat Klein Kruitberg. Op het moment van de crash was ze juist be zig met koken. „Ineens hoorden we een enorm lawaai. We gooiden de voordeur open en zagen een vuurzee die snel dich terbij kwam. We waren radeloos, want wat moest je doen op zo'n hoogte? De buurman sloeg de glaswand tussen de balkons kapot en kwam in totale paniek naar ons toe." Het groepje besloot via de trap een vluchtweg te zoeken. De lift was, met mensen erin, door decrashgeraakt. Strui kelend over haar benen rende Asabere oranje voor het vuur heb de hele dog in de flat er tegenoverstaan behangen li waar je zo gek op was wit als het as dat overbleef van de flats van mij en ik zal hem nooit en nooit vergeten vlag von Aruba, ster van 4 windstreI maakt met ogen en haren en neus en mond en n ami est mort ou il est encore en vie eel rookten samen een zonetje erbij die voor eeuwig mog blijven scheinen 'H rr deze bloem gaat niet doodj- alle andere wel ik heb ee heb ik een groot oot Het monument ter nagedachtenis aan de Bijlmerramp. voor haar leven. „Pas beneden zagen we dat er een vliegtuig op de flat was neerge stort. Vanaf de bovenste verdiepingen sprongen mensen zo in de vlammen." Door haar vlucht raakte zij deels invalide. Haar vroegere beroep als naaister kan ze niet meer uitoefenen. Ze is verbitterd over de schadevergoeding van Boeing. „Pas na twee jaar kregen we ons geld. Lang niet genoeg voor alles wat wij kwijt waren, nog los van de lichamelijke gebreken die ik heb opgelopen. Onze advocaat zette ons onder druk om akkoord te gaan en een papier te tekenen. Met veel slachtoffers is het zo gegaan. Ze tekenden, terwijl ze niet eens begrepen waarvoor. De mensen wa ren al dat gesol met advocaten gewoon beu." Schandaal Vliegtuigfabrikant Boeing weigert infor matie te geven over het aantal slachtof fers dat een schadevergoeding ontving. Volgens geruchten zou in totaal dertig miljoen gulden zijn uitgekeerd. Die ge heimzinnigheid is een van de vele grieven Reddingswerkers in de puinhopen na de ramp met de El Al Boeing op 4 oktober 1992. foto Harmen de Jong over de afwikkeling van de gevolgen van de ramp die advocaat mr. B. van der Goen dwarszitten. Van der Goen is een van de laatste advoca ten die zich nog steeds intensief met de crash bezighoudt. Hij npemt het een grof schandaal dat er zes jaar na de ramp nog steeds een paar honderd claims lopen die op afwikkeling wachten. „Maar niet al leen Boeing, ook de staat is aansprakelijk door allerlei zaken te blijven verhullen. Maar goed, daarvoor hebben we dus die parlementaire enquête." Meest urgent is volgens Van der Goen dat mensen met gezondheidsklachten cen traal, door een team van gespecialiseerde artsen, worden onderzocht. Aan de en quêtecommissie heeft hij de namen van enkele tientallen mensen met gezond heidsklachten overhandigd, met het ver zoek hen te horen„Als minister Borst van volksgezondheid niet snel maatregelen neemt, span ik een kort geding aan om een dergelijk gezondheidsonderzoek af te dwingen Ook Ida Puriel viste achter het net. De Amerikaanse advocaat die haar bijstond met mooie beloften kreeg geen cent van Boeing los. Onlangs is zij nog onderzocht door een psychiater om uit te maken of ze mogelijk psychisch leed aan de ramp heeft overgehouden, waardoor er alsnog een financiële vergoeding zou kunnen ko men. Haar partner Johnny ontving tien duizend gulden omdat hij op het moment van de ramp in de flat verbleef. „Sinds de ramp is hij een totaal ander mens gewor den. Erover praten kan hij niet meer. Hij accepteert dus alles." Puriel zet geen voet meer in de Bijlmer. Slechts een keer is ze er nog terug geweest, enkele jaren na de ramp. „Er was een ten toonstelling en een korte herdenking. Nooit ga ik meer terug. Ik vind het er doodeng." Icy Davelaar gaat nog regelmatig. „Elk jaar naar de herdenking op 4 oktober en altijd op 21 februari, de verjaardag van mijn zoon. Als ik in de buurt ben ga ik ook altijd even bij het monument langs. Ik steek een kaars aan of leg een bosje bloe men." Sinds een jaar is er wat lucht gekomen in haar verdriet. Bij toeval kwam ze in con tact met dominee Ruff en enkele nabe staanden van de vliegramp. „Ze hebben hetzelfde meegemaakt. Na het samen praten, huilen en lachen was er eindelijk wat opluchtingVoor het eerst in al die ja ren." Thea van Beek Nederland rouwt om de dood van twee meisjes in Gorinchem. De meest recente slachtoffers van zinloos ge weld, een fenomeen dat ons land al geruimte tijd teistert. Het einde lijkt nog niet in zicht, ondanks de opnieuw heftige discussies die nu over dit onderwerp zijn losgebar sten. Het is een probleem van de maatschappij, en diezelfde maatschappij moet het oplos sen. „Je kunt pas wat doen, als je die zwijgende meerderheid weet te mobiliseren. Zondagmorgen 20 december, half vijf. Vier mannen wordt de toegang geweigerd tot een discotheek in het centrum van de Rotterdam, waarbij het groepje in het halletje bij de deur ruzie maakt met de por tiers. Eén van de mannen trekt een vuurwapen en schiet in de lucht. Iemand van de be veiliging krijgt een klap De ongewenste bezoekers worden vervolgens naar bui ten gewerkt. Wederom wordt er geschoten, maar de kogels treffen geen doel omdat het personeel de deur net op tijd weet te sluiten Een paar dagen later wordt een 29-jarige Rotterdammer aangehouden. Hij wordt er van verdacht de schoten te hebben gelost. Zo maar een recent incident, in hartje Rotterdam. En in dit geval liep het goed af, zegt po- litie-inspecteur Wim de Rooij. Het was slechts een kwestie van geluk, dat er geen slachtoffers vielen en dat er de volgende dag geen bloemen lagen, foto's werden neerge zet en kaarsjes werden ge brand Zoals in Gorinchem. Daarlie ten afgelopen weekeinde twee meisjes het leven, toen er met een vuurwapen door de deur van een discotheek werd geschoten. En voor de zoveel ste keer was er afschuw, klonk er de roep om een einde aan het geweld te maken Weg met al die vuurwapens, plaats ca mera's in uitgaansgebieden, ga meer mensen fouilleren... Bovenkamer De Rooij, ervaren als hij is, twijfelt. „Er is één ding waar je niet aan kunt komen", ver zucht hij, „en dat is de boven kamer van iemand. Wat gaat er om in iemands hoofd? In hoeverre zorgen alcohol en drugs ervoor dat iemand geen gevoel voor realiteit meer heeft?" De verloedering van de maat schappij is voor hem niets nieuws. Als politieman ziet hij als geen ander hoe kwets baar beschaving is. „De agressiviteit van tegen woordig. Ook op dat punt ver loedert de zaak. Stap je bij voorbeeld in de metro en zie je iemand zitten met een tas naast zich. dan moet je eens vragen of hij die wil wegha len. Dan krijg je toch een grote smoel! Dat is de mentaliteit van tegenwoordig." De voorbeelden stapelen zich op. Schietpartijen in het uit gaansleven zijn helaas geen uitzondering meer. Recent nog moest ook zijn baas, korpschef B. Lutken, het ant woord schuldig blijven. De ooi-zaak van al dat zinloos geweld is volgens Lutken vooralsnog met raadselen omgeven. „Er is niet alleen een toename van geweld op straat, maar ook in huiselijke kring en in de uitgaanswe- reld. Het is een soort maat schappelijke trend. Kennelijk scoor je hiermee", zegt de hoofdcommissaris Normbesef Het is iets wat De Rooij onder- schrijft Als voorbeelden noemt hij het voetbalvanda lisme. de vechtpartijen, de onverdraagzaamheid. „Er zou een mentaliteit moeten ontstaan dat dit soort figuren door de maatschappij wordt uitgekotst. Je merkt nu wel dat de maat vol is. Alleen, wat kun je nog meer doen? Hoe breng je mensen normbesef bij? Kijk, ik ga over de opvoe ding van m'n eigen kinderen. Maar ik ga niet over anderen. Dat moeten die ouders doen." Een medewerker van slacht offerhulp vroeg zich recent af waarom er geen beweging te gen zinloos geweld ontstaat. Demonstraties van honder duizenden mensen, net zoals destijds tegen kruisraketten.. De Rooij: „De nationale on vrede wordt steeds groter. Maar er is altijd nog een zwij gende meerderheid. Dat zag je ook na Meindert Tjoelker Iedereen was verontwaar digd. Maar sindsdien heeft er weer een aantal incidenten plaatsgehad, en zijn we nog even ver. Je kunt pas wat doen, als je die zwijgende meerderheid weet te mobili seren." Marcel Potters

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1999 | | pagina 29