In Zundert sluimeren de beroemdheden Op naar de vennetjes door het oog van Wim Riemens 31 0OM Zundert woensdag 13 januari 1999 door Roeif Reinders Eigenlijk wil hij er meer mee doen. Zundert, daar is Vincent van Gogh geboren. Maar wie weet dat eigenlijk? Kees Verdaasdonk van de VW heeft nog wel een paar ideetjes. Zoiets als ze in Arles doen bijvoorbeeld. Als je daar komt, kondigen ze mijlen van tevoren aan dat daar het bruggetje staat dat Van Gogh nog heeft geschilderd. Kun je ook in Zundert doen zoiets. Hij ziet het al voor zich. Grote armgebaren. Op de heide zo een lijst en als je daar dan doorheen kijkt dat je dan net zo'n sfeerbeeld ziet als Vincent heeft geschilderd. Typische Van Gogh-dingetjes als knotwilgen en vennetjes. Op z'n zestiende, in 1869, vertrekt Vincent naar Den Haag. Zijn geboortehuis aan de Markt 26 is er niet meer. Maar ze hebben wel een echte Van Gogh, daar in Zundert. Dat hangt in het Cultureel Centrum Van Gogh. Een tekening uit 1867 van twee arbeiders leunend op hun schop, hij was toen veertien. „Als kinderen hier komen, lopen ze er gewoon langs" vertelt Verdaasdonk. „Maar als ik dan zeg dat dat zo'n honderdvijftigduizend gulden heeft gekost, willen ze het allemaal zien. En wat hoor je dan? 'Kanik ook!'" Laatste brief Op het pleintje bij de Hervormde kerk staat een beeld van Vincent en zijn broer Theo, gemaakt door Ossip Zadkine en in 1964 door Juliana onthuld. "Door mijn tussenkomst zijt gij deelachtig geworden aan de schepping van zekere doelen die zelfs bij een ineenstorting hun rust blijven behouden", staat op de sokkel maar dan in het Frans. Een fragment uit de laatste brief van Vincent aan Theo. Het zwarte hek rond het hervormde kerkje is dicht. Terwijl daar toch het graf ligt van Vincents broertje Vincent. Hij heeft hem nooit gekend, hij overleed in 1852 kort na zijn geboorte toen Vincent de schilder er nog niet was, vertelt Jan Berends, de preses van de kerkenraad. Hij komt net aanlopen, even kij ken hoe ze dat s traat j e achter de kerk hebben herbestraat. Het graf van Vincent ligt naast het pad. „Laat de kinderkens tot mij komen, want derzulken is het Koningrijk Gods", staat erop. „Koninkrijk met een g", merkt Berends op. Verdraagzaam In het zaaltje naast de kerk hangt een lijst met de oud-predikanten. Nummer 25: Theodorus van Gogh (1849-1871), Vincents vader, die nog hulppredikant in Middelburg is geweest. Zo'n kleine protestantse gemeente in een overwegend katholiek gebied, dat heeft wel toestanden opgeleverd, zegt Berends. Verstoring van diensten en zo, maar dat was vlak na de kerkhervorming. Vandaag de dag gaat het goed. „Dat is een kenmerk van het zand. De mensen zijn hier verdraagzaam." Dat mag dan zo wezen, tussen Zundert en Rijsbergen, een dorp verderop, botert het niet zo. „Rijsbergen was eerst zelfstandig", vertelt Verdaasdonk. „Daar hadden ze alles dicht bij de deur. Maar nu moeten ze hier naartoe, voelen ze zich een ondergeschoven kindje. Ze letten er erg op dat het geld wel goed wordt verdeeld." Maar die strijd, dat is vooral politiek, verzekert Verdaasdonk. Vroeger spanning komt ook omdat de vrachtauto's zo door Rijsbergen raasden. Toen liep er een grote weg van de randstad door Rijsbergen en zaten er nog vrachtautobedrijven en opslagbedrijven in Zundert. En echt, zegt Verdaasdonk, vijf, zes keer per jaar vloog er in had hij een café in Rijsbergen, Kees' café. Negentigprocent kwam gewoon uit Zundert. En die Rijsbergenaren, die kopen hun brood ook bij Jan Bruijns in de Zundertse Molenstraat. Nu hij erover nadenkt, die Rijsbergen een vrachtauto uit de bocht. „Oh jongen, echt niet normaal. Terwijl er toch een bumper voor bescherming stond. Eén keer zijn er vijf huizen vernield. En één pand is wel twintig keer geraakt. Toen hebben ze een snelweg langs het dorp geëist. Maar dat wilde Zundert niet, bang om haar handelspositie te verliezen. Maar die weg is er gekomen, de A16." Dichteres Van Gogh is niet de enige beroemdheid die in Zundert heeft gewoond. Ten westen van de het dorp, op de Buisse Heide, lag het landgoed van dichteres Henriette en kunstenaar Richard Roland Holst Aan de Roosendaalsebaan staat nog het vierkante witte buitenhuisje waar ze elke zomer zaten. Niemand thuis. "Agorahoeve 1900", staat op het stenen bankje naast het huis. Het rieten dak is groen bemost. Een paar honderd meter verderop staat een theekoepel. „Daar dronk Henriette altijd thee", vertelt Fons Wagemakers. „Ze had altijd een vaste wandelroute door het bos. Daarna, 's middags rond een uur of twee, ging ze naai de koepel en bracht het dienstmeisje Sophie haar thee met koekjes." Wagemakers zag haar altijd wel lopen. Hij weet nog precies welke route ze steeds maakte. Zijn vader was bij haar in dienst als bosarbeider op het landgoed om de paadjes netjes te houden en de sloten schoon te maken. Ze woonden in een huis dat speciaal voor het personeel was gebouwd. Wagemakers woont daar nog. „Een goede vrouw, Henriette, maar aartslelijk. Iedereen kon met haar praten. Tegen mij deed ze niet uit de hoogte maar voor mij was ze God. Ze was dichteres en landeigenaresse, dat is toch hé. Als ze wandelde, durfde ik haar niet aan te spreken. Ik dacht dat ze dan een nieuw gedicht aan het bedenken was." Zijn moeder heeft nog bij de Hoists in Bloemendaal gewoond. Dat kwam, zijn moeder was de dochter van een boswachter en die kon toch niet de zoon van een bosarbeider trouwen? „Jaren dertig", zegt Wagemakers. „Standsverschil." Maar ze waren wèl verliefd. Zijn opa verbande z'n dochter naar de Hoists in het westen als hulp in de huishouding. Als straf om haar geliefde te vergeten. Na bijna twee jaar kwam ze terug en zijn ze toch getrouwd. Fons werd de laatste van zeven kinderen. Route Hij heeft een idee. Hij wil een Henriette Roland Holstwandeltocht uitstippelen, precies de route die zij steeds maakte. En dan met panelen met gedichten langs de paadjes. Het staat allemaal al op papier. Dan gaat hij mee om tekst en uitleg te geven. Hij heeft 't er al met Verdaasdonk van de WV over gèhad. Tot z'n veertiende heeft Wagemakers haar meegemaakt, in 1952 is ze gestorven. „Ze kwam altijd speciaal naar ons huis om haar eksteroog door mijn vader te laten uitpeilen. Dan zat ze met haar voet op de stoel." Wagemakers heeft haar man Richard niet gekend. Maar van zijn oma, die in het boswachtershuisje naast de Agorahoeve woonde, kent hij nog wel een gek verhaal over 'Rik'. Frank Franken, een jongetje uit Zundert, kwam wel eens bij zijn oma logeren. Ging hij altijd tekenen in het bos. Wagemakers' oma zei dat hij maar 'ns bij het theehuis moest gaan tekenen. Want daar kwam Richard thee drinken. En hij wilde Franks tekeningen wel zien ja. En serieus, hij verscheurde ze allemaal. „Je leert het nooit", zei hij. „Je moet eerst leren denken, eerst de basis van het leven leren kennen." Frank moest een simpele aardappel tekenen. En die was goed. Richard was tèvreden en gaf Frank een gesloten envelop met inhoud. Daarvan moest hij naar de universiteit in Amsterdam. Frank heeft het nog tot hoogleraar geschopt. Rik stierf in 1938. Toen brak Henriette's stille periode aan, zegt Wagemakers. „Maar ik denk niet dat ze veel verdriet had. Het was een platonisch huwelijk. Rik had een verhouding met Ina Santhagens en die nam hij gewoon mee naar de Agorahoeve. Ina en Henriette waren de beste vriendinnen." En Henriette, heeft zij nog avontuurtjes gehad„Ze is wel naar Rusland geweest", zegt Wagemakers. „Daar is niks van beschreven. Dus je weet het niet hè?" JÈ> Het staat inmiddels zo'n zeventig jaar aan het Kanaal door Walcheren in Middelburg. Pal naast het hoofdkantoor van Delta Nutsbedrijven. Het gaat om het gemaal Boreel, in 1928 gebouwd door de Polder Walcheren en inmiddels onder de hoede van waterschap Zeeuwse Eilanden. Begin jaren negentig nam Wim Riemens er een foto van. Hoewel de pensiongerechtigde leeftijd allang voorbij, doet het gemaal nog steeds dienst en is het een onmisbare schakel in de waterhuishouding. Dat is de afgelopen natte periode weer eens overduidelijk gebleken. 'De Boreel', zoals ingewijden het gemaal liefkozend noemen, is aangewezen tot beschermd monument, zodat de strakke, strenge en kenmerkende lijnen van het gebouw niet onder de slopershamer vallen. Bij de in Zeeland spreekwoordelijke strijd tegen het water wordt meestal aan verdediging tegen de zee gedacht. Er is ook een andere kant van de medaille: het dagelijkse gevecht tegen het zoete water. In die strijd levert Boreel - genoemd naar het hoofd technische dienst van het waterschap, jonkheer J. Boreel - vitaal als nooit tevoren een belangrijk aandeel. Het gemaal is recent inwendig flink aangepast. Een dieselpomp, die volgens een wakkere Middelburger teveel lawaai maakte, is vervangen door een elektrische. In stilte verricht Boreel nu zijn werk. De dieselmotor uit 1953 is trouwens als.industrieel monument nog in het gebouw aanwezig. Walcheren heeft de vorm van een schotel: hoge randen door duinen en dijken en een laag middendeel. Die ondiepe kom loopt bij regenval snel vol. Lang is er begin twintigste eeuw gepraat over een plan om de kom van Walcheren ook in de winter droge voeten te geven. De kosten vormden, als gebruikelijk, steeds een struikelblok. Het zeer natte jaar 1927 effende de weg voor bouw van een nieuw gemaal dat het overtollige polderwater uit zou moeten slaan op het Kanaal door Walcheren. In 1929 was het zover voor een bedrag van 545.000 gulden. Het gemaal overleefde de Tweede Wereldoorlog met inbegrip van de inundatie van Walcheren en is nu volledig gemoderniseerd paraat. Veel lezers herkenden het karakteristieke gebouw. Uit de stapel goede oplossingen werden als winnaars getrokken: W.F. Stroo uit Goes, familie Pieterse uit Apeldoorn en Carla de Looff uit Nieuw- en Sint-Joosland. Zij ontvangen een waardebon. De vraag van de nieuwe opgave luidt: wat is de naam van het dorp, waar Wim Riemens deze foto maakte? Oplossingen kunnen tot en met uiterlijk zaterdaglö januari worden gezonden naar: redactie PZC, Buitengebied, postbus 18, 4380 AA, Vlissingen, fax 0118-470102, e-mail redactic@pzc.nl. Onder de inzenders van goede oplossingen worden drie waardebonnen verloot. ZUNDERT

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1999 | | pagina 31