Er zullen altijd varkens blijven
Het is een beetje hollen of stilstaan
buïten gebied'"*
29
woensdag 13 januari 1999
Spanje en Duitsland, waar de
milieu-eisen minder zwaar zijn en
in de loop van het vorig jaar
kwamen Amerika en Canada met
aanzienlijke uitbreiding van de
varkensstapels. Daar stond
tegenover dat de vraag vanuit het
Verre Oosten en Rusland sterk
daalde als gevolg van economisch
terugval daar.
Maatschap
Voor Poppelaars betekent de
daling van de prijzen, dat hij
wekelijks een bedrag van 7.000,-
verliest. De onderneming, die hij
als maatschap heeft met zijn
vrouw Wilhelmien, is primair
gericht op de productie van beren
voor kunstmatige inseminatie.
Om zestig topdieren per jaar te
krijgen, worden tienduizend
biggen geboren die elders worden
afgemest of die als
vermeerderingszeugen op de
markt worden gebracht. Behalve
de zestig topdieren die wereldwij d
worden gebruikt voor
vermeerdering en zo'n
honderdtwintig tot
honderd vijftig beren die tot de
subtop horen, heeft Poppelaars
dus een aanzienlijk bijproduct. De
duizenden biggen die daaronder
te rangschikken zijn, moeten
normaal gevoed worden en zijn
leveren dus een kostenpost op in
dezelfde orde van grootte als op
willekeurig welk ander bedrijf.
Poppelaars: ,,Op mijn bedrijf is de
kostprijs van een big 90,- en de
afgelopen tijd hebben we 55,-
gevangen. Voor mestvarkens komt
de kostprijs op 26 0 en we vangen
1,65. Zo kom je op dat bedrag
van 7.000,-verlies per week. Of
ik daar gek van word? Nee, dat
hoort bij het ondernemersrisico.
Wij zijn vijfentwintig jaar bezig,
waai-van drieëntwintig jaar hier
in Kortgene. In die hele periode
hebben we nooit anders
meegemaakt dan dat er een cyclus
was. Je bouwt reserves op en zo
kom je slechte jaren door. Maar
wat nu gaande is, mag niet al te
lang duren. We gaan nu wel erg
lang door een heel diep dal. Voor
heel veel bedrijven heeft de
situatie van het afgelopen jaar al
er mest van Brabant naar hier
gebracht; die kun je net zo goed
hier laten produceren. Ik heb het
dan niet over megabedrijven. Wat
op Tholen gebeurt, dat is een ramp
voor het eiland. Maar op beperkte
schaal zou er best nog wat kunnen.
Inplaats daarvan wordt iedereen
gekort. Voor ons heeft het
betekend dat we tien procent
varkensrechten hebben
bijgekocht. Alles is ingericht op
een bepaald aantal dieren en je
kunt niet zomaar ongestraft
inkrimpen. De herstructurering
heeft ons ongeveer een ton gekost.
En daar komt nog iets bijWe
hadden de zaken goed voor elkaar.
Door aanpassing van het voer
hadden we 33 procent
milieuruimte gecreëerd. De
overheid heeft ook die 33 procent
afgepakt. In principe is dat
diefstal."
Tegenactie
Poppelaars is zich eivan bewust:
de varkenshouderij geniet in dit
land geen grote populariteit. De
steeds herhaalde beelden van
massaal gedode varkens in de
periode van de pest en de recente
actie van 's lands zedenpreker
Youp van 't Hek ten faveure van
het scharrelvarken hebben de
sector geen goed gedaan. „Een
merkwaardige presentatie van
wat er eigenlijk gebeurt," zegt de
Kortgeense varkenshouder. „LTO
heeft direct een tegenactie in gang
gezet en ik denk dat dat goed
gewerkt heeft. Ik zat zelf
misschien ook wel liever met vijf
zeugen in en hutje op de hei. Het
zou best leuk zijn elke dag een
stukje te gaan wandelen met de
varkens. Maar we hebben het
gewoon over een economische
bezigheid waarbij je je kostprijs zo
laag mogelijk probeert te houden.
Ik heb geen enkele moeite met
foto's Dirk-Jan Gjeltema
wettelijke eisen die aan het
welzijn van de dieren worden
gesteld. Wie kennisneemt van de
gang van zaken, zal zien dat de
beesten op ons bedrijf en op
verreweg de meeste bedrijven er
glanzend en tevreden bijlopen. Ze
hebben het niet slecht. Een mens is
ook niet per definitie gelukkiger
in een groot landhuis dan in een
flat. Als het gaat om
scharrel varkens; wij staan open
voor wat de consument van ons
vraagt. Maar al die jaren dat
daarover wordt gepraat, blijkt uit
de praktijk dat het scharrelvarken
niet echt wordt gewaardeerd. In
Nederland worden er op dit
moment zo'n vijfhonderd per-
week geslacht en dan heb je het
gehad. De consument vindt het te
duur. Uit het koopgedrag kun je
opmaken dat wij blijkbaar nog
altijd een goed stuk vlees op de
markt brengen. Er zullen altijd
varkens blijven, dus wat dat
betreft is er toekomst. Het is beter
de zaak inNederland goed op orde
te hebben dan uit te wijken naar
het buitenland. Dan krijg je vlees
van bedrijven waar minder
strenge eisen worden gesteld aan
het milieu en het welzijn van de
dieren. Het gaat op dit moment
slecht. Het enige wat ik kan doen,
is doorgaan. Proberen er het beste
van te maken. Ik heb altijd mijn
best gedaan, goed voor de beesten
gezorgd. En ik kan niet zomaar
iets anders."
Varkenshouder Bert Poppelaars: „Het is niet reëel dat alle bedrijven gedwongen worden in te krimpen."
door A. J. Snel
Een feestelijke foto was het, die
eind mei 1997 vanBex-t
Poppelaai-s uit Kortgene werd
gemaakt. De varkenshouder
stelde zich met een forse big in de
armen op bij de ingang van zijn
erf. Naast een vlag. Die had hij
uitgehangen omdat het bevoegd
gezag had vastgesteld dat zijn
bedrijf vrij was van pest. Het leed
was geleden; nadat de
onderneming 77 dagen op slot had
gezeten omdat er de verdenking
van een besmetting was geweest,
kon Poppelaars weer varkens
afvoeren. De aanvoer van sperma
van elders had niet de gevolgen
gehad die men had gevreesd.
Sinds die dag is er weinig reden
meer geweest voor het uitsteken
van vlaggen. Nadat zijn bedrijf
was vi'ijgegeven, kon Bert
Poppelaars de ovei-tollige dieren
verkopen. Normaal bieden zijn
stallen niimte aan
vijfentwintighonderd varkens in
diverse maten; in de weken van
afgrendeling liep het aantal op tot
ruim het dubbele. De extra
varkens waren ondergebracht in
paardenstallen, in containers en
in de gangen van de
varkensstallen. „Een geluk bij een
ongeluk wasdat het voorj aar was
De paarden konden naar buiten.
Uiteindelijk is de ellende voor ons
bedrijf beperkt gebleven als je het
vergelijkt met mensen die
compleet hebben moeten ruimen.
Dat is nog een paar fracties erger.
Wij zaten met te zware, moeilijk te
verkopen dieren maar in oktober
1997 hadden we de zaak weer op
orde. Emotioneel is dat een
moeilijk jaar geweest, maar
uiteindelijk hebben we financieel
goed gedraaid. Dat gold ook voor
de eerste maanden van het vorig
jaar. De prijzen wai-en toen niet
slecht."
Dramatisch
Dat veranderde in de loop van
1998. De prijzen kelderden
dramatisch. Veel Nederlandse
varkenshouders weken in de
periode van de pest uit naar
tot de ondergang geleid en wij
houden dit ook niet nog eens twee
jaar vol. Wat je in vijfentwintig
jaar hebt opgebouwd, kan in twee
jaar verdwenen zijn. daar is niets
tegen te doen. Je hebt de prijzen
niet in de hand. Je bent onderhevig
aan mondiale ontwikkelingen. Je
kunt je best doen en een naam
opbouwen, zoals wij hebben
gedaan. Meer is niet mogelijk. Ik
kan daar niet wakker van liggen.
Je bent nu eenmaal ondernemer en
dus loop je risico."
Diefstal
Minder laconiek is Poppelaars
over de manier waarop de
overheid de vax-kenssector de
afgelopen tijd heeft benaderd. Hij
spreekt van diefstal. Zijn bedrijf is
vrij gebleven van de pest, maar hij
ondervindt indirect wel de
gevolgen van de epidemie. De
toenmalige minister van
Landbouw, Jozias van Aartsen,
gi-eep aan het eind van 1997 de
pestuitbraak aan om de sector van
de varkenshouderij te
herstructui-eren, dat wil zeggen in
te krimpen.
Poppelaars: „Er is ons - ook dooi
de overheid - in de jaren vóór de
pest altijd gezegd: 'meer, groter,
beter'. De hei-structurering hield
in dat alle bedrijven om te
beginnen tien procent moesten
inkrimpen, ongeacht waar ze
gevestigd zijn. Je kunt wel stellen
dat er teveel dieren zijn in
Nederland, maar dan heb je het
over Oost-Brabant, Gelderland en
Limburg. Ze zitten daar zo kort op
elkaar dat het risico van
ziekteverspreiding te groot is
geworden. Als één bedrijf griep
heeft, krijgt heel de straat griep.
En er is duidelijk een mest- en
ammoniakprobleem. Naar mijn
idee zou het niet onredelijk zijn
geweest uit die volle gebieden
vijfentwintig procent weg te
halen. Daar had ik ook wel aan
willen meebetalen. Maar wat nu is
•gebeurd, dat is niet reëel. Alle
bedrijven worden gedwongen in te
krimpen, In Zeeland zou best
plaats zijn voor nog een aantal
familiebedrijven erbij. Nu wordt
door A. J. Snel
Een kwaad-weer-vorstje, zo
wordt het weer van het begin
van deze week wel aangeduid.
Gedurende een korte periode
vriest het wat, maar al vlug volgt
regen. Kees Bierens heeft zelf zijn
trekker voor een aantal weken in
de schuur geparkeerd, maar
nogal wat collega's hebben de
paar dagen met mooi vriesweer
aangegrepen om te ploegen. En
veehouders, die het afgelopen
najaar geen mest hebben kunnen
uitrijden doordat de grond niet
berijdbaar was, hebben nu de
kans waargenomen. Bierens:
„Normaal zie je in de herfst nogal
wat tankwagens met mest uit
Brabant. Dat was afgelopen
najaar veel minder. Nu wordt, als
het tussendoor kan, vlug wat
werk gedaan. Het is een beetje
hollen of stilstaan."
Zelf is hij bezig de windsingel
rond de minicamping uit te
dunnen. Met alle regen van vorig
jaar is de haag hard gegroeid. Zes
jaar geleden heeft Bierens
gekozen voor een gevarieerde
sierbeplanting om de
kampeerders zicht te bieden op
wat diverse tinten groen. Dat is
hem in dank afgenomen; de
gasten stellen het op prijs.
Er bivakkeert in de komende
zomer weer heel wat volk op 't
Munnikenhof. De minicamping
is vanaf 17 juli tot en met 1
september al volgeboekt. „We
hebben zeven seizoenplaatsen,
dus daarmee zit je in het
hoogseizoen al bijna op de helft.
En in juni, als er geen vijftien,
maar tien kampeereenheden
mogen staan, heb je nog maar
drie plaatsen over. Daarom wil ik
ook niet meer seizoenplaatsen
hebben. Dan moet ik aan teveel
relaties 'nee' verkopen."
Bierens heeft uit publicaties in de
krant en ook tijdens zijn bezoek
aan de Nieuwjaarsreceptie van
de gemeente begrepen dat Veere
het toezicht op het maximale
aantal plaatsen op minicamping
gaat verscherpen. „Er is een
verordening en die wil men
handhaven. In het verleden is met
de aantallen blijkbaar met name
in de weekends wel eens de hand
gelicht en dat zal nu minder
makkelijk kunnen. De mens heeft
de neiging in zich grenzen af te
tasten, zeker als er geld mee
gemoeid is." Hoe hij zelf tegen de
zaak aankijkt? Met een brede
glimlach: „Als goed democraat
moet ik het er wel mee eens zijn
dat de regels worden
gehandhaafd."
Bieten
Hij heeft dezer dagen bericht
gekregen van de coöperatie die
zijn suikerbieten heeft verwerkt.
De vorstschade heeft geleid tot
een korting van ƒ500,- per
hectare. In een normaal jaar ligt
de opbrengst per hectare in de
buurt van de 7.000,-. Dit jaar
komt die waarschijnlijk niet
hoger uit dan rond de 6.000,- en
daar gaat nog eens een kleine tien
procent vanaf. Het zit dus niet
mee: lagere opbrengst, lager
suikergehalte, lagere prijs.
De ruilverkaveling Walcheren
heeft de afgelopen dagen nog wat
van zijn tijd in beslag genomen.
Hij maakt deel uit van de groep
agrarische leden die regelmatig
naar het kadaster gaan om de
praktische kant van de toedeling
te bekijken. Mensen die het
gebied kennen, weten altijd meer
finesses dan op de via de
computer vervaardigde kaarten
staan. De ruilverkaveling heeft
hem ook in een ander opzicht
beziggehouden Met enige zorg
heeft Bierens kennisgenomen
van de berichten dat nog maar
moet blijken waar het extra
rijksgeld voor de aanleg van
wegen vandaan moet komen. „Er
is nog geen eind gekomen aan het
gejojo met de Dammenweg," stelt
hij vast. Dal betekent dat er
ook onduidelijkheid blijft over
de manier waarop een inpassing
van de weg binnen de
ruilverkaveling moet worden
gevonden.
Akkerbouwer C.J. Bierens uit Grijpskerke doet in deze rubriek weke
lijks verslag van zijn werk en wederwaardigheden.