Stripverhaal op tapijten PZC Zeeuwse keuren hielpen bij verspreiding schrift Troosteloze aanblik schijn Janwillem de Kok filmt Slag om Zeeland natuurjournaal weerwoord Predikaat monumentaal voor jonge bouwkunst 28 De Vlegel zoekt het offensief 29 Liefdespoëzie tussen de wanorde 30 Met de naam St. Willebrord is iets loos 31 27 bimencebied A": woensdag 25 november 1998 De Tachtigjarige Oorlog was ongeveer halverwege, de uitkomst van de vrijheidsstrijd tegen de Spaanse overheersers stond allerminst vast. De Staten van Zeeland echter wilden alvast enkele overwinningen op de Spanjolen, behaald tijdens zeeslagen op de Zeeuwse wateren, voor het nageslacht vastleggen. Ze kozen voor het laten ontwerpen en vervaardigen van tapijten, zes in totaal. Dat was in die tijd een vrij normale zaak. De Staten noemden het schilderijen die 'taptijtsgewijze' werden gemaakt. Er ontstond een indrukwekkende collectie van 32 bij 4 meter, die altijd in de Middelburgse Abdij is gekoesterd. Desalniettemin vertoonden de tapijten na zo'n drie eeuwen slijtageverschijnselen. De Staten van Zeeland besloten tot uitvoering van èen kostbaar restauratieproject, dat alles bij elkaar bij na een halve eeuw in beslag neemt en miljoenen guldens vergt. Het laatste gerestaureerde tapijt keert pas in 2000 weer terug in de Abdij. De Staten besloten ook een film over de monumentale wandtapijten te laten maken. De Slag om Zeeland gaat vrijdag 27 november in première. door Rinus Antonisse Regisseur Janwillem de Kok noemt het 'een soort stripverhaal op tapijten'. Dat klinkt misschien wat nonchalant, maar zo bedoelt hij het allerminst. De Kok (46, afkomstig uit Middelburg) is juist zeer gegrepen door het verhaal dat de Staten van Zeeland destij da via de tapijten wilden vastleggen. In feite de geboorte van de zelfstandige Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. „Culturele en geschiedkundige monumenten," noemt De Kok de tapijten, die tot de vaste collectie van het Zeeuws Museum behoren. „De Zeeuwen beseffen niet dat ze een soort Rembrandtzaal in het museum hebben. Er bestaat geen tweede serie van dergelijke tapijten meer. Vanuit de cultuurhistorie bezien is het uniek." Zelfbewustzijn Eind zestiende eeuw gaven de staten zelf de voor die tijd omvangrijke opdracht voor de vervaardiging van bijna 150 vierkante meter tapijt. Een kostbare wandversiering om uiting te geven aan nieuw zelfbewustzijn. Zeeland ontworstelde zich aan het Spaanse juk. Krijgsgewoel op tapijt. Het werden vijf tapijten met taferelen van de zeeslagen voor Bergen op Zoom, Den Haak (dat uit twee delen bestaat), Lillo, Rapimekens en Zierikzee en een wapentapijt met de Vader des Vaderlands Willem van Oranje Voor het ontwerpen van de vloottaferelen werd de Haarlemmer Hendrick Vroom (1566-1640) aangetrokken. Niet zomaar iemand: hij was de grondlegger van de Hollandse zeeschilderkunst, die zich toelegde op het maken van scheepsportretten en zeeslagen. Een zeer minutieuze en getrouwe weergave van schepen was zijn handelsmerk en dat bereikte hij dankzij kennis van de scheepvaart en nauwkeurige observatie. De tapijten doen wat dat betreft niet onder voor Vrooms schilderijen. Het doek over de slag voor Bergen op Zoom, dat heel gedetailleerd verslag doet van de strijd op de Schelde, is door kenners wel de Nachtwacht onder de Nederlandse wandtaptijten genoemd. Hiervan is de ontwerper onbekend, het is waarschijnlijk niet Vroom. Het wapentapijt met Willem de Zwijger werd door Carel van Mander ontworpen. Het eerste kleed, de slag voor Bergen op Zoom, werd eertijds in het atelier van de Vlaamse wever Frangois Spierincx in Delft vervaardigd. Voor de overige tapijten zochten de staten het in eigen huis: het atelier van Jan en Hendrik de Maecht in Middelburg. De beslissing van de statenleden van-toen voor het maken van een stripverhaal op doek is door de opvolgers in de Abdij steeds met respect behandeld. Vandaar ook de opdracht tot restauratie aan de Werkplaats tot Herstel van Antiek Textiel in Haarlem. Geen kleinigheid; herstel van de slag voor Bergen op Zoóm kostte 120.000 uren en ongeveer drie miljoen gulden en er is twintig jaar van centimeter tot centimeter aan gewerkt. Herstel van cultuurgoed is ook een strijd en geheel volgens de mogelijkheden van nu is daarom door het provinciaal bestuur een idee van Toonder Studio's in Nederhorst den Berg omarmd: de Slag om Zeeland, een film over de wandtaptijten. Regisseur Janwillem de Kok, zoon van voormalig PZC- hoofdredacteur G. A de Kok en specialist in opdrachtfilms, heeft met veel plezier aan de film gewerkt. „Het was ontzettend leuk om te doen, mede door mijn Zeeuwse achtergrond. Ik had nog illustratie Adri Karman De donkere dagen voor kerstmis zijn aangebroken. Het meeste groen is uit het landschap verdwenen. De bomen en struiken bieden in hun kale naaktheid een wat troosteloze aanblik. Meestal bedekken grijzige nevels de landerijen. Soms breekt een zonnetje door, dat het einde van de dag als een laaiende vuurbol ondergaat. Die winterse zon maakt de grillige, soms zeer fijne structuren van stammen en tak ken zichtbaar. De schilderachtige knotwilgen, de ranke populieren en de indrukwekkende eiken verto nen dan opvallende tekenen van leven. De troosteloze aanblik is maar schijn. Wanneer de takken van dichtbij beschouwd worden, valt op hoe de natuur vooruit ziet. Nu al geven de takken blijk van nieuw leven. De ene boom bescheiden, zoals de wilg met zijn fijne takken, waartegen de kleine roodbruine knoppen aangedrukt liggen. De andere boom opvallend, zoals de esdoorn met forse groengekleurde knoppen, die al op openbarsten lijken te staan. Weliswaar nog bedekt door de knop- sckubben, die bescherming bieden tegen de vorst. Opvallend is ook de omhoog reikende structuur van de meeste boomkruinen, alsof zo over het koude jaargetijde heen naar het voorjaar wenken. Bomen en planten zijn de longen van de aarde. De enige organismen die door middel van zonlicht en koolzuuropname hun eigen voedsel kunnen maken en tegelijkertijd de voor alle andere organismen, waaronder de mens, zo onmisbare zuurstof leveren. Heel eenvoudig eigenlijk: zonder bomen en planten is er op aarde geen leven mogelijk. zie ook pagina 30 door Rinus Antonisse Van de twaalfde tot de veertiende eeuw voltrok zich een aantal belangrijke ontwikkelingen in de Zeeuwse samenleving. De bevolking nam flink toe, op vrij grote schaal werd woeste grond ontgonnen en in cultuur gebracht en er ontstonden veel nieuwe dorpen. In de landbouw was sprake van een zekere schaalvergroting. Het handelsverkeer tussen de gewesten en andere landen groeide: dat was een factor die bijdroeg aan het ontstaan van stedelijke samenlevingen. De toepassing van het schrift kreeg wijdere verspreiding en bleef niet langer beperkt tot de kloosters. Daaraan dragen zeker de Zeeuwse landkeuren belangrijk bij. Het zijn handvesten of verordeningen uit de dertiende eeuw. De landkeuren hebben betrekking op bepalingen buiten de steden. In de steden gelden de zogenaamde stadskeuren (Middelburg had er al een in 1217, Westkapelle en Domburg in 1223 en Zierikzee in 1248). De Zeeuwse landkeuren zijn de oudste overgeleverde Nederlandse keuren van enige omvang. Ze zijn geschreven in het Nederlands en daarmee wordt in feite die taal als gangbare in het maatschappelijk verkeer geïntroduceerd. Mede door toedoen van de (land) keuren heeft het schrift een enorme verbreiding in tal van sectoren van de maatschappij gekregen. Beroving In de Zeeuwse landkeuren staan onder meer bepalingen waarmee gepoogd wordt de beroving van Vlaamse kooplieden die door Zeeland reizen tegen te gaan, en de rovers aansprakelijk te stellen voor de door hun aangebrachte schade. De keuren zijn van tijd tot tijd aangevuld en gewijzigd. Die aanpassingen geven de problemen weertussen de Zeeuwen en de graven van Holland en tussen die graven en de graven van Vlaandex-en Over de twee oude landkeuren waarvan de tekst is overgeleverd schreef J. G. Kruisheer het boek Het ontstaan van de dertiende-eeuwse Zeeuwse landkeuren. Met daarin een teksteditie van de keuren van Floris de Voogd (1256) en van graaf Floris V (1290). Kruisheers onderzoek dat aan het boek ten grondslag ligt, is ondernomen in het kader van de bewerking van het Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299. De keur van Floris de Voogd, die Kruisheer in 1256 dateert, is niet de allereerste die in Zeeland vers'cheen. Er zijn eerdere versies bekend uit 1167,1217 en 1227, maar daarvan is de tekst niet bewaard gebleven. De keur van Floris de Voogd bevat overigens vele bepalingen die uit de keur van 1227 zijn overgenomen. En daaronder bevinden zich weer bepalingen die uit de keur van 1217 afkomstig zijn. Duidelijk is dat sommige bepalingen uit 1217 ontleend zijn aan de voor zover nu bekend eerste Zeeuwse landkeur uit 1167. Kruisheer geeft aan dat de eerste Zeeuwse keur uit 1167 werd uitgevaardigd in het kader van een herhaalde poging de Vlaams- Hollandse conflicten te beslechten over de schade die Vlaamse kooplieden die door Als 't op Sint- Catharina vriest, zo vriest het zes weken lang. Ofwel: Op Sint-Catharina sterkt de winter (25 november). Nieuwe weerwoorden zijn wel kom bij de redactie PZC. postbus IS, 43S0 AA, Vlissingen, fax 011S- 470102, e-mail redactie@pzc.nl. nooit een Zeeuws onderwerp gedaan en dit werd mij als het ware in de schoot geworpen." Slag om Zeeland is volgens hem geen saaie historische film geworden Als je open staat voor de Zeeuwse geschiedenis dan is dit een leuke film." De gebeurtenissen van toen heeft De Kok in verband gebracht met de situatie vandaag-de-dag, met als centraal thema het water - onlosmakelijk verbonden met Zeeland - en aandacht voor de zeeslagen zelf, de ontstaansgeschiedenis van de tapijten en de restauratie. Republiek Toen hij zich verdiepte in de historie achter de tapijten ontdekte De Kok dat de zeeslagen van destijds bijdroegen aan de aanwezigheid van Nedeiiand anno 1998. „Er is flink gevochten op de Schelde. Dankzij de overwinningen van de Zeeuwen kon de republiek ontstaan. Daar hebben we nu nog steeds alles aan te danken. In de geschiedenis lees je daar weinig over." Het besluit dat de Zeeuwse staten nog tijdens de Tachtigjarige Oorlog namen om een monument op te richten in de vorm van tapijten, begrijpt Janwillem de Kok heel goed. „Het heeft te maken met de vechtersmentaliteit die Zeeuwen al eeuwenlang hebben. Of het nu tegen de Spanjaarden is, of tegen het water." Zeeland reisden regelmatig door rovers werd toegebracht. Zij is te beschouwen als de wetgevende uitwerking van het Verdrag van Brugge, dat de graaf van Holland door de graaf van Vlaanderen werd opgelegd. Verdrag en keur vormen een getrapte regeling: de graaf van Vlaanderen hield de graaf van Holland verantwoordelijk voor de aan Vlamingen toegebrachte schade, de graaf van Holland sprak op zijn beurt de ambachtsheren aan. Een strenge straf, te weten het verlies van het ambacht, bedreigde de ambachtsheer die zijn verantwoordelijkheid niet wist waar temaken. Piraterij In de twaalfde eeuw kon de graaf van Holland met de grootste moeite enige vat krijgen op de ambachtsheren. Om hen bij de bestrijding van de piraterij te kunnen inschakelen moest hij hun een grote mate van zelfstandigheid toestaan. Tegep het einde van de dertiend eeuw waren de posities echter sterk in het voordeel van de graaf gewijzigd. De met hulp van de graaf van Vlaanderen van Floris V afgedwongen keur van 1290 bracht de ambachtsheren een korte periode van teruggewonnen autonomie. Niet voor lang, want de graaf kon de macht weer aan zich trekken en de nieuwe keur werd buiten werking gesteld. Het ontstaan van de dertiende-eeuwse Zeeuwse landkeuren. DoorJ. G. Kruisheer. Met een teksteditie van de keur van Floris de Voogd (1256) en van de keur van graaf Floris V(1290). Uitgeverij Verloren te Hilversum. Prijs f45,-. ISBN 90-6550-036-7. Buitengebied is een wekelijkse bijlage over natuur en landschap, land- en tuinbouw, streektaal en streekcultuur, architectuur en stedenbouio, recreatie en vrije tijd, Vragen, opmerkingen en suggesties zijn welkom bij de redactie van de PZC, postbus 18, 4380 AA Vlissingen, fax 0118- 470102, e-mail redactie@pzc.nl Fragmenten van het wandtapijt De slag voor Bergen op Zoom. foto's Lex de Meester

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1998 | | pagina 27