Een 'zure Zeeuw' neemt afscheid
Tijdperk Wim Broekhoven
als bestuurder bij KNVB na
27 jaar abrupt afgesloten
Wim Broekhoven treedt terug als bestuurder, maar zal de KNVB op de voet blijven volgen.
foto's Dirk-Jan Gjeltema
Als scheidsrechter blijft hij de
voetbalbond nog dienen, maar
als bestuurder is zijn rol na zaterdag
uitgespeeld. Wim Broekhoven
neemt morgen tijdens de
districtsvergadering in Berkel
Enschot afscheid als afgevaardigde
van de regio Zeeland. Een lastpak
verdwijnt. „Op het KNVB-kantoor
in Breda zal de vlag wel in top
gaan", veronderstelt de 51-jarige
Middelburger. „Ik was immers een
zure Zeeuw, die altijd klaagde."
Zo'n zes weken geleden was er nog geen
sprake van een afscheid. Sterker nog:
Wim Broekhoven had zich als kandidaat
districtsafgevaardigde amateurvoetbal
opgeworpen, als opvolger van Johan
Quaars. Een mooie functie voor een regel
neef in hart en nieren, zo dacht hijBoven
dien wist hij, streberig als hij is, dat hij
weer zou opschuiven in de rangorde bin
nen de voetbalbond. Nog voordat er éch
ter gestemd moest worden, haakte Broek
hoven af. „Ik had geen zin om me te laten
piepelen", zegt hij nü.
De Middelburger vindt dat er een spelle
tje is gespeeld door het district Zuid I van
de Landelijke Bond van Amateurvoetbal
verenigingen (LBA). 'De Brabanders', zo
als Broekhoven de groepering steeds om
schrijft, schoven achter zijn rug om plots
hun penningmeester Wim Allaart als kan
didaat afgevaardigde amateurvoetbal
naar voren. Allaart was financieel des
kundig en net als Broekhoven een Zeeuw,
hetgeen een voorwaarde was voor een
eventuele benoeming. Niks mis mee dus,
zo veronderstelde de LBA
Ongepaste eis
„De eerste eis was dat de afgevaardigde
een Zeeuw zou zijn", legt Broekhoven uit.
„De LBA heeft de zaken daarna verdraaid
en gezegd dat de opvolger van Quaars niet
alleen een Zeeuw moest zijn, maar ook
nog eens een financieel expert. Nou, als je
dan iemand zoekt zoals Quaars praat je
over een register-accountant. Dat was een
ongepaste eis. Maar wat ik nog veel erger
vind is dat de LBA zich ermee heeft be
moeid. Dit was een Zeeuwse aangelegen
heid en zoiets hoeft Brabant niet te rege
len."
Toen Broekhoven er lucht van kreeg, trok
hij zijn kandidatuur meteen in. „Ik had
geen zin in een stemming. De Brabanders
zijn immers in de meerderheid in het dis
trict Zuid I en aangezien ik niet het mak
kelijkste jongetje van de klas ben, was dat
op een 88-3-nederlaag voor mij uitge
draaid. Een ezel kan zich twee keer aan
dezelfde steen stoten, maar 'Broek' toch
niet." Saillant detail in deze kwestie is,
dat Wim Allaart inmiddels ook van het to
neel is verdwenen. Over het hoe en waar
om tast Broekhoven in het duister. „Ei
genlijk wil ik het ook niet weten." Zo kan
het gebeuren dat Piet van de Schraaf uit
Kapelle morgen tijdens de districtsverga-
dering tot afgevaardigde amateurvoetbal
zal worden benoemd.
Hij heeft aan de hele affaire een nare
smaak overgehouden. „Het was debeken-
de druppel die de emmer deed overlopen",
stelt Broekhoven, die ook wel zo eerlijk is
om te bekennen dat de desinteresse van de
Zeeuwse clubs heeft meegespeeld bij zijn
besluit. Hij werd als regio-afgevaardigde
zelden geraadpleegd. „Als ik zie dat er op
de regiovergadering 27 van de 93 clubs
zijn, dan vraag ik me af voor wie ik nog
praat."
Na 28 jaar komt er dus een abrupt einde
aan het tijdperk Wim Broekhoven. Het zal
in elk geval saaier zijn op de vergaderin
Wim Broekhoven: „Ik zeg waar het op staat."
Wim Broekhoven als docent wiskunde: „Een leraar moet van niets soms ook iets maken en dan moet je af en toe wel eens toneel spelen." Jan Dagevos
Bloemetje
Als het aan Broekhoven ligt, vertrekt hij
in stilte, zonder opsmuk. „Ik heb de afge
lopenjaren niks kunnen doen en voor niks
doen, hoeft niemand mij te bedanken. Bij
het afscheid van de afdeling Zeeland
kreeg ik een vlag, ik hoop dal ik nu een
bloemetje voor mijn vrouw krijg. Dat is
genoeg." Toch moeten ze in Breda niet
denken dat ze van Broekhoven af zijn. „Ik
blijf de regiovergaderingen bezoeken, al
was het alleen maar om te kijken wat de
KNVB er van brouwt.
gen. De leraar schei-, natuur- en wiskun
de op het Goese Lyceum zorgde altijd wel
voor vuur. „Als ik het spreekgestoelte be
klom, gingen sommige bestuurders al ze
nuwachtig op hun stoel heen en weer
schuiven", weet Broekhoven. „Ik kon een
heleboel dingen niet, maar in één ding
was ik wel goed. Ik kon een saai verhaal
tenminste nog een beetje leuk maken. Het
is net als op school. Een leraar moet van
niets soms ook iets maken en dan moet je
af en toe wel eens toneel spelen. Ik pro
beerde tijdens vergaderingen met een ze
kere flair problemen te lijf te gaan."
„De flair is de laatste jaren alleen overge
gaan in sarcasme", zo moet hij nu consta
teren. „Ik heb me voortdurend geërgerd
aan het knoeiwerk van de KNVB en dat
heb ik inderdaad niet altijd even tactisch
aangepakt. Het probleem van Broekho
ven is dat-ie zo'n smoel heeft, zo'n klein
hartje, maar altijd wel recht voor zijn
raap is. De mensen mochten weten wat ik
ervan vond. Voor de politiek ben ik een
heel slechte. Kijk, je hebt ook mensen die
tegen jou ja zeggen en achter je rug om
vervolgens nee roepen, die stijl waardeer
ik niet zo."
Professor
Wat dat betreft verlangt hij elke dag nog
terug naar de periode dat de KNVB nog
niet geherstructureerd was en de afdeling
Zeeland dus nog bestond. Broekhoven
sleet er als vrijwilliger - de Middelburger
was commissielid en competitieleider -
gemiddeld zo'n 40 uur per week. „Als ik
die ui-en aan mijn studie had besteed, was
ik nu professor geweest. Het kantoor op
het Molenwater was mijn tweede huis.
Ach, de één kijkt elke avond naar Goede
Tijden, Slechte Tijden en ik deed wat voor
het Zeeuwse voetbal, omdat ik een voet-
baldier ben. En ik denk te mogen stellen
dat het Zeeuwse voetbal ervan heeft ge
profiteerd. Ja, zo ben ik dan ook wel weer.
Ik deed het voor vijftig procent ook voor
mezelf. Wat is er mooier om te kunnen
concluderen dat 20.000 voetballers dank
zij jou in een weekeinde kunnen voetbal
len?"
tooruren bellen. Ik was vroeger dag en
nacht bereikbaar.
Broekhoven heeft eigenlijk nooit aan het
idee van herstructurering kunnen wen
nen. De samenvoeging van de afdelingen
Zeeland, Dordrecht en Brabant tot het
district Zuid I had naar zijn mening zelfs
achterwege kunnen blijven. „Wat betreft
de zaterdagcompetitie, zaten we een beet
je zwak. Als we zelfstandig waren geble
ven, was het misschien moeilijk geweest
om dat draaiende te houden. Maar voor
De afdeling Zeeland was klein en knus.
Iedereen kende elkaar en de organisatie
stond als een huis. „De lijnen waren koi-t",
zegt Broekhoven. „Als een club een pro
bleem had, belden ze naar Middelburg en
werd het opgelost, al dan niet bevredi
gend, maar het werd opgelost. We hadden
oog voor alle problemen, of het nu om een
B5-elftal ging of om F4. Als je nu naar het
districtskantoor in Breda belt, krijg je te
horen dat ze het eens zullen bekijken en
zullen meenemen. De wegen zijn veel lan
ger. Als een club tegenwoordig een pro
bleem heeft, kunnenze alleen tijdens kan-
het overige hadden we die andere afdelin
gen niet nodig. En is het financieel nu zo'n
verbetering? Als we dit jaar de inkomsten
van de Champions League niet hadden
gehad, hadden we tekort gehad in plaats
van twee ton winst. De clubs in het dis
trict krijgen nu één gulden per lid terug,
maar ik denk dat wij in de afdeling Zee
land met Kees Blomaard als voorzitter de
clubs wel twee gulden per lid hadden kun
nen teruggeven."
Toen de afdeling Zeeland ten grave werd
gedragen, stierf Broekhoven ook een
beetje. „Ik heb vier maanden niet langs
het kantoor op het Molenwater kunnen
fietsen", zegt hij met trillende stem. „Ik
kon het niet aan, daar lagen zoveel dier
bare herinneringen voor me. Eigenlijk
had ik destijds, toen de afdeling werd op
geheven, moeten stoppen. Maar ja, ik had
er niet op gerekend dat ik me zo dikwijls
zou ergeren. Dat is een inschattingsfout
van me geweest.
Ergeren
De liefde tussen Broekhoven en de KNVB
bekoelde meteen al bij de vorming van het
district, toen duidelijk werd dat er voor
hem geen plaats was als competitieleider
binnen het district Zuid I. De Middelbur
ger voelde zich na zoveel jaren trouwe
dienst als oud vuil behandeld.. En ook toen
veronderstelde hij dat hij slachtoffer van
een machtsblok van de Brabanders was
geworden. Het was voor Broekhoven een
keiharde klap, maar hij schooi' uiteinde
lijk toch weer aan. „Wat is Broekhoven
zonder voetbal", vroeg hij zich vaak ver
twijfeld af.
Maar goed kwam het niet meer tussen
hem en de KNVB. „Ik heb me nogal eens
geërgerd aan de handelwijze van de bond,
eigenlijk moet ik zeggen het niet handelen
van de bond. Want er is in de beginjaren
van het district het nodige fout gegaan,
met de competitie, de scheidsrechters et
cetera. Je kunt je beter afvragen wat er
wel goed ging. Dan ben je sneller klaar.
Nou ja, het enige waar niks op aan te mer
ken was, was de inzet. Iedereen deed zijn
best."
De ergernis bereikte een hoogtepunt, toen
districtsbestuurslid Henk Hoogerland uit
Goes op een zijspoor werd gezet. „Henk
ging niet altijd mee met Walter van Hir-
tum (de voorzitter van het district) en is er
vervolgens uitgeboiijourd, tegen alle re
gels in. Dat was volslagen ongepast, de re
glementen werden verkracht. Nou ken ik
Henk een beetje, hij is inderdaad niet de
makkelijkste, maar hij is wel een voetbal-
dier. We hebben er als heel Zeeland tegen
geageerd, maar ja dat verlies je toch altijd
op aantal. Zoiets komt natuurlijk wel op
je conduitestaat te staan Als je klaagt of
kritiek levert, ben je de gebeten hond.
Broekhoven ligt dus niet zo best bij de
Brabanders."
Solistisch
Het heeft Broekhoven er nimmer van
weerhouden zijn mening te spuien. „Ik
zeg waar het op staat." Zo verwijt hij dis
trictsvoorzitter Walter van hlirtum een te
solistisch optreden, „Ik houd niet zo van
zijn regentenstijl. Hij zegt hoe het moet en
de heren eromheen doen wat hij wil. In
Zeeland deden we het vroeger samen. De
vergadering duurde hierdoor wel eens een
kwartiertje langer, maar iedereen wist
van de problemen en de oplossingen. Als
er nu vergaderd wordt, hoor je de mensen
achter de tafel vaak zeggen dat ze er niks
van afweten. Tsja, dat zal wel een be
roepsmatige aanpak zijn. Als ik de stuk
ken van de vele vergaderingen zie, kan ik
ook niet ontdekken dat er discussies zijn
geweest. Kennelijk heeft iedereen dezelf
de mening", klinkt het cynisch.
De hang naar het verleden is groot. Toen
gebeurde er nog wel eens wat op vergade
ringen. „Er zit nu geen schwung meer in",
meent de Middelburger. „De mensen in
het districtsbestuur zijn gort- en gort
droog. En het is voor de Zeeuwse clubs de
ver van mijn bedshow. Ze voelen zich er
niet meer bij betrokken, het Zeeuwse pro
bleem bestaat in hun ogen niet meer. En
soms krijg je op vragen ook geen ant
woord. Ik heb vorig jaar het probleem van
Dauwendaele aan de orde gesteld. Die
club moest voor promotie drie wedstrij
den in zes dagen spelen. Als ik dat vroeger
als competitieleider had geflikt, was ik
voor de burgerrechter gesleept. Nou, we
zijn nu een jaar verder en ik heb nog geen
antwoord over het hoe en waarom. Ik ben
benieuwd of ik zaterdag iets hoor."
De frustratie zit diep. Zo diep dat hij er
het bijltje voorlopig bij neergooit, met de
nadruk op voorlopig. „Ik ben nu 51 jaar en
ik heb dus nog negentien jaar de tijd om
een keer terug te keren, 70 is de leeftijds
grens bij de KNVB. Ach, eigenlijk heb ik
een soort haat-liefdeverhouding met de
KNVB, al is haat een wat al te groot
woord. Als ik haat had gehad, had ik er
nooit zoveel tijd in gestoken."
Een afscheid met pijn in het hart dus, al
staat zijn besluit vast. Broekhoven zoekt
misschien niet voor altijd, maar wel voor
even de luwte op. „Gelukkig blijf ik nog
scheidsrechter, want ik kan een leven zon
der voetbal niet voorstellen. Het is beter
om even afstand te nemen. Nee, een club
hoeft mij niet te bellen voor een bestuurs-
functie. Ik heb wel altijd voor de clubs ge
staan, maar ik heb niks met de clubs. Als
je iets voor een club doet, moet je helemaal
kleurenblind zijn en dat ben ik echt niet."