En nog is Aruba niet verloren Toen heb ik de Pieten geroepen Topman blijkt voer voor politicologen Helaas geen held Sinterklaas gebundeld kunst cultuur vrijdag 20 november 1998 13 thriller Jacques Thönissen schrijft voor een mooi eiland jeugdboek Het thrillerdebuut van de Ame rikaan Jonathan Rabb, De Topman, bestaat uit twee delen: het verhaal en een brief die de monnik Eusebius Iacobus Eisen- reich in het jaar onzes Heren 1531 schreef aan Zijne Heiligheid paus Clemens VII. In het schrijven, 'Over de heerschappij', ontvouwt Eisenreich in zijn monnikenwerk hoe de macht over de hele wereld is te verkrijgen. Het is voor een mon nik een tegennatuurlijk, want dui vels plan en zo gewelddadig dat de paus van de weeromstuit de ont werper ter dood veroordeelde. Zijn explosieve geschrift was ech ter spoorloos. In het verhaal van De Topman draait het ook grotendeels om 'Over de heerschappij'. Een niet al te zuivere organisatie heeft de hand weten te leggen op Eisen- reichs traktaat. Ze gebruikt het bij haar streven om een nieuwe we reldorde te scheppen op de resten van de oude. Om van die oude we reld een puinhoop te maken laat de organisatie bij wijze van eerste proefneming bommen ontploffen in de National Gallery in Was hington en het luchtverkeer boven die stad ontregelen. Sarah Trent, agente van een gehei me overheidsinstantie, krijgt op dracht de activiteiten van dit ge nootschap te onderzoeken. Zij schakelt daarbij Xander Jaspers in, een briljante academicus, die gaandeweg de thriller zich verba zingwekkend snel ontpopt als een onverwoestbare held. Om nog er gere rampen dan die in Washing ton te voorkomen, dienen zij een exemplaar van Eisenreichs ver handeling te bemachtigen om te weten wat de volgende stappen zijn van het duivelse genootschap. Een reis over de aardkloot volgt om uiteindelijk ondergronds te eindigen in een halfbakken finale te Montana. Er gebeurt van alles in De Top man. Er vallen net zo veel slacht offers als dominostenen bij SBS 6. Toch kan de thriller nauwelijks boeien. Al ver van tevoren geeft Jonathan Rabb prijs wie De Top man achter de organisatie is. En bovendien speelt aard van het beestje de politicoloog parten: hij kan het niet laten om de lezer om de paar bladzijden op een tamelijk moeilijk te verteren college staats inrichting te trakteren. De Top man is uitgelezen voer voor politi cologen en de volmaakte pil tegen slapeloosheid. Peter Kuijt Jonathan RabbDe Topman - Uitgeve rij AW. Bruna, 457pag., f 39,95. Achter de pseudoniemen Isaac West en Tim Waterman schui len respectievelijk een hoofdste delijke Riagg-psychiater en een hoofdinspecteur bij de Amster damse politie, gespecialiseerd in onderhandelingen bij ontvoe ringszaken. De liefde voor de pop muziek bracht hen ooit samen in diverse bandjes. Nu ligt het jong ste bewijs van hun samenwerking in de boekhandel: De medicijnen makers, een - volgens de uitgever - internationale thriller over de far maceutische industrie. Internationaal is het thrillerde buut zeker. De lezer reist in krap driehonderd pagina's van Umbrië naar Amsterdam en dan naar Aken, Venetië. Willemstad, Bos ton, Atlantic City, Zandvoort en Berlijn. Je hoeft met De medicijn makers in de hand niet per se een intercontinentale vlucht te nemen om een jetlag op te lopen. Voordat het niet onaardig opge schreven verhaal een aanvang neemt, trakteert het duo West Waterman de lezer op een register van een dozijn personen, varië rend van criminelen tot hooglera ren psychiatrie. Heel handig zo'n lijstje, want het verhaal schiet al gauw alle kanten op. Het begint met projectdirecteur Theo Versteegh van het Neder landse farmaceutische concern Moda International. Hij is ver ge vorderd met de ontwikkeling van Zymobene, een revolutionair ge neesmiddel tegen schizofrenie. Maar de Amerikaanse concurrent Melzer-Davis is niet van plan rus tig toe te kijken. Met behulp van wat zware jongens, de aantrekke lijke Monica Kessler en hoogle raar Ulrich Meister die ook eens succes wil boeken in de weten schappelijke wereld, poogt Mel- zer-Davis de lancering van Zymo bene te torpederen. Zo op het eerste gezicht lijkt dit een uitgelezen intrige voor een in teressante thriller, ware het niet dat de auteurs regelmatig de rode draad laten vallen teneinde aller lei zijpaadjes te bewandelen. De inbreng van de Riagg-arts lijkt groot, want het verleden en de psyche van de diverse karakters worden dermate uitvoerig belicht, dat je er als lezer zelf bijkans een gespleten persoonlijkheid aan overhoudt. Wat De medicijnmakers echter vooral ontbeert is de aanwezig heid van een held (m/v): er loopt geen enkel karakter rond waar mee een rechtschapen lezer zich kan identificeren. Peter Kuijt West Waterman: De medicijnmakers - Uitgeverij Luitingh-Sijthoff, 285 pag., f 29,90. Op 22-jarige leeftijd vertrok Jacques Thönissen naar Aruba om er nooit meer weg te gaan. Tegelijkertijd met zijn liefde voor het eiland groeide ook zijn bezorgdheid: hij zag zowel de Arubaanse cultuur als het natuurschoon steeds meer prijsgeven aan het massatoerisme. Aanvankelijk wilde hij zijn ideeën hierover verwerken in korte verhalen maar dat bleek niet genoeg. Onlangs verscheen zijn roman Tranen om de Ara. Een Arubaans verhaal. Hij is net zo goed Limburger als Arubaan, want hij werd in Limburg geboren en is altijd van die provincie blijven houden. Wie dus na lezing van zijn boek denkt dat Jacques Thönissen (58) diepe wortels in Aruba heeft en uit fami lieverhalen put, vergist zich. Aru ba ging pas leven voor Thönissen toen hij in Nederland zijn Arubaanse vrouw tegenkwam en met haar naar het eiland vertrok. In de 36 jaar dat hij er woont, zag hij traditionele festiviteiten lang zaam verdwijnen. Ook zag hij hoe prachtige natuur plaats moest maken voor wegen en hotels. „Als een land je zo lief is, raakt dat je diep", vertelt hij. „Nederlanders denken vaak dat Aruba een kale rots is. Hoge bebossing is er inder daad niet, maar de rooien, de oude rivierbeddingen, die door het heu velachtige landschap lopen staan vol struiken en planten. Van som migen zijn er nog maar een paar over." Eenmaal met pensioen na een loopbaan als mavo-directeur be sloot hij zijn zorgen van zich af te schrijven. „Gewoon een hobby zo als anderen tuinieren en schilde ren", aldus Thönissen. Maar het liep uit de hand. Het werd een ro man over Aruba in de eerste helft van deze eeuw, met plantagewerk op Cuba, zeereizen naar Zuid- Amerika met de nodig smokkel waar aan boord, ringsteken op ezels om het mooiste meisje te ver overen, en corrupte politici die de laatste kleine boeren uitleveren aan projectontwikkelaars. Thönissen baseerde zijn boek op wat hij nog aan oude gebruiken om zich heen zag en vooral op de verhalen van oudere bewoners, zoals zijn benedenbuurman die zijn hele leven met ezel zijn 'cunu- cu' (omheind stuk landbouw grond) bewerkte. „Misschien dat het beeld dat ik schets niet in alle details met de werkelijkheid over eenstemt, maar daar ging het me ook niet om. Ik heb vooral een sfeer willen scheppen. De gezel ligheid en de knusheid van die tijd en Arubanen die mijn boek tot nog toe hebben gelezen herkennen dat. En verder is het een nood kreet: laten we in vredesnaam houden wat we hebben." De wereld die Thönissen schetst is nog niet helemaal verloren. „De cunucu bracht niet meer genoeg op om van te kunnen leven maar je ziet wel dat oude mensen na hun pensioen in een klein boerderijtje trekken, met een maisveldje, een koe en een paar kippen." Tot zijn opluchting ziet hij ook dat er weer meer aandacht is voor folklore. „Vergeten feesten komen boven water. Met kerst bijvoor beeld trekken zogenaamde dandi- groepen met muziek en zang langs de huizen. Op de dag van St. Juan wordt er weer iets verstopt wat op aanwijzing van speciale muziek gevonden moet worden - alleen is het niet langer een kalabas met een levende haan eronder zoals in mijn boek, en de locatie is het buurtcentrum in plaats van het veld." „Laatst zag ik weer een tambu- band, dat is traditionele muziek met natuurlijke instrumenten ge maakt van kalabassen met geiten haar bijvoorbeeld. Een grootva der speelde met zoon en kleinzoon. Dat deed me zo goed: dat jongeren ook meedoen en het ook waarde ren, dat ze niet zeggen 'die ouwe bekijkt het maar'." Tot zijn vreug de ziet Thönissen ook dat jongeren hoewel ze zich vaak tijdens hun studie in Nederland van Aruba af keren en zich schamen voor hun afkomst, uiteindelijk naar hun ei land terugkeren. De oude tradities zijn van belang Jacques Thönissen over Aruba: „Als een land je zo lief is, raakt dat je diep." foto Suzanne van de Kerk voor het tot stand brengen van een Arubaanse identiteit, vindt Thö nissen. „Aruba is nog zoekende naar een identiteit maar het fun dament is er. Alleen moeten men sen dat wel inzien. Ik zeg: steun.op je wortels, op wat je had en waarop je bent geworden wat je bent." Ook wat betreft natuurbehoud ziet hij enige vooruitgang. „We lo pen denk ik tien jaar achter op Ne derland. Pas nu beginnen wij ook alle gevolgen voor flora en fauna op een rijtje te zetten voor er een weg of een toeristencomplex wordt aangelegd. En we hebben nu enkele reservaten, en een op- vangproject voor loslopende ezels. Maar net zoals ik in mijn boek be schrijf zijn er nog altijd corrupte politici en geslepen zakenlieden die natuur verkwanselen om er zelf beter van te worden. Aruba nen zullen in bepaalde personages en situaties het heden herkennen. Thönissen wil de moderne tij d niet tegengaan. „Dat kan ook niet. Er moeten huizen zijn en wegen maar je moet die wel met beleid bouwen en zorgen dat je de mooiste plekje en gebieden spaart. En kijk niet alleen naar wat de toerist wil. Een Amerikaan moet een hamburger kunnen eten anders komt-ie niet, maar bouw niet meteen alles vol met afzichtelijke hamburgerke tens. Overdrijf niet. Aruba heeft toeristen nodig maar het kon wel iets minder. We moeten onszelf niet uitleveren." Mireille Beentjes Jacques Thönissen: Tranen om de Ara. Een Arubaans verhaal - Uitgeverij Conserve, f 39,95. Zoals Sinterklaas verpieterde toen hij de gunst van 'de kleintjes' leek te verspelen, omdat 'de groten' meer verwachten van zijn Amerikaanse concurrent... en dan toch weer voor een paar weken komen overwippen... met ook nog eens zulke mooie speelboeken om cadeau te doen... Sinterklaas is terug. Even heeft het er naar uitgezien dat hij in de slag met de kerstman aan het kortste eind zou trekken en de vol gende eeuw niet zou halen. Maar actiegroepen en gemeentelijke verordeningen dat de kerstman de winkels pas in mag nadat Sinter klaas vertrokken is, hebben Ne derlands enige heilige voor zowat alle gezindten weer wind in het zeil gegeven. Dat hij de stroom mee heeft is ook in de boekhandel te zien. Daar liggen naast de her drukken van 'oude' sinterklaas boeken voor het eerst weer eens enkele nieuwe titels. De apostrof in Sinterklaas' verha len suggereert dat in dit boek van Jan van Gelder de Goedheiligman zelf aan het woord is. Een bui van kinderlijke onbevangenheid ver mengd met de weemoed van vol wassenen bezorgt hem tijdens de lange bootreis naar ons land een bijzonder idee. „Wat is er dit jaar toch weer veel gebeurd, dacht ik, en wat vreemd dat er volgend jaar weer allemaal andere dingen zul len gebeuren. Nooit zijn er twee dezelfde jaren bij", schrijft hij in een brief aan alle Lieve Kinderen. „Eigenlijk zou ik die herinnerin gen eens moeten opschrijven, (-) en toen heb ik de Pieten bij elkaar geroepen en we zijn begonnen. We zaten vóór op de boot. Rondom ons waren de golven en er waren geen twee dezelfde bij. Toen kwamen ook de verhalen van alle kanten naar ons toe. 'Weet je nog van die dunne schoorsteen?' en 'Weet je nog van dat enge geluid op het dak?' en nog veel meer! Samen met Carli Biegsels (die de verhalen voor hem opschreef) en met Alex de Wolf (voor de illustra ties in kleur) maakte hij er een mooi boek van met tien verhalen Over mijterrekjes, voetbalschoe nen en de rode staf. Ze laten zich ontspannen voorlezen en zitten Amei'ikaanse pop-upkunstenaar pakte vorig jaar uit met een tel boek dat tot de fraaiste pop- upuitgaven van jaren behoort. Zijn nieuwste is minder spectacu lair dan Van 1 tot 10, maar wel ver rassend eenvoudig met gekleurde vierkantjes die in het midden van de negen om en om witte en zwarte pagina's ieder een of meer dieren verbergen. Van onder de tiende dubbele bladzijde komt een school vissen in tropische kleurenpracht gezwommen. Papieringenieur Een pop-upboek roept bij meer dan een de neiging tot slopen op. Met Diep, diep onder de grond kan men nu zonder vernielzucht uit nieuwsgierigheid toch een pa- pieringenieur op de vingers kij ken. Want dit informatieve boek van Robert Crowther over van al les onder de grond is tegelijkertijd een inventieve handleiding over toepassing en gebruik van schuif jes, flapjes en trekstrookjes. Op de achterkanten van de twee keer vijf dubbele pagina's met feiten over achtereenvolgens het leven onder de grond, de winning van delfstof fen. de onderwaterwereld, tunnels en metrolijnen is te zien hoe alle beweegbare onderdelen van het boek werken. Die combinatie van wetenswaardigheden uit de biolo gie en geologie met tekst en uitleg over pop-upmechaniekjes maakt dit ook nog fraai geïllustreerde boek tot een in tweeërlei opzicht bijzonder driedimensionaal en functioneel, informatief pop-up- boekZoveel uitgekiends kom j e in een en hetzelfde boek niet vaak te gen. Om het te krijgen hoef je niet 'gelovig' te zijn... Hebberig. Jan Smeekens Jan van Gelder en Carli Biessels: Sin terklaas' verhalen over mijterrekjes, voetbalschoenen en de rode staf. Met tekeningen van Alex de Wolf. Zirkoon, Amsterdam; 32 blz.; f 24,95. Nick SharrettHet grote pop-up goo chelboek. Vertaling Juliëtte Kolfma- ker; Ploegsma, Amsterdam; f 47,50. Chuck Murphy: Kleur! Ploegsma, Am sterdam f 26,-. Robert Crowther: Diep, diep onder de grond. Vertaling Piet de Bakker. Ploegsma, Amsterdam; f 42,50. Iedereen kent de eerste regels, maar haast niemand weet hoe het verder gaat. Dat gebeurt vaak met bekende liedjes, natuurlijk ook met sinterklaasliedjes. Bijna alle Nederlanders zijn vertrouwd met het eerste couplet. 'Zie ginds komt de stoomboot/ Uit Spanje weer aanMaar dat er na de eerste strofe van twaalf regels nóg vijf tien coupletten volgen, realiseren maar heel weinig mensen zich. En over het ontstaan van het lied is nog minder bekend. C.J. Aarts en M.C. van Etten - die zoveel succes hadden met Domweg gelukkig in de Dapperstraat, een bloemlezing met Nederlands geliefdste gedich ten - besloten dat daar wat aan moest gebeuren. In hun boek O, kom er eens kijken verzamelden ze de vijftig mooiste vaderlandse sin terklaasliedjes, vaak heel geslaag de lichte poëzie. Ze namen hun taak serieus op, zozeer dat ze er bijna een wetenschap van hebben gemaakt. Ze gingen op zoek naar de oorspronkelijke versies van al die liedjes. Daarvoor was een speurtocht nodig in archieven en bibliotheken. Lange traditie Het sinterklaasfeest heeft een lan ge traditie.We herkennen in 1998 nog bijna alle details op Jan Steens schilderij Het Sint Nrco- laasfeest van 1667.De roe, de schoorsteen, de lekkernijen. Mis schien werden ook toen al liedjes gezongen als 'Sinterklaas, bonne, bonne bon,/ Gooi wat in mijn re genton' en 'Sinterklaas, kapoen tje,/ Geef wat in mijn schöentje'. Weliswaar werden die pas in 1871 door Johannes van Vloten opgete kend in Nederlandsche Baker- en Kinderrijmen, maar de mondelin ge overlevering van deze volks poëzie gaat veel verder terug. Sin terklaas in eigen persoon duikt pas halverwege de negentiende eeuw op. En Zwarte Piet is van nog recenter datum. „De Sinterklaas die wij kennen is een uitvinding van pedagogen", schrijven Aarts en Van Etten in hun leerzame in leiding. Hij was een ideaal middel om kinderen onder de duim te houden. In liedjes wordt de drei ging kracht bij gezet: „Pieter gluurt door elke schoorsteen/ En hij noemt de goede Sint,/ Die ge duldig zit te wachten,/ Ieder onge hoorzaam kind." Misschien heeft Jan Schenkman (1806-1863) het verhaal van Sin terklaas het duidelijkst vormge geven. Hij is dan ook de schepper van het sinterklaaslied bij uitstek: „Zie ginds komt de stoomboot", eigenlijk getiteld „Sint Nikolaas en zijn knecht". In feite blijkt het geen lied te zijn geweest maar een gedichtencyclus. Pas zestig jaar na de eerste druk, in 1910, werd het op muziek gezet. Interessant en gewaagd is dat de bloemlezers met een verrassend slot voor de dag kunnen komen. Sinterklaas vertrok, denken zijin de oerversie misschien per luchtballon uit Ne derland: „Gebruik slechts uw oog,/ Daar stijgt hij op 't paardje/ Per luchtbal omhoog." Goed op letten dus, op 6 december. De sinterklaasliedjes van nu wor den niet vergeten. Soms zijn die stomvervelend, maar er zijn ook aardige bij: 'De centrale verwar ming' van Ivo de Wijs bijvoorbeeld of 'Sinterklaas wordt 100.000' door Henk Westbroek. Maar de grote verdienste van het boek is toch dat de klassiekere voor dit seizoen allemaal bij elkaar staan. Van 'Zie de maan schijnt door de bomen', 'O, kom eens kijken,/ Wat ik in mijn schoentje vind', 'Daar wordt aan de deur geklopt', 'Zoet jes gaan de paardenvoetjes' enzo voorts is hier de enige echte au thentieke versie te vinden. De Sint zal Van Etten en Aarts er dank baar voor wezen dat z'n liederen eindelijk niet meer in verbasterde versies hoeven te klinken. Hans Warren O, kom er eens kijken. De mooiste Ne derlandse sinterklaasliedjes. Bijeen gebracht en ingeleid door C.J. Aarts en M.C. van Etten. 112pag.I f 19,90, Bert Bakker, Amsterdam. vol vriendelijke sinterklaashu mor. Hulpsinterklazen doen er verstandig aan bij hun bezoekjes aan jonge maar 'clevere' gelovigen het zekere voor het onzeker te ne men door thuis al rekening te hou den met wat in de laatste alinea van het eerste verhaal wordt ver teld over strootjes tussen de blad zijden van het grote boek. Wie minstens negen is en liever dan zich te laten bedotten anderen verbaast met wonderen die geen wonder zijn, kan Het grote pop-up goochelboek van Nick Sharratt op het verlanglijstje zetten. Het boek met vijf dubbele pagina's bevat voor goochelaars-in-opleiding enkele onmisbare attributen. Met daarbij enige vingervlugheid en nog een stuk of wat geheime tips uit het los bijgevoegde boekje is het mogelijk een ongetwijfeld aandachtig publiek te vermaken met een paar van de grootste illu sies uit de geschiedenis van de goochelarij. Maar mysterieuzer nog dan de opzienbarende ampu tatietruc met het papieren krom zwaard en het gegoochel met een konijn in de productiebox, zijn de 'evergreens' die tot de microma- gie, de cartomagie en (misschien wel het moeilijkste onderdeel van de goochelkunst) de manipulaties behoren. De soms verbluffende pop-ups zijn zo geconstrueerd en in het vlak gezet dat een geoefend entertainer toeschouwers versteld zal doen staan zonder ze een blik achter de schermen te geven. Een oogstrelend wondertje is Kleur! van Nick Sharratt. Deze Illustratie Alex de Wolf

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1998 | | pagina 13