kunst cultuur Drie dikke meters woorden Te Winkel het werkpaard, De Vries de wereldwijze 1 11 Grootste Woordenboek ter wereld voltooid 14 'Jl\ t 15 16 PZC vrijdag 20 november 1998 foto Ruben Oreel Matthias de Vries (1820-1892) gaf de aanzet tot het Woordenboek der Nederlandsche Taal. L.A te Winkel (1806-1868), redacteur van het Woordenboek der Nederlandsche Taal. De Sluise onderwijzer J.H. van Dale (1828-1872) weigerde mede werking aan het Woordenboek der Nederlandsche Taal en zette zich aan de bewerking van een nieuw handwoordenboek, waar mee hij in Nederland geschiedenis zou schrijven. Het verhaal gaat terug tot de negentien de eeuw. Het land zucht onder de na weeën van de Franse overheersing. De grote mogendheden hebben het Koninkrijk der Nederlanden geschapen en onder Willem I gaan we er iets van maken. Eenheid, geen gewesten meer - Noord en Zuid eindelijk verenigd. Eén volk, één staat, één taal. La ten we de franstaligen in het zuiden even vergeten en de franssprekende elite in het noorden. Eenheid van taal, de taal is gans het volk, de taal is ziel der natie. Na de Franse tijd voert Willem I een bewus te politiek ten gunste van het Standaardne derlands. Op last van de regering wordt een spraakkunst samengesteld, een eenheids spelling volgt. Er moet ook een schatkamer van Nederlandse woorden komen. De roep om een allemachtig omvangrijk woorden boek had al eerder, zelfs in de achttiende eeuw, geklonken. Zo verscheen er bijvoor beeld in september 1762 van de hand van de Zeeuwse dominee en taalliefhebber, Josua van Iperen, geboren in Middelburg in 1723, 'een 'uitnoodiginge der liefhebbers en ken ners van onze moedertale, tot het helpen toestellen van een oordeelkundig Neder- duitsch Woordenboek'. Ook later zijn er heel wat pogingen gedaan. Maar het duurde tot halverwege de negentiende eeuw voor er wat van kwam. Vreemd genoeg moest Bel gië zich eerst van het arrogante Noorden af scheiden. Verbroken eenheid Met de scheiding tussen Noord en Zuid, in 1830, was ook de culturele en taalkundige eenheid verbroken. Toen omstreeks 1848 echter de Europese staten zuchtten onder de geest van revolutie zochten Nederlands sprekende schrijvers, kunstenaars, geleer den en notabelen uit België en Nederland weer aarzelend contact. Het leidde tot een serie taal- en letterkundige congressen waarvan de eerste in 1849 in Brussel werd gehouden. Een lange reeks van die confe renties volgde. Zo vindt een congres plaats in Middelburg in 1872. De Middelburgsche Courant van de eerste week van september van dat jaar staat er vol mee. Jammer dat de regionale coryfee, Johan van Dale, in het voorjaar was overleden. Hij kon er slechts door afwezigheid schitteren, maar werd in een fraaie toespraak herdacht. De taal- en letterkundige congressen vorm den de 'lastgever' van de onderneming die De constructie van het boek De Vries en Te Winkel. Een duografie is ingenieus. In zestien hoofdstukken beschrijven de auteurs Lo van Driel en Jan Noordegraaf leven en werk van de twee bekendste taalkundigen die ons land in de negentiende eeuw kende: Matthias de Vries (1820-1892) en Lammert Allard te Winkel (1810-1868). Daarbij krijgt niet elk van de taalkundigen een deel van het boek toebedeeld. Nee, him levensverhalen zijn - veelal wel in afzonderlijke hoofdstukken - door elkaar gevlochten, zodat de chronologie van historische gebeurtenissen vrijwel intact blijft. Tegelijkertijd symboliseert deze opzet de stelling van de auteurs dat de twee taalkundigen niet zonder elkaar konden. De schuchtere Te Winkel was voor zijn maatschappelijke positie afhankelijk van de wereldwijze De Vries en de briljante De Vries steunde bij zijn onderzoek op het werkpaard Te Winkel. Van Driel: „Dat is de kern van het boek." De in Sint Laurens woonachtige neerlandicus Lo van Driel liep tien jaar geleden al met het plan rond een biografie te schrijven over Te Winkel. De voltooiing van het dertigdelige Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) heeft de verschijningsdatum van het boek bepaald, en ook de vorm. Evenals de eerste wetenschappelijke spelling van het Nederlands is het WNT een project dat Te Winkel samen met De Vries ter hand nam. Die kon in het boek dus niet ontbreken. De passages over Te Winkel kwamen grotendeels van Van Driel, die over De Vries van Noordegraaf. „De biografie over Te Winkel is pas in een laat stadium gerelateerd aan het woordenboek", vertelt Van Driel. „Was het WNT nooit voltooid, dan had ik evengoed een taalkundige biografie over Te Winkel gemaakt." Schimmig Des te meer hij zich namelijk bezighield met het werk van de taalkundige Te Winkel, des te meer vragen doemden op over de persoon. „Hij is een vrij schimmige figuur", verklaart Van Driel. „Over zijn persoonlijk leven is vrijwel niets bekend. Daarbij komt dat hij als wetenschapper niet de eer heeft gekregen die hij verdient, in tegenstelling Op 1 december wordt in Leiden in aanwezigheid van vorsten van Noord en Zuid de voltooiing van het grootste woordenboek ter wereld gevierd. Na ruim anderhalve eeuw ploeteren en zwoegen is de immense verzameling die het Woordenboek der Nederlandsche Taal heet aan zijn eind gekomen. Wie zijn wij dat we dit mogen meemaken? tot het nu voltooide Woordenboek leidde. Maar het zou nooit tot iets gekomen zijn als Matthias de Vries, een jongeman die net be noemd was tot hoogleraar in Groningen, het initiatief niet aan zich had getrokken. In lange doch meesterlijke redevoeringen be werkte hij de congressen, het samenstellen van een redactie kostte hem echter veel moeite: velen haakten af. Het was immers liefdewerk. Gelukkig vond hij een eenzelvi ge leraar aan het Leids gymnasium, die tot vrijwel alles bereid was: Lammert Allard te Winkel. In de kerstvakantie van 1851 kwam De Vries uit Groningen naar Leiden om met Te Winkel de gehele opzet van het Woorden boek bespreken. Hoe moesten ze het aan pakken, wat moest er in zo'n woordenboek? De regering kreeg een verzoek om steun, ve len kregen een circulaire thuis met de uitno diging woorden te verzamelen. De mede werking hield in dat er boeken doorgewerkt moesten worden: alle woorden die in aan merking kwamen moesten genoteerd wor den, met een citaat. Dat gaf nog heel wat pe rikelen en problemen en de medewerking viel soms tegen. Maar sommigen vulden hun tijd met kolossale woordverzamelingen. Zo moet Oudemans, oud-hoofd van een lagere school te Batavia, zijn oude dag gevuld heb ben met het verzamelen van woorden voor De Vries en Te Winkel. Van de wassende stroom woorden moest uiteindelijk een woordenboek gemaakt worden. De briljan te De Vries was inmiddels hoogleraar ge worden te Leiden, een drukke baan die hem weinig tijd liet voor het Woordenboek. In 1864 verscheen dan de eerste aflevering van de moeder van alle woordenboeken. Wie er een blik in werpt, staat versteld van de doordachte manier waarop De Vries en Te Winkel de zaak hebben aangepakt. Van elk woord wordt eerst grammaticale infor matie gegeven. Is het een werkwoord of een naamwoord, wat is het geslacht, welke woordsoort, hoe is het meervoud. Dan volgt de etymologie van het woord, de geheime tuin van het Nederlands. Die is beknopt ge houden, Je moet in een echt etymologisch wooi'denboek kijken om de verwantschap van Nederlandse woorden met woorden in andere talen te vinden. Dan volgt wat dit Woordenboek zo bijzonder maakt: een op somming van alle betekenissen, nuances en gebruiksgevallen van het woord in kwestie met citaten, bewijsplaatsen, bronnen. Ten slotte staan alle combinaties met een woord en alle vaste uitdrukkingen opgesomd. Je moet het gezien hebben om diep onder de indruk in stilte je zelf in een woord te verlie zen. Zoiets is voor één woord al een hele klus, maar voor (in principe) alle Neder landse woorden die sinds de zestiende eeuw in Nederlandse teksten voorkomen, is dat bijna ondoenlijk. Woordenschat Het nu voltooide Woordenboek - een monu ment van negentiende-eeuws optimisme en ijver, vakmanschap en ondernemingsgeest - geeft feitelijk de geschiedenis van de woor denschat. Met de enorme verschuivingen en ontwikkelingen in betekenis. Er zijn mooie voorbeelden van te geven. Een falie is een hoofddoek of schouderdoek. Iemand op zijn falie geven, krijgt dus op zijn kop. Een rak ker betekende oorspronkelijk 'persoon die vuile en geminachte werkjes opknapt'. Om streeks 1860 krijgt het ook de figuurlijke betekenis 'gereedschap waarmee bagger of veenslijk over het veld verspreid wordt'. In een brief aan een collega vertelt de Sluise Lo van Driel: „De schuchtere Te Winkel was voor zijn maatschappelijke positie af hankelijk van de wereldwijze De Vries en de briljante De Vries steunde bij zijn on derzoek op het werkpaard Te Winkel. Dat is de kern van het boek." foto Lex de Meester tot De Vries. Die werd 'de etymoloog' genoemd, of 'de professor'. Maar wat was Te Winkel nou eigenlijk? Iemand van eenvoudige komaf die met moeite onderwijzer wist te worden. Het lukte hem niet eens hoofd van een school te worden. Hij was niet getrouwd, woonde op een kamertje bij een schoenmaker in Leiden en werd louter gezien als het hulpje van De Vries." „Maar avond aan avond verdiepte hij zich in de taalwetenschap die juist toen een onstuimige ontwikkeling doormaakte. Dat heeft hij zich allemaal eigen gemaakt. Met sommige van zijn opvattingen liep hij een eeuw vooruit. En in korte tijd bracht hij driehonderd publicaties op zijn naam. Dat is enorm, temeer omdat hij vrij jong overleed, op zijn achtenvijftigste, en pas laat, ongeveer op zijn veertigste, tot bloei kwam. Dat leven fascineerde me." Volgens Van Driel was Te Winkel in bijna alle opzichten een tegenpool van De Vries. Hij was een stille, gesloten man die in het openbaar nauwelijks uit zijn woorden kwam. Hij was gefrustreerd vanwege zijn afkomst en omdat zijn werk niet op waarde werd geschat. Hij stond bekend als buitengewoon aardig. Multatuli noemde hem een lief mens. Maar maakte Te Winkel zich eenmaal kwaad - in polemieken bijvoorbeeld - dan wist hij geen enkele maat te houden. Van Driel: „Dat wijst toch op een zekere verkniptheid." Zijn privélessen aan schoolmeester Van Dale dat hij last van 'ze nuwkoorts' heeft. Je kunt de betekenis in het woordenboek opzoeken Wat is de fideli- teit van een professor? Kijk maar. dat hij meedoet met het studentenleven. Als er om streeks 1800 iemand ploerterig genoemd wordt, betekent dat 'burgerlijk' - hoe valt dat te verklaren? Wanneer en waar kwam het woord 'speldegeldje' voor? Deze geval len zijn in het Woordenboek doorgaans een voudig, maar wie het werkwoord 'hebben' opzoekt of het simpele 'van', moet fors en lang aan de studie. Het is te veel om op te noemen. Dertig dikke banden, volgens de 19e-eeuwse traditie in leer gebonden. Drie dikke meters woorden: een complete cultuurgeschiedenis weer spiegelt in de geschiedenis van onze woor denschat. Begin 1998 voltooide de redactie het laatste deel tot zythum. Binnenkort ver schijnen nog de aanvullingen en correcties en dan is de klus geklaard. De 'grootse taak' zoals De Vries en Te Win kel het noemden, is voltooid. De grondleg gers hebben het niet meegemaakt. Te Win kel stierf reeds in 1868 en toen de bejaarde en teleurgestelde De Vries in 1892 ontsliep, zat het Woordenboek volledig in de versuk keling. Redacteuren kwamen en gingen, de overheid deed moeilijk over de financie ring. Moeten we de grondleggers prijzen, de gang- en afmakers niet minder. Omdat er zo ontzaglijk lang aan gewerkt is, heeft het nu voltooide werk geen gelijke tred gehouden met de veranderde inzichten. Bovendien hadden die generaties redacteuren hun ei gen benadering en voorkeuren. Het is dus niet echt consistent of modern. Het lijkt wel een aanbouwkeuken op afbetaling. Maar het is er. Misschien dat de vorsten der beide landen op het feest in de Leidse Pieterskerk een compleet negentiende-eeuwse uitgave krij gen, wellicht moeten ze het doen met de ver kleinde herdruk, mogelijk kopen ze zelf de versie op CD-rom - het grootste Woorden boek ter wereld werd daarvoor overgetypt in een ontwikkelingsland. We zijn een klein land, met veel water voor en achter grote dijken. Het Nederlands is geen wereldtaal en onze 'werken van letter kunde' zijn wereldwijd weinig bekend. Maar we hebben een dijk van een Woorden boek - waar een klein land groot in kan zijn, Lo van Driel oud-leerlingen, zijn vrijgezellenstaat en het mysterieuze onvermogen om hoofd van een school te worden, doen Van Driel bovendien vermoeden dat hij homoseksueel was. „In het boek heb ik die vraag gesteld, maar hem niet kunnen beantwoorden. Welgesteld De Vries had alles mee. Gelukkig getrouwd, welgesteld, op jonge leeftijd hoogleraar, een briljant redenaar - ook in Latijn - en goede kennis van alle ministers. Hij had een vinger in de pap bij alle universitaire benoemingen. „Wie hij mocht en goed vond, pousseerde hij overal", aldus Van Driel. ..Daar had Te Winkel voordeel van. Hij heeft zijn eredoctoraat aan De Vries te danken. Dat was verdiend, maar niet zonder eigenbelang van De Vries. 'Dr M. de Vries en dr L.A te Winkel', dat stond nou eenmaal mooier op het titelblad van het woordenboek." Door zijn relaties regelde De Vries de financiering van veel projecten. Te Winkel deed waarschijnlijk het leeuwendeel van het werk. Van Driel schat dat tachtig procent van de nieuwe spelling op het conto van Te Winkel is te schrijven, maar het voorwoord was uiteraard van De Vries. Ook de systematische opbouw van het WNT (Van Driel: „die idiote indeling") komt uit de koker van de wiskundig begaafde Te Winkel. Van Driel en Noordegraaf hebben hun boek een duografie genoemd, niet alleen om aan te geven dat het over twee mensen gaat, maar ook dat het is geschreven door twee mensen. Het is ironisch genoeg meteen een van de woorden die ontbreken in het door De Vries en Te Winkel opgezette en pas dit jaar voltooide WNT. „De huidige redactie fronste de wenkbrauwen toen ze het woord duografie hoorden", zegt Van Driel. „Ze konden het nergens vinden. Het is echt een verzonnen term." Ernst Jan Rozendaal Lo van Driel en Jan Noordegraaf: De Vries en Te Winkel Een duografie, SDU Uitgevers Den Haag, Standaard Uitgeverij Antwerpen, f 39.90. Vanaf 1 dec in de winkel. Kester Freriks blijft een romanticus Het kantoorleven van Gerrit Krol Nieuw proza en poëzie Jacques Thönissen schreef een roman voor Aruba Thrillers: Jonathan Rabb en West Colum McCann vindt zijn taal in Ierland Buitenhuis Jagtlust was het toneel van wonderlijke feesten Erika Veld debuteert met roman over dementie i - a a f v James Brown is een les muziekgeschiedenis Animatie Festival eert Gerrit van Dijk Karakterschets van danser/ decorontwerper Toer van Schayk Schittering van Spanje in de Amsterdamse Nieuwe Kerk Christo pakt Zwitserse bomen in

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1998 | | pagina 11