Croei van een kunstenaar Dick Bruna bouwt zijn ark PZC Komrij schiet met kogels van papier Inez van Dulleman en Willem Schenk kunst cultuur vrijdag 13 november 1998 13 jeugdboek Inez van Dullemen: „Het is niet zo erg als een kunstenaar het moeilijk heeft." foto Hans Vermeulen Inez van Dullemen schreef een roman over het veelbewogen en ingewikkelde leven van de naaldkunstenaar Willem Schenk. Een gesprek met de schrijfster over het kunstenaarschap. I Vrijwel elke roman heeft ergens op een binnenpagina wel de waar schuwing staan, dat alle overeen komst met de werkelijkheid op louter toeval berust. „Maar in dit geval niet"reageert Inez van Dul lemen onmiddellijk, „Kijk, ik heb het er zó in gezet: 'Voor Willem Schenk, de bron van mijn inspira tie'. Want zo is het, het is zijn leven door mijn ogen gezien." Het ver scheurde leven van de nu bijna 80- jarige naaldkunstenaar Willem Schenk heeft zij als onderwerp ge nomen voor het verhaal van de wordingsgeschiedenis van een beeldend kunstenaar. Ze ver noemde de roman naar een van diens wandkleden: 'De rozendief'. Thuis aan de muur hing 'De rozen- dief' al jaren, lang voordat zij het plan opvatte een boek te schrijven over het leven van de maker ervan. Willems zoon, Tom, kende ze bovendien heel goed; hij is decor ontwerper van Toneelgroep De Appel, waar Van Dullemens echt genoot, Erik Vos, tot voor kort de artistiek leider was. Drie jaar ge leden opende Van Dullemen de tentoonstelling van Willem Schenks werk in Pulchri Studio in Den Haag. Ze hield een praatje over de ruwe droomwereld, die er uit dit werk spreekt, vertelde waarom het haar aansprak en toen al kwamen er na afloop mensen naar haar toe. „Je zou een boek over die man moeten schrijven, zeiden zij. Ik heb maar wat beleefd geglimlacht, zoals je dat doet in die situaties, maar het idee verder naast mij neer gelegd. Maar nu is het boek er toch: het re laas van een homoseksueel jonge tje, dat onder bizarre omstandig heden opgroeit, kunstenaar wordt en leraar, huwt en het vaderschap meemaakt, terwijl de buitenech telijke homorelaties hem verteren. Een kunstenaar die op latere leef tijd rust vond in zijn scheppend werk. „Dat fascineerde me", zegt de schrijfster. „Hoe zo'n geest zich ontworsteld heeft aan alle knel lende banden van zijn lot. Zoals hij nu kan zeggen - en dat staat niet in het boek - 'Ik mag een klein beetje mee doen aan de schep ping'. Dat spreekt mij erg aan." Een paar jaar geleden nog dacht Inez van Dullemen dat zij het als schrijfster wel had gehad. Zij had een hele reeks titels op haar naam staan, waarvan 'Het gevorkte beest', 'Vroeger is dood' en 'Het land van rood en zwart', de be kendste waren. De Anna Bijns- prijs was haar toegekend. En toen kwam in het jaar van de Librisno- minatie - in 1994 voor 'Het land van rood en zwart' - dat auto-on geluk. Buiten westen „Het was niet eens zo erg. Ik ben een paar uur buiten westen ge weest, had een zware hersen schudding en overal kneuzingen. Maar daarna bleef mijn hoofd leeg, ook na het herstel. Ilc gleed in een depressie, al mocht ik natuur lijk helemaal niet klagen. Maar schrijven ging niet meer. Er be woog zich niets meer in mijn hoofd. Het was alsof een deel van mijn persoonlijkheid was verdwe nen. Laat ik nou maar proberen de ouderdom door te komen, hield ik mijzelf voor." Tenslotte begon zij toch weer. Heel rustig. „Niemand mocht het we ten, behalve Erik dan." Zij pakte het idee op om over Willem Schenk te schrijven en ging och tenden lang met hem praten. „Heerlijk vond hij het. Hij is een oude man nu natuurlijk, hij ge noot ervan zijn leven nog eens over te kunnen doen. Hij was ook zo makkelijk. Ik heb tegen hem ge zegd: Willem, het wordt geen echte biografie, maar iets anders, want het is ook mijn boek. Je doet maar wat je wilt, zei hij. Heerlijk als ie mand zo royaal is." Toch volgt De rozendief in het fei tenmateriaal nauwgezet het leven van Willem Schenk. De vroege dood van de moeder, de aftakeling van de zeebonk die Schenks vader was (kapitein op een koopvaardij schip). Dan komt er een helleveeg van een vrouw het huishouden be stieren, die haar eigen ongelukki ge leven verhaalt op de kinderen voor wie zij zorgt. „Willem heeft mij haar afgeschilderd als een vre selijke vrouw. Daar was hij duide lijk in. Zo is zij nu ook in het boek terecht gekomen, maar misschien was de werkelijkheid wel iets an ders." „Wat ik zelf in heb moeten vullen" zegt de schrijfster, „is de periode Parijs. Hij had toen tijdens zijn huwelijk een vriend in Parijs. Hij vertelde mij daar wel iets over. Dat het een mooie, jonge jongen was, maar meer niet. Ik kon niet zoveel met dat verhaal, hoewel ik wel aanvoelde dat het heel belangrijk voorhemmoet zijngeweest. Ik heb die passages met mijn eigen inle ving ingevuld. Uit mijn jeugd ken de ik dat gevoel natuurlijk wel van in Parijs te zijn, weg van het dage lijks bestaan, de vrijheid, de op winding en de verliefdheden." „Toen Schenk zijn dubbelleven aan zijn vrouw Anna opbiechtte, wist die natuurlijk al lang dat er iets aan de hand was. Zij reageerde echt zoals in het boek: neem die jongen eens mee. Dat was gewel dig slim van haar. Zij is een nuch tere, praktisch ingestelde vrouw, die toch ook van hem hield.Hoe wel Schenk zijn leven lang met Anna bevriend zal blijven, trekt hij na zijn Parijse avonturen, die jaren geduurd moeten hebben, toch van haar weg. Het uur van zijn bevrijding is aangebroken, zo blijkt uit de roman. Schenk wijdt zich geheel aan de kunst. De ouderdom is voor hem wat dat be treft een zegen. Geen schuldge voelens meer, geen verterende onvervulde verlangens, geen mas kerades. Van Dullemen: „Wat mij het meest in zijn leven boeide is dat dubbele. Had hij dat niet gehad dan zou ik dit boek misschien niet geschre ven hebben. Plet is de manier waarop hij in die verschillende werelden heeft moeten leven. Aan de buitenkant moest hij gewoon functioneren, aan de binnenkant was hij zwaar gewond. Dat dub bele heeft de functie van een pres sure-cooker gehad. Soms is onder drukking noodzakelijk. Des te heviger kan het er dan uitkomen." Eigen rijkje „Het heeft met het kunstenaar schap te maken, zoals ik dat zie. Kinderen met een artistiek talent die een ellendige jeugd hebben - vaak gaat dat zo: zij zoeken een uitweg in hun eigen fantasiewe reld. Zij bouwen een eigen rijkje omdat zij de buitenwereld niet aan kunnen. Zij verzetten zich, trap pen ergens tegen aan. En dan latei- staan zij met losse handen, eerst heel klein en kwetsbaar. Welke kant moet het op?" „Zij staan in het grensgebied tus sen het normale en abnormale. Ik heb dat aan Jan Arends gezien. Die heb ik goed gekend als meisje. Hij was een psychopaat, een opge slotene in zijn eigen wereld. Ik heb hem zien zitten achter zijn schrij f- machine. Allemaal proppen pa pier over de vloer. Alsof hij een doofstomme was die iets probeer de te zeggen. Het is extreem, en toch heeft het een paar mooie ge dichten opgeleverd." „Nee", zegt ze dan, „zo slecht is het nog niet als een kunstenaar het moeilijk heeft. Tenslotte blijkt, zoals Willem zegt, dat je toch een beetje mee hebt mogen doen aan de schepping. Al heb je met je werk maar een zandkorrel verschoven. Jan-Hendrik Bakker Inezvan Dullemen: De rozendief - Uit geverij Querido, f 37,50. Onze literatuur telt een aantal slechte, heel wat middelmatige en ook een paar goede schrijvers. Enkelen laten zich niet op deze manier rangschikken, ze zijn te veelzijdig en te briljant. Gerrit Komrij bijvoorbeeld is méér dan enkel een uitstekende dichter, een voortreffelijke essayist, een verrassende bloemlezer. Hij is een van die weinige auteurs die niet alleen schrijft, maar ook ergens óver schrij ft. ken krijgen onder anderen ook Benno Barnard, J. Bernlef. Harry Mulisch en Hugo Claus ervan langs. Je moet wel eerst iets doen om de toom van Komrij op te wek ken. Een erbarmelijk boek schrij ven bijvoorbeeld. Maar dan kent hij geen genade meer. 'Het jaar van de kreeft' van Claus wordt gety peerd als „een kruising tussen Li- belle en Candy, verpakt als een re latiecursus voor de boekenplank. Met zijn artikelen over litera tuur, architectuur, televisie, politiek heeft hij niet helemaal - of misschien wel helemaal niet - be reikt wat hij wilde bereiken. Na melijk betere literatuur, fatsoen lijke architectuur, behoorlijke televisie en integere politiek. Maar in elk geval heeft hij het seri eus geprobeerd. De opwindende tijden van bundels als 'Daar is het gat van de deur', 'Horen, zien en zwijgen' en 'Het boze oog' liggen gemiddeld alweer zo'n twintig jaar achter ons, toch zijn de stuk ken daaruit nog altij d lezenswaar dig en hebben ze vaak onthutsend weinig aan actualiteit ingeboet. Minachting In Lood en hagel maakte Komrij een keuze uit zij n polemische werk van weleer en hij voegde er ook en kele nieuwe schotschriften aan toe. Hij blijkt het genre nog min stens even goed te beheersen als vroeger. Wellicht is zijn minach ting voor de slachtoffers nog gro ter geworden. Hij speelt net zo achteloos met hen als een kat met eenmuis. Hij schreef indertijd ver pletterend over Hans Andreus' dichtbundel 'De witte netten van zon en maan' (1974). Maar hij re kent nu minstens even effectief af met Leonard Nolens. Hij zag eens hoe deze dichter van „kilo's licha melijk gekwispel, met een pond emotie en twee ons tranen" zijn poëzie voordroeg en het was toen of op het toneel „een lange lui" be delde om aandacht: „Niet hele maal stijf, u kent het wel. Zo'n ge zwollen, schommelende lui die, als puntje bij paaltje komt, een slappe lui blijft." In recente en minder recente stuk Hij ziet zijn tegenstanders als die ren en deze bloemlezing is dan ook opgezet als een bestiarium. In 'Het pauwenhok' treffen we de denk beeldige Nederlandse Nobelprijs winnaars aan. 'Het varkenshok' is gevuld met onfrisse figuren als Adriaan Venema, Dirk Kroon en Huub Oosterhuis. Critici In 'De Slangenkuil van de mieren neukers en de miggenzifters' zijn critici als Arnold Heumakers en Tom van Deel te vinden. Over de laatste verzucht hij: „Het is dat ik die incontinente meelwurm die op afroep pigmentloze gedichtjes schijt zelf wel bij de lurven kan grijpen, anders zou je toch een jon gen van de sportschool sturen?" Het is zeker niet alleen een literai re dierentuin geworden. 'De apen rots' wordt bevolkt door bekende Nederlanders als Toon Hermans enMarco Bakker. In 'Het Spinnen web' worden feministen als Hedy d'Ancona en Maaike Meijer bela chelijk gemaakt. 'De olifantenk- raal' is het domein van de politici, en zo zijn er nog wat bezienswaar digheden. „Soms was het dank baar schieten, soms was het veren van kikkers plukken", schrijft hij in zijn inleiding. In elk geval kwa men deze kogels van papier vaak harder aan dan kogels van metaal. Nederland loopt - ook al gebruikt hij zijn wapens nauwelijks meer - nog altijd vol met door Komrij aangeschoten wild. Hans Warren Gerrit Komrij: Lood en hagel. (Schimpscheuten en handtastelijkhe den - een keuze) -244 pag./f 25 - De Ar beiderspers, Amsterdam-Antwerpen. Gerrit Komrij foto Roeland Fossen zich bewonderen op postzegels, servies goed, viltstiften, agenda's, schoenen, kus sens, dekbedden, kalenders, schortjes, rugzakken, klokken en talloos veel meer voorwerpen, maar ook in speelgoedachti ge boeken. Een fraai voorbeeld van het laatste is het vorig jaar verschenen Nijn- tje's speelboek (30,5 cm x 20,5 cm) met kleine insteekboekjes zo groot als een postzegel, trekstrookjes. flapjes en ande re verrassingen. De meest recente toepas- singis Nijntje's huis. Achter het doorzich tige venster voorin een felgeel doosje van 152 mm x 142 mm x 69 mm kijkt een plu chen Nijntje je met haar zwarte kraaloog jes aan. Ze is 15 cm hoog en hoort bij een nagenoeg vierkant boekje van 15 cm breed. Het boekje kan gemakkelijk rond gevouwen worden en is dan een carrousel met een diameter van 28 cm, een vloerop pervlakte van ruim 571 vierkante centi meter en een omtrek van meer dan 84 cm. Het laat van het huis van Nijntje de woon kamer, de badkamer en de tuin zien. Het spreekt vanzelf dat Nijntje echt op eigen benen kan staan. Jan Smeekens Dick Bruna: Ruben en de ark van Noach. 48 pag.: f 29,90 Dick BrunaNijntje 'shuis. Doos met pop en uit vouw huis. f 34,90. De Dick Bruna Biografie werd geschreven door Truusje Vrooland-Löb, telt 16 blz. en kost f 10,-. Het werk van Dick Bruna wordt uitge geven door Mercis, Amsterdam. Aan de volmaakte tekeningen van Dick Bruna, die ook nog eens op superieure wijze weergeven waar het precies om gaat, valt niets te verbeteren. En dus kom je in Ruben en de ark van Noach en het carrouselboek Nijntje's huis elementen tegen ïdt ouder werk van Nederlands bekendste prentenboekkunstenaar. Brutale kleuren, een opvallend boek formaat, de kunst dingen weg te la ten, vrolijke verhaaltjes op rijm en 'dehel- derheid, de duidelijkheid van datgene wat hij in zijn tekening wil zeggen' vor men volgens Truusje Vrooland-Löb in haar Dick Bruna biografie het geheim van het succes dat 'de vader van Nijntje' we reldwijd ten deel valt: „Zijn hond is voor alle kinderen op de wereld HOND en geen paard. Zijn huis ziet iedereen overal als HUIS.(-) Het lijkt soms wel of hij een alfa bet van afbeeldingen heeft gemaakt. 'Een alfabet in een eigen Br una-beeldtaal." Waarna ze het omvangrijke antwoord op de vraag die ze stelde in zes woorden sa menvat: „Dick doet gewoon méér met minder." Het boekje verscheen vorig jaar ter gelegenheid van Dick Bruna's ze ventigste verjaardag en is - zou je kunnen zeggen - een beknopte versie voor jonge bewonderaars in zestien bladzijden van Het paradijs in pictogram (1989) door Ella Reitsma en Kees de dieren verheugen in het wonder van een geheel nieuw bestaan: 'o, kijk eens wat een prachtige regenboog rood, oran je, geel, groen, blauw, wat mooi. dacht ruben nu zal ik wel gauw een vlinder worden misschien wel een blauwe.' Van de afgebeelde dieren zal. men er veel her kennen uit vierkante boekjes van meer dan twintig jaar geleden Dieren uit ons land en Dieren uit andere landen, 1972). En toch is Ruben en de ark van Noach geen 'herhalingsoefening'Het afwijkende for- maat van 30 cm x 21,6 cm suggereert in da hoe dan ook stille prenten volop beweging bij het aan boord gaan van de stoet met twee keer veertien dieren. En alweer is het verbluffend te zien hoevel expressie mo gelijk is met bijna niets. Zo'n simpel gebo gen lijntje als geloken oog is voor de hoog hartige kamelen meer dan voldoende om de beide verbouwereerde dromedarissen voorgoed een diep besef van minderwaar digheid te bezorgen. Natuurlijk blijft Nijntje van alle Dick Bruna-figuren de populairste. Ze laat Nieuwenhuizen. Bij verschijnen kon nog net in een lijst met 'belangrijke zaken' worden meegenomen dat de jarige in 1997 voor een tentoonstelling in het Catharijne Convent in Utrecht beelden had ontwor pen voor een levensgroot schuiftheater over de Ark van Noach. Taferelen uit die voorstelling van de Zondvloed vormen nu het prentenboek Ruben en de ark van Noach. Nadat God Noach verteld heeft dat Hij de aarde schoon zal spoelen, omdat de men sen niet ophouden met ruziemaken, el kaar slaan en alles kapot maken, geeft Hij hem opdracht een grote boot te bouwen: 'Een ark groot genoeg voor jezelf, je vrouw, je drie zonen en de vrouwen van je drie zonen en ook groot genoeg voor twee van alle dieren en als iedereen aan boord is sluit de ark dan goed af want dan zal ik het zo hard en zo lang laten re genen dat alles wegspoelt.' Met Ruben en de ark van Noach plaatst Dick Bruna zich in de lange rij van kun stenaars die ieder op een eigen manier het legendarische bij belverhaal verbeeld hebben. Tegelijker tijd voegt hij met veel inventiviteit een nieuw element toe aan de dramatische ge schiedenis. Want het nietige schepseltje Ruben beleeft nog als naps hoe eerst het water wijkt en daarna de aarde droogvalt, maar mag zich met zijn vriendinnetje als de twee enige van alle gespaar-

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1998 | | pagina 13