Veel zaaien en
weinig oogsten
Turnschool Zeeland biedt
talenten ideale opleiding
27
vrijdag 6 november 1998
Kristel van Haveren
Wanneer komend weekeinde
het turnseizoen start, zetten
Zeeuwse deelnemers hun beste
beentje voor. Dat is ze de laatste
jaren behoorlijk goed afgegaan.
Neem bijvoorbeeld Monique
Nuijten uit Goes, die in 1998 mocht
deelnemen aan de Europese
kampioenschappen in Sint
Petersburg en aan de World Youth
Games in Moskou. Of pak de
Wemeldingse Nicole Casteleijn, die
de voorbije jaargangen twee keer
eerste en eenmaal tweede werd
tijdens de nationale
kampioenschappen in haar klasse.
Hoe ver de Zeeuwse turnsters het
komende seizoen reiken, is
natuurlijk een open vraag. Zeker is
wel dat er veel aan gedaan wordt om
de Zeeuwse vlag vaak in de top te
kunnen hijsen. Want op Turnschool
Zeeland, een opleiding die pas is
opgericht, is alles aanwezig om de
weg naar de top te bewandelen.
Conchita Zandbergen voert een shushunova uit.
Ik wil uitstraling en spanning zien. Alsof
het een wedstrijd is. Niet zomaar iets
doen, geen ratjetoe." Trainster Tamara
Zandbergen instrueert een van de pupil
len die op het punt staat een vrije oefening
te beginnen. „Laat me genieten van deze
oefening." Even verderop staat Koos Ha
mels, een andere trainer. Tegen Nicole
Casteleijn zegt hij, nadat de turnster een
oefening op het onderdeel paard heeft af
gewerkt: „Je kijkt een beetje benauwd.
Hij doet niets, hoor." Met een verlegen
glimlachje loopt ze terug.
Het is woensdagmiddag, vier uur. De deur
van de Middelburgse turnvereniging
MTV'69 in sporthal De Zandkuil is open
voor de dagelijkse training van Turn
school Zeeland. Meisjes van rond de tien
jaar kleden zich om. Giechelend bereiden
ze zich voor op de training. In felgekleur
de pakjes dartelen ze de turnhal binn.en.
Ze staan klaar om salto's te maken,
schroeven te draaien, flikflakken te ma
ken, vrije oefeningen te doen, over paar
den heen te springen en ga zo maar door.
Vier uur lang, elke dag weer, week in week
uit, het hele jaar door.
Wat er in de turnhal gebeurt, is tamelijk
uniek voor Zeeuwse begrippen. En bijna
voor Nederlandse normen. Slechts in het
noordelijke Heei'enveen is er een evenknie
van de Zeeuwse opleiding. Turnschool
Zeeland is op 1 september van dit jaar of
ficieel van start gegaan.
Op het turninstituut kan in principe ie
dereen zich aanmelden omdat er vijf ver
schillende groepen worden onderschei
den: starters (meisjes van vijf en zes jaar),
basis (meisjes van zeven en acht jaar), re
gionaal, nationaal en topsportniveau (al
ledrie vanaf negen jaar). De laatste cate
gorie, de belangrijkste, herbergt op dit
moment dertien turnsters. Naast de turn-
groepen is bij de opleiding ook een spring -
groep ondergebracht. De turngroep telt
dertig personen, de springgroep veertig.
Onafhankelijk
De leerlingen van Turnschool Zeeland
komen uit heel de provincie zoals bijvoor
beeld Goes, Zierikzee, Wemeldinge, Vlis-
singen en uiteraard Middelburg. Dat ze in
de hal van MTV trainen houdt niet in dat
ze ook lid zijn van de Middelburgse ver
eniging want de turnschool is een onaf
hankelijke instelling. Bij wedstrijden
komen ze uit voor de club waarvan ze oor
spronkelijk lid zijn. Het is dus niet zo, om
misverstanden te voorkomen, dat MTV
kan pronken met de successen van een an
der.
Volgens algemeen manager Janny Ver-
meule is Turnschool Zeeland een ideale
kans voor turnsters gebruik te laten ma
ken van faciliteiten die andere Zeeuwse
verenigingen niet hebben. „Het ontbreekt
ze aan tijd, inzet, opleiding en capaciteit.
Talenten moeten de mogelijkheden krij
gen, ook die uit de kleine dorpen."
Turnschool Zeeland biedt jonge turnsters
uit alle delen van Zeeland de mogelijk
heid door te stromen naar de top, waar die
voor een ieder ook mag liggen. De organi
satie van de opleiding is in elk geval afge
stemd op het eventueel afleveren van na
tionale en misschien wel internationale
toppers.
Steunpunt
Wat dat aangaat, komt de oprichting van
Turnschool Zeeland op een geschikt mo
ment. Het turninternaat Papendal, waar
tot enkele jaren terug talenten werden
klaargestoomd voor internationale wed
strijden, bestaat als zodanig niet meer. De
Koninklijke Nederlandse Gymnastiek
Bond (KNGB) past namelijk een beleid
van decentralisatie toe en benoemt hier
bij steunpunten.
De opleiding in Middelburg is een van die
steunpunten. Vermeule: „Daar
Vier leden van het trainerscorps van Turnschool Zeeland. Van links naar rechts: Tama
ra Zandbergen, Vivian de Meurichy, Janny Vermeule en Koos Hamels.
foto's Dirk-Jan Gjeltema
Achterste rij: Conchita Zandbergen, Karin de Nood, Bianca Willemse; middelste rij: Sanne Tamerus, Marleen Humme, Kristel van
Haveren; voorste rij: Sharona van Peenen, Lisanne Visser, Milou Verkerke, Wendy de Meulmeester en Nicole Casteleijn richten hun
blik naar boven. Als het aan de leiding van Turnschool Zeeland ligt, staat er een turnster uit deze groep op de Olympische Spelen van
2004 in Athene.
vertrouwen en waardering van de bond
uit." Een steunpunt moet wel aan ver
schillende voorwaarden voldoen. Die
moet een trainer met B-licentie (Koos Ha
mels) hebben, een choreografe met A-li-
centie (Janny Vermeule), een goede
accommodatie, medische begeleiding,
aangepaste studiefaciliteiten en turnsters
in de Oranje-selectie. „We voldoen aan al
les", stelt Vermeule niet zonder trots vast.
„Dat is een feit."
Alle voorwaarden onder de loep nemend,
blijkt dat Vermeule geen woord teveel
heeft gesproken. Koos Hamels is hele
maal maf („Ik vind het een mooie sport en
prettig om met gemotiveerde kinderen te
werken en die kinderen iets te leren") van
turnen. Aan de accommodatie in De
Zandkuil ontbreekt niets, slechts op en
kele plaatsen in Nederland beschikken
clubs over dezelfde, uitstekende facilitei
ten.
De medische begeleiding is driekoppig.
De eerste is sportarts IJzerman uit Bergen
op Zoom, die de meisjes jaarlijks aan een
keuring onderwerpt. De tweede man heet
fysiotherapeut Wim Heystek. Vermeule:
„Die kunnen we a la minute bellen. Als er
iets is, kunnen we er zo naar toe.Het der
de lid van de medische staf is huisarts Vis
ser, de vader van Lisanne, een van de le
den uit de opleiding. „Op hen kunnen wel
altijd een beroep, weet Vermeule. Binnen
kort hoopt de algemeen manager een voe
dingsdeskundige te kunnen 'contracte
ren'.
Met studiebegeleiding hebben de meeste
meisjes nog niet zoveel te maken omdat de
turntrainingen pas na schooltijd begin
nen. Wel zijn er afspraken gemaakt wan
neer de turnsters stages of wedstrijden in
het buitenland hebben. Dan krijgen ze
'gewoon' vrij. De medewerking van hun
school, Nehalennia Stedelijke Scholen
gemeenschap in Middelburg, is namelijk
heel goed. Pas op de middelbare opleiding
kan de com-binatie turnsport/school
gaan knellen. Koos Hamels weet bijvoor
beeld van Conchita Zandbergen dat ze er
behoorlijk aan moet trekken om die twee
zaken samen te kunnen doen.
Onontbeerlijk
Turnschool Zeeland laat dus weinig tot
niets aan het toeval over om de stap naar
een professionele oi-ganisatie te zetten.
Een onontbeerlijke stap. „Wil je meegaan
met de ontwikkelingen, moet je steeds
verder groeien", zegt Koos Hamels, die
volgens de officiële benaming technisch
manager van Turnschool Zeeland is. „We
voelden op een gegeven moment dat we
een andere organisatie moesten hebben.
We wilden professionaliseren." Dat bete
kent simpel gesteld: opleiden tot turn
sters. Plamels: „Dat is de hoofdmoot."
Die andere opzet is onlosmakelijk ver
bonden met zaken buiten Turnschool
Zeeland. „Dat heeft te maken met natio
nale ontwikkelingen", zegt Koos Hamels.
„Hoe staat Nederland straks tegenover
internationale ontwikkelingen? En hoe
ontwikkelt de tumsport zich verder?"
Waar Turnschool Zeeland heen moet,
staat voor de turntrainer als een paal bo
ven water. „We willen honderd leden, we
moeten er financieel beter voor staan en
voldoende kader hebben, Dat is ons eind
doel."
Hamels en consorten willen in 2000 de
plannen uitgevoerd hebben die ze nu voor
ogen hebben. Na dat magische jaartal zou
de Turnschool Zeeland het liefst iemand
zien optreden tijdens een wereldkampi
oenschap (2003) of Olympische Spelen
(2004). „Het is ontzettend veel zaaien en
heel weinig oogsten." Beter kan Hamels
het ultieme doel van Turnschool Zeeland
niet omschrijven.
Die 'iemand' moet uit de groep komen die
momenteel is ingedeeld op topsportni
veau. Hierin zitten: Conchita Zandber
gen, Kristel van Haveren, Wendy de
Meulmeester en Lisanne Visser uit Mid
delburg, Karin de Nood uit Koudekerke,
Lianne Saman en Milou Verkerke uit Zie
rikzee, Sharona van Peenen, Rainona
Hiebels, Kelly Dupon en Jessica van Bel-
zen uit Vlissingen, Lesley Huyzen uit
Kloetinge en Nicole Casteleijn uit Wemel
dinge. Deze dertien meisjes zitten allen in
een eigen klasse: senioren, junioren,
jeugd, pupil2, pupil 1 en instap. Al gelang
naar niveau en leeftijd trainen de meisjes
zestien tot maar liefst 25 uur per week.
Ouders
Het voert te ver om te stellen dat zonder
ouders de kinderen Turnschool Zeeland
niet in kunnen, maar een niet onbelang
rijke rol hebben de ouders toch ook wel
een beetje. Voor de gelegenheid schuiven
drie moeders aan de tafel: Anja van Pee
nen (van Sharona, acht jaar), Hetty Bliek
(van Wendy de Meulmeester, elf jaar) en
Corrie Casteleijn (van Nicole, tien jaar).
Turnkenners herinneren zich vast de laat
ste naam. Corrie Casteleijn vertoonde
zo'n 25 jaar geleden haar kunsten en werd
twee keer provinciaal kampioen.
„Kijk eens goed naar mij", antwoordt
Corrie Castelijn op de vraag hoe ze het
vindt dat haar dochter Nicole op de turn
school zit. „Ik heb haar zelf hierheen ge
bracht. Als baby doolde ze al rond in de
sporthal. Hier is het. Punt!Ballet was te
tam voor Wendy, zegt Hetty Bliek. „Ze is
met haar vijfde jaar gaan turnen en het
gaat nog steeds goed." Bij het Vlissingse
VTV, waai-van de dochter van Anja van
Peenen lid was, hield de selectie op te be
staan. „Ze wilde zelf verder en toen heb
ben de overstap gemaakt."
Tijdens het gesprek met de drie moeders
wordt al snel duidelijk dat het hele ge
zinsleven op de tumsport van dochterlief
is afgestemd. „Ik heb nog een zoontje van
zeven jaar", wijst ze naar hem. „Die.weet
niet beter. Hij is nog trotser op zij n zus dan
pa en ma. Het is een deel van je leven. Als
er een van de twee op tegen zou zijn, denk
ik dat je zouuit elkaar zou liggen. Dan heb
je geheid trammelant."
Opoffering
Hetty Bliek vindt het derhalve geen opof
fering om veel, zo niet alles, voor Wendy
opzij te schuiven. „Je groeit erin mee. Bo
vendien, een opoffering voor je kind heb je
niet snel." Casteleijn: „Ik zie het net zo. Ik
ben büj dat ik nog een zoon heb, anders
zat ik hier heel de week." Anja van Pee
nen: „Het hoort erbij."
Als de drie moeders aan buitenstaanders
vertellen dat hun dochters turnen en dat
het huiselijk bestaan op hen wordt afge
raak een schrikreactie. „Ik
moet me elke dag verdedigen", roept Het
ty Bliek. „Mensen begrijpen het niet. De
buitenwereld is zo negatief." Een vaak ge
hoorde 'klacht' is dat meisjes van die leef
tijd zoveel missen. „Maar ze missen écht
niets. Ik moet er een berg voor opofferen",
verweert Hetty Bliek zich. „Hun sociale
contacten hebben ze hier." Anja van Pee
nen: „Het is een grote vriendengroep".
Corrie Casteleijn: „De leeftijdsverschil
len vallen hier weg."
In tegenstelling tot vroeger maakt Caste
leijn zich nu niet meer boos over de veel
gebezigde vooroordelen. Ze wist anders
wel van leer te trekken. 'Ben ik dom, is
mijn verstand niet goed, zie ik er niet uit,
zijn mijn handen niet goed', waren toen
een aantal standaard-antwoorden van
haar. Casteleijn wil het zelfs omdraaien.
„De meeste kinderen die hier aan top
sport doen, zijn heel goed ontwikkeld. Die
hebben doorzettingsvermogen en disci
pline. Ze zijn zo gefascineerd door top
sport. Die verleggen hun eigen grenzen en
willen steeds meer. Een kind dat niet snel
leert, haalt het hier niet.
Populair
Op school hebben de turnsters, afgaande
op het verhaal van de ouders, weinig te
maken met gestigmatiseerde opmerkin
gen. De meiden zijn bij de jongens zelfs
populair. „Op sportgebied", verduidelijkt
Casteleijn. „Die jongens snappen er niets
van." De medeleerlingen houden zelfs re
kening met het geven verjaardagsfeestjes.
In het geval van Nicole Casteleijn geven
ze geen feest als ze training heeft.
Maar wanneer heeft Nicole Casteleijn
dan eigenlijk vrij? Een kijkje in haar
agenda levert weinig open gaten op.
Slechts op dinsdag en donderdag - er zijn
meisjes van Turnschool Zeeland die geen
dag overslaan - wordt er niet getraind. De
rest van de week gaat ze naar school en
turnt ze 21 uur per week. De kleine turf
lijkt het niets te deren.
Het turnen zit, wat wil je met zo'n moeder,
haar in het bloed. Als het aan haar ligt,
gaat ze de tumwereld nog verbazen. Haar
doel? Ze moet er hangend over een kast
even over nadenken. „De Olympische
Spelen van 2004 proberen te halen." Een
plek op het olympische toernooi in Athe
ne? Kan dat? „De trainer zegt van wel. Hij
zegt dat ik talent heb. Dat geloof ik dan
maar." Het is een seconde stil. „Zelf geloof
ik dat ook."
Peter Godrie