Veel zaaien en weinig oogsten Turnschool Zeeland biedt talenten ideale opleiding Vier leden van het trainerscorps van Turnschool Zeeland. Van links naar rechts: Tama ra Zandbergen, Vivian de Meurichy, Janny Vermeule en Koos Hamels. foto's Dirk-Jan Gjeltema rikzee, Sharona van Peenen, Ramona Hiebels, Kelly Dupon en Jessica van Bel- zen uit Vlissingen. Lesley Huyzen uit Kloetinge en Nicole Casteleijnuit Wemel- dinge. Deze dertien meisjes zitten allen in een eigen klasse: senioren, junioren, jeugd, pupil 2, pupil 1 en instap. Al gelang naar niveau en leeftijd trainen de meisjes zestien tot maar liefst 25 uur per week. Ouders Het voert te ver om te stellen dat zonder ouders de kinderen Turnschool Zeeland niet in kunnen, maar een niet onbelang rijke rol hebben de ouders toch ook wel een beetje. Voor de gelegenheid schuiven drie moeders aan de tafel: Anja van Pee nen (van Sharona, acht jaar), Hetty Bliek (van Wendy de Meulmeester, elf jaar) en Come Casteleijn (van Nicole, tien jaar). Tumkenners herinneren zich vast de laat ste naam. Corrie Casteleijn vertoonde zo'n 25 jaar geleden haar kunsten en werd twee keer provinciaal kampioen. „Kijk eens goed naar mij", antwoordt Corrie Castelijn op de vraag hoe ze het vindt dat haar dochter Nicole op de turn school zit. „Ik heb haar zelf hierheen ge bracht. Als baby doolde ze al rond in de sporthal Hier is het. Punt!" Ballet was te tam voor Wendy, zegt Hetty Bliek. „Ze is met haai* vijfde jaar gaan turnen en het gaat nog steeds goed." Bij het Vlissingse VTV, waarvan de dochter van Anja van Peenen lid was, hield de selectie op te be staan. „Ze wilde zelf verder en toen heb ben de overstap gemaakt." Tijdens het gesprek met de drie moeders wordt al snel duidelijk dat het hele ge zinsleven op de turnsport van dochterlief is afgestemd. „Ik heb nog een zoontje van zeven jaar", wijst ze naar hem. „Die weet niet beter. Hij is nog trotser op zijn zus dan pa en ma. Het is een deel van je leven. Als er een van de twee op tegen zou zijn, denk ik dat je zou uit elkaar zou liggen. Dan heb je geheid trammelant." Opoffering Hetty Bliek vindt het derhalve geen opof fering om veel, zo niet alles, voor Wendy opzij te schuiven. „Je groeit erin mee. Bo vendien, een opoffering voor je kind heb je niet snel." Casteleijn: „Ik zie het net zo. Ik ben blij dat ik nog een zoon heb, anders zat ik hier heel de week." Anja van Pee nen: „Het hoort erbij." Als de drie moeders aan buitenstaanders vertellen dat hun dochters turnen en dat het huiselijk bestaan op hen wordt afge stemd, volgt er vaak een schrikreactie. „Ik moet me elke dag verdedigen", roept Het ty Bliek. „Mensen begrijpen het niet. De buitenwereld is zo negatief." Een vaak ge hoorde 'klacht' is dat meisjes van die leef tijd zoveel missen. „Maar ze missen écht niets. Ik moet er een berg voor opofferen", verweert Hetty Bliek zich. „Hun sociale contacten hebben ze hier." Anja van Pee nen: „Het is een grote vriendengroep". Corrie Casteleijn: „De leeftijdsverschil len vallen hier weg." In tegenstelling tot vroeger maakt Caste leijn zich nu niet meer boos over de veel gebezigde vooroordelen. Ze wist anders wel van leer te trekken. 'Ben ik dom, is mijn verstand niet goed, zie ik er niet uit, zijn mijn handen niet goed', waren toen een aantal standaard-antwoorden van haar. Casteleijn wil het zelfs omdraaien. „De meeste kinderen die hier aan top sport doen, zijn heel goed ontwikkeld. Die hebben doorzettingsvermogen en disci pline. Ze zijn zo gefascineerd door top sport. Die verleggen hun eigen grenzen en willen steeds meer. Een kind dat niet snel leert, haalt het hier niet." Populair Op school hebben de turnsters, afgaande op het verhaal van de ouders, weinig te maken met gestigmatiseerde opmerkin gen. De meiden zijn bij de jongens zelfs populair. „Op sportgebied", verduidelijkt Casteleijn. „Die jongens snappen er niets van." De medeleerlingen houden zelfs re keningmet het geven verjaardagsfeestjes. In het geval van Nicole Casteleijn geven ze geen feest als ze training heeft. Maar wanneer heeft Nicole Casteleijn dan eigenlijk vrij? Een kijkje in haar agenda levert weinig open gaten op. Slechts op dinsdag en donderdag - er zijn meisjes van Turnschool Zeeland die geen dag overslaan - wordt er niet getraind. De rest van de week gaat ze naar school en -- turnt ze 21 uur per week. De kleine turf lijkt het niets te deren. Het turnen zit, wat wil je met zo'n moeder, haar in het bloed. Als het aan haar ligt, gaat ze de turnwereld nog verbazen. Haar doel? Ze moet er hangend over een kast even over nadenken. „De Olympische Spelen van 2004 proberen te halen." Een plek op het olympische toernooi in Athe ne? Kan dat? „De trainer zegt van wel. Hij zegt dat ik talent heb. Dat geloof ik dan maar.Het is een seconde stilZelf geloof ik dat ook." Peter Godrie Ik wil uitstraling en spanning zien. Alsof het een wedstrijd is. Niet zomaar iets doen, geen ratjetoe." Trainster Tamara Zandbergen instrueert een van de pupil len die op het punt staat een vrije oefening te beginnen. „Laat me genieten van deze oefening." Even verderop staat Koos Ha mels, een andere trainer. Tegen Nicole Casteleijn zegt hij, nadat de turnster een oefening op het onderdeel paard heeft af gewerkt: „Je kijkt een beetje benauwd. Hij doet niets, hoor." Met een verlegen glimlachje loopt ze terug. Het is woensdagmiddag, vier uur. De deur van de Middelburgse turnvereniging MTV'69 in sporthal De Zandkuil is open voor de dagelijkse training van Turn school Zeeland. Meisjes van rond de tien jaar kleden zich om. Giechelend bereiden ze zich voor op de training. In felgekleur de pakjes dartelen ze de turnhal binnen. Ze staan klaar om salto's te maken, schroeven te draaien, flikflakken te ma ken, vrije oefeningen te doen, over paar den heen te springen en ga zo maar door. Vier uur lang, elke dag weer, week in week uit, het hele jaar door. Wat er in de turnhal gebeurt, is tamelijk uniek voor Zeeuwse begrippen. En bijna voor Nederlandse nonnen. Slechts in het noordelijke Heerenveen is er een evenknie van de Zeeuwse opleiding. Turnschool Zeeland is op 1 september van dit jaar of ficieel van start gegaan. Op het tuminstituut kan in principe ie dereen zich aanmelden omdat er vijf ver schillende groepen worden onderschei den: starters (meisjes van vijf en zes jaar), basis (meisjes van zeven en acht jaar), re gionaal, nationaal en topsportniveau (al ledrie vanaf negen jaar). De laatste cate gorie, de belangrijkste, herbergt op dit moment dertien turnsters. Naast de tum- groepen is bij de opleiding ook een spring- groep ondergebracht. De tumgroep telt dertig personen, de spiinggroep veertig. Onafhankelijk De leerlingen van Turnschool Zeeland komen uit heel de provincie zoals bijvoor beeld Goes, Ziei*ikzee, Wemeldinge, Vlis singen en uiteraard Middelburg. Dat ze in de hal van MTV trainen houdt niet in dat ze ook lid zijn van de Middelburgse ver eniging want de turnschool is een onaf hankelijke instelling. Bij wedstrijden komen ze uit voor de club waarvan ze oor spronkelijk lid zijn. Het is dus niet zo, om misverstanden te voorkomen, dat MTV kan pronken met de successen van een an der. Volgens algemeen manager Janny Ver meule is Turnschool Zeeland een ideale kans voor turnsters gebruik te laten ma ken van faciliteiten die andere Zeeuwse verenigingen niet hebben. „Het ontbreekt ze aan tijd, inzet, opleiding en capaciteit. Talenten moeten de mogelijkheden krij gen, ook die uit de kleine dorpen." Turnschool Zeeland biedt jonge turnsters uit alle delen van Zeeland de mogelijk heid door te stromen naar de top, waar die voor een ieder ook mag liggen. De organi satie van de opleiding is in elk geval afge stemd op het eventueel afleveren van na tionale en misschien wel internationale toppers. Steunpunt Wat dat aangaat, komt de oprichting van Turnschool Zeeland op een geschikt mo ment. Het turninternaat Papendal, waar tot enkele jaren terug talenten werden klaargestoomd voor internationale wed strijden, bestaat als zodanig niet meer. De Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Bond (KNGB) past namelijk een beleid van decentralisatie toe en benoemt hier bij steunpunten. De opleiding in Middelburg is een van die steunpunten. Vermeule: „Daar spreekt Conchita Zandbergen voert een shushunova uit. Achterste rij: Conchita Zandbergen, Karin de Nood. Bianca Willemse; middelste rij: Sanne Tamerus, Marleen Humme, Kristel van Haveren; voorste rij: Sharona van Peenen, Lisannc Visser, Milou Verkerke, Wendy de Meulmeester en Nicole Casteleijn richten hun blik naar boven. Als het aan de leiding van Turnschool Zeeland ligt, staat er een turnster uit deze groep op de Olympische Spelen van 2004 in Athene. vertrouwen en waardering van de bond uit." Een steunpunt moet wel aan ver schillende voorwaarden voldoen. Die moet een trainer met B-licentie (Koos Ha mels) hebben, een choreografe met A-li- centie (Jannv Vermeule), een goede accommodatie, medische begeleiding, aangepaste studiefaciliteiten en turnsters in de Oranje-selectie. „We voldoen aan al les", stelt Vermeule niet zonder trots vast. „Dat is een feit." Alle voorwaarden onder de loep nemend, blijkt dat Vermeule geen woord teveel heeft gesproken. Koos Hamels is hele maal maf („Ik vind het een mooie sport en prettig om met gemotiveerde kinderen te werken en die kinderen iets te leren") van turnen. Aan de accommodatie in De Zandkuil ontbreekt niets, slechts op en kele plaatsen in Nederland beschikken clubs over dezelfde, uitstekende facilitei ten. De medische begeleiding is driekoppig. De eerste is sportarts IJzerman uit Bergen op Zoom, die de meisjes jaarlijks aan een keuring onderwerpt. De tweede man heet fysiotherapeut Wim Heystek. Vermeule: „Die kunnen we a la minute bellen. Als er iets is, kunnen we er zo naar toe.Het der de lid van de medische staf is huisarts Vis ser, de vader van Lisanne, een van de le den uit de opleiding. „Op hen kunnen wel altijd een beroep, weet Vermeule. Binnen kort hoopt de algemeen manager een voe dingsdeskundige te kunnen 'contracte ren'. Met studiebegeleiding hebben de meeste meisjes nog niet zoveel te maken omdat de turntrainingen pas na schooltijd begin nen. Wel zijn er afspraken gemaakt wan neer de turnsters stages of wedstrijden in het buitenland hebben. Dan krijgen ze 'gewoon' vrij. De medewerking van hun school. Nehalennia Stedelijke Scholen gemeenschap in Middelburg, is namelijk heel goed. Pas op de middelbare opleiding kan de com-binatie tumsport/school gaan knellen. Koos Hamels weet bijvoor beeld van Conchita Zandbergen dat ze er behoorlijk aan moet trekken om die twee zaken samen te kunnen doen. Onontbeerlijk Turnschool Zeeland laat dus weinig tot niets aan het toeval over om de stap naar een professionele organisatie te zetten. Een onontbeerlijke stap. „Wil je meegaan met de ontwikkelingen, moet je steeds verder groeien", zegt Koos Hamels, die volgens de officiële benaming technisch manager van Turnschool Zeeland is. „We voelden op een gegeven moment dat we een andere organisatie moesten hebben. We wilden professionaliseren." Dat bete kent simpel gesteld: opleiden tot turn sters. Hamels: „Dat is de hoofdmoot." Die andere opzet is onlosmakelijk ver bonden met zaken buiten Turnschool Zeeland. „Dat heeft te maken met natio nale ontwikkelingen", zegt Koos Hamels. „Hoe staat Nederland straks tegenover internationale ontwikkelingen? En hoe ontwikkelt de turnsport zich verder?" Waar Turnschool Zeeland heen moet, staat voor de turntrainer als een paal bo ven water. „We willen honderd leden, we moeten er financieel beter voor staan en voldoende kader hebben. Dat is ons eind doel." Hamels en consorten willen in 2000 de plannen uitgevoerd hebben die ze nu voor ogen hebben. Na dat magische jaartal zou de Turnschool Zeeland het liefst iemand zien optreden tijdens een wereldkampi oenschap (2003) of Olympische Spelen (2004). „Het is ontzettend veel zaaien en heel weinig oogsten." Beter kan Hamels het ultieme doel van Turnschool Zeeland niet omschrijven. Die 'iemand' moet uit de groep komen die momenteel is ingedeeld op topsportni veau. Hierin zitten. Conchita Zandber gen, Kristel van Haveren. Wendy de Meulmeester en Lisanne Visser uit Mid delburg. Karin de Nood uit Koudekerke, Lianne Saman en Milou Verkerke uit Zie- Wanneer komend weekeinde het turnseizoen start, zetten Zeeuwse deelnemers hun beste beentje voor. Dat is ze de laatste jaren behoorlijk goed afgegaan. Neem bijvoorbeeld Monique Nuijten uit Goes, die in 1998 mocht deelnemen aan de Europese kampioenschappen in Sint Petersburg en aan de World Youth Games in Moskou. Of pak de Wemeldingse Nicole Casteleijn, die de voorbije jaargangen twee keer eerste en eenmaal tweede werd tijdens de nationale kampioenschappen in haar klasse. Hoe ver de Zeeuwse turnsters het komende seizoen reiken, is natuurlij keen open vraag. Zeker is wel dat er veel aan gedaan wordt om de Zeeuwse vlag vaak in de top te kunnen hijsen. Want op Turnschool Zeeland, een opleiding die pas is opgericht, is alles aanwezig om de weg naar de top te bewandelen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1998 | | pagina 27