De grote wereld der kleine letteren Casanova was een survival-kid PZC Verzamelaars van mini-talen kunst cultuur 14 vertaald vrijdag 6 november 1998 Lancl van Groningen talrijke dia lecten. Daarvoor in de plaats kwam het Algemeen Gronings, en ook dat is bezig te verdwijnen.' De onderzoekers die in deze bun del aan het woord komen, zijn doorgaans typische lui die wars van mode en welvaart weinig ge kend en moeilijk werk doen. Je komt veel te weten over de talen in kwestie. Het onderzoek is niet al tijd ver van huis. Iemand heeft zo juist een onderzoek van twintig jaar afgerond naar dialecten in Joegoslavië. Daarmee heeft ze de ontwikkelingsgeschiedenis van de Zuid-Slavische taalfamilie scherp in kaart gebracht. Tegelij kertijd komt via haar studie, rei zen en het zoeken naar betrouw bare informanten de situatie van het Servisch en het Kroatisch aan de orde. Je leert wat toontalen zijn, je krijgt een idee van mengta len aan de hand van een mooi on derzoek in Canada, waar het Mischief een mengtaal is van Frans en de taal van de Cree India nen. Tegenstellingen In deze verzameling lees je ook over wetenschappelijke tegen stellingen en gebrek aan financië le waardering. In de moderne taal wetenschap gaat al decennia lang bijna alle aandacht naar de voor standers van theoretische taal kunde. Deze bouwen veelal in het voetspoor van Chomsky aan mo dellen die het aangeboren taalver mogen van de mens beschrijven. In de praktijk hebben ze genoeg aan weinig taalfeiten. Veelal vol staan die theoretici met kennis van Engels en wat Indo-Europese talen. In deze bundel komt de an dere kant aan het woord: verzame laars van mini-taaltjes zeggen de theoretici. In sommige verhalen worden harde noten gekraakt. Vooral in het gesprek met Kort- landt. hoogleraar vergelijkende taalwetenschap te Leiden - een coryfee op zijn vakgebied. 'Theo rie kan het zicht op de feiten be lemmeren', zegt Kortlandt. 'Juist de onregelmatigheden zijn het in teressantst. Vind je die elders ook dan moet het om iets ouds gaan. Als bij ons de details niet kloppen, zitten we fout. In de theoretische taalkunde wordt het afwijkende onder de mat geveegd.' In deze bundel komen die beschei den en soms typische taalonder zoekers met hun veldwerk einde- 'lijk uit hun vergeethoek. Ze hebben zich door reorganisaties en bezuinigingen bijna laten weg drukken. Zo is deze bundel ook een pleidooi voor het handhaven van een prachtige, vooral Leidse traditie. Slechts een paar hoofd stukken werden eerder gepubli ceerd en de bundel bevat goede ex tra informatie aan het slot, met een simpele maar doeltreffende kaart. In De wijde wereld van de Kleine Talen worden alle onderzoekers enorm gefascineerd door de vreemde talen en culturen. Uiter mate boeiend om als lezer zo iets mee te maken. Lo van Driel Dirk van Delft.: De wijde wereld van de Kleine Talen: 25 portretten - Uitgeverij Bulaaq, Amsterdam - 284 pag., 39,50. Misschien is het verhaal van Hanne de Bruin uit Kloetin- ge wel typerend. In 1977 deed ze eindexamen aan het Goese Ly ceum. Een talenmens. Wat te doen? Nederlands en de moderne vreemde talen vielen af - stel je voor dat je daarmee een leven lang voor de klas moet staan. Als au pair ging ze eerst naar Engeland en Frankrijk. Ze zag toen ergens een opvoering van een klassiek theaterstuk uit India in het Tamil. Dat sprak haar zo aan dat ze in Leiden indologie ging studeren. Van de tien studenten die daarmee in 1978 begonnen, is Hanne als enige afgestudeerd. Toen ze als hoofdvak Tamil gekozen had, is ze naar India gegaan om veldwerk te doen. Veldwerk, talen in kaait brengen, met oog voor de culturele tradities - dat is wat veel onder zoekers van bijzondere talen ge meen hebben. Tadzjikistan Zodra Gabrielle van den Berg in 1985 van school kwam, wilde ze maar één ding: naar Tadzjikistan. Eigenlijk wilde ze Perzisch stude ren, maar naar Afghanistan of Iran gaan was onmogelijk. Dus ging ze naar Tadzjikistan. Ze moest wachten tot 1988: 'Tadzjiek en Perzisch lijken op elkaar als Vlaams en Nederlands.' Ze pro moveerde uiteindelijk op de orale traditie in de Pamir-poëzie. Thilo Schadeberg is een jonge hoogleraar in de Afrikaanse taal kunde in Leiden. Zijn eerste on derzoek in Afrika deed hij in 1966- 1967: in Tanzania bestudeerde hij het klanksysteem van het Kinga, een bantoetaal met zo'n 50.000 sprekers. Van die taal was alleen een grammatica beschikbaar, in 1905 gemaakt door een Duitse zendeling. Die grammatica klopte absoluut niet met de gesproken taal. In Dar-es-Salam verbeterde hij ondertussen zijn taalvaardig heid in het Swahili, de omgangs taal van' grote delen van Midden- Af rika. In Afrika is meertaligheid de gewoonste zaak van de wereld. Op de markt spreek je een andere taal dan thuis, op school of in de kerk. Schadeberg: 'Meertaligheid is de motor van taalverandering. Die talen verdwijnen niet, hoog stens gaan ze op elkaar lijken, ze convergeren.' Portretten Hanne de Bruin, Gabrielle van den Berg en Thilo Schadeberg zijn drie van de 25 onderzoekers van vreemde talen die in de bundel De wijde wereld van de kleine talen aan het woord komen. Klein bete- Er zijn op de wereld misschien een kleine 6000 talen. De meeste hebben niet veel sprekers. Er zijn weinig mensen die zo'n onbekende taal onderzoeken. Wie zijn die lui die op zoek gaan naar onbekende, vreemde talen? Dr. Hanne de Bruin uit Kloetinge is één van de 25 onderzoe kers van vreemde talen, die in de bundel De wijde wereld van de kleine talen aan het woord komen. Kinderen op een school in Somalië. kent hier dat er maar weinig men sen op de wereld en zeker in Ne derland zich met de studie van zo'n taal en de cultuur van de spre kers bezighouden. Ook buitenissi ge talen met veel sprekers vallen in ons land onder het domein van de Kleine Letteren. Wie een dialect uit de Himalaya bestudeert, mag blij zijn als hij ergens op de wereld een paar collega's heeft. In deze bundel worden jonge onderzoe kers en specialisten geportret teerd. Waarom kozen zij voor hun vak, hoe verliep die keuze? Wat doen ze met al die kennis, is er wel belangstelling voor? Valt er iets mee te verdienen? Nederland heeft sinds de negen tiende eeuw een excellente tradi tie in het bestuderen van verre en vreemde talen. Toen we nog kolo nies hadden, waren er altijd men sen die belangstelling hadden voor de taal en de cultuur. Veel ta lenstudie was ten behoeve van bij belvertalingen. De eerste gram matica's van het Javaans, het Lampongs, het Sudanees, het Bataks, het Balinees zijn door Ne derlanders samengesteld, veelal gesteund door het Nederlandse Bijbelgenootschap. Zo ontstond een traditie. Papoea's Het verhaal over Lourens de Vries in deze bundel sluit daar nog goed bij aan. Hij studeerde Nederlands, 20 jaar geleden, toen hij opgebeld werd door zijn oude leraar Grieks, die in het bestuur van de Zending van de Gereformeerde Kerken zat. De vereniging was actief in het voormalige Nederlands Nieuw- -Guinea. 'Er zijn daar drie groe pen met Papoea's met talen waar van we niets weten. Ze wonen geïsoleerdinboomhuizen. We zoe ken iemand.die voor ons die talen wil bestuderen. Lijkt je dat wat?' De Vries zei ja, veranderde van studie en werd een van de eerste wetenschappers die na 1962 (overdracht Nieuw Guinea) daar aan het werk ging. De talen die hij in kaart moest brengen waren het Wambon, het Kombai en het Korowai. Ze hebben geen schrift en maar een paar duizend spre kers. Nu bestudeert hij zijn vierde Papoea-taal, het Inanwatan dat door het oprukken van het Indo nesisch aan het verdwijnen is. 'Het doet me denken aan mijn geboor tegrond. Vroeger kende het Hoge Globetrotter en rokkenjager. Intellectueel en opportunist. Weldoener en profiteur. Levensgenieter en tobber. Avonturier en incestpleger. Giacomo Casanova was het allemaal. Zijn naam is aan de eeuwigheid verbonden door zijn legendarische libido en verleidingskunsten. Het is tweehonderd jaar geleden dat hij overleed. Theo Kars rondde zojuist de vertaling af in twaalf delen van Casanova's memoires. En hij schreef een boek over de laatste 25 jaar van het leven van de notoire charmeur. Hoewel, achteraf blijkt hij slechts drie affaires per jaar te hebben beleefd. bluf, durf en intelligentie. Wie een vluchtige blik werpt over zijn 73 levensjaren kan slechts constate ren dat het toch weinig heeft ge leid. Geen aansprekende carrière in maatschappelijk opzicht, geen spectaculair adellijk huwelijk of iets substantieels in de politiek. Geen bekende boeken ook. Wat hij schreef, is totaal vergeten - toen al, meteen na publicatie. Alleen zijn relaas over hoe hij uit een gevan genis heeft weten te ontsnappen, baarde opzien. En zijn memoires natuurlijk, maar dat kon hij niet weten. Casanova is het voorbeeld bij uitstek van een man die schrijft en schrijft en schrijft en dan pas postuum onsterfelijk raakt met wat hij zelf als nauwelijks meer dan een bijwerk zag. Hij schreef zijn memoires, Historie de ma vie, toen hij op latere leeftijd als privé- bibliothecaris in Bohemen nau welijks iets om handen had. Feestrede Maar wacht, onderbreken wij ons relaas om het woord te gunnen aan Arnold Heumakers, casanovist en literatuurcriticus van NRC Han delsblad. Hij staat op om een ern stige feestrede op Casanova af te steken. Heumakers spreekt over hem als eter. Hij noemt Casanova's maag zijn meest betrouwbare or gaan. Net zo onmatig als met vrou wen, was hij met eten. Zijn twaalf oesters beschaafd, Casanova at er zo honderd. Hij hield ook van kruidig eten, sloeg niets af en door het in zijn memoires voortdurend over eten te hebben, tekende hij en passant de culinaire kaart van Eu ropa van de 18de eeuw. Zijn me moires zijn je reinste cultuurge schiedenis, zo zegt men, en zo is het. 'Hij kreeg het zelfs voor elkaar in Engeland goed te dineren', spreekt Heumakers afgunstig. 'Kostelijke avonturen en al die mooie vrouwen - zo iemand kun je alleen maar benijden.' Theo Kars heeft altijd iets met Ca sanova gehad. Als er weer eens een karikaturaal weekbladverhaal over versierders, casanova's en don-juans moest verschijnen, werd Kars steeds opgevoerd als de Nederlandse Casanova. Veel vrou wen, en zeer geïnteresseerd in de historische figuur van zijn 'voor beeld'. Ooit vertaalde hij voorPri- vé-Domein een deel van de me moires, de Venetiaanse jaren 1753-1756. Acht jaar geleden vond Ad ten Bosch, toenmalige di recteur van Athenaeum - Polak Van Gennep, het een goed idee om de complete memoires door Kars te laten vertalen: 13.800 uur verta len, 4142 bladzijden. Tot nu toe in druk: 40.300 exemplaren. Het twaalfde deel, Geheim agent heeft een register met liefst 2600 lemma's. 'Een project dat zijn weerga amper kent', meent uitge ver Ary Langbroek van Querido, waar Athenaeum nu een imprint van is. 'Zij vertrok in het begin van de vastentijd met het gehele gezel schap. Ik zag haar drie jaar later in Padua terug, waar ik haar dochter op veel intiemere wijze leerde ken nen.' Raadselachtig Aldus de raadselachtige slotzin van het laatste deel. Een cliff han ger van jewelste. Niet alleen om dat de dochter over wie het gaat toen nog geen tien jaar oud was, maar vooral omdat het de sugges tie inhoudt dat er nog meer komt. Maar niemand weet waar de rest van de memoires is. Onder kenners is er nog altijd een debat gaande over de vraag of Casanova wel verder heeft geschreven. Theo Kai-s lijkt er behoorlijk zeker van te zijn. Mogelijk dat de rest ooit Zo, hier heeft hij dus geslapen. Hier heeft hij, in hotel De l'Europe, door de ruimten ge waard. Zijn blik heeft daar buiten de Amstel verkend. Bekend is ook dat hij in Nederland heeft ge schaatst. En natuurlijk was Casa nova hier verliefd. Op Esther. Van haar vader, een bankier, kreeg hij zelfs een klein fortuin omdat hij een gunstige, op de kabbala geba seerde voorspelling voor hem deed, Dat was in het najaar van 1758. Niet een feit om te herden ken. Wel staat literair Nederland dezer dagen stil bij het gegeven dat Giacomo Casanova tweehon derd jaar geleden overleed. En waar kan dat beter gebeuren dan in hotel De l'Europe, het statige onderkomen in de bocht die de Amstel moet maken om de Munt te ronden, het hotel waar Casanova in Amsterdam zijn nachten door bracht? Voor een jonge man van eenvoudi ge koma f - zijn moeder een actrice, zijn biologische vader niet voor honderd procent zeker bekend - wist Giacomo Casanova tot hoge kringen door te dringen. En dat voor een man die nergens op terug kon vallen dan op zijn handigheid. Giacomo Casanova opduikt op de zolder van een huis in Bohemen of een andere Oost- blok-streek. Om in de leegte te voorzien, schreef Kars op basis van brieven, memoires van derden en andere overlevering een boek over Casanova na deze slotzin. In de inleiding weet hij Casanova mooi te typeren. 'Ik besefte dat er een ader van pri mitiviteit door zijn karakter liep en hij soms even onbevangen en natuurlijk reageerde als een kind. Om een juist beeld van Casa nova te krijgen dient men ook de vele uitingen van zijn uitzonder lijk heftige temperamenten te re lativeren. Boosheid, vreugde, schrik, angst, verdriet konden hem in een soort roes brengen. De intensiteit van zijn emoties ver hield zich echter omgekeerd even redig tot de duur ervan. Alles ging bij hem zowel sneller als heviger. Hoe impulsief, emotioneel, primi tief, irrationeel en heftig Casano va soms ook mocht reageren, hij gaf nog veel vaker blijk van grote koelbloedigheid, zelfbeheersing, nuchterheid en scherpzinnigheid. Overleven O wacht, daar staat Martin van Amerongen op. Om over Casanova en Mozart te praten. Casanova werkte mee aan het libretto van Don Giovanni, 'de opera der ope ra's,' volgens Van Amerongen. Jammer dat hij zich. daarbij ba seert op de memoires van Lorenzo da Ponte. Had Van Amerongen nu van tevoren maar Kars' boek gele zen. Daarin worden Da Ponte's memoires beoordeeld als 'vol strekt onbetrouwbaar'. Kars schrijft zelfs: 'Veel casanovisten zijn bezweken voor de verleiding Da Ponte te citeren. Wie een be trouwbaar portret van Casanova wil leveren, vindt daarvoor bij Da Ponte geen materiaal.' Wel aardig is dat Van Amerongen nog eens heeft nagerekend hoeveel wou wen Casanova nu eigenlijk heeft bemind. Gemiddeld drie per jaar. Maar van zijn imago komt hij nooit meer af. Uit twaalf delen memoires wordt in ieder geval één ding duidelijk: Casanova wist altijd te overleven. Hij had geen landgoed of rijke voorouders. Hij had niets om op terug te vallen, alleen zichzelf. Ca sanova was, om woorden te ge bruiken waarmee Bill Clinton vaak wordt beschreven, een survi val-kid, maar dan een uit de 18e eeuw. Theo Hakkert Giacomo Casanova: Geheim agent. De geschiedenis van mijn leven, deel 12. Met register en kaart van Europa ten tijde van Casanova. Vertaling: Theo Kars. 318blz., 39,90/f 54,90 (gebon den). Prijzen inclusief korting van 10,-en f 15.-dietot Ijanuarigeldt op respectievelijk de paperbacks en ge bonden delen van de gehele reeks. Theo Kars: De laatste jaren van Casa nova. Monografie -145 blz., 27.50. Alle uitgaven: Athenaeum - Polak Van Gennep. Tristan EgolfHeer onder het ge peupel (oorspronkelijke titel: Lord of the Barnyard, Killing the Fatted Calf and Arming the Aware of the Corn Belt, Vassallucci, 499 blz.. geb., ƒ49,90, vertaald door Irving Pardoen). John Kaltenbrunner groeit op in een stadje in de Midwest, het mid delpunt van boeren, fabrieksar beiders, religieuze fanatici, dief stal, en waar mishandelingen en openbare dronkenschap meer re gel dan uitzondering zijn. Hij wordt op school in elkaar geslagen en bespot, getreiterd en verne derd. Wanneer zijn ranch syste matisch wordt geplunderd slaan bij hem alle stoppen door en be sluit op een verschrikkelijke wijze wraak te nemen op de inwoners van het stadje. De vertellingen van duizend-en- één-nacht, deel 3 en 4 (Bulaaq, 439 blz., 39.90 per deel, deel 3 4 geb., 95,-, uit het Arabisch ver taald door Richard van Leeuwen, geïllustreerd, door Jean-Paul Franssens). Deel 3 en 4 uit de reeks Vertellin gen van duizend-en-één-nacht worden bijna geheel in beslag ge nomen door een ridderroman. Centraal daarin staan de turbu lente gevechten van koning Oemar anNoe'maan tegen het By zantijnse Constantinopel, vanuit Arabischperspectief gezien en, als elk volksepos, losjes op histori sche feiten gebaseerd. Het verhaal begint in de zevende eeuw en gaat over in de strijd tegen de Franken, Wanneer volgend jaar de delen 13 en 14 zijn verschenen, is de serie compleet: veertien delen paper back en zeven delen gebonden. Leslie Pietrzyk: Peren aan een wilg (Prometheus, 288 blz., 39,90, vertaald door Dons Ree rink). Verbonden door herinnerin gen, tradities en recepten vorm den de vrouwen het fundament van de Pools-Amerikaanse fami lie Marchewka. Samen hebben ze geleerd om de moeilijkheden van him emigratie naar Amerika te overwinnen. Naarmate de jaren verstrijken ontwikkelt elke vol gende generatie zich op haar eigen manier en ontstaan er conflicten. Debuutroman van de Amerikaan se schrijfster Leslie Pietrzyk. Leonardo SciasciaDe verdwij ning van Majorana (Serena Libri, 111 blz., ƒ29,90, vertaald door Henny Vlot). Leonardo Sciascia (1921-1989) werd geboren op Sici lië, in maffialand. Hij publiceerde een twintigtal romans en verha lenbundels. De meeste daarvan beschrijven het leven op Sicilië en de machinaties van de maffia, waartegen hij krachtig ageerde. Van zijn beroemdste roman over de intriges van de maffia en de ver vlechting met de politiek, ver scheen vorig jaar een vertaling, De dag van de uil. De verdwijning van Majorana (1975) is een gepassio neerd pamflet tegen de weten schappers die aan de atoombom werkten en hem aan de politici overhandigden Rita Mae Brown: Onecht kind (oorspronkelijke titel: Rita Will. Memoir of a Literary Rabble-Rou- ser, Bert Bakker, 350 blz., 59,90, vertaald door Gerda Baardman en Tjadine Shteeman). Autobiografie. Rita Mae Brown schrijft over haar jeugd,waarin ze als buitenechtelijk en geadop teerd kind al vroeg wist wat het betekende om een buitenstaander te zijn. Ze doet verslag van haar politiek activisme tijdens haar studietijd en haar betrokkenheid bij de vrouwenbeweging. Na pu blicatie van haar eerste roman Rubyfruit jungle werd zij de be kendste lesbienne van Amerika. Een turbulente schrijverscarrière in Hollywood en opzienbarende relaties, onder meer met tennis kampioene Martina Navratilova volgden. Shulamith Hareven: Dorst (oor spronkelijke titel: Tsimnraon/T- hirst, Arena, 195 blz., 34,90, ver taald uit het Engels door Marja Hilsum). Woestijntrilogie van de Israëlische schrijfster Shulamith Hareven, geïnspireerd op het Ou de Testament. In de eerste novelle herschrijft Hareven de uittocht uit Egypte vanuit het perspectief van een jonge wees. Een heidense pro feet uit Gibeon is de hoofdpersoon in het tweede verhaal. De derde novelle beschrijft het leven van de joden na hun veertig jaar lange omzwervingen door de woestijn, wanneer zij voor het eerst als ge meenschap proberen samen te le ven. Martha Cooley: De archivaris (Prometheus, 320 blz., ƒ29,90. vertaald door Nele Ysebaert en Waldemar Noë). Het leven van een archivaris, in wiens leven zelden iets voorvalt, wordt verstoord door een jonge dichteres. Zij vraagt inzage in cle brieven van de dichter T.S. Eliot die verzegeld zijn tot het jaar 2020. De vrouw brengt zijn cïelfdiscipline aan het wankelen en er komen verdrongen herinneringen boven aan zijn ei gen rampzalig verlopen huwelijk. Een liefdesgeschiedenis. Mariene van Niekerk: De vrouw die haar verrekijker had vergeten (Arena, 172 blz., 32,90, vertaald uit het Afrikaans door Riet de Jong-Goossens en Robert Dors man). Zes absurdistische korte verhalen van de Zuid-Afrikaanse schrijfster en docente Afrikaanse en Nederlandse literatuur Marie ne van Niekerk (1954). De onder werpen lopen uiteen van een vrouw die zich terugtrekt voor een schrijversretraite, een zwarte be diende die vermomd als abrikoos meeloopt in een optocht die hem noodlottig wordt, tot een zwakbe gaafde bewaker die ten onder gaat wanneer hij in de gevangenis een weelderige tuin aanlegt.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1998 | | pagina 14