Ook een bitch kan leuk zijn Van Titanic tot Slobbersoep Elke dag een taaidag PZC Tom Weerheijm legde een eeuw vrouwen vast kunst cultuur 13 jeugdboek Interessante kalender en agenda vrijdag 30 oktober 1998 De reden waarom Weerheijm uitsluitend vrouwen portret teerde is simpel. „Omdat ik vrou wen leuker vind dan mannen. Als een vrouw aan je vraagt hoe het met je gaat, bedoelt ze hoe het met je gezondheid gaat of met je lief desleven. Als mannen vragen hoe het gaat, willen ze het over zaken hebben over je werk. Mannen zit ten altijd op te scheppen." Mannetjesputters. Hij vindtze wel amusant, maar ze treden uit zich zelf al genoeg op de voorgrond. Geef hem maar vrouwen. Niet dat die allemaal aardig zijn. „Je hebt er doerakken onder, natuurlijk. Maar ook een bitch kan leuk zijn. Daarvan zitten er ook wel een paar tussen in mijn boek. Je kunt er vaak mee lachen. Vrouwen geven eerder toe dat ze niet deugen." De jongste vrouw in Weerheijms boek is Merel Thorel, één jaar oud. Ze heeft een sterk willetje, meldt haar Hollandse moeder. Merel heeft een Franse vader en is dol op épinards. Maar ze lust ook pan nenkoek. De oudste vrouw in Hon derduit is Christina Kelder, hon derd. Schatrijk en straatarm is ze geweest, naar eigen zéggen. Draaipunt Tussen de eenjarige en de hon derdjarige passeren vrouwen van letterlijk alle soorten. Een patchwork van afkomsten, oplei dingen, interesses, overtuigingen, ervaringen. Weerheijm zocht 'het' levensverhaal van de vrouw in de- ze eeuw, hij vond een enorme di versiteit. Een vrouw van 84 vertel de hem over 'de nacht van haar leven' met een diplomaat uit Salz burg. Het draaipunt is de tweede we reldoorlog. Greet jeRozendaal, 82, overleefde Auschwitz. Ze vond na de oorlog haar dochtertje terug, dat als baby moest onderduiken. Later verloor ze haar kind aan kanker. Een 73-jarige die van haar ouders het geloof in de NSB-idea- len overnam, werkte als Rode Kruis-zuster in Duitsland. Ze ont dekte pas na de oorlog wat er met de joden gebeurd was. Haar res teert woede. Lange levens in een notendop. Omdat kinderen nog maar kleine geschiedenissen hebben, blijft hun tekst kort. Weerheijm: „De jongste waarmee ik een echt inter view had was een meisje van der tien. Een volwassen persoonlijk heid met een uitgesproken mening. Het viel me op dat kinde ren al zulke eigen mensjes zijn. Mijn eigen jeugd was helemaal niet leuk, hoewel ik aardige ou ders had. Maar ik vond de school verschrikkelijk. Van die enge meesters; vreselijke kerels die je oor vastpakten en het dubbelkne- pen. En dat je dan niks terug mag doen. Ik haatte ze." Veel oudere geïinterviewden leden levenslang onder hun jeugd. „Een vrouw van in de tachtig die zichzelf altijd le lijk heeft gevonden omdat iemand ooit had gezegd dat ze zo'n rare lange nek had." Ook aimoede en de onderdrukkende invloed van het geloof waren voor de oudere generatie vaak bepalend. Eenzaamheid Weerheijm zag bij hen veel een zaamheid. Die eenzaamheid ont staat als mensen niet meer actief deelnemen aan de maatschappij, denkt hij. Geen werk, geen hob bies. „De meeste oudere vrouwen zijn altijd huisvrouw geweest. Als de kinderen dan de deur uit zijn en die vervelende vent is weg, weten ze met hun tijd geen raad meer. Ze staan iedere dag vroeg op, gaan het huis een overbodige grote beurt geven. En dan maar wach ten tot een van de kleinkinderen eens langskomt." „Veel geïinterviewden waren blij dat ze eindelijk hun verhaal kwijt konden. Ze bedankten me voor mijn komst. Vaak zaten ze te pope len om een drankje in te schenken. Als je dan ja zei schonken ze ook zichzelf meteen een flinke bel in." Hij zocht zijn vrouwen met zorg bij elkaar. Een lesbienne, een Marokkaanse, een Turkse, een In dische, een transseksueel, een Je hovagetuige, een vrouw in kleder dracht, een non, een prostituee, een dementerende, een vrouw met MPS (Meervoudige Persoonlijk heids Stoornis). Een vrouw van zestig met een aan geboren groeistoornis vertelt hoe ze verliefd werd op een kleine man en met hem in een aangepast huis ging wonen. „Zij is geen zielig, maar juist een heel gelukkig mens. Ze kwam uit een klein dorpje en dacht als kind dat zij de enige was die zo klein was." Tom Weerheijm deed van alles. Werkte als persfotograaf, maakte publiciteitsfoto's voor de KLM, reisde veel. Ook maakte hij 71 vi deo-interviews voor het interna tionale project 'Survivors of the Shoa'. Het maken van Honderduit was een gigantische klus. Een investe ring met onzeker rendement. Een paar uitgevers wezen het project af omdat ze het commercieel niet interessant vonden. Voor de ma ker is dat niet het belangrijkste. „Als ik op mijn sterfbed lig wil ik dingen hebben ondernomen die ik leuk vond, zonder ergens spijt van te hebben." Door het maken van het boek is Weerheijm nog meer gaan relati veren dan hij al deed. „Mensen maken zich vaak druk om niets. Dat vind ik zo mooi om te zien bij demente mensen: alles valt weg. Wat de buren ervan vinden, of de ramen gelapt zijn, sparen voor je oude dag. Allemaal flauwekuldin- gen. Op het eind word je toch weg gedragen tussen zes plankjes." Inge van den Blink Tom Weerheijm, Honderduit. Een eeuw vrouwen in icoord en beeld. Uitg. Kwadraat, prijs f39,90. Foto uit het boek Honderduit. Het idee werd vijf jaar geleden geboren in een slapeloze nacht. Fotograaf Tom Weerheijm (Den Haag, 1940) zag het voor zich: een langzaam verschuivend portret van een mensenleven. Eén tot honderd jaar, vastgelegd in woord en beeld. Het werd een fascinerend boek met foto's van honderd vrouwen met daarbij korte interviews. Een eeuw, gevat in levensverhalen. Onlangs werd Honderduit door uitgeverij Kwadraat gepresenteerd in aanwezigheid van de geïnterviewden. Ze konden er niet allemaal bij zijn. Sommigen hadden al een vakantie gepland. Vier van de vrouwen zijn inmiddels, hoogbejaard, overleden. Schrijver/fotograaf Tom Weerheijm heeft portretten gemaakt van vrouwen van 1 tot 100 jaar. foto Annette Vlug Een reis door het menselijk lichaam, en dan nog sterk uitvergroot ook, naast een prentenboek van formaat over de rampzalige tocht van de Titanic. Of een lievig boekje met leuke tekeningetjes en grappige rijmpjes en een aardig boekje voor kleuters waarin honderdelf 'moeilijke' worden worden uitgelegd. Een greep uit een aantal uiteenlopende jeugdboeken, waarin illustraties een grote rol spelen. Reis rond, op en door het menselijk li chaam in sterk uitvergrote foto's van hoofdharen, tong, tanden, ogen, huid, DNA, bloedcellen, spijsverteringsorga nen, botten en nog een stuk of wat kleinig heden uit ons waanzinnige woeste binnen ste. Alles van zo dichtbij gefotografeerd dat de argeloze kijker zonder de begelei dende tekst en uitleg hooguit roze wormen denkt te herkennen; en rode paddestoelen tussen wuivend gras of vleermuisgrotten die ook een groot nachtelijk bos zouden kunnen zijn. Uitklappagina's stimuleren in 'orakeltaal' een gooi te doen naar wat op de microfoto's te zien is. Maar wie zichzelf met dit fascinerende boek beter wil leren kennen, moet over stalen zenuwen beschikken en van het hout zijn'waarvan men helden maakt. Want zoveel bloedstollend akeligs bij el kaar bezorgt je gemakkelijk kippenvel, angstzweet op de rug, de suggestie van klaveruitslag en - dat nog het meest - de onweerstaanbare aandrang een flinke douche te nemen. In dezelfde uitvoering verscheen eerder Jakkes! Een groot boek over kleine griezels. Mike Janulewicz: Wauw! Ben ik dat? (Ploegsma, 32,90) In dit prentenboek met een formaat van 28,5 x 36 cm geven opengewerkte illu straties een natuurgetrouw beeld van de RMS Titanic en zijn rampzalige tocht in 1912 van Southampton naar New York Onder de meer dan 2200 passagiers die op 10 april aan boord gingen van 's werelds beroemdste cruiseschip bevonden zich Frank Goldsmith van negen en Billy Car ter die twaalf was. De twee jongens be hoorden tot de 705 opvarenden die de ramp overleefden en op 15 april aan boord van de Carpathia de haven van New York binnenvoeren. Hun belevenissen aan boord van het 'onzinkbare' schip, de fatale aanvaring met een ijsberg en hun redding na een angstige nacht in reddingssloepen vormen met talrijke feiten vermengd een overzichtelijk en spannend relaas dat de lezer de suggestie van een ooggetuigen verslag geeft. Twee uitvouwbare pagina's van meer dan een meter breed tonen het schip in volle glorie van boeg tot achter steven. Hugh Brewster en Ken Marshall: Titanic (Zirkoon, ƒ25,00) T 7rolijke grappige tekeningetjes inlievi- V ge kleuren bij eenvoudige en gemak kelijk te onthouden rijmpjes over onder andere wonen, grote en kleine families, feesten en dagelijkse karweitjes. Wat een feest om naar te kijken is en een genoegen om naar te luisteren, is ook nog een speelse aanleiding tot gesprekjes tussen kinderen en ouders en tussen leerlingen en hun leer krachten op school: Soms is een dag leuker dan leuk, wat je ook doet, je ligt steeds in een deuk. Soms is een dag stommer dan stom, alles mislukt en je weet niet waarom. Catherine en Laurence Anholt: Allemaal familie (Van Goor, 27,50) Prentenboek dat vanzichzelf zegt dat het een ideaal speel- en leerboek voor peuters is. Ritmische rijmpjes bij zachtge- kleurde tekeningen moedigen jonge kin deren aan te luisteren, na te denken, din gen te onthouden, zich te concentreren, met anderen samen te werken en gevoe lens uit te wisselen. Zo opgeschreven klinkt dat nogal saai, en schools, maar spontaan aan de gang gaan met deze uit nodigende versjes kost geen enkele moei te: Voeten! Maak je klaar! Handen! Let goed op! Dan zetten we het hele huis gezellig op zijn kop! We zijn al-uren stil geweest. Nu willen we kabaal. Zet snel de stoelen aan de kant en STAMPEN, allemaal! Francesca Simon en Susan Winter: We maken samen slobbersoep (Gottmer, ƒ24,90) Nadat Nannie Kuiper en Philip Hop man eerder al Het kleuterwoorden boek hadden gemaakt, begonnen ze aan een verrassende reeks over de seizoenen. Daarin zijn verschenen Het winter woor denboek, Het lente woordenboek en het herfst woordenboek. In het laatste beleven Sofie en Maarten tussen 21 september en 21 december van alles: ze lopen over van 'Energie', genieten van 'Fantastisch' herfstweer, laten zich in het zwemparadijs graag 'Jonassen', zeggen Sinterklaas 'Vaarwel' en zien de winter 'Zichtbaar' na derbij komen. Het boek dat ook een door lopend verhaal vertelt, legt tussen 'Aan loop' en 'Zogenaamd' 111 'moeilijke', woorden uit. Met veel inventiviteit, speels, losjes en natuurlijk 'Leerzaam': 'De bos wachter heeft een tentoonstelling van paddestoelen gemaakt. Aan de muur han gen posters met tekeningen en namen. „Dan kunnen jullie leren hoe ze heten", zegt hij tegen Sofie en Maarten. En aan mama en papa laat hij een boek zien. „Om er thuis nog meer over te weten te komen". „Dat lijkt me leerzaam", zegt mama. „Dat kopen we." Nannie Kuiper Philip Hopman: Het herfstwoordenboek (Piramide, 24,90) Jan Smeekens Spreken we in 2100 nog Ne derlands of wordt het En gels? En is hun hebben dan nog steeds een beetje fout? Het tijd schrift Onze Taal stelde een taaiagenda en een Taaikalen der samen. Agenda's zijn er in soorten Hoewel de toekomst ongetwij feld aan de mens zonder agenda is. schijnt er handel in te zitten. Net als in kalenders, met en zonder plaatjes. Een van de agenda's op weg naar het jaar 2000 is De Taaiagenda Zonder plaatjes maar met veel aardige zaken betreffende het Neder lands. De Taaiagenda is wat groter dan een gebruikelijke agenda en dus bepaald onpraktischer. Over een linker en een rechter pagina zijn de nog lege dagen van de week afgedrukt. Onder aan de linker pagina is het hele jaar door een mededeling gezet over de toekomst van het Ne derlands. Wie in 1999 van zijn meivakantie in patria terug keert, leest op de eerste werk dag: 'In 2028 zal de Second Chamber stemmen over het voorstel om het Engels in te voeren als parlementaire voer taal in Den Haag - en het voor stel voorlopig afwijzen.' Voor Koninginnedag lees je volgend jaar tussen de aantekeningen voor de nakende vakantiereis deze opmerking: 'Vroeger cor rigeerde mijn moeder me als ik de uitdrukking 'vreselijk lek ker' of 'verschrikkelijk aardig' gebruikte: dat zei je niet. Nu hoor ik jongeren 'walgelijk ge zellig', 'gruwelijk mooi' en 'af schuwelijk lekker' zeggen. In 2010 kijkt niemand daar meer van op." Of deze in de laatste week van mei, de pinkster- week: 'In de komende jaren zal, dank zij Cruijff. het betrekke lijk voornaamwoord die steeds meer terrein verliezen aan wie, zoals in: 'Dat is een jongen wie veel kan met een bal. als ie-hem heb, in de zestien'. Het lijkt aannemelijk: dat is immers al vervangen door wat, waarom dan die niet door wie? Ontwikkelingen De toekomstmuziek in deze agenda omvat een verzameling uitspraken over mogelijke ont wikkelingen in en met het Ne derlands. Veel opmerkingen zijn serieus te nemen en geven aan hoe veranderlijk een leven de taal in het (voor)laatste jaar van deze eeuw is. Neem deze: 'Voorspelling is dat de con structie die u nu leest in de loop van de 21ste eeuw in grammati ca's zal worden beschreven als 'algemeen aanvaard'. Vraag is alleen wanneer precies. Schat ting is rond 2050.' Ruim voor 2050 zal het zo zijn. Een aantal opmerkingen in de ze agenda betreft de sociale as pecten van het Nederlands, het bijkleuren van onze taal met dia- en regiolecten en groeps talen. Volgens een agenda-me dedeling in december zal onze taal steeds meer een middel worden om uiting te geven aan een subcultuur. Jongeren zul len hun woordenschat onder invloed van onze veelkleurige samenleving nog meer onder scheiden, 'waarmee ze aange ven bij welke groep ze zich thuisvoelen.' Daarbij zal de mengtaal van de allochtone jeugd een stempel op het Ne derlands gaan drukken. Dank zij internet en commerciële tv zal er een internationale om gangstaal ontstaan, het 'soaps'. De Tweede Kamer schaft in de toekomst het tweetalig onder wijs af, dat onderwijs zet som mige kinderen immers op een vervelende achterstand. (22/90) Gebarentaal heeft de toekomst. 'Deze taal is name lijk erg praktisch in drukke en rumoerige omgevingen.' Zoals reeds blijkt in het verkeer. Maar de Taaiagenda bevat meer, de toekomstopmerkin gen zijn op zich te weinig sub stantieel voor een hele agenda. Gelukkig staan de eerste 70 pa gina's vol handige informatie. Over spelling van de tussen -n, over staande uitdrukkingen en hen of hun. Waar vind je vijftig werkwoorden die hun eisen, zoals 'ik geef het hun'? Waar tref een uitgebreide behande ling van de vervoeging van aan het Engels ontleende werk woorden? Hier. Hij backupte, zij barbecuet. En dat maakt de agenda ook van praktische waarde. Blijvertje Taalkundig interessanter en veelomvattender is de Taalka- lender van het Genootschap Onze Taal, een blijvertje. Het is de zesde kalender alweer. De tijd vliegt kennelijk. In de ka lender voor 1999 is maandag metaforendag, op dinsdag ko men de etymologen aan hun trekken. Woensdag krijgt de le zer taaladviezen, donderdag uitdrukkingen en gezegdes. Vrijdag duiken we in bizarre taaikronkels en het weekeinde wordt gevuld met resp. een na mendag en een vergeetwoor- den-zondag. Over een heel jaar verspreid kom je van dag tot dag zo in aanraking met veel wetens waardigheden omtrent het Ne derlands. Ooit van gordijnmis gehoord? Het woord blijkt al voor te komen in 1640, maar is totaal in het vergeetboek ge raakt. Het is 'een berisping door de vrouw aan de man toe gediend achter de bedgordij nen'. In het Nederlands be stond hiervoor ook de woorden bedsermoen en gordijnpreek. In het Engels schijnt een verge lijkbare uitdrukking voor te komen curtain lecturein het Duits heet zo'n mis een Gardi- nenpredigt. De Taaikalender bevat mooie vondsten. Waar komt torentje torentje bussenkruit vandaan? Hoe schrijf je een emaillen pan? Kun je sleutelen aan een tekst? Wordt of worden uw ogen ook in fel zonlicht rust gegund? Waarom wordt bekentenislite ratuur soms betekenislitera tuur? Hoe valt die omkering te verklaren? De eerste dag van de Taaikalender, vrijdag 1 janua ri, heeft een vergelijkbare taai- kronkel. De voormalige Utrechtse kardinaal De Jong zou gezegd hebben tijdens een theevisite tegen zijn gast vrouw: „Wat heeft u mooie lin nen tepeltjes". De verwisseling van medeklinkers wordt op de achterkant van het kalender blaadje aardig uitgelegd. Deze versprekingen worden naar een Engelse dominee, Spooner, een spoonerisme genoemd. Ja ren geleden had een Neder landse politieke partij, DS'70, een fractievoorzitter die daar beroemd om was. Hij nam een wok slater na een toespraak. Lo van Driel Willem Hendrikx, Peter Smulders Erik van der Spek, De Taaiagen da. SDU Uitgevers Standaard- uitgeverij24,90. Onze Taal Taalkalender 1999. SDU Standaard, f. 24.90.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1998 | | pagina 13