Onze zeilen worden
aan flarden geschoten
Lusten en lasten van het buiten wonen
29
Huib van der Maas: „Voor een vitaal platteland is het nodig dat we kunnen blijven telen, voeren, melken en ploegen." foto Wi I lem M ieras
door A. J- Snel
TT Teerbarstig type. Altijd
V V geweest. En nog. Hubrecht
Comelis van der Maas,
akkerbouwer te Kats, voorzitter
van de Zuidelijke Landbouw
Maatschappij en hoe de
organisatie in het verlengde van
de ZLM sindsdien ook nog verder
heeft geheten. Thans, op zijn
zestigste jaar, oud-bestuurder van
de georganiseerde landbouw in
Zeeland. Het is mooi geweest. En
lastig, vooral de laatste jaren
waarin de verzuilde clubs van de
land- en tuinbouw geplaagd
werden door de groeipijnen
waarmee het fusieproces gepaard
ging. De laatste loodjes hebben
het zwaarst gewogen. Er was op de
valreep het dispuut over de
ontpoldering waarin Huib van der
Maas nog een aantal malen heel
nadrukkelijk van zich liet horen.
En er was in de laatste van zijn elf
jaren durende voorzitterschap die
interne discussie over het
samengaan van boeren uit
verschillende
levensbeschouwelijke richtingen.
„Eigenlijk had ik al een paar jaar
eerder willen stoppen," zegt hij
met een zucht. „Maar er moesten
dingen afgemaakt worden. Zo
gaat dat."
Achter de man die je zag, viel
altijd een andere, tweede gestalte
waar te nemen. Stond de
voorzitter, in kostuum, voor een
zaal vol achterban, dan
ontwaarde de oplettende
toeschouwer op de achtergrond
altijd de boer met zijn laarzen in
de klei. Speelde hij de
diplomatieke onderhandelaar die
dan eens moet doorduwen en soms
meegeven, dan was steeds de
schaduw te zien van die vent die
zich af en toe ook wel op
barricaden of desnoods binnen
blokkades kon manifesteren.
„Hij zet zwaar aan, maar zo is
Huib nou eenmaal. Hij wil
doorkomen," stelden toehoorders
als regel niet zonder tevredenheid
vast als de voorman weer eens had
gebulderd. „Een demagoog," zo
werd hij wel aangeduid, maar dat
was dan wel door iemand die zijn
ontwapenende kant niet wilde of
kon zien. „Hij toont teveel begrip
voor standpunten die tegen het
belang van de boeren ingaan," viel
een enkele keer te beluisteren.
Maar dan was een waarnemer aan
het woord die niet begreep dat de
man in het haraas wel eens een
sierlijke schijnbeweging dient te
maken.
Praktijkman
Met Van der Maas kozen de
Zeeuwse boeren uit ZLM-kring in
1987 een praktijkman als
voorzitter. Zijn grootvader
vestigde zich in 1908 als pachter
op Noord-Beveland. Een stap die
niet zonder risico was; wie
mislukte, verdween. Het zat mee.
De Eerste Wereldoorlog, die voor
velen de dood betekende, bracht
de boeren brood.
Voedselvoorziening was
belangrijk en het bedrijf groeide
en werd eigendom. De vader van
Huib zette het met succes voort en
hijzelf kreeg samen met zijn broer
eén onderneming in handen die
floreerde. Er waren betere en
mindere jaren, maar niemand kon
zich voorstellen dat het met het
agrarisch bedrijf structureel
slecht zou gaan. „Mijn grootvader
was een ondernemer die nog niet
werd gedwarsboomd door een
politieke beweging die van alles
en nog wat met het landelijk
gebied wilde uitvreten. Dat is
veranderd. Zoals zoveel is
veranderd. In de jaren zeventig
kregen we te maken met de
Europese marktordening en met
garantieprijzen die tot gevolg
hadden dat we ieder jaar een stuk
moesten inleveren. We hielden de
inflatie niet meer bijEn er volgde
in hoog tempo nieuwe regelgeving
die het ondernemen bemoeilijkte.
Je ging twijfelen of je tot in lengte
van jaren een boterham zou
kunnen verdienen op een bedrijf
waar dat altijd wél gekund had."
Tot dan toe had overleg altijd
gewerkt. Er was in de samenleving
al eerder sociaal onbehagen dat
uitmondde in burgerlijke
ongehoorzaamheid, maar voor
boeren was dat iets wat niet bij
hen hoorde. „Je moest burgerlijk
gehoorzaam zijn. Ik ben daar
anders over gaan denken. In 1974
heb ik me ingezet voor acties,
wegblokkades met trekkers en
combines. Ik weet nog wel dat ik
toen wat had aan mijn militaire
diensttijd en zeker ook aan wat ik
van mijn vader geleerd had. Je
moet delegeren, jnensen de dingen
laten doen waar ze goed in zijn.
Daar ben ik in opgegroeid. Ikzelf
was bij die acties een soort
sergeant en spreekstalmeester.
Mijn vader had aanvankelijk wel
moeite met die acties. Er waren er
meer die dat hadden. Binnen het
bestuur van de ZLM heerste het
gevoel dat tegen de organisatie
aangeschopt werd. Maar daar
kwamveranderingin. Ikbenindie
tijd gekozen tot lid van het
hoofdbestuur van de ZLM. Het
inzicht groeide dat de agrarische
wereld de toekomst niet meer vol
vertrouwen tegemoet kon zien,
dat van het groene front in de
praktijk steeds minder terecht
kwam en dat er iets moest
gebeuren. In georganiseerd
verband."
Het ging en het gaat over
solidariteit. „Dat staat voor
welbegrepen eigenbelang. Ik ben
destijds wel aangesproken door
collega's die vonden dat je je niet te
druk moest maken over kleine
bedrijven die het niet konden
bolwerken. De
landbouworganisatie zou zich
vooral moeten richten op de
grotere ondernemingen die dan
wel kansen zouden hebben. Dat is
een heel verkeerde redenering. Je
moet het zó zien: je hebt tien tot
vijftien procent koplopers, maar
zonder een peloton wordt er
helemaal geen koers gereden. Je
moet accepteren dat de normale
afvalrace doorgaat, maar niet dat
het hele peloton in de
bezem wagen belandt. Je moet
rekening houden met de
voortschrijdende grootste gemene
deler. Ik blijf volhouden dan de
landbouw een economische
bezigheid is die betekenis heeft.
De vroegere minister-president,
Lubbers, heeft wel eens op een
beetje schampere manier tegen
mij gezegd dat de akkerbouw
eigenlijk economisch gezien in
Nederland weinig voorstelde. Dat
is kortzichtig. Het gaat niet alleen
om de basisactiviteiten. Het is een
heel complex. Het gaat ook om het
behoud van het landelijk gebied,
de agribusiness, het platteland.
Zonder landbouw ontstaat
verpaupering."
Soms is Van der Maas bedrukt, zo
lijkt het. Een jaar geleden kwam
hij tijdens een forumdiscussie met
de stelling dat Nederland, bij
voortzetting van het huidige
beleid, een soort park wordt en dat
boeren maar hectares moeten zien
te vinden elders ter wereld. En nu
constateert hij: „Landbouw is
geen item meer in economische
zin. De waardering voor de land
en tuinbouw is omgeslagen in
depreciatie. De politiek biedt
steeds mindermogelijkheden voor
behoorlijk ondernemerschap in
onze sector. Integendeel, we
verzuipen in de regels en
belemmeringen. Wij zijn best
bereid tegen de wind in te zeilen,
maar je ziet op dit moment dat
onze zeilen worden
geconfisqueerd of aan flarden
worden geschoten."
Doemdenker
Huib van der Maas weet het, hem
is wel verweten dat hij een
doemdenker is. „Het kan zijn dat
ik dingen wel eens zwaar heb
aangezet. Om te waarschuwen.
Dan moet je forse taal gebruiken,
erop los hakken. Toch heb ik daar
geen spijt van. Je moet altijd
laveren tussen groepen en
belangen, maar ik zie nog steeds
een duidelijke hoofdlijn: de
landbouw dreigt in de hoek van de
nostalgie terecht te komen. We
moeten maar iets gaan doen in het
plattelandstoerisme of ons
overleveren naar natuurbeheer.
Natuur, dat zie ik nog een
onteigeningstitel worden waarbij
boeren grond moeten inleveren
ver onder de werkelijke waarde.
Dat kun je ook doemdenken
noemen, maar ik sluit zo'n
ontwikkeling helemaal niet uit.
Daar moeten we ons tegen
verzetten. En
plattelandstoerisme; het kan best
zijn dat ik te laat heb gezien dat
nevenactiviteiten van betekenis
kunnen zijn en dat we als
organisatie in eerste instantie te
terughoudend zijn geweest op dat
vlak."
Spankracht
..Maar ik zal je iets voorlezen, een
hoofdredactioneel artikel uit
Oogst. Van Frans Visser met wie ik
het heel vaak niet eens ben maar
dit keer compleet wél. Hij schrijft
dat het in de memorie van
toelichting bij de begroting van
landbouw, Natuurbeheer en
Visserij vooral gaat over
veranderingen in het landelijk
gebied, herstructureringen
nieuwe eisen aan ruimtelijke
kwaliteit En nu citeer ik:
'Natuurlijk moet het platteland
vernieuwen en moeten
producenten inspelen op de wens
van de consument. Maar het
ministerie van Landbouw dreigt
door te slaan. In de plannen van
het kabinet lijkt de belangrijkste
functie van het platteland het
bieden van rust en ruimte aan de
stedeling. Daarmee wordt op zijn
minst gesuggereerd dat je zonder
minicamping als boer en boerin
niet meer meetelt. Dat
huisverkoop bestaande
afzetstructuren kan vervangen en
dat de schoorsteen bij boeren kan
roken van natuurontwikkeling.
Het ministerie verliest uit het oog
dat een hele bevolkingsgroep op
het platteland haar boterham
moet verdienen met telen, voeren,
melken en ploegen. Daaraan
worden althans in de nota weinig
woorden besteed. Over de
economische spankracht van de
land- en tuinbouw lijkt het nieuwe
kabinet zich nauwelijks zorgen te
maken'."
„Kijk. dat zou ik niet beter onder
woorden kunnen brengen", zegt
Van der Maas. Voor
instandhouding van een vitaal
platteland is het nodig dat we
kunnen blijven telen, voeren,
melken en ploegen. Dat inzicht
verliest terrein. In mijn
bestuurlijke jaren heb ik
gevochten tegen het waanidee dat
de rol van de landbouw zou zijn
uitgespeeld. Dat binnen je eigen
organisatie en in de richting van
de samenleving uit te dragen, dat
was en is de moeite waard."
Huib van der Maas op een officieel moment: 31 augustus 1993, toen minister Bukman van Landbouw hem bij het 150-jarig bestaan van de ZLM de
versierselen opspeldde, behorend bij zijn benoeming tot Officier in de orde van Oranje-Nassau. foto Willem Mieras
door A. J. Snel
Ze staan weer op de
plattelandswegcn, de
bordjes met het opschrift SLIK.
De boeren hebben het druk. En
worden aardappelen en uien van
het land gehaald en net als
iedereen die de weg vervuild, zijn
de agrariërs gehouden de rijbaan
na afloop van de
werkzaamheden zo goed
mogelijk schoon te maken. Ze
beschikken daan-oor over een
soort schuivers en ook wel over
borstels. Niettemin: de
weggebruikers moeten er in deze
tijd van het jaar rekening mee
houden dat de binnenwegen hier
en daar een tikkeltje glibberig
zijn. Zij zullen daar minder
gelukkig mee zijn dan de
eigenaren van autowasserettes.
Kees Bierens zou graag zien dat
er een beetje begrip is voor het
feit dat de boeren nu eenmaal
moeten kunnen werken. „Die
sliksticker is geen legitimatie om
niks te doen tegen de overlast,
maar je kunt niet na ieder voer
aardappels, uien en bieten de
weg een grondige beurt geven.
En als je dat na het werk wél
doet, zoals het hoort, blijft er
toch bij droog weer een filtertje
liggen. Zeker op asfalt krijg je
dat er niet af; beton is vlakker en
dat krijg je beter schoon.
Vandaar dat de waarschuwing
wordt gegeven, zodat andere
weggebruikers erop verdacht
zijn dat ze het een beetje rustig
aan moeten doen. Het is een
wisselwerking: de boeren
moeten zich ervan bewust zijn
dat ze niet de enige gebruikers
van het platteland zijn en de
burger dient zich ervan bewust
te zijn dat er activiteiten zijn. Bij
de lusten van het buiten wonen
horen ook bepaalde lasten. Je
moet maar denken: in Rijnmond
en omgeving heb je ook wel eens
wat. Van een andere aard dan."
Bierens heeft in de afgelopen
week het land waar hij tien
dagen geleden graszaad zaaide,
aangedrukt met de
Cambridgerol. Die bewerking
heeft tot doel het zaad vlotter
te laten ontkiemen en de
boerenpraktijk leert dat op
platgedrukte grond minder
slakken voorkomen dan op
percelen met grovere kluiten.
Die slakken zijn niet welkom; ze
eten van het ontkiemende zaad.
Bij de bewerking wordt ook
aan de langere termijn
gedacht. Op vlakke percelen is
het mettertijd makkelijker
maaien.
Wateroverlast
Kees Bierens heeft opnieuw en
van nabij kennisgenomen van de
ellende die veel van zijn collega's
ondervinden van de
wateroverlast. Hij is vorige week
als landbouworganisatieman
meegeweest op een excursie naar
bedrijven in Oost-Zuid-
Beveland en Oost-Zeeuws-
Vlaanderen. Daar is veel schade
aan de aardappelen en uien.
Bierens: „Ook veel winterpeen is
er rot aan de punten. Het is de
vraag of het economisch gezien
de moeite van het oogsten waard
is. Op Walcheren viel veel minder
water dan elders. Het nieuwe
waterbeheerssingssysteem dat
bij de ruilverkaveling tot stand is
gebracht, heeft daar ook een
gunstige rol gespeeld.
Desondanks is er schade, met
name in het oostelijk deel."
De afgelopen dagen zijn op land
dat hij heeft verhuurd de
aardappels gerooid en de
kwaliteit viel niet tegen. Ook een
collega in de buurt bleek niet
ontevreden. De laat gezaaide
uien tonen in de opbrengst nogal
wat bouten, zoals Bierens ze
aanduidt: kleinere, zachte
exemplaren met een ovale
inplaats van een ronde vorm. De
suikerbieten staan er mooi bij.
Maar voor die gerooid worden, is
het een week of vier verder.
Akkerbouwer C.J. Bierens uit Grijpskerke doet in deze rubriek weke
lijks verslag van zijn werk en wederwaardigheden.