Klootwijk wil verhalen
waar kinderen dol op zijn
Tekenen op de fantasie
van een kinderrijmpje
PZC
kunst cultuur
15
Gids wijst
weg naar
kinderlied
Piet Klaasse
illustreert
VAN RIJM
TOT RAP
vrijdag 2 oktober 1998
Bij -volwassenen is Wouter Klootwijk
mogelijk bekend als journalist van
Vrij Nederland en De Volkskrant. Als
kinderen zijn naam kennen, is dat
ongetwijfeld vanwege de zes boeken die
hij heeft geschreven over Mart je, Wim en
Adri, drie kinderen die samenkomen
onder een brug en tal van avonturen
beleven. Zes jaar geleden is de serie
begonnen met De brug van Adri, het
laatst verschenen deel heet Het
varkentje van Adri. Aanvankelijk
waren vooral de recensenten
enthousiast, maar tegenwoordig weten
ook de kinderen Klootwijks boeken te
vinden. „Ik kan het zien aan de
bibliotheekcijfers", zegt hij. „Ze
kunnen het bij de uitleen bijna niet
bijhouden. Ze hebben die boeken soms
het hele jaar niet in huis. Dat vind ik
natuurlijk wel grappig."
TTolgende week zaterdag komt
V Klootwijk in het kader van de
Kinderboekenweek naar Middel
burg. Het zijn de bijkomstigheden
van zijn schrijverscarrière. Hij is
en blijft op de eerste plaats jour
nalist.
Het schrijven van kinderboeken
maakt volgens Klootwijk 'nog bij
lange na geen vijf procent uit' van
zijn werkzaamheden.
Het was zijn eigen zoontje dat de
aanzet heeft gegeven tot de serie
over Adri en zijn vriendjes. „Hij
kwam thuis met kinderboeken die
hij helemaal niet leuk vond", ver
telt Klootwijk. „Ze waren ook
stomvervelend, met verhalen over
van die typische kinderproble
men. Ze bestaan nu nog wel. Van
die boeken waarin de lezertjes met
de vreselijkste dingen worden op
gezadeld. Ik vind dat helemaal
niks. Het leek mij een goed idee om
eens een boek te schrijven waar je
uitsluitend vrolijk van kunt wor
den."
Viaduct
Bewust probeert Klootwijk dicht
bij de dagelijkse werkelijkheid te
blijven. „Ik vertel in mijn boeken
dingen die kinderen zelf graag
doen, Hoe ze met elkaar omgaan
en hoe leuk dat is. Het is een weer
slag van wat ik om mij heen zie,
niet alleen thuis maar bij alle kin
deren, Er zitten ook dingen in uit
mijn herinnering. Ik weet dat ik
zelf vroeger graag met mijn
vriendjes onder een viaduct speel
de. Dat is de brug van Adri gewor
den."
„Als je het niet te ingewikkeld wil
maken, vind je elke dag wel een
aanleiding voor een verhaal. Mijn
laatste boek, Het varkentje van
Adri, gaat over hoog water dat bij
na over de dijk van de polder slaat.
In het Noord-Hollandse dorpje
waar ik woon, is dat vorig jaar ook
gebeurd. Het hele dorp liep met
zandzakken te sjouwen. Het water
dat tot boven aan de dij k stijgt, dat
is natuurlijk een gebeurtenis die
enorme indruk maakt op kinde
ren. Dat kon ik uitstekend gebrui
ken. De onderwerpen liggen echt
op straat, om het maar zo te zeg
gen. Ik hoef niet zo vreselijk ver te
zoeken en ik liggeen nachten wak
ker als er een nieuw boek moet ko
men."
„Aan de betekenis van een verhaal
denk ik niet, veel meer aan de ma
nier waarop ik iets wil vertellenIk
heb er geen diepe psychologische
inzichten over.
Wat mij betreft horen die dingen
niet thuis in een kinderboek, al
zijn er veel schrij vers, vooral vrou
wen, die daar anders over denken.
Ik wil aantrekkelijke verhalen
schrijven waar kinderen dol op
zijn. De betekenis ervan zien we
later dan wel weer."
Eenvoudig
Voor Klootwijk bestaat er geen en
kel verschil tussen het schrijven
voor kinderen of volwassenen.
„Mijn verhalen voor kranten heb
ik ook altijd al zo eenvoudig mo
gelijk geschreven. Al dat gedoe is
onzin, als je iets in drie woorden
helder kunt zeggen, hoef j e het niet
in achtentwintig woorden te doen.
Ik schrijf dus hele korte zinnen,
ook in mijn boeken. Het is heel
leuk als blijkt dat iets wat je met
eenvoudige middelen vertelt goed
wordt opgepikt. Ik heb begrepen
dat kinderen die moeite hebben
om te leren lezen, vaak door mijn
boeken over de drempel worden
getrokken.
'Ik kon nog niet lezen', vertellen
kinderen dan. 'Maar toen ik een
van uw boeken over Adri probeer
de. lukte het wel.' Dat is echt fan
tastisch."
Klootwijk heeft de indruk dat kin
deren de boeken over Adri, Martje
en Wim eerst 'geen bal aan' von
den. Alleen de recensenten waren
lovend. „Maar in de loop der jaren
worden er nieuwe kinderen gebo
ren en die vinden ze wel leuk. Ja,
het is maar mij n subj ectieve waar-
neming, hoor. Voor deze boeken
heb je natuurlijk na vijf ■jaar een
heel nieuwe generatie lezers.
Waarom die dan in een ander soort
boeken is geïnteresseerd, weet ik
ook niet. Misschien heeft dat te
maken met wat veranderingen in
de cultuur. Adri, Martje en Wim
zijn in ieder geval niet veranderd.
Je hoort wel eens dat personages
met hun lezers meegroeien. Mei-
denboeken worden dan bakvis-
boeken, maar bij mij is dat niet het
geval."
Wat Klootwijk volgende week za
terdag precies in Middelburg
komt doen, wil hij nog niet prijs
geven. „Het is een verrassing. Ik ga
laten zien hoe sterk meisjes zijn,
dat is het enige wat ik ervan kan
zeggen.
Het heeft te maken met een boek
dat ik vorig jaar voor het Ministe
rie van Onderwijs heb geschreven
en dat heet Mogen wij u ophijsen
mevrouwHet zal een spectacu
laire vertoning worden."
Ernst Jan Rozendaal
Wouter Klootwijk is zaterdag 10 okto-
bervanbaf 14 uur te gast in De Drukke
rij in Middelburg. Zijn boeken ver
schijnen bij Leopold.
Dreigt het kinderlied in
de vergetelheid te ra
ken? Gelukkig nog niet hele
maal. In Liedjes met een
hoepeltje erom. een bundel
met ruim 200 liedjes, wekt
Joke Linders met deze ver
zuchting de indruk dat de
zangstemmen van ouders en
kinderen in ons land spoedig
zullen verstommen. Aan de
vooravond van de Kinder
boekenweek rijst een veel
opgewekter beeld op uit de
schat aan tips in de Voor-
leesgids 1998 van de Stich
ting CPNB. Veel uitgevers
zien nog steeds brood in kin
derliedjes en dat zou vast
niet zo zijn als er bijna niet
meer werd gezongen.
In het voorwoord bij alweer
de negende druk van de bun
del die Linders samenstelde
met Toin Duijx, heeft ze ze
ker wel gelijk als ze consta
teert 'dat maar weinig men
sen een complete tekst met
de bijbehorende gebaren en
melodieën kunnen leveren'.
Bij versjes uit de oude doos.
valt het wellicht nog mee,
maar 'naarmate de gezochte
liedjes jongerzijn, wordt het
moeilijker'.
Greep
Een willekeurige greep uit
de jongste kinderliedjes die
Linders en Duijx in kinder
dagverblijven, peuterspeel
zalen en op basisscholen lie
ten opsporen door studenten
van de vakgroep 'Kind en
Media' van de Leidse uni
versiteit, zegt genoeg. Wie
niet werkt in deze sector
kent vast en zeker niet de
tekst, laat staan de melodie,
van het liedje: 'IJscomanne-
tje, vroeg of laat,/komt met
z'n karretje door de
straat./En zijn belletje
klinkt en roept:/Kindertjes,
heb je al een wafeltje ge
snoept?/'. Of van; 'Ik ga het
proberen :/voor de eerste
keer logeren.'
Mutsen plooien
Maar opa's en oma's, ouders
van naar schatting boven de
dertig en anderen-op-leef-
tijd die met kinderen te ma
ken krijgen, falen tegen
woordig vast en zeker ook
bij het helemaal uitzingen
van de bekende klassieker
"k Zag twee beren broodjes
smeren/ O, dat was een won
der'. De resterende drie cou
pletten blijken te gaan over
apen die wortels schrapen,
slangen die was ophangen
en vlooien die mutsen plooi
en.
Nog zo'n klassieker waar
van vermoedelijk alleen de
beginregels in ieders geheu
gen gebakken zitten en de
rest, niet meer: 'Witte zwa
nen, zwarte zwanen,/wie
gaat er mee naar Engeland
varen?/ Engeland is geslo
ten./De sleutel is gebroke-
n./Is er dan geen smid in 't
land/die de sleutel maken
kan?/Laat doorgaan. Laat
doorgaan./ Wie achter is
moet voor gaan.' Voor wie
zijn kennis wil opfrissen is
deze bundel van Linders en
Duijx in elk geval nog steeds
een onmisbaar hulpmiddel.
De bundel Zingen met dui
melot van Herma Hopster en
Marjanka van Maurik is be
stemd voor de leeftijdsgroep
van 0 tot 2 jaar.
Badspel
Bij 'Eendje in het water'
staat bijvoorbeeld vermeld:
'Een badspel waarbij het
eendje in het water zwemt
en op de rand van het bad
loopt. Tijdens het gezongen
gedeelte laat je de badeend
in het bad rondzwemmen,
tijdens het gesproken ge
deelte tik je met de eenden
pootjes in de maat op de
bad.' Enzovoorts, enzo
voorts. Zeker bij degene die
nog meer koters in huis
heeft, zal na de nodige sla
peloze nachten, vast al bij
lezing de moed in de schoe
nen zijn gezonken.
Een compleet overzicht ge
ven van de aantrekkelijke
voorraad in deze gids is on
doenlijk. In de leukste boe
ken vormen schrijver en il
lustratoreen onverbrekelijk
en even belangrijk duo. Dat
maakt Imme Dros en Harrie
Geelen in 'Dit is het huis bij
de kromme boom', Han G.
Hoekstra en Fiep Westen
dorp in 'Rijmpjes en versjes
uit de nieuwe doos' en Hans
en Monique Hagen en Marit
Törnqvist in 'Misschien een
olifant' tot de toppers onder
het aanbod.
Of zingen van alle tijden zal
blijken is ongewis, maar aan
de uitgevers heeft dat in elk
geval niet gelegen. De Stich
ting CPNB verspreidt de
Voorleesgids in een oplage
van 216.(JOU exemplaren in
boekhandels, bibliotheken
en veel kinderdagblijven en
peuterspeelzalen. Daarin
staan ook de prijzen ver
meld.
Fran^oise Ledeboer
foto Marc van der Kort
Piet Klaasse (80) maakte de illustraties bij Twee oren om te horen,
twee ogen om te zien, een boekje voor peuters en kleuters dat
tijdens de Kinderboekenweek te koop is. Voor hem was het werk een
welkome afwisseling van buiten schilderen naar de natuur.
„Illustreren is uitademen."
Ik zou wel eens kennis willen ma
ken met de gek die dit koopt, zei
Piet Klaasse 33 jaar geleden, toen
hij een vervallen boerderij in Eem-
nes zag staan. Die gek was hij zelf.
De boerderij op de scheidslijn van
polder en dorp werd zijn huis, de
varkensstal ernaast zijn atelier.
Zoons Casper (grafisch vormge
ver) en Camille (architect) groei
den er op.
Een prachtige plek, met voor een
wijde blik over de weilanden,
ruimte, en achter een tuin van vijf
duizend vierkante meter, vastge
legd in diverse metersgrote aqua
rellen. Ook de polders voor zijn
deur schilderde Klaasse, met ou
derwets vakmanschap: het licht,
de kleuren, de verte.
Aan de muren in de verbouwde
boerderij hangt zijn werk. Piet
Klaasse, tekenaar en aquarellist,
tachtig jaar oud, is er ij del genoeg
voor. Hij zegt het met milde
zelfspot. Voor de CPNB illustreer
de hij het speciale boekje voor
peuters en kleuters: Twee oren om
te horen, twee ogen om te zien.
Kinderversjes en rijmpjes uit de
oude doos, met spiksplinternieu
we plaatjes erbij. Er zit een grap
pige voorgeschiedenis aan vast,
vertelt hij. „Vorige zomer had ik
een periode waarin ik tegen me
zelf zei: Piet, waar ben je toch mee
bezig. Altijd maar aan het schilde
ren naar waarneming. Dat maakte
dat ik zo'n behoefte kreeg om mijn
fantasie wat meer te laten werken.
Toen dacht ik: ik ga illustraties bij
kinderversjes maken, gewoon
voorde sport."
Al gauw had hij er een stuk of 24.
Klaasse kon er de tafel mee volleg
gen. Belde Henk Kraima op, van
de CPNB, organisator van de Kin
derboekenweek. Die kwam langs
met collega Barbel Dorweiler. „Ik
zag meteen dat ze er zin in had
den." Maar Piet Klaasse kon tot
zijn spijt lang niet alle 24 prenten
kwijt in het kleine uitgaafje. De
CPNB stuurde 'twee schatten van
meiden' die de keus bepaalden.
Iene-miene-mutte
Hij gaat voor naar het atelier om
de rest te laten zien. Bijvoorbeeld
een - al zegt hij het zelf - beeldige
Iene-miene-mutte-prent. Een
kaaskop die tien pond grutten op
de rug torst. En een fraaie kleine
aquarel van drie oude wijffies op
een wankel bruggetje, bij het oud-
Hollandse versje over het zwik
zwak bruggetje.
Het idee bloeide op toen hij vorig
jaar een bijdrage maakte voor een
cadeauboek voor Fiep Westen
dorp. Onderwerp moest het eerste
hoofdstuk van Pluk van de Pette-
flet zijn. Dat lukte wonderwel.
„Piet, wat ben je toch eigenlijk een
illustrator, dacht ik toen."
Illustreren is iets heel anders dan
schilderen naar de natuur, legt hij
uit. Rustiger. „Illustreren is uit
ademen. Als je dieren schetst, of
musici, dan ben je een kat die mui
zen vangt. Dan heb ik een zwie
pende staart. En landschapsschil
deren, dat is zo'n ingewikkeld
proces. Post-impressionistisch
keutelen. Dan roep ik vaak: Pietje,
wat sta je toch te doen."
Drempels
Met illustreren overschrijdt hij
zijn eigen drempels. „Ik ben zo'n
realist; ik heb de fantasie van zo'n
stom versje nodig. Zoals ik vroe
ger de expressie van jazzmuziek
gebruikte als polsstok om over
mijn beperkingen heen te sprin-
Piet Klaasse: „Kinderrijmpjes hebben vaak een ontzettend mooie beeldtaal."
daar een groot deel van hun pro
ductie aan te danken hebben. Ik
heb gelukkig 39 jaar voor de klas
gestaan, toen heb ik wel geleerd
zuinig met m'n tijd te zijn."
Het werk aan het prentenboekje
onderbrak Klaasse voor een reis
naar India, waar hij tijgers schil
derde. Vanaf de rug van een oli
fant. „Want tijgers weten instinc
tief dat ze van olifanten niets te
duchten hebben. Maar een olifant
moet overgehaald worden om
dichtbij een tijger te komen. Je
merkt aan de onrust onder je dat
hij het voor z'n brood doet."
Ome Hein
In India viel hij in coma, drie da
gen voor het eind van zijn verblijf.
De oorzaak: ouderdomssuiker. Te
weinig of te onregelmatig gegeten.
Meteen naar het ziekenhuis in
New Delhi. „Mijn zoon Casper
was al overgekomen om de begra
fenis te regelen," Dat brengt hem
bij een grappig versje over de dood
waar hij ook een prent bij maakte:
'Ome Hein, die is er bij Hij ligt in
't kistje Maar zijn spaarpot krij
gen wij Als gedachtenisje'.
Het rijm over Hein viel af bij de se
lectie. Schouderophalend: „Deta
boes zijn nog niet helemaal opge
heven." Bij kinderen wel. Maar die
zijn toch meestal intelligenter dan
hun ouders, vindt hij. „Kinderen
worden vaak ontzettend onder
schat." Vandaar dat hij zich nooit
heeft willen toeleggen op een 'kin
derlijke' tekenstijl.
Versjes illustreren was een oud
idee. „Zoals je schuur eindelijk
eens opruimen." Nu heeft Piet
Klaasse de smaak te pakken. Wat
hem betreft komt er nog een groter
boek met versjes en prenten. In de
stille hoop dat uit zijn twee zoons
en hun mooie vriendinnen 'prach
tige kleinkinderen komen rollen'.
Kan hij weer hard aan de slag.
Maar dat is geen punt. „Bij het
buiten werken krijg ik soms koude
voeten Zo'n boek met versjes kan
ik lekker binnen doen, mijn voeten
in een warme poef."
Inge van den Blink
Twee oren om te horen, twee ogen om te
zien - Uitg. CPNB. Te koop tijdens de
kinderboekenweek voor f 4.95. Recent
werk van Piet Klaasse vanaf 11 okt bij
galerie Petit in Amsterdam. Over-
zichtsexposiitie vanaf 23 april 1999 bij
het Singer Museum m Laren.
gen. Kinderrijmpjes hebben vaak
een ontzettend mooie beeldtaal
die niet voortkomt uit logica,
maar uit de ie-wie-waai sfeer. Als
je zulke versjes opzegt, zitten ook
heel kleine kinderen meteen
rechtop. Zelf zing ik nooit, zelfs
niet in bad, maar ik kon zo al tien
kinderversjes uit mijn eigen arse
naal opdie
pen."
Piet Klaas
se gaf 39
jaar les.
Eerst op
het Mon-
tessori Ly
ceum in
Amster
dam, later
aan de
Rietveld Academie. Hij leidde be
kroonde illustratoren als Lidia
Postma, Tom Eyzenbach en Dieter
en Ingrid Schubert op. Zelf werd
hij vooral bekend als tekenaar van
paarden en van jazzmusici. In
1984 verscheen zijn boek Jam ses
sion, met tijdens optredens vast
gelegde portretten.
In Alaska schilderde hij de vis
sersplaats Cordova. Een enorme
aquarel met vervagende grijstin
ten, de regen, aanlegsteigers,
daaronder de miniem lijkende
scheepjes. Technisch moeilijk, die
dunne lagen verf. „Maar interes
sant, omdat je met het wit van het
aquarelpapier extra het licht kunt
vangen."
Het interview vindt op zijn ver
zoek 's avonds plaats. Want Piet
Klaasse is
een paar
KINDERBOEKENWEEK da6en bui~
7 t/m 17 oktober 1998 ten aan het
werk ge
weest, in de
tuin. Ieder
uur moet
benut. Als
de och
tendmist
van de
vroege herfst opgetrokken is en hij
het lage zonlicht nog mee heeft, in
plaats van tegen. „Als de zon niet
in de buurt is, droogt de verf te
langzaam. Dan word ik ongedul
dig. Ik heb nog altijd een beetje
haast, daarom ben ik zo zuinig met
mijndagtijd."
Even later, rommelend aan zijn
werktafel: „Dat ongeduld is ge
woon een neurose, hoor. Ik denk
dat veel beeldend kunstenaars
K
VERSJES, LIEDJES, GEDICHTEN
Wouter Klootwijk: „Aan de betekenis van een ver
haal denk ik niet, veel meer aan de manier waarop ik
iets wil vertellen." foto Hans van den Bogaard
Illustraties uit De brug van Adri en Varen met de oom van Adri.