Tekenen op de fantasie van een kinderrijmpje Klootwijk wil verhalen waar kinderen dol op zijn PZC kunst cultuur 15 Piet Klaasse illustreert VAN RIJM TOT RAP Gids wijst weg naar kinderlied vrijdag 2 oktober 1998 Piet Klaasse (80) maakte de illustraties bij Twee oren om te horen, twee ogen om te zien, een boekje voor peuters en kleuters dat tijdens de Kinderboekenweek te koop is. Voor hem was het werk een welkome afwisseling van buiten schilderen naar de natuur. „Illustreren is uitademen." Ik zou wel eens kennis willen ma ken met de gek die dit koopt, zei Piet Klaasse 33 jaar geleden, toen hij een vervallen boerderij inEem- nes zag staan. Die gek was hij zelf. De boerderij op de scheidslijn van polder en dorp werd zijn huis, de varkensstal ernaast zijn atelier. Zoons Casper (grafisch vormge ver) en Camille (architect) groei den erop. Een prachtige plek, met voor een wijde blik over de weilanden, ruimte, en achter een tuin van vijf duizend vierkante meter, vastge legd in diverse metersgrote aqua rellen. Ook de polders voor zijn deur schilderde Klaasse, met ou derwets vakmanschap: het licht, de kleuren, de verte. Aan de muren in de verbouwde boerderij hangt zijn werk. Piet Klaasse, tekenaar en aquarellist, tachtig jaar oud, is er ij del genoeg voor. Hij zegt het met milde zelfspot. Voor de CPNB illustreer de hij het speciale boekje voor peuters en kleuters: Twee oren om te horen, twee ogen om te zien. Kinderversjes en rijmpjes uit de oude doos, met spiksplinternieu we plaatjes erbij. Er zit een grap pige voorgeschiedenis aan vast, vertelt hij. „Vorige zomer had ik een periode waarin ik tegen me zelf zei: Piet, waar ben je toch mee bezig. Altijd maar aan het schilde ren naar waarneming. Dat maakte dat ik zo'n behoefte kreeg om mijn fantasie wat meer te laten werken. Toen dacht ik: ik ga illustraties bij kinderversjes maken, gewoon voor de sport." Al gauw had hij er een §tuk of 24. Klaasse kon er de tafel mee volleg gen. Belde Henk Kraima op, van de CPNB, organisator van de Kin derboekenweek. Die kwam langs met collega Barbel Dorweiler. „Ik zag meteen dat ze er zin in had den." Maar Piet Klaasse kon tot zijn spijt lang niet alle 24 prenten kwijt in het kleine uitgaafje. De CPNB stuurde 'twee schatten van meiden' die de keus bepaalden. Iene-miene-mutte Hij gaat voor naar het atelier om de rest te laten zien. Bijvoorbeeld een - al zegt hij het zelf - beeldige Iene-miene-mutte-prent. Een kaaskop die tien pond grutten op de nag torst. En een fraaie kleine aquarel van drie oude wijffies op een wankel bruggetje, bij het oud- Hollandse versje over het zwik zwak bruggetje. Het idee bloeide op toen hij vorig jaar een bijdrage maakte voor een cadeauboek voor Fiep Westen dorp. Onderwerp moest het eerste hoofdstuk van Pluk van de Pette- flet zijn. Dat lukte wonderwel. „Piet, wat ben je toch eigenlijk een illustrator, dacht ik toen." Illustreren is iets heel anders dan schilderen naar de natuur, legt hij uit. Rustiger. „Illustreren is uit ademen. Als je dieren schetst, of musici, dan ben je een kat die mui zen vangt. Dan heb ik een zwie pende staart. En landschapsschil deren, dat is zo'n ingewikkeld proces. Post-impressionistisch keutelen. Dan roep ik vaak: Pietje, wat sta je toch te doen." Drempels Met illustreren overschrijdt hij zijn eigen drempels. „Ik ben zo'n realist; ik heb de fantasie van zo'n stom versje nodig. Zoals ik vroe ger de expressie van jazzmuziek gebruikte als polsstok om over mijn beperkingen heen te sprin- Piet Klaasse: „Kinderrijmpjes hebben vaak een ontzettend mooie beeldtaal." foto Marc van der Kort gen. Kinderrijmpjes hebben vaak een ontzettend mooie beeldtaal die niet voortkomt uit logica, maar uit de ie-wie-waai sfeer. Als je zulke versjes opzegt, zitten ook heel kleine kinderen meteen rechtop. Zelf zing ik nooit, zelfs niet in bad, maar ik kon zo al tien kinderversjes uit mijn eigen arse naal opdie pen." Piet Klaas se gaf 39 jaar les. Eerst op het Mon- tessori Ly ceum in Amster dam, later aan de Rietveld Academie. Hij leidde be kroonde illustratoren als Lidia Postma, Tom Eyzenbach en Dieter en Ingrid Schubert op. Zelf werd hij vooral bekend als tekenaar van paarden en van jazzmusici. In 1984 verscheen zijn boek Jam ses sion, met tijdens optredens vast gelegde portretten. In Alaska schilderde hij de vis sersplaats Cordova. Een enorme aquarel met vervagende grijstin ten, de regen, aanlegsteigers, daaronder de miniem lijkende scheepjes. Technisch moeilijk, die dunne lagen verf. „Maar interes sant, omdat je met het wit van het aquarelpapier extra het licht kunt vangen." Het interview vindt op zijn ver zoek 's avonds plaats. Want Piet Klaasse is een paar dagen bui ten aan het werk ge weest, in de tuin. Ieder uur moet benut. Als de och tendmist van de vroege herfst opgetrokken is en hij het lage zonlicht nog mee heeft, in plaats van tegen. „Als de zon niet in de buurt is, droogt de verf te langzaam. Dan word ik ongedul dig. Ik heb nog altijd een beetje haast, daarom ben ik zo zuinig met mijndagtijd." Even later, rommelend aan zijn werktafel: „Dat ongeduld is ge woon een neurose, hoor. Ik denk dat veel beeldend kunstenaars KINDERBOEKENWEEK 7 t/m 17 oktober 1998 VERSJES, LIEDJES, GEDICHTEN daar een groot deel van hun pro ductie aan te danken hebben. Ik heb gelukkig 39 jaar voor de klas gestaan, toen heb ik wel geleerd zuinig met m'n tijd te zijn." Het werk aan het prentenboekje onderbrak Klaasse voor een reis naar India, waar hij tijgers schil derde. Vanaf de rug van een oli fant. „Want tijgers weten instinc tief dat ze van olifanten niets te duchten hebben. Maar een olifant moet overgehaald worden om dichtbij een tijger te komen. Je merkt aan de onrust onder je dat hij het voor z'n brood doet." Ome Hein In India viel hij in coma, drie da gen voor het eind van zijn verblijf. De oorzaak: ouderdomssuiker. Te weinig of te onregelmatig gegeten Meteen naar het ziekenhuis in New Delhi. „Mijn zoon Casper was al overgekomen om de begra fenis te regelen." Dat brengt hem bij een grappig versje over de dood waar hij ook een prent bij maakte: 'Ome Hein, die is er bij Hij ligt in 't kistje Maar zijn spaarpot krij gen wij Als gedachtenisje'. Het rijm over Hein viel af bij de se lectie. Schouderophalend: „De ta boes zijn nog niet helemaal opge heven." Bij kinderen wel. Maar die zijn toch meestal intelligenter dan hun ouders, vindt hij. „Kinderen worden vaak ontzettend onder schat." Vandaar dat hij zich nooit heeft willen toeleggen op een 'kin derlijke' tekenstijl. Versjes illustreren was een oud idee. „Zoals je schuur eindelijk eens opruimen." Nu heeft Piet Klaasse de smaak te pakken. Wat hem betreft komt er nog een groter boek met versjes en prenten. In de stille hoop dat uit zijn twee zoons en hun mooie vriendinnen 'prach tige kleinkinderen komen rollen' Kan hij weer hard aan de slag. Maar dat is geen punt. „Bij het buiten werken krijg ik soms koude voeten. Zo'n boek met versjes kan i k lekker binnen doenmijn voeten in een warme poef. Inge van den Blink Twee oren om te horen, twee ogen om te zien - Uitg. CPNB. Te koop tijdens de kinderboekenweek voor 4,95. Recent werk van Piet Klaasse vanaf 11 okt. bij galerie Petit in Amsterdam. Over- zichtsexposiitie vanaf 23 april 1.999 bij het Singer Museum in Laren Wouter Klootwijk: „Aan de betekenis van een ver haal denk ik niet, veel meer aan de manier waarop ik iets wil vertellen." foto Hans van den Bogaard Illustraties uit De brug van Adri en Varen met de oom van Adri. Bij volwassenen is Wouter Klootwijk mogelijk bekend als journalist van Vrij Nederland en De Volkskrant. Als kinderen zijn naam kennen, is dat ongetwijfeld vanwege de zes boeken die hij heeft geschreven over Martje, Wim en Adri, drie kinderen die samenkomen onder een brug en tal van avonturen beleven. Zes jaar geleden is de serie begonnen met De brug van Adri, het laatst verschenen deel heet Het varkentje van Adri. Aanvankelijk waren vooral de recensenten enthousiast, maar tegenwoordig weten ook de kinderen Klootwijks boeken te vinden. „Ik kan het zien aan de bibliotheekcijfers", zegt hij. „Ze kunnen het bij de uitleen bijna niet bijhouden. Ze hebben die boeken soms het hele jaar niet in huis. Dat vind ik natuurlijk wel grappig." TTolgende week zaterdag komt V Klootwijk in het kader van de Kinderboekenweek naar Middel burg. Het zijn de bijkomstigheden van zijn schrijverscarrière. Hij is en blijft op de eerste plaats jour nalist. Het schrijven van kinderboeken maakt volgens Klootwijk 'nog bij lange na geen vijf procent uit' van zijn werkzaamheden. Het was zijn eigen zoontje dat de aanzet heeft gegeven tot de serie over Adri en zijn vriendjes. „Hij kwam thuis met kinderboeken die hij helemaal niet leuk vond", ver telt Klootwijk. „Ze waren ook stomvervelend, met verhalen over van die typische kinderproble men. Ze bestaan nu nog wel. Van die boeken waarin de lezertjes met de vreselijkste dingen worden op gezadeld. Ik vind dat helemaal niks.. Het leek mij een goed idee om eens een boek te schrijven waar je uitsluitend vrolijk van kunt wor- den." Viaduct Bewust probeert Klootwijk dicht bij de dagelijkse werkelijkheid te blijven. „Ik vertel in mijn boeken dingen die kinderen zelf graag doen. Hoe ze met elkaar omgaan en hoe leuk dat is. Het is een weer slag van wat ik om mij heen zie. niet alleen thuis maar bij alle kin deren. Er zitten ook dingen in uit mijn herinnering. Ik weet dat ik zelf vroeger graag met mijn vriendjes onder een viaduct speel de. Dat is de brug van Adri gewor den." „Als je het niet te ingewikkeld wil maken, vind je elke dag wel een aanleiding voor een verhaal. Mijn laatste boek, Het varkentje van Adri, gaat over hoog water dat bij - na over de dijk van de polder slaat. In het Noord-Hollandse dorpje waar ik woon, is dat vorig jaar ook gebeurd. Het hele dorp liep met zandzakken te sjouwen, Het water dat tot boven aan de dijk stijgt, dat is natuurlijk een gebeurtenis die enorme indruk maakt op kinde ren. Dat kon ik uitstekend gebrui ken. De onderwerpen liggen echt op straat, om het maar zo te zeg gen. Ik hoef niet zo vreselijk ver te zoeken en ik lig geen nachten wak ker als er een nieuw boek moet ko men. Aan de betekenis van een verhaal denk ik niet, veel meer aan de ma nier waarop ik iets wil vertellen. Ik heb er geen diepe psychologische inzichten over. Wat mij betreft horen die dingen niet thuis in een kinderboek, al zijn er veel schrijvers, vooral vrou wen, die daar anders over denken. Ik wil aantrekkelijke verhalen schrijven waar kinderen dol op zijn. De betekenis ervan zien we later dan wel weer. Eenvoudig Voor Kloot wij k bestaat er geen en kel verschil tussen het schrijven voor kinderen of volwassenen. „Mijn verhalen voor kranten hela ik ook altijd al zo eenvoudig mo gelijk geschreven. Al dat gedoe is onzin, als je iets in drie woorden helder kunt zeggen, hoef j e het niet in achtentwintig woorden te doen. Ik schrijf dus hele korte zinnen, ook m mijn boeken. Het is heel leuk als blijkt dat iets wat je met eenvoudige middelen vertelt goed wordt opgepikt. Ik heb begrepen dat kinderen die moeite hebben om te leren lezen, vaak door mijn boeken over de drempel worden getrokken. 'Ik kon nog niet lezen', vertellen kinderen dan. 'Maar toen ik een van uw boeken over Adri probeer de, lukte het wel.' Dat is echt fan tastisch." Klootwijk heeft de indruk dat kin deren de boeken over Adri, Martje en Wim eerst 'geen bal aan' von den. Alleen de recensenten waren lovend. „Maar in de loop der jaren worden er nieuwe kinderen gebo ren en die vinden ze wel leuk. Ja, het is maar mijn subjectieve waar neming, hoor. Voor deze boeken heb je natuurlijk na vijf jaar een heel nieuwe generatie lezers. Waarom die dan in een ander soort boeken is geïnteresseerd, weet ik ook niet. Misschien heeft dat te maken met wat veranderingen in de cultuur. Adri, Martje en Wim zijn in ieder geval niet veranderd. Je hoort wel eens dat personages met hun lezers meegroeien. Mei- denboeken worden dan bakvis- boeken, maarbij mij is dat niet het geval." Wat Klootwijk volgende week za terdag precies in Middelburg komt doen, wil hij nog niet prijs geven. „Het is een verrassing. Ik ga laten zien hoe sterk meisjes zijn, dat is het enige wat ik ervan kan zeggen. Het heeft te maken met een boek dat ik vorig jaar voor het Ministe rie van Onderwijs heb geschreven en dat heet Mogen wij u ophijsen mevrouwHet zal een spectacu laire vertoning worden." Ernst Jan Rozendaal Wouter Klootwijk is zaterdag 10 okto ber vanbaf 14 uur te gast in De Drukke rij in Middelburg. Zijn boeken ver schijnen bij Leopold. Dreigt het kinderlied in de vergetelheid te ra ken? Gelukkig nog niet hele maal. In Liedjes met een hoepeltje erom, een bundel met ruim 200 liedjes, wekt Joke Linders met deze ver zuchting de indruk dat de zangstemmen van ouders en kinderen in ons land spoedig zullen verstommen. Aan de vooravond van de Kinder boekenweek rijst een veel opgewekter beeld op uit de schat aan tips in de Voor- leesgids 1998 van de Stich ting CPNB. Veel uitgevers zien nog steeds brood in kin derliedjes en dat zou vast niet zo zijn als er bijna niet meer werd gezongen. In het voorwoord bij alweer de negende druk van de bun del die Linders samenstelde met Toin Duijx, heeft ze ze ker wel gelijk als ze consta teert 'dat maar weinig men sen een complete tekst met de bijbehorende gebaren en melodieën kunnen leveren'. Bij versjes uit de oude doos valt het wellicht nog mee, maar 'naarmate de gezochte liedjesjongerzijn, wordthet moeilijker'. Greep Een willekeurige greep uit de jongste kinderliedjes die Linders en Duijx in kinder dagverblijven, peuterspeel zalen en op basisscholen lie ten opsporen door studenten van de vakgroep 'Kind en Media' van de Leidse uni versiteit, zegt genoeg. Wie niet werkt in deze sector kent vast en zeker niet de tekst, laat staan de melodie, van het liedje: 'IJscomanne- tje, vroeg of laat,/komt met z'n karretje door de straat./En zijn belletje klinkt en roept./Kindertjes, heb je al een wafeltje ge snoept?/'. Of van: 'Ik ga het proberen:/voor de eerste keer logeren.' Mutsen plooien Maar opa's en oma's, ouders van naar schatting boven de dertig en anderen-op-leef tijd die met kinderen te ma ken krijgen, falen tegen woordig vast en zeker ook bij het helemaal uitzingen van de bekende klassieker "k Zag twee beren broodjes smeren/ O, dat was een won der'. De resterende drie cou pletten blijken te gaan over apen die wortels schrapen, slangen die was ophangen en vlooien die mutsen plooi en. Nog zo'n klassieker waar van vermoedelijk alleen de beginregels in iedere geheu gen gebakken zitten en de rest niet meer: 'Witte zwa nen, zwarte zwanen,/wie gaat er mee naar Engeland varen?/ Engeland is geslo- ten./De sleutel is gebroke- n./Is er dan geen smid in 't land/die de sleutel maken kan?/Laat doorgaan. Laat doorgaan./ Wie achter is moet voor gaan,' Voor wie zijn kennis wil opfrissen is deze bundel van Linders en Duijx in elk geval nog steeds een onmisbaar hulpmiddel. De bundel Zingen met dui- melot vanHerma Hopsteren Marjanka van Maurik is be stemd voor de leeftijdsgroep van 0 tot 2 jaar. Badspel Bij 'Eendje in het water' staat bijvoorbeeld vermeld: 'Een badspel waarbij het eendje in het water zwemt en op de rand van het bad loopt. 'Tijdens het gezongen gedeelte laat je de badcend in het bad rondzwemmen, tijdens het gesproken ge deelte tik je met de eenden pootjes in de maat op de bad.' Enzovoorts, enzo voorts. Zeker bij degene die nog meer koters in huis heeft, zal na de nodige sla peloze nachten, vast al bij lezing de moed in de schoe nen zijn gezonken. Een compleet overzicht ge ven van de aantrekkelijke voorraad in deze gids is on doenlijk. In de leukste boe ken vormen schrijver en il lustrator een onverbrekelijk en even belangrijk duo. Dat maakt Imme Dros en Harrie Geelen in 'Dit is het huis bij de kromme boom', Han G. Hoekstra en Fiep Westen dorp in 'Rijmpjes en vex*sjes uit de nieuwe doos' en Hans en Monique Hagen en Marit Törnqvist in 'Misschien een olifant' tot de toppers onder het aanbod. Of zingen van alle tijden zal blijken is ongewis, maar aan de uitgevers heeft dat in elk geval niet gelegen. De Stich ting CPNB verspreidt de Voorleesgids in een oplage van 216.000 exemplaren in boekhandels, bibliotheken en veel kinderdagblijven en peuterspeelzalen. Daarin staan ook de prijzen ver meld. Fran^oise Ledeboer

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1998 | | pagina 39