Israël
en de
Ondubbelzinnige
geschiedenis
van een kernmacht
reportage
33
Rijst met
jenever en
schorpioen
zaterdag 12 september 1998
Dr. Avner Cohen is niet langer welkom
in zijn geboorteland. Volgens
Israëlische defensiekringen, geciteerd in de
Israëlische media, zou hij in ieder ander
land al lang zijn geliquideerd. Een nogal
uitgesproken oordeel over een
wetenschapsbeoefenaar die uitsluitend
aan de hand van officieel toegankelijke
bronnen studie verricht naar de manier
waarop Israël een atoommacht kon
worden.
ohen heeft juist de laatste hand gelegd
V^aan Israël en de Bom, het resultaat
van tien jaar onderzoek. Het boek wordt
gepubliceerd in de Verenigde Staten,
waar hij nu woont en werkt. In zijn vader
land ondervindt Cohen weinig steun. „Als
het gaat om de kernwapenproblematiek
heerst er onder Israëlische academische
onderzoekers een bijna mystieke angst,"
zegt hij in een interview met het dagblad
'Ha'aretz', dat het afgelopen weekeinde
een samenvatting van zijn boek publi
ceerde.
Van een vergelijking met Mordechai
Vanunu, de Israëlische atoomtechnicus
die in 1986 uit de school klapte tegenover
The Sunday Times, wil Cohen niets we
ten. Toen hij in de atoomcentrale bij Di-
mona ging werken heeft Vanunu een akte
van geheimhouding ondertekend en die
heeft hij geschonden. Op grond van wat
hij vertelde zijn westerse deskundigen tot
de conclusie gekomen dat Israël in de ja
ren tachtig al kon beschikken over twee
honderd kernwapens.
Cohen baseert zijn onderzoek op voorna
melijk Amerikaanse documenten, die hij
heeft kunnen inzien door gebruik te ma
ken de wet openbaarheid van bestuur. Hij
heeft ook gesprekken gevoerd met een in
drukwekkende lijst van politici en onder
zoekers die bij de Israëls atoomproject be
trokken zijn geweest, onder wie de Franse
opzichter bij de bouw van de kerncentra
le.
Israël en de Bom bevat niet het soort sen
sationele onthullingen dat Vanunu be
roemd heeft gemaakt. Maar als een histo
rische studie van de periode 1950-1970 is
het volgens 'Ha'aretz' een opmerkelijk
verslag van de manier waarop Israël in die
tijd met list en bedrog - en af en toe met
een flinke hoeveelheid mazzel - de waar-
heid heeft kunnen verbloemen.
Dubbelzinnig
Tegenwoordig is er geen twijfel meer mo
gelijk over Israëls atoomwapenbezit,
maar de officiële politiek is nog altijd het
verspreiden van dubbelzinnige verkla
ringen. Om die reden stuiten studies als
die van Cohen op fel verzet van defensie.
In 1993 schrapte de militaire censor een
heel artikel over Israëls nucleaire ge
schiedenis dat hij had willen publiceren
in een Amerikaans wetenschappelijk
tijdschrift. Verontwaardigd stapte hij
naar het Hooggerechtshof, dat de toen
malige premier en minister van defensie
Jitschak Rabin verzocht tekst en uitleg te
geven. Toen het Hof uiteindelijk aan
drong op een schikking besloot Cohen het
artikel in te trekken en verder alleen nog
in de Verenigde Staten te werken, waar hij
met rust gelaten werd.
In zijn huis in de buurt van Washington
vertelt hij 'Ha'aretz' dat zijn boek een
leemte vult:,Het is eenvoudig onmogelijk
de geschiedenis van Israël te schrijven
zonder de centrale rol van het nucleaire
project te behandelen. Door de sluier van
geheimzinnigheid op dit gebied op te hef
fen krijg je een beter inzicht van wat er is
gebeurd, en ook een idee van wat wij voor
stellen als samenleving, als cultuur en als
land."
Cohen is geen atoompacifist. Israël heeft
een arsenaal kernwapens nodig om een
geloofwaardige mate van afschrikking te
handhaven, zegt hijMaar de politiek van
'nucleaire dubbelzinnigheid' is uit de tijd.
Hij meent dat Israël zeer geleidelijk, om
geen ongewenste reacties op te roepen,
een ander geluid moet laten horen.
Cohen: „Hoewel nog niet alle bijzonder
heden bekend zijn, weet iedereen al jaren
lang dat Israël over kernwapens beschikt.
De afschrikking die daarvan uit gaat
heeft niets te maken met dubbelzinnig
heid, maar met het zeker weten dat de wa
pens er zijn. Die wetenschap speelt sinds
het begin van de jaren zeventig in het
Midden-Oosten een beslissende politieke
rol doordat ze de landen in het gebied er
van heeft overtuigd dat oorlog geen le
vensvatbare mogelijkheid meer is en dat
er op de lange duur niet valt te ontkomen
aan vrede." Cohen zit wat dat betreft op
één lijn met oud-premier Shimon Peres,
die onlangs in een ondubbelzinige bui
verklaarde dat de weg naar Oslo heeft ge
leid via Dimona.
Kernwapenfabriek
Oslo slaat op het in 1993 begonnen vre
desproces en Dimona is het Israëlische
stadje in de Negev-woestijn datzijn naam
heeft gegeven aan de nabijgelegen kern
centrale met een geheime ondergrondse
kemwapenfabriek, een product van nau
we samenwerking tussen Israël en Frank
rijk. Het centrale thema in Israël en de
Bom is de manier waarop Israël in de eer
ste jaren de bezorgde en nieuwsgierige
Amerikanen een rad voor ogen heeft ge
draaid en hoe deze zich later bij de feiten
hebben neergelegd.
Drie mannen stonden aan de wieg van de
Israëlische atoombom. Cohen beschrijft
premier David Ben-Gurion als de visio
nair die in 1955 het besluit nam het ultie
me wapen te laten ontwikkelen. De schei
kundige Ernest David Bergman nam de
wetenschappelijke kant van de zaak voor
zijn rekening. De praktische organisatie
viel in handen van Ben-Gurions toen 30-
jarige medewerker en vertrouweling Shi
mon Peres. Dat was geen simpele taak.
Cohen merkt op dat Peres' talent voor ma
nipulatie - dat hem in de loop van zijn car
rière veel politieke tegenstanders bezorg
de - hem hier uitstekend van pas kwam.
Het was trouwens hetzelfde talent dat de
Oslo-akkoorden tot stand bracht.
Het project was vreselijk duur. Cohen be
schrijft in zijn boek een bijeenkomst in de
jaren zestig waarin de zuinige Ben-
Gurion naar de kosten informeerde Zon
der een spier van zijn gezicht te vertrek
ken vertelde Peres zijn leermeester dat de
kernreactor bij Dimona 30 miljoen Israë
lische pond (35 miljoen gulden) had ge
kost. In werkelijkheid was het bedrag tien
keer zo hoog. Kernfysicus professor Amos
De Shalit, die de vergadering bijwoonde,
wilde onmiddellijk een correctie aan
brengen. Maar-Peres wist hem bijtijds met
een trap onder tafel tot zwijgen te bren
gen.
In 1958, toen Charles de Gaulle aan de
macht kwam, leek het afgelopen met
Frankrijks medewerking aan het project
De nieuwe president verzette zich tegen
nucleaire samenwerking met de joodse
Ben-Gurion was een van de drie mannen die aan de wieg stonden van de Israë
lische atoombom. Cohen beschrijft premier David Ben-Gurion als de visio
nair die in 1955 het besluit nam het ultieme wapen te laten ontwikkelen.
Anders dan zijn voorganger ondernam president Kennedy onmiddellijk actie
toen hij op de hoogte werd gebracht van Israëls kermvapenaanmaak. Hij eiste
van Ben-Gurion dat Amerikanen toegang zouden krijgen tot de reactor in Di
mona. Maar de twee inspecteurs die in 1961 het project bezochten vonden geen
bewijs voor de aanmaak van kernwapens. foto AP
staat. Maar Peres wist met zijn manipula
ties de zaak tot 1964 aan de gang te hou
den, onder meer door welwillende mede
werking van de pro-Israëlische minister
voor atoomenergie, Jacques Soustelle.
Dreigbrief
Jarenlang heeft Israël de Amerikanen om
de tuin moeten leiden. Cohen meent zelfs
dat nazie met Washington over Dimona
een belangrijke rol heeft gespeeld bij Ben-
Gurions aftreden in 1963. De Israëlische
premier had van president John F.Kenne-
dv juist een niet mis te verstane dreigbrief
over het onderwerp ontvangen, waarmee
hij geen raad wist.
Verkenningsmissies van Amerikaanse U-
2 spionagevliegtuigen hadden de CIA er
tegen het eind van de jaren vijftig al van
overtuigd dat er in Dimona meer gaande
was dan de bouw van een textielfabriek,
zoals Israël wilde doen geloven. Maar pre
sident D wight Eisenhower legde de waar
schuwingen van zijn inlichtingendienst
naast zich neer. Misschien wel daarom
verzuimde de CIA de president op de
hoogte te stellen toen de Israëliërs in 1959
niet minder dan twintig ton zwaar water
kochten van Noorwegen. Israël hield vol
dat al dat water was bestemd voor een
kleine experimentele kernreactor bij Na-
hal Sorek, ten zuiden van Tel Aviv, die ge
deeltelijk werd gefinancierd door de Ver
enigde Staten.
Volgens Cohen werd de Amerikaanse re
gering pas wakker m 1961, door de infor
matie van Henry Goldberg, een nucleair
ingenieur van de Universiteit van Michi
gan die naar Israël was gestuurd om tech
nici op te leiden. Doordat Israëlische col
lega's met wie hij te maken kreeg uit de
school klapten kwam hij tot de conclusie
dat Israël al twee jaar bezig was met een
geheim nucleair project in Dimona en dat
het land binnen tien jaar over kernwa
pens zou kunnen beschikken. Anders dan
zijn voorganger nam Kennedy onmiddel
lijk actie. Hij eiste van Ben-Gurion dat
Amerikanen toegang zouden krijgen tot
de reactor in Dimona. Maar de twee in
specteurs die in 1961 het project bezoch
ten vonden geen bewijs voor de aanmaak
van kernwapensHet werk kon de volgen
de twee jaar ongestoord doorgaan.
In 1963 groeide de Amerikaanse onge
rustheid toen de CIA erachter kwam dat
Israël ver gevorderd was met de productie
van de Jericho-raket, die een kemlading
zou kunnen vervoeren. Ben-Gurions op
volger, Levy Eshkol, kreeg van Kennedy
een brief op poten. Als Israël geen inspec
tieteams zou toelaten zou het zijn afgelo
pen met Amerikaanse defensiegaranties,
daar kwam de boodschap op neer. Eshkol,
die de Amerikanen onder geen voorwaar
de in Dimona wilde laten rondneuzen,
was volgens Cohen in zak en as. Maar hij
werd gered door de gong, ofwel de moord
op Kennedy in november van hetzelfde
jaar.
Sabbat
Tussen 1964 en 1969 brachten Ameri
kaanse inspecteurs ieder jaar een bezoek
aan de reactor van Dimona. De geheime
afdelingen waren inmiddels gecamou
fleerd en president Johnson beschouwde
de inspecties meer als een politiek gebaar
dan als een noodzaak. Hij stuurde zijn
mensen in feite naar Israël met de op
dracht niets te ontdekken. De Israëliërs
organiseerden de eendaagse bezoeken
aan Dimona op de sabbat, zodat er geen
personeel rondliep, en ze verboden de
Amerikanen hun meetinstrumenten te
gebruiken. Veel vragen bleven eenvoudig
onbeantwoord, vertelt Cohen. Onder
Nixon kwamen de partijen overeen de in
specties verder maar te vergeten. De CIA
was trouwens van vrijwel alles op de
hoogte. Al eind 1966 rapporteerden agen
ten in Tel Aviv aan Washington dat de ont
wikkelingsfase van het project was afge
sloten en dat er binnen een paar weken
een eerste Israëlische kernbom zou zijn.
De Arabische landen waren ook niet ach
terlijk. In mei 1967, een paar weken voor
het uitbreken van de Zesdaagse Oorlog,
vlogen twee Egyptische MiG-21 straalja
gers over Dimona. Ze cirkelden een paar
maal over de centrale, voor de Israëlische
luchtmacht in actie kon komen. Een jaar
eerder had president Gamal Abdel Nasser
laten weten dat hij de reactor zou laten
verwoesten. Volgens Cohen hebben die
twee gegevens sterk bijgedragen aan het
Israëlische besluit in juni de oorlog te be
ginnen. In de loop ervan opperde een aan
tal generaals het idee een kernexplosie uit
te voeren om de Arabieren af te schrikken
Premier Eshkol sprak er zijn veto over uit,
maar volgens Cohen was Shimon Peres er
voor.
In de jaren tachtig zorgden de onthullin
gen van Mordechai Vanunu, die als tech
nicus in Dimona werkte, voor een sensa
tie. In het interview met 'Ha'aretz' noemt
Cohen hem in „het onvermijdelijke pro
duct van de cultuur van dubbelzinnig
heid". De Mossad wist dat hij ging praten,
maar besloot hem pas later op te pakken.
Zodoende zou de dienst Vanunu „een po
litiek hebben laten uitvoeren waar Israël
zelf niet aan durfde", zoals Cohen het for
muleert. Is zijn eigen boek, Israël en de
Bom, misschien een product van hetzelf
de dubbelzinnige beleid?
Ad Bloemendaal
Heb je gegeten? Het
wordt gevraagd, hier in
Peking, als je je huis uit gaat
en wordt opgemerkt door de
altijd alerte grootmoeders
van het buurtcomité. Maar
ook als je een bekende te
genkomt. of als je op het
werk verschijnt. Het is niet
zomaar een vraag. Het is een
weerspiegeling van eeuw-en
hongersnood. Het wordt wel
gezegd dat mensen tijdens
perioden van absolute ar
moede uiterst creatief wor
den. Daarom is de Chinese
keuken in vijfduizend jaar
tijd waarschijnlijk uitge
groeid tot een van de meest
gevarieerde ter wereld.
Er is een restaurant in Pe
king waar voedsel wordt op
gediend zoals dat tijdenlang
op het boerenland gebruike
lijk was. Grassoep, boom
schors, gekookte mieren,
kakkerlakken. Enorm lek
ker met veldkruiden.
Tijdens een banket in
Zhengzhou, de hoofdstad
van Henan, van oudsher een
van China's armste provin
cies, is de culinaire creativi
teit ten top gestegen. Hoog
tepunt van het menu: een bol
xijst met daarop een rank
glaasje zoete Chinese jene
ver. Op de rijst zijn zeven ge
frituurde schorpioentjes
keurig gerangschikt, alsof
ze op het punt staan een
wedstrijd naar het glas op de
top te beginnen. In het glas
zwemmen, half beneveld,
nog levende schorpioenen.
Mijn gastheer pakt er een
tussen zijn eetstokjes en met
een klein, speciaal daarvoor
ontworpen schaartje knipt
hij de angel en de gifblaas
van het dier af. „Goed voor
de ogen", zegt hij terwijl
schorpioenpoten over zijn
lippen kronkelen Dan
kraakt het.
Ooit kende China een voed-
sel-top-vier: berenklauw,
haaienvin, zwaluwnest en
apenkop. De nagels van een
beer alsmede het vlees en de
pezen die naar de klauwen
lopen, waren, zo dacht men,
goed voor de potentie. Maai
bij gebrek aan beren is dit
product niet meer te koop.
Haaienvinnen nog wel: al
maanden staat in de Friend
ship Store aan de centrale
Boulevard van de Eeuwige
Vrede een vin van een halve
vierkante meter te koop
voor 88888.88 yuan
(22222,22 gulden). Ondanks
al die achten, het geluksge
tal bij uitstek, zijn er nog
geen klanten voor gekomen
Zwaluwnesten zijn ook nog
wel te koop, maar meer als
medicijn (het speeksel van
de zwaluwen dat de twijgjes
en aarde samenhoudt, zou
werken als een tonicum) of
nagebootst in de vorm van
gedroogde noedels.
Apenkop
Opdienen van het minst
diervriendelijke voedsel, de
apenkop, is simpelweg ver
boden. Een aap wordt vast
gebonden onder een tafel
met een rond gat in het
midden waar de schedel
doorheen steekt. Met een
hamertje wordt de schedel
gekraakt en de hersenen
worden uit de kop van de
nog levende aap gelepeld.
Gerechten met de naam
'apenkop' staan nog wel op
het menu, maar nieuwsgie
rige klanten krijgen een op
hersenhelften gelijkende
zwam opgediend, die overi
gens best smaakt. Nu China
langzaam rijker wordt, ver
dwijnt die creativiteit met
voedsel en doet de jonge
generatie het met een ham-
baobao (hamburger), een
yunnina naixi (vanille-
milkshake) weggespoeld
met een kele (Cola).
Traditionele gerechten gaan
ook met hun tijd mee: neem
de jiaozi. Chinese ravioli.
Het was gebruik om tijdens
feestdagen of na belangrijke
gebeurtenissen samen jiaozi
te maken. Deeg rollen tot
velletjes, een mengsel ma
ken van gehakt, uien, knof
look, kruiden en een drup
peltje sesamolie, en alles
samenvouwen tot mooie
tasjes die vervolgens drie
maal gekookt werden. Een
groepsfestijn waarbij ieder
een een verantwoordelijk
heid had. Maar nu: diep-
vries-jiaozi, machinaal
gemaakt, in een minuut
klaar. Afgezien van een paar
afgelegen gebieden hebben
de meeste mensen voedsel in
overvloed. 'Heb je gegeten'
is een retorische vraag ge
worden. Eerder deze zomer
begon de eerste afvalcursus
voor veel te dikke kinderen
in een buitenwijk in Peking.
Eten is er taboe, en die
vraag, die wordt dus ook
niet meer gesteld.
Jan van der Made