Kopiisten staan
op eigen benen
Poort trots op marktwaarde
Navolgers
Rembrandt
kunst cultuur vrijdag 21 augustus 1998 1 2
René Staal
heeft kleinste
galerie van
de wereld
Hoofdrol in
Musical
Anatevka
Kunstschilder René Staal (32) uit
Froombosch heeft sinds twee
weken aan huis de, wat hij noemt,
'kleinste galerie van de wereld'. Wie de
expositieruimte betreedt, belandt in een
halletje van vijf vierkante meter. Aan de
wand is slechts ruimte voor één
schilderij. Bij binnenkomst blijkt dat
alleen een spijker in een van de muren is
geslagen. Op de grond liggen een paar
schilderijen. Het is aan de bezoeker zelf
om een schilderij uit te zoeken en die op
te hangen aan de spijker.
Staal vergelijkt zijn 'kleinste
galerie van de wereld' met een
vroegere kermisattractie. „Een
man met gewichten van vijftig ki
lo aan beide handen presenteerde
zich dan als de sterkste ter wereld.
Dat was bedrog, want die gewich
ten waren van piepschuim. Dat hij
niet de sterkste ter wereld was,
kon niemand bewijzen. Op dezelf
de manier daag ik de mensen uit
om aan te tonen dat dit niet de
kleinste galerie van de wereld is."
Veel mensen hebben een hekel aan
kunst omdat zij kunst als 'te af
standelijk' ei-varen. „Juist die
mensen hoop ik hier te trekken."
Aan exposeren heeft Staal een
broertje dood. „In de dingen die ik
schilder zit een grote factor van
toeval. Als je exposeert moet je je
werk verdedigen. Daar houd ik
niet van." Een galerie, waarbij be
zoekers zelf bepalen wat ze mooi
vinden en niet, biedt hiervoor uit
komst.
Staal omschrijft zijn stijl als 'mo
dern figuratief'. „Er valt altijd iets
in te herkennen.Vrouwen en stie
ren komen veel voor in zijn werk.
"Of je nu homo bent of hetero, de
vrouwelijke vorm is voor iedereen
interessant. En de stier, inzijn oor
spronkelijke vorm van oeros, is er
de mannelijke tegenhanger van."
Staal heeft geen eigen atelier. „Ik
hou er niet van mezelf te isoleren",
zegt hij. Daarom hanteert hij het
penseel in de huiskamer. Tot tien a
vijftien jaar geleden was dit een
kapsalon. In het halletje dat sinds
veertien dagen de 'kleinste galerie
van de wereld' heet, gingen voor
heen kappersattributen over de
toonbank.
Opgeklopt
Hij schildert zonder pretenties.
„Ik heb evenveel verstand van
kunst als een volstrekte leek." Hij
mag zich graag afzetten tegen de
intellectuele benadering van
kunst in sommige kringen. „Het is
een opgeklopte wereld. Bewust
heb ik ervan afgezien mijn galerie
aan huis officieel te openen. De
manier waarop dat vaak gebeurt
onder het genot van een sherrytje,
bevalt me niet."
Hij is zeefdrukker van beroep. Na
de havo volgde hij grafische oplei
dingen in Zwolle en Groningen.
De schilderkunst oefent hij uit als
amateur. „Ik wilde ooit wel naar
de Kunstacademie, maar het is er
nooit van gekomen." Hij zegt zijn
bedenkingen te hebben bij acade
mische vorming. „Het haalt de
scherpte van jezelf af. Om iedere
kunstenaar zit een randje dat puur
is omdat het helemaal bij jezelf
hoort. Door de technieken die je
leert, loop je het risico dat die
puurheid er af wordt geschaafd."
Gelijktijdig geeft hij toe het ge
brek aan scholi ng soms als een be
zwaar te ervaren. „Ik kan tegen de
buitenwacht nooit zeggen dat ik er
voorheb geleerd. Dat maakt onze
ker."
Ieder doek dat hij schildert, is voor
hem een gevecht. „Een doek is
nooit af. Als je desondanks op het
punt komt dat je tevreden bent en
zegt 'nu doe ik er niets meer aan',
heb je het gevecht gewonnen." Hij
omschrijft deze worsteling als
volgt: „Voordat ik begin, heb ik
geen idee wat ik ga schilderen.
Eerst trek ik enkele lijnen in het
midden van het doek. Dan komt er
een moment dat ik er iets in zie.
Dat kan vervolgens uitmonden in
iets moois, hoewel het net zo goed
jammerlijk kan mislukken. Het
komt ook regelmatig voor dat ik
iets schilder om het een tijdlang
weg te leggen en het later af te ma
ken of er iets overheen te schilde
ren."
Kinderen
Hij heeft naar eigen zeggen moeite
met het verkopen van zijn objec
ten. „Het zijn m'n eigen kinderen!
Ieder doek herinnert me aan het
gevecht dat ik heb geleverd." Zijn
echtgenote Marriët bepaalt de
prijs die de klant voor de schilde
rijen moet betalen. Overal in den
lande hangen de werken; vaak ge
kocht door mensen die bij toeval
met het werk van Staal in aanra
king zijn gekomen
Hoewel hij officiële exposities
haat, is hij van plan om zijn le
venswerken eenmaal te tonen in
de fruithof achter zijn woning aan
de Hoofdweg 93 in Froombosch.
„Aan alle bomen die nu nog klein
zijn, komt dan een schilderij te
hangen. Met de kopers van mijn
werken maak ik de afspraak dat
zij te zijner tijd hun objecten hier
voor tijdelijk afstaan."
De inwoner van Froombosch voelt
er niet voor zijn hobby als beroep
uit te oefenen. „Dat brengt ver
plichtingen met zich mee die ik
niet kan opbrengen. Ik schilder
graag, maar ik houd het alleen
maar vol als ik te allen tijde ook
weer kan stoppen."
Koos Bijlsma
'De kleinste galerie van de wereld'is te
vinden op het adres Hoofdweg93 in
Froombosch (gemeente Slochteren).
Na de glorieuze Gouden Eeuw
raakte de Republiek der Zeven
Verenigde Nederlanden in de 18de
eeuw langzaam haar politieke en
economische machtspositie kwijt.
Onder aanvoering van Rembrandt
bereikte de verering en navolging
van Nederlandse kunstenaars uit de
17de eeuw in heel Europa tegelijk
een hoogtepunt. In Het
Rembrandthuis in Amsterdam
worden Duitse en Oostenrijkse
navolgers van onze grootste
kunstenaar uit de Gouden Eeuw
getoond. Wie vermoedt op deze
expositie vooral klungelige
kopiisten aan te treffen, wacht een
verrassing: de meeste navolgers
blijken voortreffelijke kunstenaars
te zijn geweest.
Putten uit de erfenis van grote
kunstenaars uit het verleden is
in de 20ste eeuw uit de mode ge
raakt en wordt al te makkelijk als
verwerpelijk bestempeld. Een
kunstenaar als Rob Scholte kan
daarvan meepraten. In de 18de
eeuw hoefde kunst echter niet
noodzakelijkerwijs origineel te
zijn. Kunstenaars .leerden het vak
door een nauwgezette studie en
nabootsing van de techniek, stijl
en beeldmotieven van hun voor
gangers. Een goede 'letterlijke're
productie van een oude meester
kon evenzeer op bewondering re
kenen als werk dat alleen op on
derdelen voortbouwde op de erfe
nis uit het verleden.
Rembrandt werd van de nagevolg
de Hollandse kunstenaars de
meest populaire omdat zijn onge
ëvenaarde meesterschap ook toen
al werd onderkend. De 18de-eeu-
wers bewonderden met name zijn
grafische oeuvre met zijn unieke
contrasten tussen licht en donker
en zijn losse, tekenachtige manier
van uitbeelden. Zijn meester
schap is des te opmerkelijk omdat
tijdens zijn leven (1606-1669) de
smaak van de heersende klasse
nog werd beheerst door een voor
keur voor de weergave van het
klassieke schoonheidsideaal van
volmaakte lichamen. Rembrandt
trok zich daar niets van aan en
maakte gretig gebruik van de
volkse 'tronies' en types die hij om
zich heen zag. De tentoonstelling
toont als hoogtepunt zijn etsje van
de rattengifverkoper die met een
Henk Poort als Tevye in Anatevka....trendsetter in reismusical.... foto Nico Kroon.
De nieuwe productie van
'Anatevka' doet slechts twaalf
theaters in het land aan. Daar blijft de
musical steeds voor een langere
periode te zien. „Wij zijn trendsetter",
zegt hoofdrolspeler Henk Poort over
deze tot nationale reismusical
omgedoopte voorstelling. „Ik denk dat
dit de toekomst wordt." Het kan ook
bijna niet anders. 'Anatevka' is een
productie die zich qua omvang laat
vergelijken met 'The phantom of the
opera' en 'Miss Saigon'. Met dergelijke
voorstellingen kun je niet elke dag
ergens anders staan. Dat is technisch
niet haalbaar. Voor de spelers betekent
deze tournee meer rust. Je hoeft niet
elke dag je troep in te pakken."
Zeven jaar geleden vroeg Joop van
den Ende hem al voor de rol van Te
vye in de musical 'Anatevka'. Maar ba
riton Henk Poort, toen net 32 jaar, voel
de zich te jong. Een jaar geleden
belandde de vraag opnieuw op zijn
bord. „Ik vond mezelf nog steeds te
jong. Totdat ik besefte dat ik nu best
een dochter van twintig had kunnen
hebben. En trouwens: Chaim Topoi
speelde deze rol op zijn 32ste. Dan
moet ik het op mijn 42ste toch ook kun
nen." En dus schittert de Amsterdamse
zanger 240 keer in één van de meest
succesvolle musicals uit de jaren zes
tig-
Poort is vast van plan in alle voorstel
lingen zelf de hoofdrol voor zijn reke
ning te nemen. Dat heeft voor hem alles
te maken met zijn diepe gevoel voor
verantwoordelijkheid. „Op de posters
staat: Henk Poort in 'Anatevka'. Dus ik
moet welIk heb meer dan 250 keer 'Les
Misérables' gedaan en ruim vijfhon
derd keer 'The phantom of the opera'.
Dus moet ik ook 240 keer 'Anatevka'
kunnen zingen."
„Ik neem op zijn minst één keer per
maand nog zangles om de zangtech
niek te verbeteren. Daarnaast laat ik
mijn stem ï'egelmatig controleren om te
voorkomen dat er tijdens het zingen
gekke dingen insluipen. Ik heb maar
één paar stembanden; daar moet ik
zuinig op zijn. Twee tot drie keer per
week ben ik in een sportschool bezig.
Een goede conditie is een goede stem."
„De persoon van Tevye ligt dicht bij
mijn eigen karakter. Tevye is een soci
aal en warm mens, hij houdt van men
sen. Dat maakt, denk ik, dat ik geschikt
ben voor deze rol. Het enige nadeel is
dat ik geen jood ben. Maar dat mag
geen probleem zijn. Ik ben ook geen
moordenaar en dat was de Phantom
wèl. En verder: de Amsterdamse hu
mor ligt heel dicht bij de joodse humor.
Dus dat komt ook wel goed."
„Ik voel me de patef familias van deze
club mensen. Ik heb moeten leren dat
als je een hoofdrol in een productie
speelt, je een beetje verplicht bent om
de kar te trekken. Bij 'The phantom'
stond de deur van mijn kleedkamer
ook altijd open. Collega's kwamen bij
mij met hun problemen of hun liefdes
verdriet. Maar ook om gewoon in de
pauze een kopje koffie te drinken. Ik
vind dat dat zo hoort."
„Ik ben niet bang voor de vergelijking
met Lex Goudsmit die in de jaren zestig
deze rol op legendarische wijze speel
de. Ik heb het nooit gezien, maar hoor
van alle kanten dat hij dat fantastisch
heeft gedaan. Dat moet ook wel, want
Lex is ook een tijdje naar Londen ge
gaan om daar Tevye te spelen. Ik zal het
anders doen want dit is een totaal nieu
we productie. Weet je wat mij verbaast:
bij de opera hoor je nooit iemand zeg
gen dat Jan Derksen jaren geleden de
rol van MacBeth zo geweldig speelde
terwijl hij dat destijds wel deed."
„De grote uitdaging voor mij is dat er
veel gesproken tekst zit in deze voor
stelling. 'Anatevka' is geen doorge-
componeerde musical zoals 'The phan
tom'. Ik heb zo'n 25 operettes gedaan
en had daarin ook gesproken tekst.
Maar dat is alweer lange tijd geleden.
I k moet nu met eigen emoties die rol in
vullen. Bij een doorgecomponeerdstuk
kun je je laten meenemen door de emo
ties die in de muziek zitten. Dat maakt
het voor mij lastiger; ik moet dieper
graven dan normaal.
Openbaring
„Gelukkig werken we met Ken Cas
well, één van de beste regisseurs van de
wereld. Ken spreekt geen Nederlands,
maar hij merkt meteen wanneer je een
verkeerde klemtoon of een verkeerde
emotie gebruikt. Hij heeft daar een
perfect instinct voor. Ik heb met hem in
'Les Misérables' gewerkt en dat was
een openbaring. Dat is het ook nu weer.
In drie dagen tijd heeft hij van 33
vreemde mensen één groep gemaakt.
We zijn één familie en dat merk je aan
de productie."
„Ik heb drie opera's en een reeks con
certen moeten afzeggen voor deze rol.
Mijn marktwaarde is de afgelopen ja
ren fors gestegen, ja. Daar ben ik hart
stikke trots op. Ik heb niet voor niets
jarenlang hard gewerkt aan mijn carri
ère. Toch vind ik het nog steeds een
voorrecht dat ik gewoon mijn werk
mag doen en dat producenten er geld
voor over hebben om Henk Poort voor
de hoofdrol te nemen."
„Eén maand per jaar houden mijn
vrouw Marjolein en ik vrij. Dan maken
we geen werkafspraken. Al wil de Sca
la in Milaan mij die maand hebben:
jammer. Doe je dat niet, dan ben je con
tinu met je werk bezig. Voor het vol
gende seizoen liggen er ook al een paar
interessante aanbiedingen. Ik kom uit
een arm arbeidersgezin. Als je kunt
werken, ga je werken. Zo ben ik opge
voed. Maar het is ook wel eens goed om
wat tijd voor andere zaken te hebben."
Martin Hermens
De première is zondag 20 september in Car
ré te Amsterdam.
De aanbidding van de herders, van Christian Wilhelm Dietrich (1712-1774). foto's Het Rembrandthuis
stel bungelde morsdode ratten
aan een staak bij een deur staat.
Het virus dat bekend staat als
'Hollandismus' was actief in
Frankrijk en in mindere mate in
Italië, maar woedde in de 18de
eeuw vooral in Duitsland en Oos
tenrijk. Kunsthistorici verklaren
dat fenomeen door het ontbreken
van een eigen krachtige schilders
school waar de kunstenaars uit die
landen op konden voortbouwen.
Zo kregen ze een sterkere stimu
lans inspiratie in het buitenland te
zoeken dan hun Franse en Itali
aanse collega's.
Een van de belangrijkste navol
gers was Christian Wilhelm Emst
Dietrich (1712-1774).
Op deze tentoonstelling hangt zijn
Hongersnood vlakbij Rembrandts
Drie bomen. Zo kan in een oogop
slag worden vastgesteld dat
Dietrich zijn techniek van de
'plaattoon' perfect leerde beheer
sen. Die techniek bestond eruit
dat Rembrandt bij het afdrukken
van een ets plaatselijk extra inkt
liet zitten om zijn meesterlijke
contrasten tussen licht en donker
te bereiken. Afgezien van
Dietrichs technische vakman
schap toont hij zich op Hongers
nood ook een groot tekenaar: de
massa die voedsel krijgt toege
worpen door een engel heeft de
zelfde expressieve kracht als een
hedendaagse foto van hongerige
massa's in Afrika.
Identiek
Dieti'ich is op deze expositie ook
present met Christus geneest de
ziekenwaarvoor hij zich inspi
reerde op een beroemde ets van
Rembrandt met hetzelfde thema,
gemaakt omstreeks 1652. Dat is
onder meer zichtbaar aan de min
of meer identieke groepering van
de zieken rond Christus en zijn
'nabootsing' van een man die zijn
kin op een hand steunt. Maar
Dietrich stopte er zoveel 'eigen
heid' in dat het een kunstwerk is
dat kwalitatief zonder meer ook
'op eigen benen' kan staan.
Een andere belangrijke navolger
was Georg Friedrich Schmidt
(1712-1775), van wie op deze ten
toonstelling onder meer zijn Oude
krijgsman, Bebaarde Oosterling
en Zelfportret met spin worden
getoond. Net als bij Schmidt heeft
gastconservator Liesbeth Heenk
ook bij minder spraakmakende
navolgers als Chodiwiecki, Fi
scher, Nothnagel, Von Bartsch en
Bause, Rembrandt-etsen uitge
zocht die een snelle vergelijking
mogelijk maken. Onder de opko
mende burgerij in Europa vonden
hun werken gretig aftrek. Maar
dat een Milanese verzamelaar op
merkte dat Rembrandt hoe dan
ook 'zijn God' bleef, zal dé bezoe
ker van deze tentoonstelling niet
verbazen: naast zijn navolgers
blijft hij het onbetwiste genie.
Francoise Ledeboer
De tentoonstelling Rembrandt is mijn
God' in Het Rembrandthuis (Joden-
breestraat 4, Amsterdam) duurt tot en
met 20 september. De openingstijden
van maandag tot en met zaterdag van
10.00 tot 17.00 uur en op zon- en feest
dagen van 13.00 tot 17.00 uur
De bebaarde Oosterling, van Georg Frierich Schmidt (1712-1775).