Voor funshoppers en fietsers Dal der rozen buitengebied pzc 1 v4> door het oog van Wim Riemens woensdag 5 augustus 1998 razen. Wie met gezwinde spoed in Parijs wenst te geraken kan alleen in sinjorenstad Antwerpen opstappen. Roosendaal is lief voor fietsers. Vrij liggende rijwielpaden zorgen voor een veilige verbinding tussen het centrum en de tegen de kern aangeplakte buitenwijken. Voor wie niet wenst te volstaan met de natuurlijke schoonheid van de royaal aanwezige stadsparken biedt het fietspadennetwerk een vlotte aansluiting met de bosrand, waarbij locaties als Visdonk en het Rozenven waarborgen bieden voor aangenaam verpozen. Wouwse Plantage Met de herindeling kreeg Roosendaal het 950 hectare grote Landgoed Wouwse Plantage in de schoot geworpen. Voor het grootste deel betreft dat particulier bezit, maar er blijft nog voldoende bos over om op jaarbasis rond 200.000 wandelaars te trekken. In het museum De Ghulden Roos, gevestigd in een van de spaarzaam aanwezige monumenten van de stad, wordt met name de geschiedenis van Roosendaal uit de doeken gedaan. Te Wouw koestert een neerlandicus de grafische collectie van het lokale museum In den Groenen Zonck als een kostbaar bezit. Liefhebbers van het spuitgastwezen vinden in Wouw een brandweermuseum. De lokale overheid hanteert in het uitdragen van de aantrekkelijkheden van de stad met graagte de slogan 'Beleef 't in Roosendaal'. Voor wie er oog voor heeft is er inderdaad het een en ander te doen. Een evenement dat het lokale karakter sterk overstijgt is het jaarlijkse wielerfestijn met de naam Draai van de Kaai. Altijd goed voor de komst van vedetten of kleppers uit de ten tijde van de koers zojuist beëindigde Tour de France De qua niveau toch niet misselijke Acht van Chaam verbleekt bij de belangstelling die uitgaat naar de ronde van Roosendaal. Een bezoek aan de Roosendaalse kermis, begin september, is eveneens een must. Het aantal deelnemers is altijd zo groot dat het spektakel over een aantal straten en pleinen wordt uitgesmeerd. Naast een nostalgische kermis is er veel aandacht voor eigentijds vermaak met veel technische hoogstandjes. Bij de verkiezing kermisstad van het land prijkt Roosendaal op de tweede plaats. Waarvan luidruchtig acte. De Paal, buurtschap aan de oever van de Westerschelde, twee kilometer noordelijk van Graauw, is de juiste oplossing van Door het oog van Wim Riemens in Buitengebied van vorige week. Een handvol huizen achter een stevige zeewering op Deltahoogte. Het vissersdorp De Paal is een voortzetting van de haven van Graauw, toen die door bedijkingen van de Westerschelde werd afgesloten. Omstreeks 1900 was De Paal nog de thuishaven van meer dan tachtig mosselschippers. Aan die activiteiten kwam eind jaren zeventig abrupt een einde omdat de oude haven onder de nieuwe zeedijk verdween. Ook een scheepswerf onderging dat lot. De Paal zonder haven - dat kon natuurlijk niet. Daarom werd buitendijks een nieuwe getijhaven voor pleziervaartuigen aangelegd, die vanaf mei 1980 in gebruik is bij de watersportvereniging Saeftinghe. Bij eb liggen de bootjes op het droge. De voormalige vissersplaats wordt in 1767 voor het eerst genoemd. De naam is mogelijk afkomstig van een nabijgelegen 'paalhooft'. Aannemelijker is dat de toenmalige bewoners palen hebben geslagen om een kade te krijgen voor bet laden en lossen van goederen. Op kaarten uit de achttiende eeuw staat ook de benaming De Paaien. Toen de Graauwse Kaai in 1852 als haven werd opgeheven, werd De Paal gemeentehaven. Ondanks het feit dat voortdurend strijd gevoerd moest worden tegen verzanding, werd er veel overgeslagen: bieten, vlas, kunstmest, steenkool. Eind jaren dertig beleefde de haven zijn glorietijd. Het dorp telde 600 inwoners, 14 cafés en acht winkels. Na de Tweede Wereldoorlog liepen de activiteiten gestaag terug. De bedrijvigheid rond de haven verdween. Nu domineert een grote loods van de watersportvereniging het beeld. Flink wat goede inzendingen deze keer. Een aantal inzenders zat in de goede richting maar noemde een verkeerde naam, zoals Baalhoek, Kruispolder en Duivenhoek. Ook kwam Ellewoutsdijk voor. De winnaars zijn: ABiesbroeck, Hulst, G. de Roeck, Hansweert en H. Wullems, Temeuzen. Zij krijgen een waardebon toegestuurd. De vraag van de nieuwe opgave luidt: wat is de naam van het gehucht op de foto van Wim Riemens? Oplossingen kunnen tot en met uiterlijk zaterdag 8 augustus worden gezonden aan: Redactie PZC, Buitengebied, postbus 18, 4380 AA, Vlissingen. fax 0118-470102, e-mail redactie@pzc.nl. Onder de inzenders van goede oplossingen worden drie waardebonnen verloot. door Jacques Cats Wie verkikkerd is op voorvaderlijk erfgoed doet er goed aan bij Bergen op Zoom halt te houden of twintig kilometers door te karren naar Breda. In het tussen deze bevolkingscentra opgetrokken Roosendaal zijn panden die tot het monumentale stedenschoon kunnen worden gerekend te tellen op de vingers van een onvoorzichtige houtzageri j- medewerker. Het gemis aan allure wordt weer ruimschoots goedgemaakt door het royale winkelbestand. Met dit gegeven voor ogen plus de wetenschap dat er veel parkeerruimte voorhanden is, willen Bergenaren ietsje gemakkelijker over de diep ingewortelde rivaliteitsgedachte heen stappen en in het dal der rozen inkopen doen. Daarbij moeten ze zich wel voegen in een gemêleerd gezelschap, want ook veel Zeeuwse ingezetenen en een niet uit te vlakken aantal zuiderburen uit het aanpalende België maken deel uit van het funshoppend publiek. Op de vrijdagse koopavond en op zaterdag valt in het ruim opgezette winkelcentrum eerder sappig Vlaams te beluisteren dan een plat lokale tongval. De West-Brabantse centrumgemeente heette voorheen Roosendaal en Nispen. Na een recente herindeling zou de fotografie Lex de Meester benaming nog mondvoller kunnen luiden nu ook een fors stuk Wouws grondgebied is ingepalmd. Dat leverde niet alleen een bevolkingstoename op tot 75.000 koppen, maar ook een aanzienlijke uitbreiding van groen, van welke kleur de nu kortweg Roosenaal genoemde gemeente al zoveel had. De ontstaansgeschiedenis van Roosendaal dateert van de twaalfde eeuw. In die tijd bestaande gehuchten leven zoveel later voort in de naamgeving van wijken, zoals Kalsdonk. plaatselijk beter bekend als de Philipswijk, genoemd naar een van Roosendaals voornaamste broodheren voor de aanmaak van tl-buizen. Een in de twaalfde eeuw gestichte kapel zou de voorloper worden van de huidige St. Janskerk. Dit bedehuis vormt samen met het prominent aanwezige en slechts nog voor franje-activiteiten benutte raadhuis het zuinige historische gezicht van Roosendaal. Met vijftien horecazaken ligt de functie van uitgaanscentrum op de Oude Markt. Het verkeer wordt er mondjesmaat toegelaten, zodat er extra veel ruimte is om terrassen wijd uit te bouwen. De tapperijenin de naar het stadshart toeleidende wegen versterken de mogelijkheden tot ontspannen stappen. Op de Nieuwe Markt is winkelen troef. Dat geldt ook voor nabije koopcentra als De Rozelaar en de Biggelaar. Wie de naam Roosendaal liet vallen kreeg in het verleden meteen beelden van sigaren (Kaveewee) en borstels voor ogen. Red Band Later zouden breigoederenfabrieken en de drop- en suikerwerkenfabriek Red Band hun intrede doen. In het voormalige turfdorp hebben de suiker- en de Ligafabriek met hun weeïge luchtje lange tijd mede de industriële sfeer bepaald. Gaandeweg verschoof het accent meer richting dienstensector. Uit Zeeland afkomstige en voor dit gewest bestemde post werd tot voor kort in Roosendaal herverdeeld. Wegens verplaatsing van het expeditieknooppunt gaat een brief die van Middelburg naar Biggekerke moet (afstand zes kilometers) eerst ter afstempeling naar Rotterdam. Begrijpelijk dat het schrijven dan niet de andere dag op andermans deurmat is te verwachten. Maar we zaten in Roosendaal: ontsluitingswerken rond de naar de Randstad leidende A17 hebben handel en industrie in Roosendaal laatstelijk een forse oppepper bezorgd. De stad heeft het door de jaren heen sterk van de knooppuntfunctie moeten hebben. Voor een plaats die faam geniet als spoorstad moet het wel een zeer hard gelag zijn de hoge snelheidstrein in een naadloos aansluitend tempo onder de stationsoverkapping door te zien

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1998 | | pagina 27