Landbouw heeft tijd nodig
voor een nieuwe toekomst
Het groeit op het land en het tikt
buitengebied W
pzc g~
25
woensdag 5 augustus 1998
Co Stols combineert akkerbouw en veeteelt. Hij teelt maïs voor zijn koeien. foto's Pieter Honhoff
Het hof van Co en Hellen Stols
door A.J. Snel
Hij heeft diversiteit in het
bedrijf. Hij heeft in de loop de
jaren fors aan schaalvergroting
gedaan en is gelijktijdig met een
aantal intensievere teelten aan de
slag gegaan. En hij werkt nauw
samen met zijn schoonvader en
met een aantal collega's. Co Stols
(44) uit Zierikzee en zijn vrouw
Hellen lijken aan alle
voorwaarden te voldoen om tot in
lengte van jaren een gezonde
agrarische onderneming te
runnen. Toch is er twijfel.
Hij wekt bepaald geen sombere
indruk. Niettemin; als hij denkt
aan zijn oudste zoon, die nu twaalf
is en die zeker interesse
ontwikkelt in het boerenbedrijf,
dan dwalen zijn gedachten toch af
naar Canada waar hij onlangs met
drie collega's was. „Als je ziet wat
daar aan ruimte en mogelij kheden
ligt en als je op je laat inwerken
hoe de overheid hier met onze
sector omgaat, dan heb ik er
twijfel over of mijn zoon het hier
als boer kan bolwerken. Dat is
geen pessimisme. Ik heb nooit aan
doemdenken willen doen. Maar je
moet met zin voor de realiteit naar
de wereld om je heen kijken en
voor mij is het de vraag of de
Nederlandse samenleving ruimte
blijft geven voor de agrarische
sector. Ik werk hier met plezier,
maar als ik twintig jaar jonger
was. dan zou ik heel serieus
nadenken over emigratie."
Familie
Hij is zich ervan bewust dat hij
onderneemt vanuit een sterke
uitgangspositie. In de loop van de
jaren heeft hij via zijn familie en
door transacties met zijn
schoonfamilie samen met Hellen
de beschikking gekregen over een
140 hectare voor akkerbouw en
een melkveebedrijf van 45
hectare. „Zeker op dit moment
kun je geen boer worden als je niet
door familie in het zadel wordt
geholpen en als je geen bank
achter je hebt. Als mijn
grootvader destijds zijn bedrijf
verkocht had, zou ik nu geen boer
zijn. De vrije grondprijs van het
moment ligt rond de 60.000,- of
meer. Dat is een groot probleem
voor wie nu aan schaalvergroting
wil doen. Mijn schoonvader is nu
63. Hij wil zijn bedrijf aan Hellen
overdoen als hij 65 is. Dan praat je
natuurlijk niet over de grondprijs
op de vrije markt en dus biedt dat
meer perspectief."
Zijn schoonvader heeft op dit
moment nog steeds een
akkerbouwbedrijf van 46 hectare.
Met hem en met twee collega's
werkt Stols nauw samen. Hij
bestelt bijvoorbeeld ook voor zijn
schoonvader
bestrijdingsmiddelen en ze maken
samen een bouwplan voor beide
bedrijven. Met collega's samen zet
hij machines in. „Die
samenwerking is heel belangrijk.
Je werkt tegen lagere kosten met
naar verhouding wat beter
materiaal. Maar ik zou het ook
sociaal gezien niet meer willen
missen. We praten over van alles:
'zullen we dit of zullen we dat". En
we gaan er niet van uit dat eerst bij
de een en dan bij de ander gerooid
moet worden. Er moet gewoon
gerooid worden en het doet niet ter
zake in welke volgorde. In 1990
zijn we met zes collega's begonnen
met aardappelpootgoed. Na een
aantal jaren werden we te groot en
zijn we drie aan drie doorgegaan.
We sorteren hier op het bedrijf, zo
druk je de kosten. Maar het heeft
niet uitsluitend een economische
kant. De contacten zijn in meer
opzichten vah betekenis. Veel
boeren zijn Einzelganger
geworden. Je hebt nogal wat
eenmansbedrijven van tussen de
40 en 80 hectare. Dat heb je een
eenzaam beroep."
In de bedrijfsvoering is er een
relatie tussen de melkveehouderij
en het akkerbouwbedrijf. Stols
verbouwt zelf maïs voor zijn
dieren. Met het melkveebedrijf
heeft hij overigens geen dagelijkse
bemoeienis. Dat wordt gerund
door een bedrijfsleider en een
halve arbeidskracht. De
akkerbouwbedrij ven worden
draaiend gehouden door Stols,
zijn schoonvader, Hellen Stols die
aan administratieve
werkzaamheden ongeveer een
halve baan heeft en een full-time
medewerker over wie hij zegt"
„Een gouden vent die echt
meedenkt."
Afgezet tegen het kapitaal dat
vooral in de grond van de
ondernemingen zit, lijkt dat een
gering aantal arbeidsplaatsen.
Stols: „Op het eerste gezicht is dat
misschien zo, maftr ik denk dat je
verbaasd zou zijn als je eens zou
uitrekenen wat een arbeidsplaats
bij een fusie in andere sectoren van
het bedrijfsleven kost. En net als
bij ons is ook daar geen zekerheid.
Grote concerns kunnen ook over
de kop gaan."
Hypotheek
Stols heeft een traditioneel
bouwplan met aardappelen, uien,
bieten en graan en bovendien teelt
hij aardappelpootgoed voorde
verkoop en voor eigen gebruik en
een intensief gewas als
knolselderij. Zijn bedrijf kan met
worden aangeduid als gemiddeld,
maar in feite bestaat een
gemiddeld landbouwbedrijf niet
Iedere agrarische onderneming
heeft specifieke eigenschappen
Tot die van het bedrijf van Stols
behoort, dat hij het heeft laten
groeien. Toen hij in 1988
uitbreidde met 50 hectare werd hij
door deze en gene gefeliciteerd
„Ik heb toen wel geantwoord dat
ik over tien jaar zou laten weten of
die gelukwensen terecht waren.
Die tien jaar zijn nu voorbij en ik
ben niet ontevreden. Waar je wel
mee te maken hebt; je blijft met
een hypotheek bij de bank zitten.
Ik heb daar wel eens gevraagd
wanneer ik ooit klaar zou zijn met
het aflossen en het antwoord was:
'Als je stopt of als je doodgaat'. Zo
zït het ook. Ik heb hier een nieuwe
schuur laten bouwen van acht a
negen ton en je kunt bij wijze van
spreken stellen dat ik die heb
afbetaald met melkgeld
Vervolgens word je
geconfronteerd met de noodzaak
een nieuwe stal te bouwen,
eenvoudig omdat tussen 1972 en
nu de koeien 10 centimeter hoger
en ook breder zijn geworden. Die
stal heb ik betaald met
aardappelgeld. Ik heb geen spijt
van die investeringen. Wat ik wil
aanduiden is, dat je blijft
vernieuwen en dat je altijd met de
bank bezig blijft. Ook dat is op
zichzelf niet zo'n probleem. Maar
ik zie ontwikkelingen waarover ik
me als ondernemer wel grote
zorgen maak."
Die ontwikkelingen doen zich
maatschappelijk voor en worden
naar de opvatting van Stols nogal
vanuit de losse pols door de
politiek vertaald „Er wordt
vandaag wat geroepen en morgen
wordt het door de politiek
overgenomen. Dat fs geen beleid
Als er nieuwe eisen worden
gesteld wat betreft het milieu, dan
moet aan boeren redelijk de tijd
gegeven worden om daarop in te
spelen, maar die tijd wordt ons
niet gegund. Als je kijkt naar de
korting die nu wordt doorgevoerd
in de intensieve varkenshouderij,
dan is dat toch niet anders dan dat
van mensen rechten worden
afgepakt. Dat noem ik een
verkapte vorm van diefstal. Daar
valt niet tegenop te ondernemen.
Er wordt niet gestimuleerd, alleen
geblokkeerd. Een volgende stap
kan zijn dat zonder redelijke
vergoeding grond uit productie
wordt genomen om er
natuurgebied van te maken. Dat
zou ook diefstal zijn."
Grondprijs
„Een aantal zaken valt gewoon
niet te veranderen. De hoge
grondprijs, die blijft. Tenslotte wil
iedereen buiten op een
boerderijtje wonen. Het is een
gegeven dat je alleen binnen
familieverband een agrarisch
bedrijf kunt voortzetten en ik zie
best mogelijkheden zolang ik niet
verplicht word anders te
produceren dan in de rest van
Europa Maar ook wat dat betreft
ben ik ongerust over de toekomst.
De overheid volgt geen duidelijke
lijn. Ook niet als het gaat om
verandering en vernieuwing. Als
je de landbouw wilt vernieuwen,
dan kort je toch niet de uitgaven
voor onderzoek."
Hij weet wel dat zijn opvattingen
een gering gehalte aan vrolijkheid
bevatten. Stols: ..In principe ben
ik optimistisch. Ik probeer er alles
aan te doen om de bedrijfsvoering
zo optimaal mogelijk te krijgen en
te houden, maar zelfs dan kan het
een keer ophouden. Als de
regelgeving en de eisen steeds heel
plotseling worden aangescherpt
en er een te grote mate van
ongewisheid ontstaat, dan moet ik
toch ook realistisch naar de
toekomst kijken. En dan weet ik
nog zo net niet of mijn zoon hier in
Nederland zijn hele leven boer
kan blijven."
door A.J. Snel
Zijn wintertarwe staal er veel
mooier bij dan vorig jaar.
Toen lag er, kort voor de oogst,
een grauw waas over het gewas.
Nu blinkt het geel. „Het is mooi
blank gebleven", stelt Kees
Bierens vast. Op gezette tijden
loopt hij over zijn akker, plukt
een aarwrijft die tussen zijn
handen, kijkt naar de korrels en
bijt erop om vast te stellen hoe
hard ze zijn. De oogst zal nog
zeker een dag of tien op zich laten
wachten. De halmen nijgen wel
al, maar nog niet diep genoeg. En
veel korrels zijn nog wat glazig
van het vocht en zacht. Ze moeten
geel, hard en droog zijn.
Je hóórt de wintertarwe. Het
gewas maakt, als de zon het
verarmt, een zacht tikkend
geluid. „Dat zijn de vliesjes, de
pakjes die om de korrels zitten. Je
hoort ze openbarsten", zegt
Bierens. Hij neemt een aar in zijn
hand en wijst: „Die is tot boven
toe vierkant van vorm. Goed
gevuld. Als de aren puntig
uitlopen, is het minder: bovenin
zit dan niets. Dat was vorig jaar
zo. Ik verwacht dat de opbrengst
dit jaar beter zal zijn. De
afrijping van het graan verloopt
dit jaar geleidelijk. Het is de
afgelopen week goed weer
geweest. Niet te warm."
De twintig millimeter regen die
vorige week in één nacht op zijn
land viel, was welkom. Goed voor
de rooibare gewassen: bieten,
uien en aardappelen. De regen
werkt gunstig uit op de groei.
Landinrichting
Eind deze week maait Bierens
zijn eerst graszaad Op het
moment is het rustig, in
afwachting van de drukke
periode van de oogst. De
afgelopen week heeft hij tijd
gehad voor bezigheden in
organisatorische sferen. Hij is lid
van de landinrichtingscommissie
Walcheren. Samen met één van
de andere agrarische leden
daarvan heeft hij enkele malen
overleg gevoerd met het
Kadaster. De bedoeling is de
huidige situatie en de wensen die
boeren hebben over de komende
toedeling van land zoveel
mogelijk met elkaar in
overeenstemming te brengen.
Een hele klus wordt dat nog.
Dan is hij naar een
inspraakbijeenkomst geweest
over het ontwerp
bestemmingsplan buitengebied
van de gemeente Veere. Het viel
hem op dat de belangstelling in
het algemeen en die van de
landbouwun het bijzonder gering
was. „Er waren misschien vijftig
mensen. Als je bedenkt dat de
landbouw als sector een van de
grootste gebruikers en
belanghebbenden is van en in het
buitengebied, dan begrijp ik dat
niet helemaal Ik betreur het wel.
Ik vind dat je. zeker als je nog
tientallen jaren als agrarisch
ondernemer door wilt, moet
meespelen en meedenken als het
gaat over de toekomst van het
gebied waarin je werkt. Een
kwestie van gebruik maken van
je democratische rechten. Vanuit
de landbouworganisatie worden
nog zitdagen georganiseerd waar
boeren hun mening kunnen
geven, maar je zou toch ook op
zo'n inspraakavond meer
geïnteresseerden verwachten."
Wat hem eerder bij de
landinrichting als is opgevallen,
zag hij opnieuw bij het ontwerp
voor het bestemmingsplan: het
primaat van de landbouw
bestaat niet meer. „Natuur en
recreatie worden op Walcheren
belangrijker en de landbouw
schuift twee plaatsen naar
beneden door. Dat is helaas de
tendens."
Akkerbouwer C.J. Bierens uit Grijpskerke doet in deze rubriek weke
lijks verslag van zijn werk en wederwaardigheden.