Kwetsbaar eldorado
voor talloze vogels
Doden om te leven
PZC
Wetlands
Water in woord en beeld
I. -
natuurjournaal
weerwoord
Bouwen met
leem en stro
in Ouwerkerk
24
Landbouw
heeft last van
stuurloze
overheid
25
Meeuwen
boven
de voren
26
Roosendaal
trefpunt voor
fietsers en
funshoppers
27
23
buitengebied
woensdag 5 augustus 1998
Het (zuid)westen en noorden van Nederland waren vele
eeuwen geleden één groot wetlandofwel waterrijk
natuurgebied. Een paradijs voor de vogels. Een voedselrijk
kustgebied met afwisselend zout, zoet en brak water,
ondoordringbare, moerassige laagveengebieden en
ongetemde rivieren. Dat is tegenwoordig wel even anders.
Nu resten er nog slechts 87 belangrijke vogelgebieden,
waarvan er 75 zijn aangemerkt als wetlands. Het gaat om
resten natuur waarin water een essentiële rol speelt en die
voor de vogels van groot belang zijn. Dat geldt niet alleen
voor de miljoenen vogels die hier kortere of langere tijd
verblijven t jjdens de trek of in de winter. Ook zo'n 20 van de
in totaal 57 soorten broedvogels van de nationale Rode
Lijst van bedreigde en kwetsbare vogelsoorten zijn in
sterke mate van de wetlands afhankelijk. In het
zuidwestelijke deltagebied bevinden zich 12 wetlands.
Kust van Oost-Zeeuws-Vlaanderen.
Het Dijkwater nabij de Grevelingen ter hoogte van Sirjansland.
door Rinus Antonisse
Het water dat zo belangrijk is in
de wetlands verschilt per
gebied. Het kan gaan om grond-,
regen-, kwel- en/of
oppervlaktewater. Voor alle
gebieden is één gegeven hetzelfde:
ze oefenen een grote
aantrekkingskracht uit op vogels.
Er is vaak voedsel in overvloed, de
vogels vinden er nestgelegenheid
en de broodnodige rust om veilig
de slagpenrui door te kunnen
maken. De meeste watervogels
trekken. Daardoor zijn ze
afhankelijk van een hele keten van
geschikte wetlands, die de
broedgebieden in het noorden
verbindt met de
overwinteringsgebieden in het
zuiden. De Nederlandse wetlands
vormen een onmisbare schakel in
de keten. Het betekent een
regelrechte ramp wanneer het
handvol resterende natte
natuurgebieden verder
gedecimeerd wordt.
En dat is niet ondenkbaar. Want
wetlands oefenen niet alleen een
grote aantrekkingskracht uit op
vogels. Ook de mens heeft er een
enorme belangstelling voor en kan
er in zijn drang om te
(her)scheppen niet van af blijven.
In Nederland, waar toch al
gewoekerd moet worden met de
beperkte ruimte blijft de natuur
niet vanzelfsprekend buiten
schot. Woningbouw, wegen,
recreatie, landbouw, visserij,
industrie, opwekking van energie:
allemaal bedreigingen voor de
waterrijke natuurgebieden.
Actieve bescherming is noodzaak
en op dat stuk van zaken valt nog
het een en ander te verbeteren.
De formele, juridische
bescherming van de Nederlandse
wetlands is onvoldoende
gewaarborgd, melden
Vogelbescherming en Wereld
Natuur Fonds. Nog geen veertig
procent van de totale oppervlakte
is beschermd door een aanwijzing
op grond van de
Natuurbeschermingswet, de EG-
Vogelrichtlijn of de
Wetlandsconventie. In de praktijk
is het nog alarmerender. Ook in
gebieden die op papier goed
beschermd zijn, worden
doodgewoon activiteiten
uitgevoerd die nadelig zijn voor
natuur en vogels. Een voorbeeld
dicht bij huis is de verdieping van
de Westerschelde. En ook de
Thoolse Oosterscheldekust.
intensieve schelpdiervisserij en
recreatieve actviteiten storen zich
niet aan het belang van
beschermde wetlands.
Vrijwilligers
Goed beschermd of niet: het blijkt
noodzakelijk de waardevolle
wetlands goed in het oog te
houden. Daarvoor zijn er
vrijwillige WetlandWachters. Elk
gebied heeft er een of meer.
Mensen die ter plaatse goed
bekend zijn en de ontwikkelingen
in hun wetland nauwgezet volgen.
Voor de Oosterschelde tussen haar
huis aan de zeedijk bij
Colijnsplaat en en haar werk als
excursie-coördinator op Neeltje
Jans treedt Petra Sloof op als
WetlandWachter. Ze werd via de
vogelwerkgroep de Bevelanden
van de KNNV in 1996 'ingelijfd'.
Haar taak als WetlandWachter
omschrijft ze kort en bondig.
„Opletten. Gewoon goed kijken.
Attent zijn op veranderingen.
Ontwikkelingen die niet goed zijn
voor de natuur signaleren."
Petra Sloof ziet zichzelf
nadrukkelijk niet als
toezichthouder. „Dat lijkt me
vreselijk. Ik hoef niet naar mensen
toe om ze te waarschuwen dat hun
hond losloopt en vogels verjaagt.
Ik zie me niet als waakhond. Ik wil
juist proberen bruggen te slaan
tussen mensen en de natuur. Dat is
mijn hoofddoel." Ze heeft ervaren
•s-V fHhIMi- "'•-V
ussmÊB* Li*
Yerseke Moer.
dat mensen meestalonbewust
dingen doen die tegen de belangen
van een wetland ingaan. „Het is
steeds drukker geworden.
Iedereen wil graag zonder
prikkeldraad wandelen. Dat kan
wel, als je je verantwoordelijkheid
maar neemt ten aanzien van je
medeschepselen. Als je uitlegt
waarom iets fout is, dan tonen 99
van de 100 mensen begrip. Maar
die ene, die je verrot scheldt, is
ontzettend vervelend. Daar krijg
jswpiwhwpii
V
I
je niet zoveel vat op en die is
misschien wel het meest
verstorend bezig.
Haar toegewezen gebied bezoekt
ze vrijwel dagelijks. Dat is niet
overbodig, want er gebeurt best
veel, zegt Sloof. „Het is niet
overbodig dat er mensen zijn die
opletten." De bevindingen
worden jaarlijks gerapporteerd
aan Vogelbescherming
Nederland, die zonodig actie
onderneemt. In haar jongste
i
illustratie Adri Karman
Eten en gegeten worden: het komt dagelijks voor in de natuur. Een sperwer die zich op een merel stort,
is in mensenogen een meedogenloze rover en zijn slachtoffer wekt medelijden op. Diezelfde merel
was kort ervoor misschien druk doende geweest de slakken- en wormenbevolking in de tuin te
verminderen. Als zodanig is de merel trouwens een welkome gast.
Instinctief handelen van dieren roept wel vaker onbegrip, medelijden en zelfs afschuw op. Het vrouwtje
van de graafwesp - een rupsendoder - graaft eerst een nestholte voor haar larven. Vervolgens gaat ze op
zoek naar een of meer rupsen. Zodra ze die gevonden heeft, verdooft ze de rups en vliegt er mee naar het
hol. Als de rups te zwaar is, sleept de wesp de prooi naar het nest.
Bij het hol aangekomen wordt de rups naar binnengetrpkken. De graafwesp legt er een eitje bovenop.
Daarna wordt de nestplaats zorgvuldig afgesloten en voor het vrouwtje is de zorg voor het nageslacht nu
geëindigd. Na het uitkomen uit het ei vindt de larve zijn kostje gekocht: de rups dient als voedsel. Een
luguber verhaal? Integendeel, een natuurlijke gang van zaken. In de natuur staat doden altijd ten
dienste van het voortbestaan van de soort. Onnodig moorden is dieren vreemd.
zieookpag26
door Rinus Antonisse
Nederland is een kust- en
deltagebied langs de
Noordzee, waarin drie grote
rivieren uitstromen: Rijn, Maas en
Schelde. Door afdamming van de
Zuiderzee is het grote IJsselmeer
ontstaan. Ruim 15 procent van de
oppervlakte van Nederland
bestaat uit water: zee, rivieren,
meren en kanalen. Ongeveer de
helft ligt onder zeeniveau. De
bescherming tegen het water én
het gebruikmaken van het water
voor allerlei doeleinden vergt een
ingewikkelde, voor de meeste
inwoners van de Lage Landen,
ondoorzichtige
waterhuishouding.
Daarover maakten fotograaf
Martin Kers en tekstschrijfster
Marijke Kers het boek Nederland
Waterland. In beeld en woord
besteden ze aandacht aan
onderwerpen als waterbeheer,
waterschappen, Normaal
Amsterdams Peil, grondwater,
drinkwatervoorziening, havens
en wetlands, oftewel natte
natuurgebieden. Martin Kers kan
fotograferen - dat is uit eerdere
boeken bekend. Ook in zijn
nieuwe werk biedt hij vele fraaie
opnamen, waaronder die op de
omslag: een wat vervreemdende
doorkijk via de Zeelandbrug op
Zierikzee. Heel fraai zijn ook de
foto's van het Zwin en de
Prosperpolder.
De keuze van de gefotografeerde
onderwerpen lijkt wat
willekeurig. Er is duidelijk niet
geprobeerd per hoofdstuk een zo
compleet mogelijk beeld van
Nederland te geven. Daardoor
ontbreekt bijvoorbeeld Zeeland
fotografisch in het hoofdstuk
Kust en Zee. Hier en daar zijn
slordigheden te ontwaren en dat
mag eigenlijk niet in zo'n fraai
gemaakt (en prijzig) boek. Zoals
de Inlaag 1887 bij Ellewoutsdijk,
dat in Noord-Holland wordt
gesitueerd en de Oosterschelde
kering die dam. wordt genoemd,
alsof er nooit met succes actie is
gevoerd tegen een dichte dam. En
dat Rijkswaterstaat
verantwoordelijk is voor de
instandhouding van de
zeeweringen - daar zullen ze bij de
Zeeuwse waterschappen van
opkijken.
Nota
Marijke Kers heeft het
waterverhaal verdeeld in elf
hoofdstukken. Ze geeft uitvoerig
weer wat er allemaal komt kijken
om Nederland in de strijd tegen en
om het water overeind te houden.
Het is nog het eenvoudigste samen
te vatten in de term die
Rijkswaterstaat in de Vierde Nota
Waterhuishouding centraal
stelde: integraal waterbeheer. De
dienst kwam tot de conclusie dat
alle waterbeheerders te weinig
met elkaar samenwerken. Elk
waterbedrijf of instituut heeft
nauwelijks weet van wat de ander
precies doet op het gebied van
waterbeheersing. Veel problemen
op waterhuishoudkundig gebied
zijn ontstaan omdat er alleen
plaatselijke oplossingen werden
bedacht voor plaatselijke
problemen. Alsof elk water een
zelfstandig gebied is, dat zich
keurig aan (papieren) grenzen
houdt. Dat moet dus veranderen
door betere samenwerking.
Wie in Nederland leeft, weet altijd
Wat a, Griete be-
vuult eit, kan Lêe-
ne nog goed mae-
ke
(de regen op Sint-
Margriet kan door
goed weer op Ma
ria Lichtmis nog
goed gemaakt
worden).
Nieuwe weerwoorden -zijn wel
kom bij de redactie van de PZC,
postbus 18, 4380 AA, Vlissin-
gen, fax 0118-470102, e-mailre-
dactie@pzc.nl.
fotografie Lex de Meester
rapport wijst Petra Sloof onder
meer op de toename van het
vliegeren nabij broedgebieden.
Meer begrip
Er zijn geen harde gegevens
bekend over de mate waarin dat
verstorend werkt, dus zal er
onderzoek naar gedaan worden.
Ook richting gemeenten - in haar
geval Noord-Beveland - proberen
de WetlandWachters meer begrip
te kweken voor de belangen van de
natte natuurgebieden. Daar
worden soms plannen ontwikkeld
die haaks staan op versterking van
de wetlands. Als voorbeeld noemt
Sloof de aanleg van een fietspad
bij een hoogwatervluchtplaats
van vogels. „Dat signaleer je dan
bij Vogelbescherming en die
pakken het op. Ik probeer er ook
zelf met de gemeente over te
praten."
Haar motivatie om veel tijd in het
wachterswerk te stoppen - 'ik heb
er absoluut geen hekel aan en blijf
dit nog lang doen' - ontleent Petra
Sloof aan haar opvatting dat de
mens een samenlevingscontract
met de natuur heeft. „Dat staat
niet zwart op wit, wij moeten zélf
beseffen dat we verantwoordelijk
zijn voor behoud van de natuur."
Nadere informatie: Vogelbescherming
Nederland, Driebergseweg 16c,
postbus 925, 3700 AX Zeist, telefoon
030-6937700.
wel in een of andere vorm water
binnen zijn bereik. Opvallend is de
vanzelfsprekendheid - het blijkt
ook weer uit het boek - waal-mee
daarmee omgegaan wordt. Over
verschijnselen als broeikaseffect
en zeespiegelrijzing is inmiddels
veel te doen geweest. Maar
weinigen die zich er zorgen over
maken. Er wordt vanuit gegaan
dat de Nederlandse
waterbouwkundigen, met hun
superieure kennis, wel tijdig voor
oplossingen zullen zorgen.
Misschien de dijken weereen tikje
ophogen, een extra duinenrij
aanleggen of de kust wat meer
opspuiten en in de polders de
capaciteit van de gemalen
uitbreiden.
Beproefd
Het zijn beproefde maatregelen,
die met steeds groeiender succes
eeuwenlang in steeds verfijnder
vormen zijn toegepast. Vergroting
van de kennis en toename van de
technische mogelijkheden
maakten dat mogelijk. Het is de
vraag of de beproefde methoden
ook in de toekomst afdoende
zullen zijn. Veel waterbeheerders
zijn ervan overtuigd dat land
terug gegeven moet worden aan
het urater, om de eenvoudige reden
dat de middelen om het land droog
te houden op den duur
ontoereikend zullen zijn.
Ontpoldering, in Zeeland zo'n
beladen en omstreden methode,
lijkt hier en daar onvermijdelijk.
Nederland Waterland. Tekst Marijke
Kers, fotografie Martin Kers.
Uitgeverij Terra, Zutphen. Prijs 49,90
gulden. ISBN 90 6255 830 5. Er is ook
een Engelse editie verschenen, met als
titel Holland, land of water.
Buitengebied is een wekelijkse
bijlage over natuur en landschap,
land- en tuinbouw, streektaal en
streekcultuur, architectuur en
stedenbouw, recreatie en vrije tijd.
Vragen, opmerkingen en
suggesties zijn welkom bij de
redactie van de PZC, postbus 18,
4380 AA Vlissingen, fax 0118-
470102, e-mail redactie@pzc.nl