Lezer moet
het verhaal
wel pikken
Ismail Kadare schept schoonheid uit chaos
Een torenflat
van tafelzilver
Thrillerschrij ver
Allan Folsom
Regio als koninkrijk
kunst cultuur
12
kunstgras
vrijdag 3 juli 1998
Na dertig jaar een onopvallend bestaan als scenarioschrijver te
hebben geleid, werd Allan Folsom in één klap miljonair met de
bestseller De dag na morgen. Uitgevers jubelden over 'dé thriller van
de jaren negentig'. Nu, vier jaar later, is Dag van bekentenis
verschenen, door dezelfde fantasievolle uitgevers gekwalificeerd als
'dé thriller van de 21ste eeuw'. De Amerikaanse auteur blijft
onverschillig onder deze overdreven loftuitingen. „Ik wilde slechts
bewijzen dat mijn debuut geen toevalstreffer was."
Een kopje koffie op een terras
tegenover de Notre Dame be
tekende de ommekeer in Allan
Folsoms carrière. De scriptschrij
ver was met zijn vrouw naar de
Franse hoofdstad gereisd om
trieste privé-omstandigheden van
zich af te kunnen zetten, Zijn ou
ders waren kort daarvoor vlak na
elkaar overleden. „Daar was een
vermoeiende periode van droefe
nis, spanningen en medische toe
standen aan voorafgegaan", her
innert de nu 56-jarige auteur zich.
„Mijn vader en moeder zijn lange
tijd erg ziek geweest. Toen ze wa
ren gestorven, wilden mijn vrouw
en ik er tussenuit. Naar Europa.
Op een dag zaten we te lunchen in
een café in Parijs. Ik keek naar de
duizenden mensen die passeerden.
Plotseling doemde er een vraag in
me op: wat zou je doen als je in een
vreemde stad iemand tegen zou
komen, die heel lang geleden een
belangrijke rol in j e 1 even heeft ge
speeld? Die gedachte nam ik mee
naar huis, begon er wat mee te spe
len, er allerlei zaken omheen te
verzinnen, personages te creëren
en heel langzaam kreeg alles
vorm. Na tweeënhalf jaar schrij
ven had ik De dag na morgen af."
In Folsoms thnllerdebuut komt de
Amerikaanse chirurg Paul Osborn
in een Parijse brasserie oog in oog
te staan met de man die achten
twintig jaar eerder zijn vader in
Boston heeft vermoord. Tijdens de
jacht op deze man belandt de me
dicus van de weeromstuit in een
nazi-complot om vijfhonderd pa
gina's later na een hele reeks hui
veringwekkende gebeurtenissen
in Londen, Berlijn en Los Angeles
getuige te zijn van een ijzingwek
kende finale in de Zwitserse Al
pen. waar een bijzondere rol is
weggelegd voor het ingevroren
hoofd van Adolf Hitler.
.Nadat ik het manuscript had vol
tooid, stuurde ik het naar tal van
literaire agenten", vertelt Folsom
„Ik had reacties verwacht in de
trant van 'bedankt, 't ziet er goed
uit, maar toch maar niet', Ik was
daarom verpletterd toe ik hoorde
dat het binnen een mum van tijd
verkocht was voor een verschrik
kelijke hoeveelheid geld. Een paar
dagen later waren ook al de film
rechten de deur uit. Ineens was ik
zelf onderwerp van gesprek op de
televisie- Mijn wereld stond op z'n
kop."
Tot dan toe had Folsom een weinig
spectaculair leven geleid als een
verre van succesvolle schrijver
van filmscripts in Los Angeles. Hij
maakte een zijsprongetje door ge
durende enkele jaren een disco
theek te runnen in zijn geboorte
plaats Boston en er zijn huidige
vrouw te ontmoeten, om vervol
gens zijn stiel weer op te pakken
aan de Amerikaanse westkust. „Ik
ontwikkelde formules voor tv-
shows en schreef scenario's voor
films. Het ene jaar leverde dat best
wat op, het andere jaar betaalde
het minder.Ik werd ouder en zag al
die jonge 'kids' succes hebben in
'the industry'. Op een gegeven mo
ment maakte ik bij mezelf de ba
lans op: ik had een ruime ervaring
in schrijven, dus waarom waagde
ik mijn geluk niet met een boek?
Dank zij mijn Parijse ingeving
werd De dag na morgen een we
reldsucces."
Nu ligt Dag van bekentenis in de
schappen, een op zijn minst gelijk
waardige opvolger van Folsoms
debuut. De met een grenzeloze
fantasie begiftigde schrijver ver
telt over een duistere intrige in Va
ticaanstad. Kardinaal Palestrina.
een even charmante als geweten
loze en aan grootheidswaan lij
dende vertrouwensman (hij denkt
de reïncarnatie van Alexander de
Grote te zijn) van paus Leo XIV,
bereidt een greep naar de macht
voor. Een met chemische middelen
geforceerde natuurramp in China
moet hem daarbij een steuntje in
de rug geven. Het is een nogal in
gewikkeld draaiboek, dat Pale
strina met behulp van beroepster
rorist Thomas Kind moet volgen.
Iedereen die van dit ingenieuze
complot weet heeft, wordt om
zeep geholpen.
„Iedereen vraagt me waarom het
zo lang heeft geduurd voordat
mijn tweede boek af was", ver
volgt Folsom. „Maar welbe
schouwd heb ik er niet zo lang aan
gewerkt. Want ik heb eerst nog een
jaar geschreven aan het filmscript
voor De dag na morgen. Tussen
door kregen we ook nog een kind,
daar hadden mijn vrouw en ik he
lemaal niet meer op gerekend. Dat
slokte natuurlijk eveneens veel
Allan Folsom: „Ik wil zo goed mogelijk een onderhoudend verhaal vertellen en dat kost wat tijd."
foto Phil Nijhuis
tijd op. Daar kwam nog bij dat ik
veel research moest doen voor Dag
van bekentenis. Want het boek
moet wel geloofwaardig overko
men. Ik zou het verschrikkelijk
vinden als de lezers het verhaal
niet meer zouden pikken." Zo
heeft hij uitgezocht of het .moge
lijk is om honderdduizenden Chi
nezen via het vergiftigen van wa
terzuiveringsinstallaties over de
kling te jagen. „Het kan écht. Ik
schrijf natuurlijk alleen niet pre
cies op hoe, want dat zou maar
kwaadaardige geesten op ideeën
kunnen brengen."
Macht
Conspireerden in zijn debuut neo
nazi's dat het een lieve lust was, in
zij n tweede thriller vervult een ka
tholieke leider de rol van kwade
genius. Toch wil de niet-katholie-
ke auteur geenszins nazi's en ka
tholieken over een kam scheren.
„Ik heb niets tegen het Vaticaan.
In mijn boeken gaat het om macht
en misbruik ervan. De rooms-ka-
tholieke kerk is een van de oudste,
nog immer leidende machtsinsti
tuten ter wereld. Er zijn 950 mil
joen katholieken en de controle
over hen is in zo weinig handen.
Machthebbers zijn ook maar men
sen. En als een van hen amok gaat
maken, dan zitten we echt in de
problemen. Er kunnen dan veel
slachtoffers vallen. Ik had het ver
haal ook kunnen situeren rond de
Amerikaanse regering Washing
ton of bij General Motors. Wat
kardinaal Palestrina wil bereiken
in China, miljoenen mensen win
nen voor het geloof, is eigenlijk
een zakelijke overweging. Hij wil
uiteindelijk controle uitoefenen
over meer mensen. De top van Ge
neral Motors kan ook een kwaad
aardig plan verzinnen om meer
Chevrolets te kunnen afzetten. Ik
heb voor de kerk gekozen, omdat
die overal is."
Wanneer zijn derde boek ver
schijnt, kan Folsom niet zeggen.
Hij grinnikt: „Misschien wel in
2002." Hij is overigens al volop re
search aan het doen. Daarvoor is
hij al naar Spanje gereisd, waarna
hij Frankrijk en Duitsland heeft
bezocht. In Nederland heeft hij
contact gezocht met een vertegen
woordiger van Europol, die hij la
ter eventueel kan inschakelen
voor adviezen.
„Ik heb een idee over een onder
werp, maar ben nu aan het uitzoe
ken of het niet een te vergezocht en
te ingewikkeld verhaal is." Na
tuurlij k komt er ook nu een duister
complot in voor. Folsom grijnst:
„De hele wereld is een samenzwe
ring."
Peter Kuijt
Allan Folsom - Dag van bekentenis,
uitgeverij de Boekerij, 472 pag.,
f34,90.
Er waren eens een generaal en
een priester die op avontuur
uitgingen, denkt de hoofdfiguur
in De generaal van het dode le
ger, een roman uit 1963 van de
Albanese schrijver Ismail Ka
dare. De gedachte vormt de aan
zet tot de beschrijving van zijn
belevenissen die hij op deze ma
nier ooit aan zijn kleindochter
wil vertellen. De generaal geeft
tegen het einde van de roman het
leven weer als een sprookje, en
dat is eigenlijk precies wat zijn
schepper ook maar al te vaak
heeft gedaan. De generaal van
het dode Zeper verscheen onlangs
in een nieuwe Nederlandse ver
taling. Van Kadare werd onlangs
eveneens Wie bracht Doruntina
gepubliceerd, een roman waarin
een bekende Albanese legende is
verwerkt.
Voor Nederlandse lezers is Ismail
Kadare een schrijver die voort
durend blijft boeien. Regelmatig
worden we verrast met een werk
van zijn hand dat nog niet eerder
m vertaling was verschenen. Wie
bracht Doruntina werd oor
spronkelijk al in 1980 gepubli
ceerd. De generaal van het dode
leger was wel bij ons al eerder
verschenen, in 1972, maar het is
niet meer dan terecht geweest dat
een nieuwe editie op de markt is
gebracht. Meesterwerken kun
nen immers niet vaak genoeg
worden herdrukt.
Leve de partij
In zijn eigen land is Kadare onge
meen populair, maar ook daar
werd met al zijn werk gepubli
ceerd Al in 1960. toen hij zijn
eerste roman 'De stad zonder re
clame' had voltooid, kreeg hij
problemen. De uitgever gaf Ka
dare het advies om bladzijden uit
het boek te schrappen of in ieder
geval een van de personages 'Le
ve de partij' te laten roepen. De
Ismail Kadare ...Albanese censuur geraffineerd omzeild...
foto Bert Jippes
stad zonder reclame werd nooit
uitgegeven.
Kadare wist zich evenwel dertig
jaar in zijn land als schrijver
staande te houden onder het
schrikbewind van dictator Enver
Hoxha (1908-1985) en veel in
middels internationaal bekende
romans (zoals Kroniek van de
stenen stad, De brug met drie bo
gen, Het dromenpaleis en De
schemering der steppegoden)
aan zijn oeuvre toe te voegen. De
censuur wist hij vaak op een ge
raffineerde manier te omzeilen
en soms bood zijn populariteit
hem een helpende hand. Toen
zijn verboden roman Het dro
menpaleis in 1982 in een oplage
van 30.000 exemplaren werd uit
gebracht, was die binnen één uur
uitverkocht. Het had voor de
overheid geen zin meer om het
boek uit de handel te laten ne
men.
Wie met deze gegevens in het
achterhoofd De generaal van het
dode leger leest, verbaast zich re
gelmatig over de pittige kritiek
die wordt geleverd op de Albane
se cultuur en mentaliteit. In de
roman staat een Italiaanse gene
raal centraal die in gezelschap
van een priester twintig jaar na
het einde van de Tweede Wereld
oorlog door Albanië reist. Hij
heeft de opdracht gekregen om
de stoffelijke resten van Italiaan
se militairen op te sporen en te
rug te brengen naar het vader
land. Op die manier wordt hij
niet alleen geconfronteerd met
een gruwelijk stuk verleden,
maar komt hij eveneens in aanra
king met de Albanese bevolking.
De generaal beseft evenwel
steeds meer dat hij de mentaliteit
van het land nooit kan doorgron
den: 'Je kun gemakkelijk in hun
bodem doordringen en graven,
maar in hun ziel doordringen, dat
lukt nooit.De priester daarente
gen geeft zijn ongezouten mening
regelmatig prijs: 'Hun regering
heeft hun oude neiging om oorlog
te voeren tot de grondslag van
haar politiek gemaakt en het is
gelukkig voor hun buren dat er
niet meer dan twee miljoen Alba
nezen zijn.'
Kadare wist in 1963 zijn kritiek
op het regime nog te verpakken
in de monologen van een perso
nage. een Italiaanse priester,
maar het wekt geen verbazing
dat de stalinistische reactie op
De generaal van het dode leger
niet mals was. De roman kon ech
ter worden uitgegeven. Pas Het
monster, Kadare's roman die kort
daarna verscheen, werd door de
Albanese regering verboden.
Vanaf dat moment koos Kadare
ervoor om zijn maatschappelijke
kritiek via grotere omwegen in
zijn werk te leggen. Veel van zijn
romans vertonen daarom over
eenkomsten met sprookjes. De
generaal van het dode leger kun
je omschrijven als 'realistisch' -
Kadare had een Italiaanse gene
raal ontmoet die het gruwelijke
werk verrichtte en baseerde zijn
roman dus op een werkelijk be
staand verhaal.
Kadare verwerkte in de zeven
tien jaar later, veel abstracter ro
man Wie bracht Doruntina een
legende die een centrale rol
speelt in het erfgoed van de Alba
nese cultuur, maar beschreef
eveneens het verhaal van een
meisje dat naar het buitenland
vertrekt om daar te trouwen. Wie
bracht Doruntina bracht Kadare
daarom wederom in conflict met
collega-schrijvers en autoritei
ten die hem ervan beschuldigden
zijn land te bezoedelen. Maar
daarnaast is in de roman vooral
een prachtig en fantasierijk ver
haal beschreven, waarin veeleer
wordt gewezen naar het univer
sele karakter van de mens.
Door de omstandigheden werd
Kadare er maar al te vaak toe ge
dwongen om de wereld als een
sprookje te beschrijven. Maar
ook daardoor is hij in feite een
van die zeldzame schrijvers die
de ware taak van de kunstenaar
in praktijk heeft gebracht: het
scheppen van schoonheid uit
chaos en ellende, het putten van
hoop uit lelijkheid en verval. Je
kunt na lezing van de beide boe
ken alleen nog maar wensen dat
binnenkort al het werk van Ka
dare in een Nederlandse verta
ling wordt uitgegeven.
Jacob Moerman
Ismail Kadare: 'De generaal van het
dode leger' en 'Wie bracht Dorunti
na'. Uitgeverij Van Gennep, Amster
dam. Prijs: f42,90 en f34,90.
Rojjel Nevvel Collége van
Darmoeth. Het amateurisme
van de Nederlandse omroep- de
goeden niet te na gesproken - komt
onder meer tot uiting door het feit
dat er in Hilversum kennelijk geen
Centrale Afdeling Uitspraak be
staat. Een omroeper van de BBC
die niet zeker weet hoe een Engels
of buitenlands woord wordt uitge
sproken, belt de Pronunciation
Unit op. Als het bijzonder nauw
luistert, wordt er even persoonlijk
contact gemaakt.
Ik kan uit mijn aantekeningen niet
meer opmaken welke omroepster
de naam van The Royal Naval Col
lege, Dartmouth zo maltraiteerde
maar bijna iedere dag levert voor
beelden op. Bij de Tros-radio
kwam ik zojuist een emeritus pro
fessor tegen.
Niet alleen de klank is belangrijk,
de inhoud ook. Sportverslagge
vers, maar zij niet alleen, hebben
er een handje van gegevens te ge
bruiken die zij niet helemaal kun
nen plaatsen. „De wedstrijd was
in tweehonderd landen recht
streeks te zien." Maar er zijn hele
maal geen tweehonderd landen.
Wel staten, als je bijvoorbeeld de
VS niet als één maar als vijftig telt,
Duitsland als enige tientallen en
zo meer.
Het voorzetsel 'te' wordt in ver
band met plaatsnamen gebruikt,
'te Purmerend'. en doet mij als zo
danig een beetje ouderwets aan. Je
hoort het ook steeds vaker in ver
band met een landennaam. „Onze
correspondent te Spanje", aldus
onlangs de VPRO-radio. Klinkt
niet geletterd.
Er is op zichzelf niets mis met de
aanduiding 'de Franse hoofdstad
Parijs', maar hij past wel in de
voortwoekerende gewoonte om
geen plaatsnaam te noemen zon
der bijbehorend land of land-
schap. 'Het Veluwse Putten'. Wie
de plaats verkeerd uitspreekt kan
baat hebben bij de vermelding van
het land: 'Het Oostenrijkse Graas',
lees Graz. Een pikante variant
deed zich eerder dit jaar voor. Het
NOS-nieuws maakt vrijwel dage
lijks dit soort knullige fouten: 'de
Groningse PG Steenhuis'. Te Gro
ningen is echter geen gerechtshof
gevestigd, wel te Leeuwarden.
Het gebruik van geografische no
menclatuur blijft verrassingen
opleveren. In verband met de cri
sis in Indonesië had de NOS het op
23 mei over „de directeur van de
Wereldbank die verantwoordelijk
is voor de regio Azië". Mijn idee
van een regio is Haaglanden, voor
mijn part Noord-Nederland. Maar
een heel continent? Ik denk dat de
Engelsen als wereldmacht het La
tijnse woord regio - streek, land
schap - wat ruimer interpreteren
dan wij. De eerste definitie van
'region' in de tweedelige Oxford
luidt: rijk, koninkrijk.
J's het kunst of is het sport, of is het beide? Waar ligt de grens, wie
gaan daar overheen en waarom gebeurt dat? In de rubriek
Kunstgras gaan we op zoek naar raakvlakken en snijpunten van
deze op het eerste gezicht zo verschillende culturen. In deze afleve
ring: sportprijzen.
Een golfje van verontwaardi
ging spoelde nog niet zo lang
geleden door de tenniswereld toen
bekend werd dat Björn Borg al in
de j aren zeventig geld vroeg en ook
kreeg van zijn bond voor het spe
len van wedstrijden om de Davis
Cup. Schande! riepen de puristen
in koor. dat doe je niet. Voor je land
mogen uitkomen voor zoiets 'hei
ligs' als de Davis Cup is het aller
hoogste dat een sportman kan be
reiken. Die eer bezoedel je niet met
geld, het slijk der aarde.
In de super-commerciële sport
wereld van vandaag de dag, waar
zulke zaken als geld, Team Hol
land en beursnoteringen de bo
ventoon voeren, doet die collectie
ve verontwaardiging over wat
zich destijds rond Borg afspeelde,
een tikje hypocriet aan. Een beker,
een prijs, een cup, daar gaat het al
lang niet meer om. Het is de bank
rekening die telt.
Natuurlijk, de puristen hebben
niet helemaal ongelijk. Er gaat
niets boven rechtgeaard amateu
risme. Waar het deelnemen alleen
al, het veroveren van een beker, of
simpelweg het in standhouden
van een bepaalde traditie belang
rijker zijn dan geldelijk gewin.
Het is niet toevallig dat de trofee-
en, die ook vandaag nog het meest
fanatiek worden bevochten, bijna
allemaal dateren van vorige eeuw.
Uit de tijd van het echte amateu
risme. We hebben het dan over zul
ke prestigieuze bekers als bijvoor
beeld The Ashes (cricket), de Cal
cutta Cup (rugby) of de Stanley
Cup (ijshockey). Er zijn er nog wel
meer, zoals de gememoreerde Da-
vis Cup (1900) of de Coupe Jules
Rimet, al dateert de wereldbeker
voetbal van veel later datum
(1930).
Die drie hierboven genoemde tro
feeën hebben, behalve dat er al een
eeuw prestige op het spel staat,
trouwens nog iets gemeen. Ze zien
er niet uit. Ze zijn oerlelijk. Neem
bijvoorbeeld de Stanley Cup. In
gesteld in 1892 door Lord Stanley,
de toenmalige Engelse gouver
neur van Canada. Hij was gek op
ijshockey en schonk de bond deze
'fruitschaal' die in die tijd de som
ma van 50 dollar kostte.
Wat is het lelijke eraan? Toen de
naamplaatjes van de winnaars er
niet meer op konden, lastte men er
eenvoudig een 'verdieping' op.
Toen die vol was nog eentje. En
nog een. Zodat het ding, anno
1998, inmiddels aandoet als een
soort torenflat van tafelzilver.
Maar dat maakt niet uit. Er wordt,
door keiharde profs, om gevoch
ten als leeuwen. En dat heeft niets
met geld, maar alles met historie,
traditie en nostalgie te maken.
Voor even tellen die dollars dan
niet mee.
Datzelfde geldt voor de Calcutta
Cup. Het is de prijs die al sinds
1879 verbonden is aan de rugby
wedstrijd tussen Engeland en
Schotland, later als onderdeel van
een groter geheel, het Vijflanden-
toernooi. Als beker mag die ver
gulde theepot absoluut geen naam
hebben. Maar er wordt om ge
knokt alsof het welzijn van de na
tie ervan afhangt. Als Schotland
wint - en dat gebeurt de laatste ja
ren niet zo gek vaak - staat een
heel land op zijn kop. In triomf
gaat de theepot, aan de hand van
de spelers, in Edinburgh van bar
tot bar.
Replica
Ach ja, de esthetiek van bekers. Ze
blinken welmaar zien er het goud
of zilver ten spijt toch maar zelden
gelikt uit. Toch kan ik me zo twee
voorbeelden, heel dicht bij huis
zelfs, voor de geest halen waaruit
blijkt dat een sportprijs niet per
definitie een lelijk gedrocht be
hoeft te zijn.
De Zilveren Molen van de voetbal
vereniging LFC is een prachtig
ding. Dat geldt ook, zeker qua ori
ginaliteit, voor de Strooplikker
van de tennisclub uit Langeraar.
De winnaar van het open toernooi
aldaar krijgt een replica van dit
beeldje dat, van de hand van de
kunstenares Foeken. in het dorp
naast de kerk prijkt.Het stelt, in
vergelijking met die supercups
van hierboven, natuurlijk hele
maal niks voor, maar daar gaat het
'em niet om. Het is als met The
Ashes of, in geval van de Stanley
Cup, de eer die telt, de traditie die
doorklinkt, je naam die voor 'eeu
wig' in het plaatje gegraveerd
wordt.
Van die amateuristische dingen
dus die aan de Borg van toen en
aan profvoetballers van nu ty
pisch niet besteed zijn.
Ad van Kaam
De Daviscup en andere trofeeën ...het allerhoogste...
foto Chris Helgren/Reuters