Emma redde het Oranjehuis Veluwe versteent op kousenvoeten PZC Regentes van Nederland reportage 31 Jaarlijks verdwijnt voor acht voetbalvelden aan natuur zaterdag 27 juni 1998 Met exposities, onthullingen van standbeelden en andere evenementen viert Nederland 'Honderd jaar vrouwen op de troon' om te herdenken dat een eeuw geleden Wilhelmina als eerste Koningin der Nederlanden werd ingehuldigd. Maar in feite wordt de Nederlandse troon al sinds 1890 door een vrouw bezet: toen immers werd Wilhelmina's moeder, Emma, 'Regentes van het Koninkrijk'. Emma, de vergeten koningin. Als de 20-jarige Duitse prinses niet in 1879 met de 62-jarige koning Willem m was getrouwd en de touwtjes van het verbleekte Oranjehuis niet direct stevig in handen genomen had, was er nu waarschijnlijk niets te herdenken of te vieren geweest. De toestand van het Oranjehuis was in het laatste kwart van de vorige eeuw ronduit deplorabel. De regerende koning Willem III was weduwnaar van Sophie von Württemberg. Maar ook voor haar overlijden leefde het vorstelijk echtpaar al jaren gescheiden. Slechts als het 'staatsbelang' dat eiste verschenen zij nog samen in het openbaar. Van him drie zoons leefde alleen Alexander nog. Maar hij verbleef in Parijs, ziekelijk, in afzon dering en met het vaste voornemen nooit zijn vader op te volgen. De monarchie was ronduit impopulair. De koning verbleef meer in kuuroorden in Duitsland, Oostenrijk en Tsjechië dan in Nederland. Grote delen van het land had den al zo 'n-vij ftien j aar niets meer van hun monarch gezien. Bij afwezigheid van het staatshoofd namen de ministers in Den Haag steeds meer het heft in eigen hand. Willem HI, in de mondaine kuuroorden van Europa vaak in het vluchtige gezel schap van mooie vrouwen, besloot te her trouwen om het voortbestaan van de Oranjedynastie veilig te stellen. Zijn keu ze viel op de 42 jaar jongere Emma, doch ter van vorst Georg Victor van het Duitse vorstendommetje Waldeek-Pyrmont, dat één-dertigste van de oppervlakte van Ne derland omvatte en 57.000 inwoners tel de. Een huwelijk uit liefde was het zeker niet. Het bracht het ministaatje Waldeck- Pyrmont echter wel aanzien, geld en een wat steviger positie binnen het Duitse keizerrijk. Emma's ouders waren daarom warm voorstander van het huwelijk. En de j eug- dige Emma volgde de wil van haar ouders en gaf op 7 januari 1879 in Arolsen, de 2000 inwoners tellende hoofdstad van Waldeek-Pyrmont, haar ja-woord aan de Nederlandse koning die haar grootvader had kunnen zijn. Hard leven In Nederland wachtte Emma een bittere teleurstelling en een hard leven. De eerste twee jaar werden nog vrij vrolijk gevuld met ontvangstfeesten en een voorspoedi ge zwangerschap, bekroond door de ge boorte van Wilhelmina op 31 augustus 1880. Wilhelmina was bij haar geboorte overi gens nog geen kroonprinses. Dat was de in Parijs levende Alexander, die vier jaar la ter ziek en depressief zou overlijden. Alexander, de laatste Oranjetelg die voor onze huidige kroonprins Willem-Alexan der de officiële titel 'Prins van Oranje' droeg, overleed op 20 juni 1884, maar pas Koningin-moeder Emma op 75-jarige leeftijd. Emma van Waldeek-Pyrmont, in 1879 de jeugdige bruid van koning Willem III. op 15 juli keerde de koning van een kuur in de bronnenstad Karlsbad (tegenwoor dig gelegen in Tsjechië) terug en kon de begrafenis plaatsvinden. De jonge Emma vond aan het Nederland se hof haar vreugde in het zien opgroeien van haar dochtertje Wilhelmina. Dat was dan ook zo ongeveer haar enige vreugde, want zowel de leden van de hofhouding als de politici waar zij mee te maken kreeg toonden zich kil en afstandelijk jegens haar. De oude koning, die zijn taak met de ver wekking van Wilhelmina had volbracht, keerde zich steeds meer van zijn jonge ko ningin af. Toen zijn 70ste jaar naderde ta kelde hij geestelijk sterk af. Dat manifes teerde zich onder meer in veelvuldig drankgebruik en een onmogelijke hou ding tegenover het hofpersoneel, dat zijn grillen en nukken als een waar schrikbe wind ervoer en zich bij Emma daarover beklaagde, in de verwachting dat zij haar man tot rede zou brengen. De 'terreur' van de koning ten opzichte van zijn medewerkers zou zeer bizarre vormen aannemen. Zo beschrijft graaf Dumonceau, particulier secretaris van de koning de toestand op het zomerverblijf paleis Soestdijk in juni 1885: 'De koning had het vooral op huismeester Kroon, die hij wilde verplichten de kookkunst slechts uit te oefenen op een fornuis dat zojuist door de koning zelf was aange schaft. Dat fornuis was echter veel te be krompen en daarom gebruikte Kroon nog wat rechauds die hij op het pad achter de keuken zette. De koning, die overal ging rondsluipen, ontdekte ze daar en die vondst werd een bron van straffen en ver wijten aan de huismeester. Gierig Willem III was niet alleen gek, hij was vol gens het dagboek van graaf Dumonceau nog gierig ook: 'Zijne Majesteit verwij derde de vruchten van de tafel van het personeel. De paleistuin bracht toch vruchten in overvloed voort, maar de ko ning liet die liever verkopen.' De te hulp geroepen Emma deelde de me ning dat er dringend iets gebeuren moest en vond zelfs een berisping van de koning noodzakelijk. Maar zij vond zichzelf daarvoor niet de eerst aangewezen per soon. Zij schakelde de 'Hofcommissie' in, een gezelschap van voorname dignitaris sen. De commissie zou de koning discreet duidelijk moeten maken dat hij de ver houding met zijn naaste medewerkers zou moeten normaliseren. De voorname com missieleden vreesden echter dat ze de ko ning niet tot rede zouden kunnen brengen en dienden hun ontslag in om van de zaak af te zijn. Zo sudderde de situatie voort, waarbij de jonge Emma een driedubbele taak op haar schouders torste. Ten eerste hield zij zich intensief bezig met de op voeding van prinses Wilhelmina, ten tweede moest zij voortdurend de in gees telijke vermogens steeds verder achter uitgaande koning in de gaten houden en niet in de laatste plaats moest zij zich noodgedwongen meer en meer met staats zaken bezighouden, omdat de koning die plicht verzaakte. In november 1890 was de koning er zo slecht aan toe, dat de Raad van State be sloot het koninklijk gezag aan Emma over te dragen. Dat gebeurde op 20 november. De koning overleed enkele dagen daarna, op 23 november. Emma is dus niet enkel regentes voor haar minderjarige dochter Wilhelmina geweest, maar heeft ook nog een paar dagen het gezag voor de koning waargenomen. De regeling van de begrafenis (bijzetting in de koninklijke grafkelder in Delft) ge beurde met een voor die tijd ongekende snelheid. Emma was de drijfveer achter dit tempo. Ze wilde alle rouwplechtighe- den en de begrafenis voor 5 december achter de rug hebben. 'Om het volk de ge neugten van het Sinterklaasfeest niet te onthouden', zo schrijft graaf Dumonceau in zijn dagboek. De begrafenis vond inderdaad op 4 de cember 1890 plaats. Door de haast die ge maakt was liep dé ceremonie uit op een rommeltje. Er bleken op het laatste mo ment veel te weinig koetsen voorhanden voor de buitenlandse gasten en de militai re kapel speelde de verkeerde muziek op het verkeerde moment. De jonge Wilhel mina nam zich naar aanleiding van deze rommelige organisatie voor om plechtig heden rond het Oranjehuis voortaan tot in de perfectie te laten organiseren. Na de begrafenis ging ze al snel over tot de orde van de dag, nu als regentes in de hoe danigheid van officieel staatshoofd. Als blijk van de door haar gewenste goede be trekkingen met haar hofpersoneel orga niseerde ze binnen veertien dagen na de begrafenis een gezamenlijke Kerstfeest viering. Koningin Emma nam tussen 1890 en 1898, het jaar waarin Wilhelmina 18 jaar werd en officieel als koningin werd inge huldigd, het roer stevig in handen. En niet enkel wat de staatszaken betreft, maar ook wat het wel en wee van het Oranjehuis aanging. Emma besefte heel goed dat haar overleden echtgenoot de monarchie op een absoluut dieptepunt in populari teit had achtergelaten. En nog duidelijker besefte ze dat het voortbestaan van het Oranjehuis van haar en haar dochtertje, en van hen alleen, afhing. Ze besloot daarom tot een groot publici- teits- en populariteitsoffensief, waarbij tussen 1891 en 1898 alle elf provincies en alle grote steden van het land moesten worden bezocht. Ze verordonneerde daarbij dat bij al deze bezoeken een uit voerige rijtoer in een open rijtuig op het programma moest staan. Door zichzelf en de toekomstige koningin zo uitdrukkelijk aan het volk te vertonen hoopte ze de har ten van het volk terug te winnen. Dat lukte haar grotendeels. Overal waar de beide koninginnen zich vertoonden liep het volk massaal uit en was de be groeting hartelijk. Met haar volk kwam het dus wel in orde, maar met haar politici zou de koningin meer moeite hebben. In de nog geen acht jaar dat haar regent schap duurde, kreeg Emma met liefst vier kabinetten te maken. Het in 1890 zittende confessionele kabinet-Mackay maakte na de verkiezingen van 1891 plaats voor een liberaal kabinet onder leiding van de oud-burgemeester van Amsterdam, Van Tienhoven. De verstandhouding tussen Emma en Van Tienhoven was ronduit slecht. Ook met zijn opvolger Roëll had Emma het vaak aan de stok. De conflicten vloeiden deels voort uit de moeite die Em ma had om zich binnen de spelregels te bewegen die de Grondwet haar toeston den. Voor het overgrote deel werden het onaangename klimaat en de soms regel rechte ruzies veroorzaakt door het feit dat de heren politici grote moeite hadden met een vrouw aan het roer. De constitutionele verhoudingen waren onder het slappe bewind van koning Wil lem III losser geworden. En dat nu uitge rekend een vrouw de touwtjes weer aan trok, daaraan moesten de heren in het pre-emancipatietijdperk erg wennen. Missie Uiteindelijk slaagde Emma in haar moei lijke missie: op 6 september 1898 droeg zij aan haar dochter Wilhelmina een konink rijk over waarin het Oranjehuis weer in aanzien stond en populariteit genoot en waarin de verhoudingen tussen constitu tioneel staatshoofd en regering weer wa ren genormaliseerd. Waarbij bedacht moet worden dat Emma deze 'klus' kjaar- de toen ze tussen de dertig en veertig jaar oud was. Toen Wilhelmina de troon be steeg en Emma de titel van koningin-re gentes inruilde voor die van koningin moeder, was ze amper veertig jaar oud. Na Wilhelmina 's inhuldiging zette ze haar staatkundige taak achter de schermen zeer dynamisch voort. Emma zou jaren lang de steun en toeverlaat van haar dochter blijven. Dat kwam enerzijds doordat Wilhelmina met een grote dosis wantrouwen tegenover politici aan haar taak begon. Dat wantrouwen was ingege ven doordat zij met eigen ogen gezien had hoe die politici haar moeder behandel den. Anderzijds hield Wilhelmina haar echtgenoot prins Hendrik, met wie zij in 1901 trouwde, buiten alle staatszaken. Behalve deze 'staatkundige rol' vervulde Emma ook het 'goodwill-ambassadeur- schap' voor het Oranjehuis tot aan haar dood in 1934 met verve. Talloos waren de beschermvrouwschappen die zij op zich nam. Haar bijzondere belangstelling ging uit naar de tuberculosebestrijding, in die tijd volksziekte nummer één. Bert van Nieuwenhuizen Een nieuw bungalowtje hier, een extra stacaravannetje daar. In de immense bossen van de Veluwe valt het amper op. De uitbreiding van de recreatiecomplexen gaat sluipend, op kousenvoeten bijna. Hoewel behoud en versterking van de natuur centraal staan, krijgt de bedrijvigheid meer ruimte dan ooit in het nieuwe Gelderse streekplan. Officieel moet voor elk stukje gekapt bos elders nieuw worden aangeplant. In de praktijk verdwijnt er echter nog steeds meer bos dan er bij komt. Op een grote tafel spreidt Olaf Slak horst de kaarten uit. Keiharde be wijsstukken zijn het dat er op flinke schaal wordt geknabbeld aan het Veluw- se groen. Zijn vinger wijst naar het bos gebied rondHoenderloo. Hetplanis daar achttien hectare natuurschoon om te to veren in verblijf srecreatiegebiedDe tal loze arceringen op de kaart geven aan waar bos moet wijken. Het betreft een door de gemeente Apeldoorn voorbereid bestemmingsplan. „We zien steeds meer dat gemeenten de strenge provinciale bepalingen voor verblijfsuitbreiding in natuurgebieden proberen te ontduiken", zegt de beleidsmedewerker van de Gel derse Milieufederatie (GMF). Hoenderloo is één van de twee zogeheten recreatie-concentratiegebieden van de gemeente Apeldoorn. Op relatief korte afstand van elkaar liggen daar \ijftien recreatiebedrijven. In Beekbergen/Loe- nen ligt het andere concentratiegebied met een achttiental bedrijven. Veel on dernemers in die gebieden wollen uit breiden. Het nieuwe streekplan biedt die mogelijkheid, maar meer dan twee hec tare per bedrijf is officieel niet toege staan. Slimmigheidje De gemeente Apeldoorn heeft daar een slimmigheidje op gevonden, waardoor sommige bedrijven opeens wel vijf hec tare bos kunnen kappen. Dat gaat als volgt: Apeldoorn telt de besteedbare uit breidingsruimte van alle ondernemers in een concentratiegebied bij elkaar op en dient daar bij de provincie één aanvraag voor in. Zo wordt ook de ruimte benut van ondernemers die geen uitbreidings plannen hebben. -Hun hectares worden vervolgens gewoon toebedeeld aan on dernemers die forser willen groeien dan de toegestane twee hectare. Apeldoorn is voornemens voor de twee recreactie- concentratiegebieden een uitbreiding van omstreeks 30 a 40 hectare aan te vra gen. Het is een manier van creatief boekhou den waar de provincie Gelderland wel oren naar heeft. „Het is zeker bespreek baar", zegt ir. G. Nijenhuis van de dienst economische zaken. Op de Apeldoornse manier wordt maximaal gebruik ge maakt van de ruimte die er is om de be drijvigheid op de Veluwe uit te breiden. Want zoveel is wel duidelijk, het nieuwe streekplan is veel ondernemersvriende- lijker dan het oude. „Wilde je onder het regime van het oude streekplan uitbrei den, dan kon dat alleen als je als onder nemer kon aantonen dat je anders het jaar erop failliet zou gaan", aldus een woordvoerder van de gemeente Apel doorn. „De filosofie van het nieuwe streekplan is ook gezonde bedrijven ge zond te houden." ,Het oude streekplan was veel strenger" zegt ook GMF-medewerker Slakhorst. „Zo streng zelfs dat er de afgelopen tien jaar geen enkele legale uitbreiding is ge weest". Sterker nog, in het begin van de jaren tachtig was het streven van de pro vincie er nog op gericht alle in het hart van de Veluwe gelegen campings weg te saneren. Kamperen mocht, maar dan uitsluitend aan de rand van het kwetsba re natuurgebied. Van die ambitieuze plannen is helemaal niets terechtgekomen. Nu waait er op eens een geheel andere wind uit het pro vinciehuis. Gevolg: de provincie wordt overstelpt met een hausse aan bestem mingsplan-aanvragen gericht op ver sterking van de recreatiesector. Het plan van Apeldoorn is slechts één van de vele. Zo liggen er aanvragen voor de uitbrei- Een luchtopname van campings op de Veluwe bij Eerbeek. ding van twee campings in Vierhouten. De gemeente Epe heeft een verzoek inge diend een tiental extra bungalows te mo gen bouwen in recreatiecentrum Ja gerstee. Het meest schrok de Gelderse Milieufederatie van het inmiddels inge trokken plan bij Beekbergen honderd hectare bos om te zetten in verblijfsre- creatie. Erica Crijnen van Milieuzorg Apeldoorn heeft haar hoopt stilletjes gevestigd op milieuminister De Boer. „Die heeft al la ten weten dat ze problemen heeft met het streekplan", aldus Krijnen. Gelderland laat in de ogen van de mimster het bui tengebied te veel verstedelijken. „Als de huidige plannen van Apeldoorn door gaan, betekent het dat het Centraal Ve- luws Natuurgebied weer kleiner wordt zegt ze. Milieuzorg heeft de kwestie in middels aangekaart aan bij de rijksin specteurs voor ruimtelijke ordening in Gelderland, zeg maar de vooruitgescho ven posten van de bewindsvrouw. Voor de provincie Gelderland is de Velu we meer dan bos alleen. Er valt ook geld te verdienen. De opbrengsten uit recrea tie worden geschat op 1,2 miljard gulden foto Vincent Jannink per jaar. Inmiddels is de Veluwe vakan tiebestemming nummer één in Neder land. Vorig jaar verdreef de Veluwe de kuststreek van de eerste plaats. Het aan-» tal overnachtingen per jaar wordt ge schat op 2,3 miljoen. Gelderland telt veruit het hoogste aantal verblijfsre- creatieplekken in ons land. Een flink deel van deze terreinen ligt op de Veluwe. Zo telt Apeldoorn bijna 33.000 over nachtingsmogelijkheden op campings, bungalowparken en in hotels en pen sions. Het economisch belang van de Veluwe is Waar bos is, moet bos blijven. Zo staat het al sinds 1922 in de boswet. En moet er noodgedwongen ergens worden gekapt, dan is herplant verplicht. De praktijk is evenwel anders. Blijkens een inventarisa tie van de provincie Gelderland is er op de Veluwe tus sen 1982 en 1993 een gebied ter grootte van 2400 voet balvelden verdwenen Dat is des te merkwaardiger omdat Gelderland sinds 1982 de ontwikkelingen op de Veluwe scherp in de ga ten houdt. Hoofddoelstelling van het toen ingevoerde Veluwebeleid is immers een stringente bescherming van natuur en landschap. In de jaren tachtig blijkt het grootste deel van de ruim 1200 hectare verloren te zijn gegaan. Veel groen verdween door woningbouw en wegenaanleg. Maar ook de sector dag- en verblijfsre- creatie toonde zich een grote slokop. De sector was op de Zuidwest-Veluwe verantwoordelijk voor het ver dwijnen van tweehonderd hectare bos tussen 1965 en 1986; een kwart van het totale bosverlies aldaar. Vanaf 1987 is het bosverlies op de Veluwe aan het da len, maar nog steeds verdwijnt er meer groen dan er bijkomt. Tussen 1987 en 1991 ging achttien hectare bos- en natuurterrein verloren. Anders gezegd: ge middeld acht voetbalvelden per jaar. heel groot voor Gelderland. Ontzettend veel mensen verdienen hun brood aan het toerisme. Campings, restaurants en niet te vergeten de attractieparken als Apenheul, Dolfinarium Harderwijk en Burgers Bush. De provincie is er veel aan gelegen dat die werkgelegenheid ook op peil blijft. Zaak is het dan dat de bezoe kersaantallen niet teruglopen. „Dat risi co loop je met verouderde recreatieter reinen. Ondernemers moeten kunnen vernieuwen, de kwaliteit van hun pro duct verbeteren. Vaak betekent dat ook uitbreiden", aldus Nijenhuis. „Het streekplan komt tegemoet aan die wen sen." Luxe Wat de ondernemers willen, is vooral meer comfort en luxe. Dat is immers wat de consument, vraagt, zeggen ze. Van daar dat steeds meer stacaravans het veld moeten ruimen voor recreatiebun galows of chalets. Dat laatste is bijvoor beeld het geval op de Beekbergse camping Euroase. De 183 seizoenplaats- houders kregen vorige maand een brief waarin staat dat ze uiterlijk in 2001 hun staanplaats kwijt zijn. De vaste gasten zijn de laatste die gevraagd hebben om de opwaardering van het complex. „Wij moeten gewoon oprotten", aldus een uit het lood geslagen caravanbezitter. De motivatie van de campingbeheerder: „Chalets zijn een stuk rendabeler." Elders, zoals in Elspeet en Elburg, ma ken stacaravans plaats voor heuse bun galows. Gevolg is een gestage verstening van het landschap. „Zo'n complex gaat steeds meer op een dorp lijken", aldus Slakhorst. „Met brede straten en vuil nisbakken voor de deur." Het is een ont wikkeling die ook de provincie tegen staat. Verloedering Volgens Nijenhuis worden dergelijke aanvragen dan ook uitermate kritisch bekeken. En dat niet enkel om estheti sche redenen. „De markt voor bunga lows is aardig aan het verzadigen, zo is uit onderzoek gebleken. Het aanbod be gint de vraag te overtreffen. Gevolg is dat de huisjes leeg blijven staan en verloede ren. Of ze worden door de ondernemers verhuurd voor bewoning door het jaar heen. Dat moeten we helemaal niet heb ben", aldus de beleidsmedewerker. „De druk op de Veluwe wordt door die per manente bewoning alleen maar groter." „Als de recreatiebedrijven maar tempo kunnen maken. Daar gaat het de ge meenten tegenwoordig om", zegt Slak horst. De situatie is in zijn ogen typerend voor de huidige mentaliteit: „eerst de economie, vervolgens een hele tijd niets en dan pas de natuur." Hans Bekkers

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1998 | | pagina 31