vrije vogel
Heimwee naar de weidsheid
PZC
Restant van kabelbaan
Rijkswaterstaat 200 jaar
reportage
26
Fotowedstrijd
zaterdag Tl juni 1998
RUDEN RIEMENS
FOTOGRAFIE
TDijkswaterstaat viert dit jaar het tweehonderdjarig bestaan. In Zeeland is
±\jRijksioaterstaat één van de grootste werkgevers met ruim duizend medewer
kers. Stille iverkers', noemt de directeur hen. In een serie van zeven komen enke
len van hen aan het woord.
Nummer twee: Wimde Vos, projectleider paaigebied snoek Volkerak-Zoommeer.
foto Pieter Honhoff
/""Opgeruimd staat netjes. Terwijl in Bel-
V_ygië alles wat oud is, gewoon blijft
staan, worden in Nederland 'nutteloze'
objecten vrijwel direct afgebroken. Zo
verdwijnen oude fabrieken, flats en wat
dies meer zij onmiddellijk onder de slo
pershamer. Of ze worden tot monument
verklaard.
Rijkswaterstaat is super-Nederlands. Al
le mogelijke tekenen die kunnen herken
nen aan de uitvoering van een kunstwërK,
worden het liefst de dag na de opening van
een brug of dam al afgebroken. Niets mag
meer herinneren aan wat er allemaal is af
gesjouwd.
Zo lijkt het net, zoveel jaren na de voltooi-
ing van de Deltawerken, alsof al die dam
men in de voormalige zeegaten er vanzelf
gekomen zijn, Eén 'vuiltje' heeft Rijkswa
terstaat laten staan uit 1963-'64, aan de
Grevelingendam, aan de kant van Goe-
ree-Overflakkee, bij Oude Tonge: het
verankeringsblok voor de kabelbaan
waarmee het noordelijk deel van de Gre
velingendam is afgesloten. Voor het eerst
maakte Rijkswaterstaat daar gebruik van
de techniek om een sluitgat te dichten met
stortsteen, aangevoerd via een kabel
baan. Franse ingenieurs waren bij de ge
slaagde proef betrokken. Later zou de
techniek toegepast worden in het Brou-
werhavensche Gat en net niet bij de Oos-
terscheldedam.
Het is nooit de bedoeling geweest het ver
ankeringsblok te behouden. De ontwer
pers hebben direct al rekening gehouden
met de huisvrouwachtige properheid van
Rijkswaterstaat. Er werden in het blok
uitsparingen gemaakt om het tezijnertijd
met munitie te laten springen. Zo ver is
het nooit gekomen, dankzij - naar ver
luidt - een actie van bewoners van Oude
Tonge, Die zagen het verankeringsblok
als een kunstwerk. Veel voorbijgangers
zullen het inmiddels ook zo ervaren. Ze
kunnen beter weten. Het onvermijdelijke
is een paar jaar geleden gebeurd. Er is een
informatiebord bij geplaatst.
De dag kan niet meer stuk
voor Wim de Vos. Hij heeft
een jonge snoek gezien in een
zijtak van het Volkerak
Zoommeer, vlakbij de
Philipsdam. Een exemplaar
van dertig centimeter. Die moet
in het meer geboren zijn. Het
werk van De Vos lijkt vruchten
af te gaan werpen, al heeft hij
ook zorgen. Hij pakt een
blauwgroen stukje snot van de
bodem. Een blauwalg. „Als die
blauwalgen echt doorzetten,
kan er zo'n drab op het water
komen, dat vissen er last van
krijgen." Ook die snoek van
dertig centimeter.
Wim de Vos. Medewerker van Rijks
waterstaat. Geboren in Zierikzee,
53 jaar geleden. Inmiddels heeft hij er al
dertig jaar bij de rijksdienst opzitten. En
nog steeds heeft hij - als je dat zo mag zeg
gen - lol in zijn werk.
,,Ja, ik ben ambtenaar. Rijksambtenaar.
Maar ik heb binnen Rijkswaterstaat zo
veel verschillende dingen gedaan. Ik be
twijfel of ik binnen het bedrijfsleven de
zelfde loopbaan had kunnen hebben."
Jong, net van de HBS, speelde hij met de
gedachte biologie te gaan studeren. „Wat
doe je als kind in Zierikzee? Vanaf m'n ze
vende ving ik al krabbetjes en stekel
baarsjes. Ik was lid van de Nederlandse
Jeugdbond voor Natuurstudie (NJN). En
mijn vader hield van het water. Hij heeft
eigenhandig een stuk of vijf, zes boten ge
bouwd. Gingen we naar de Biesbosch,
schitterend."
De Vos kijkt over de zijtak van het Vol
kerak uit. Riet, biezen, superhelder water.
Een blik van herkenning. „Mooier kan ei
genlijk niet." Terloops glijdt zijn hand
over een plantje. „Bitterling, vrij zeld
zaam, komt voor op arme gronden."
„Maar wat moet je met biologie, hé? In die
tijd deden van die visserijbiologen onder
zoek naar garnalen. Hoe die van geslacht
kunnen wisselen. Reuze leuk, maar om
daar nu jaren mee bezig te zijn. Nee, dat
trok me niet zo."
Het werd de Hogere Technische School
(HTS), richting weg- en waterbouw. Veel
praktischer en hij kon, met het diploma
op zak, zijn brood verdienen op het water.
Rijkswaterstaat-medewerker Wim de Vos: Na dertig jaar nog steeds lol in zijn werk.
foto Pieter Honhoff
De Vos weet nog precies wanneer hij bij
Rijkswaterstaat kwam, in oktober 1968,
bij de afdeling waterloopkunde van de
Deltadienst in Zierikzee.
Hoogtijdagen
Het waren hoogtijdagen voor water
bouwkundig Nedei'land, met de Delta
werken in volle gang. Het Volkerak bij
Willemstad moest nog worden afgesloten.
Het werk aan de sluizen in de monding
van het Haringvliet was bijna af. Aan de
sluiting van het Brouwershavensche Gat
werd volop gewerkt en de discussie over
een open of dichte Oosterschelde begon
net op te spelen.
„De eerste acht jaar heb ik op een peilboot
gezeten. Dat is het mooiste wat een mens
kan beleven. Ik ben een buitenmens. Ik
heb een hekel aan nette kleren en een hele
dag op een bureaustoel zitten. Het was
wel keihard werken."
Bij laag water moesten peilpijpen op pla
ten en slikken worden geplaatst. Dat wa
ren zes meter lange gaspijpen. Twee stuks
met vlaggen. En dan was er een derde
punt, op de dijk, om de juiste hoek te be
palen met behulp van een sextant, een
hoekmeetinstrument. Bij hoog water
vonden al varend de dieptelodingen
plaats. „Dat was echt handwerk. Wij za
ten met zes, zeven man op zo'n boot. On
gelooflijk. In die tijd liep ik op een dag
gerust twaalf tot vijftien kilometer over
platen en slikken. Met die gaspijpen op je
nek. Ik woog 62, 63 kilo en kon drie keer
per dag warm eten zonder aan te komen."
Waar De Vos nu staat, de Plaat van de
Vliet bij de Philipsdam, kwam hij eind ja
ren zestig, begin jaren zeventig al. Het
was een levendig gebied, waar de stro
ming vrij spel had. Enhoe. „Onze boot lag
gewoonlijk in de vluchthaven Zijpe, bij
Bruinisse. Wij moesten altijd met afgaand
water varen, want met eb moesten wij de
platen op. Naar de Volkerakdam deed je
er dan wel twee a tweeënhalf uur over met
onze oude Kromhout-motor van zestig
pk. Zestig ezels, zeiden we, zo langzaam
ging het."
Op het matje
De Vos denkt, zoals waarschijnlijk veel
collega's, met enige heimwee terug aan
die jaren, aan de Deltadienst, de organi
satie achter de Deltawerken. „Je had zo
veel mogelijkheden. Als je iets wilde doen
en je kon het goed onderbouwen, dan kon
het vaak ook. Alleen, en dat is een verschil
met tegenwoordig, je mocht geen mening
verkondigen over bijvoorbeeld het al dan
niet afsluiten van de Oosterschelde. Ik
was voor open houden en vertelde dat ook
op het werk. Mijn chef riep me op het mat
je. Dat zou nu niet meer gebeuren."
Het werd uiteindelijk een halfopen Oos
terschelde, met de stormvloedkering. De
Vos heeft daar ook nog aan meegewerkt,
maar: „Dat was een lopende band-fa
briek. Nee, geef mij maar de zandafslui-
tingen van het Tholense Gat (Oesterdam,
1986) en de Philipsdam (1987)."
En dan komt er een mooie wending in zijn
loopbaan. Hij krijgt de kans cursussen
biologie en ecologie te volgen. Nu mag De
Vos zich projectleider paaigebied snoek
noemen, voor het zoete Volkerak-Zoom
meer. Rijkswaterstaat voert in dat meer
een actief biologisch beheer, waarin roof
vissen als de snoek een belangrijke rol
vervullen. Zij moeten de sterk overheer
sende brasem onder controle zien te krij
gen om algen minder kans te geven en het
meer helderder te krijgen.
De Vos heeft van 1993 tot en met 1996
tienduizenden jonge snoeken in het meer
uitgezet. „En laatst heb ik de eerste nako
melingen van die beestjes gezien. Dat
vind ik bijzonder leuk, al zijn we er nog
niet. Iets minder dan één hectare in het
Volkerak-Zoommeer is geschikt als paai
gebied voor snoeken, terwijl we wel vier
honderd hectare nodig hebben.
De door Rijkswaterstaat gemaakte zijtak
van het Volkerak, op de Plaat van de Vliet,
is ideaal voor snoeken. De Vos heeft daar
een goed gevoel bij. En toch: „Wat ik mis,
is de horizon, de weidsheid van vroeger.
De ruimte is minder geworden. Het is in
stukjes geknipt. Het ziet er allemaal zo
veel vriendelijker, aardiger uit."
Harmen van der Werf
Nederland is één openlucht-ten
toonstelling van kunstwerken
van Rijkswaterstaat. Om twee eeu
wen Rijkswaterstaat te vieren,
houdt Rijkswaterstaat Zeeland in
samenwerking met de PZC een fo
towedstrijd voor vrijetijdsfotogra-
fen. Alles mag binnen vier wed-
strijdcategorieën en als het maar
iets met Rijkswaterstaat in Zeeland
te maken heeft:
*mens in waterland
*op weg
*natuur-bouw-werk, en
*lijnenspel.
In elke categorie zijn drie prijzen te
winnen: een tocht met een hete
luchtballon boven Zeeland, een
vaartocht met een meet-milieuboot
van Rij kswaterstaat en een vip-ont
vangst op de Oosterschelde-kering.
De foto's moeten voor 15 augustus
binnen zijn bij Rijkswaterstaat
Zeeland, Postbus 5014, 4330 KA
Middelburg ter attentie van Arnold
van der Wees. Voor de wedstrijd-
voorwaarden kunt u ook bij Arnold
van der Wees terecht (0118-
686.525.)