Jean Schalekamp was op avontuur in Parijs Elly de Waard dicht tussen ach en achteraf Beetje plat, die Middeleeuwen van Wilmink PZC Memoires van een hoerenloper kunst cultuur 18 letterkundige kroniek vertaald vrijdag 26 juni 1998 Jean Schalekamp (vandaag, vrijdag, wordt hij 72 jaar) woonde tussen 1949 en 1954 in Parijs. Na bijna een halve eeuw keerde de auteur en vertaler terug naar de stad. Het inspireerde hem ertoe zijn memoires over die tijd te schrijven. In het onlangs in de reeks Privé-domein verschenen Dr. Freud heeft hier gewoond komen we alles te weten over de avonturen van deze 'prijsbewuste hoerenloper'. In het spiegelende raam van de trein waarmee hij naar Parijs reist, ziet Jean Schalekamp zich zelf: een oude heer met wit baard je. Bijna vijftig jaar terug, indezo- mer van 1949, keek hij even intens in de spiegel op een triestige Parij- se hotelkamer. Destijds had hij een bleek jochie met een bril gezien: 'een zielig, zwak nakomertje, een bang, verlegen ventje'. Oude man die herinneringen ophaalt: dat le vert doorgaans vervélende litera tuur op. De auteur laat zich dik wijls meeslepen door vertedering of verliest zich juist in zelfbeklag, hij praat uitvoerig over dingen die er niet toe doen en verzwijgt de es sentiële feiten. Schalekamp weet echter in zijn Dr. Freud heeft hier gewoond zulke valkuilen te ver mijden. Hij verbaast zich over zijn vroegere ik, maar verraadt hem niet. Zijn memoires klinken af standelijk, nuchter en eerlijk. Zelfs de neiging om het verleden mooier voor te stellen dan het he den is in dit boek bedwongen. Vroeger was beslist niet alles be ter, beseft deze schrijver. Alleen oppert hij dat de hoeren in Parijs in zijn tijd veel aantrekkelijker waren dan tegenwoordig. Tot die conclusie komt hij na een vluchtig bezoek aan de Rue Saint-Denis: „Oü sont les putasses d'antan?" Het is een van de weinige keren dat hij vergeet dat een ietwat uitge bluste oude man anders naar de wereld kijkt dan een felle jonge man. Schalekamp moet destijds in voortdurende staat van opwin ding hebben verkeerd. Zijn eerste nacht in Parijs bracht hij al door met de mooie hoer Mireille. Hij zou eenzelfbenoemd expert op het gebied van de prostitutie worden en wist precies in welke Parijse buurten de meest begeerlijke vrouwen te vinden waren. Maar hij zat met het probleem dat hij niet alleen kieskeurig, maar ook armlastig was. Zo ontwikkelde hij zich tot een 'prijsbewuste hoeren loper', zoals hij het zelf omschrijft. Het zoekend door de nachtelijke stad lopen werd misschien nog wel belangrijker dan een knappe pros tituee vinden. Bestolen - Hoe ei-varen hij ook leek, soms wa ren de Parijse meisjes hem toch te slim af. Chantal stelt zich voor als Jean Schalekamp schrijft nuchter en eerlijk over zijn jaren in Parijs. een studente en doet alsof ze ver liefd op hem is. Maar de volgende morgen ontdekt hij dat ze de helft van z'n geld gestolen heeft. En een paar dagen later blijkt ze hem 'een van die vreselijke, schandelijke ziektes' bezorgd te hebben 'waar tegen mijn vader in zijn christelij ke feuilletons in bedekte maar zeer onheilspellende termen ge waarschuwd had.' De dokter vat het trouwens een stuk minder ern stig op: 'Wie zoiets nooit gehad heeft, is nog geen man.' Schale- Tientallen schrijvers en kunste naars uit ons land - ikzelf inbegre pen - kwamen erop af. Schale kamp verheerlijkt die periode niet, hij schrijft licht ironisch over zijn zoektocht nu naar de plaatsen van toen: „Waarschijnlijk, denk ik, ben ik de enige overjarige exis tentialist die hier nog rondloopt." Maar hij weet de sfeer van die ja ren van Sartre en Juliette Gréco, van onbegrijpelijke poëzie en ein deloze katerigheid aardig op te roepen. kamps vader is een strenge domi nee geweest, zijn moeder was een tot het calvinisme bekeerde non. Die achtergrond maakte de auteur extra ontvankelijk voor alle ver leidingen van Prijs. Hij was natuurlijk niet de enige. In die naoorlogse jaren toen heel Ne derland een grijs, bekrompen en arm dorp was, had Parijs op vele jongeren een magische aantrek kingskracht. Daar was het volle, ruime, zinderende leven te vinden. Inmiddels was hij, eenmaal ge wend aan het Parijse leven, naar eigen zeggen 'een arrogant kerel tje' geworden. Hij overleefde door verbazend gulle gaven van zijn moeder, hij studeerde zo'n beetje en had soms een baantje. Zelfs heeft hij gebedeld, zij het alleen omniet uit de toon te vallen in 'het groepje existentialisten' waartoe hij behoorde. Al verplaatste hij zich op een gegeven moment per fiets door Parijs, hij had de bedoe ling te verfransen. Dat lukte hem zo voortreffelijk dat hij, tijdens een zomervakantie in het weinig bruisende Amsterdam, overtui gend de Fransman uit kon hangen. Zelfs zijn geliefde Linda het hij een tijdlang in de waan. Hij trouwde met haar, ze gingen in Amsterdam wonen, maar al na een maand kwamen er barsten in het huwelijk. Correspondent Een scheiding was onvermijdelijk en hij kon weer terug naar zijn ge liefde stad. Met redelijk riante vooruitzichten deze keer. Zijn moeder verkocht haar huis en schonk hem de opbrengst. .Verder kon hij correspondent voor de doorG. B. J.Hiltermann en Sylvia Brandts Buys geleide Haagse Post worden. Schalekamp mag als hoe renloper misschien prijsbewust zijn geweest, het wordt uit dit boek duidelijk dat hij een stuk handiger was met geld uitgeven dan met geld verdienen. Hij deed allerlei pogingen: hij haalde oud papier op, hij was gids voor Ne derlandse toeristen en hij schreef onder pseudoniem licht pornogra fische lectuur. Succes hadden deze ondernemingen evenwel niet en ook in de liefde zat het hem niet mee. Zijn zeer verrassend begon nen verhouding met Wanda, de dochter van een grote Nederland se dichter, eindigt alweer snel. Hij had het gevoel dat meteen ook zijn relatie met de stad stuk was. Hij verliet Parijs om er pas nu weer even terug te keren. De schrijver logeert in een hotel, nog geen vijf tig meter van de sfraat waar hij het langst heeft gewoond. Bij de in gang van het hotel is een bord aan gebracht om eraan te herinneren dat Freud er korte tijd heeft ver bleven. Van zijn eigen aanwezig heid vindt hij nergens een spoor. Hoe bescheiden hij ook is, met de ze memoires over zijn Parijse jaren heeft hij dat om-echt willen her stellen. Het boek dient als bewijs: Jean Schalekamp was hier. Hans Warren Jean Schalekamp: Dr. Freud heeft hier gewoond. Een Parijse kroniek uit de jaren vijftig - 256 pag./f 39,90 - Privé- domein nr. 223 - De Arbeiderspers, Amsterdam-Antwerpen. Elly de Waard (geb. 1940) publiceerde, haar pas verschenen boek Anderling inbegrepen, sinds 1978 tien verhoudingsgewijs veel gelezen dichtbundels. Ze weet desondanks dat we in een tijd leven waarin - zoals ze het in een nieuw vers noemt - 'een dichter/geworden is tot curiosum, tot marginaliteit'. Toch heeft ze ervoor gekozen dichter te zijn 'van zo'n historisch rijk, maar klein en koppig taalgebied' als het onze. Sterker nog: zij is niet bereid zich aan te passen. Zo maakt ze enigszins de indruk de laatste poëet te zijn, de laatste dichter die niet aan ironie doet maar des te meer aan grote gebaren, de laatste die heilig gelooft in hartstocht en bevlogenheid. Ze had op die manier gemakke lijk een literair fossiel kunnen worden. Maar dat is niet gebeurd. Ze mag ouderwets aandoende, ho ge opvattingen over poëzie heb ben, verder staat ze middenin de moderne tijd. Kijk maar eens naai de allesbehalve preutse benade ring van seks in haar werk. De poëzie van Elly de Waard staat in het teken van de lesbische erotiek, en niemand in Nederland schreef daar zo openhartig en heftig over als zij. Het gaat hier heel anders toe dan in het oeuvre van Ida Ger- hardt voor wie de vrouwenliefde iets was 'wat diep verborgen lag', iets dat onder de noemer viel 'alles wat ik had verzwegen'. Overigens is De Waard in haar nieuwe bundel Anderling betrek kelijk kalm gestemd. Het is meer een verhaal van voorbije liefde, van herinneringen, 'tussen ach en achteraf'. De daarbij vaak, al te vaak gebezigde woorden vermijdt zij niet. Woorden als hart ('mijn hart is moe') en tranen ('tranen zijn mij nabij haast alle dagen'). Er wordt gesmeekt en gezucht. Zelfs doet deze dichteres nog aan romantisch wachten en smachten: 'en het wachten op haar, het smachten naar, de altijd nabije gedachte aan haar-'. Elly de Waard is in de loop der ja ren dikwijls bespot vanwege haar ouwelijke poëtica. Haar werd re- Als Willem Wilmink (61) een reisje naar Reims maakt, heeft hij er geen idee van dat hij in de trotse hoofdstad van de champagne is be land. Het belangrijkste wat hij over de stad weet te vertellen is: 'Schuin te genover de gevel van de kathedraal van Reims, links, als je er met de rug naar toe staat, is een horecabedrijf waar je tripel van Leffe kunt nutti gen.' Zo'n argeloze mededeling is ont hullend. We kunnen eruit opmaken dat Wilmink een man is van bier in plaats van champagne, iemand die weinig oog heeft voor het elegante maar des te meer voor het volkse. Hij bezoekt kennelijk kathedralen en drinkt graag trappistenbier, wat op een voorliefde voor de Middeleeuwen zou kunnen wijzen. De geciteerde zin is afkomstig uit Wilminks pas verschenen Mijn Mid deleeuwen. Ook de titel van dat boek is veelzeggend. Inderdaad heeft hij een grote interesse voor de Middel eeuwen. Maar hij kijkt er wel op een heel eigen en dus onvermijdelijk een zijdige wijze naar. Het is eigenlijk net als met het bier en de champagne. Hij heeft bijvoorbeeld geen belangstel ling voor de verfijnde Franse hof kunst van rond 1300, onlangs gepre senteerd in het Parijse Grand Palais in de spectaculaire expositie 'L'Art au Temps des Rois Maudits'. Maar over een lofdicht op de haring - destijds goedkoop volksvoedsel - of een vers over het lot van de gewone man kan hi j enthousiast worden. Zijn voorkeur is trouwens ook op een andere manier eenzijdig: hij vertelt vooral veel over de literatuur uit de Middeleeuwen. De liefde is al vroeg, in zijn eigen om geving, ontloken. In een lang en helaas weinig geïnspireerd gedicht 'Kathe dralen' waarmee het boek opent, le zen we onder meer: 'Twee oude kerken in het Twentse land/zijn de oorsprong van mijn kathedralendrift.' Het gaat om de kerk 'die 't fraai Ootmarsum domineert' en de Sint-Pechelmus in Oldenzaal waar hij 'als kind zo vaak de koelte' zocht en hij 'ook als puber' in rond dwaalde. Als jongen had hij zelfs een museum waar je na betaling van een cent een door Wilmink zelf opgegraven hamer uit het stenen tijd perk kon zien. Ook met het vertalen van oude teksten begon hij al vroeg, schrijft hij. En met het studeren is hij nooit opgehouden. Hij heeft trouwens altijd minstens even veel op zijn verbeelding als op zijn kennis ver trouwd. Zo fantaseert hij dat hij een gedicht in het gastenboek van Charles d'Orléans mag schrijven met regels als: 'Ik ben de man die nooit iets nieuws verzint,/bij 't ouder worden jonger dan als kind.' Irritatie Wilmink doet af en toe aardige obser vaties. Hij schrijft datPierrefonds - in Noord-Frankrijk - 'het midden houdt tussen een middeleeuws kasteel en een kasteel in een pretpark van Walt Disney.' Over Brugge zegt hij fijntjes: 'middeleeuwser dan de Middeleeu wen ooit waren.' Maar zijn werk roept ook deze keer nogal eens irritatie op. De oorzaak daarvan is dat hij regel matig populair met banaal verwart. Die hinderlijke neiging komt zelfs in de vertalingen, waarmee dit boek voor een belangrijk deel gevuld is, naar voren. Hij verprutst een door Jan van Boendale rond 1300 geschreven gedicht door opdringerige anachro nismen te gebruiken als: 'ik word met schrijven, denkt een ander,/wel een bekende Nederlander' en 'het auteur schap zit hem in zijn genen.' Nee, ik vrees dat zijn Middeleeuwen niet helemaal de mijne zijn. Dat komt natuurlijk óók omdat ik geen bier lust en champagne in mijn huis de favorie te dank is. H.W. Willem Wilmink: Mijn Middeleeuwen -128 pag./geïllustreerd/f25,90 - Bert Bakker, Aynsierdam Willem Wilmink: Bier in plaats van champagne. foto George Nusmeijer toriek en gezwollenheid verweten. Het pleit voor haar dat ze zich hierdoor niet heeft laten ontmoe digen. Ze bleef haar eigen koers trouw, ook in Anderling vervolgt ze haar eenzame weg. Misschien kan ze wel niet anders: de poëzie mag haar niet nodig hebben, zij heeft de poëzie wel nodig, al was het maar bij wijze van therapie. Somberheid Haar recente gedichten laten zich in elk geval lezen als een dagboek in dichtvorm. Ze schrijft over een geliefde die verloren ging, over het verdriet, over de troost die ze vindt in kleine dingen. 'Wel tegen mijn zin', zo merkt ze ergens op, 'zijn onze wegen indertijd uiteen ge gaan, maar steeds denk ik dat het mogelijk is elkaar nog te beroe pen.' Van aanvaarding is geen sprake. Haar lyriek is vol 'onaf zienbare somberheid' en alles wat daarbij hoort. Eerlijke poëzie is niet meteen ook sterke poëzie. Het boek maakt een opgeschroefde indruk met al die zieke en wild kloppende harten. Anderling is voornamelijk een herhaling van Het zij, van Een zang en van al die andere bundels. Maar helemaal aan het slot relati veert ze het dichterschap. Het ge dichtje lijkt wel een echo van mijn een kwart eeuw oude 'Verzoek om ezelsoren'. Ik schreef indertijd: 'Wat Midas aanraakte veranderde in goud. Pas ik niet op, het wordt al poëzie waar ik van ademen en leven moet, en ik sterf van ge brek.' Elly de Waard is min of meer tot hetzelfde besef gekomen: 'Je schoon te schrijven om de honger te verdrijven: het dichterschap zoiets als koning Midas' wens: wat je aanraakt wordt van goud maar er alleen van leven kan geen mens.' Valt Neêrlands laatste po- eet van haar geloof? H.W. Elly de Waard: Anderling - 96 pag. f 32,50-DeHarmonie, Amsterdam. Lindsey CameronHikari Oë, Het zwakzinnige genie (oorspronke lijke titel: The Music of Light, Meulenhoff, 224 blz., 39,90, ver taald door Jabik Veenbaas). De Ja panse Nobelprijswinnaar Kenza- buro Oë heeft er nooit een geheim van gemaakt dat hij zich in zijn werk vooral liet inspireren door de behoefte om zijn zwakzinnige zoon Hikari een stem te geven. Lindsey Cameron schreef het le vensverhaal van de in 1963 gebo ren Hikari die vlak na zijn geboor te een zware hersenoperatie moest ondergaan. Hij bleek autistisch en zwakzinnig te zijn, hij kon latei- huilen noch spreken en het leek ondenkbaar dat hij ooit met ande ren zou communiceren. Later blijkt dat hij uitzonderlijk muzi kaal begaafd is en componeert al op zeer jonge leeftijd zijn eerste muziek. Bibliotheca Africana. In grote de len van Afrika is de mondelinge vertelling nog altijd de voornaam ste literaire uitingsvorm. Lange epische verhalen worden nog steeds van generatie op generatie doorverteld. Om de (Europese) le zer te laten kennismaken met een uniek stuk Afrikaanse geschiede nis en cultuur startte uitgeverij Elmar met de serie Bibliotheca Africana. Onlangs verschenen: Sunjata, het beroemdste epos van West-Afrika 19,50), De helden van Segou, een legende uit Mali 24,50) en De kroniek van de Ka mara, een verhaal uit Guinee 19,50). Jane SmileyDe wetten van het land (oorspronkelijke titel: A Thousand Acres, Arena, 367 blz., 39,90, vertaald door Eva Wolff). Roman uit 1991 van de Ameri kaanse schrijfster Jane Smiley, bekroond met de Pulitzerprijs, over een intieme relatie tussen twee onafscheidelijke zussen die door de heerszucht van hun vader te gronde wordt gericht. Marguerite YourcenarHerinne ringen van Hadrianus (oorspron kelijke titel: Mémoires d'Hadrien, Athenaeum, Polak Van Gennep, 329 blz., geb., 65,-, vertaald door Jenny Tuin). Een van de meest tot de verbeelding sprekende Romei nen uit de geschiedenis is keizer Hadrianus (76-138). Het is zeker dat Hadrianus memoires heeft ge schreven, maar hiervan is helaas niets bewaard. Marguerite Your cenar was zo gefascineerd door deze keizer en de tijd waarin hij leefde, dat ze, puttend uit vele bronnen en haar rijke fantasie, de verloren gewaande Herinnerin gen van Hadrianus alsnog aan de wereld schonk. Haar reconstruc tie, in de vorm van een lange brief van de oude keizer aan de nog jong Marcus Aurelius, verscheen in 1951. Onlangs verscheen de verta ling die Jenny Tuin vlak voor haar dood, vorig jaar, voltooide. Sara Sheridan: Moordmeiden (oorspronkelijke titel: Truth or Dare, Arena, 260 blz., ƒ39.90, vertaald door Joris Vermeulen). Debuutroman van de Schotse schrijfster Sara Sheridan (1969) over een vrouwenvriendschap on der hoogspanning. Moordmeiden is het verhaal van de Ierse Libby en de Schotse Becka, twee gewone meiden die elkaar bij toeval ont moeten. Wanneer ze samen op het spoor komen van een ontvoering door IRA-terroristen, besluiten ze af te rekenen met de daders. Herodotos: Veertig verhalen (Bert Bakker, 158 blz., 29,90, gekozen en vertaald door Gerard Kool schijn). De Griek Herodotos (ca. 480-430) was de eerste grote Euro pese prozaschrijver. Zijn leven viel samen met de bloei van het klassieke Athene in de vijde eeuw voor Christus. De samensteller heeft voor deze bundel zijn eerde re selectie verhalen (Zeer korte verhalen) tot veertig verhalen uit gebreid. Naast klassiek geworden vertellingen als Adrastos, Perian- der en Polykrates' ring koos hij vooral bizarre verhalen over een verlqren wereld vol witte plekken die ver verwijderd lijkt, maar in Herodotos' beschrijving heel dichtbij komt. Eduardo Mendoza: Blijspel in Barcelona (oorspronkelijke titel: Una comedia legera, Vassallucci, 456 blz., ƒ49,90, vertaald door Adri Boon en Mieke West ra). Ver volg op Mendoza's epos over Bar celona, De stad der wonderen. Blijspel in Barcelona speelt zich af in het na-oorlogse Barcelona. De gevierde komedieschrijver Carlos Prullas raakt tijdens de repetities van zijn nieuwste toneelstuk be trokken bij een moord. Om zijn onschuld te bewijzen wordt hij ge dwongen te assisteren bij het op lossen van de zaak. Kuki GallmannNacht van de leeuwen (Meulenhoff, 239 blz., 36,90, vertaald door Jan Faste- nau). Na Ik droomde van Afrika en Afrikaanse nachten staat in de nieuwe verhalenbundel van Kuki Gallman haar liefde voor Kenia opnieuw centraal, het land waar heen zij in 1974 emigreerde en waaraan zij sindsdien haar hart heeft verpand. Arthur Golden: Dagboek van een geisha (Anthos, 463 blz., ƒ49,90, vertaald door Ronald Cohen). Het aangrijpend liefdesrelaas van een van Japans meest gevierde geis ha's. Sayuri, hoofdpersoon van het verhaal, leidt een leven van ro mantiek en seksuele betovering, maar ook van manipulatie, rivali teit, macht, verleiding en verach ting. Als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt en de geishahuizen ge dwongen zijn hun deuren te slui ten, moet Sayuri haar vaderland verlaten en een nieuw leven begin nen. Nadine Gordimer: Het huiswapen (Bert Bakker, 304 blz., 45,-, ver taald door Heieen ten Holt). In Na dine Gordimers nieuwe roman worden de ouders van Duncan ge confronteerd met iets waarvan ze dachten dat het hun nooit zou overkomen: hun zoon heeft een moord gepleegd. Terwijl zij Duncan bij staan tij dens de rechts zaak maakt hun aanvankelijke verbijstering plaats voor gevoe lens van schaamte en afkeer, maar uiteindelijk toch ook voor begrip.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1998 | | pagina 18