Gereformeerde rabbijn verdient Zilveren Anjer Amsterdam is weer even van Wilhelmina Stuwende kracht achter synagoge van Middelburg reportage zaterdag 20 juni 1998 29 Ereteken Drs. A Vos: „De zilveren anjer is ook een erkenning voor de synagoge." foto Lex de Meester Na het gymnasium vertrok Vos in '57 naar Amsterdam om er medicijnen te studeren. Ook daar kwam hij in aanraking met het jodendom. Jarenlang woonde hij in de vroegere, joodse buurt achter theater Carré. Hij wandelde langs het voormalige Hoogduitse synagogencomplex aan het Jonas Daniël Meyerplein, waarin nu het Joods Historisch Museum is gevestigd. Toen de synagoge nog in gebruik was, be zocht Vos uit pure nieuwsgierigheid het pand een aantal malen. „Ik ben"zegt hij „gereformeerd opgevoed en ik had wel enige kennis van het jodendom, maar dat is door de bijbel bepaald." Met een j oodse vriend bezocht hij ooit een joodse eredienst. Er ging een hele - zij het vreemde - wereld voor hem open. „Voor iemand die niet joods is opgevoed, was dat een hele ervaring. De liturgie wordt in een andere taal opgevoerd. Als je de taal niet kent, kun je de volgorde van de dienst niet volgen. Ik begreep niets van dat He breeuws. Daardoor bleef die dienst toch een beetje ver van je afstaan, maar het boeide mij wel. Ik heb altijd veel belang stelling gehad voor verschillende reli gies." Vos las - voornamelijk Duitse - boe ken over het jodendom en hij leerde Hebreeuws lezen. In '74 kwam Vos naar Middelburg om als chirurg te werken in het inmiddels ge sloopte Gasthuis. Dat in de stad een jood se gemeenschap leefde, wist hij uit de lite ratuur. Maar dat er in Middelburg ook een synagoge stond, was hem onbekend. „In ieder boek kom je Middelburg tegen, om dat hier vanaf 160 0 joden hebben gezeten Toen ik in 1980 in de krant las dat de ru ines van de synagoge werden geconser veerd, ben ik een keer gaan kijken. Ik ben toen nogal geschrokken, er waren alleen wat muurtjes. Dat was alles. Het was een wrang overblijfsel. Vroeger stond de poort die toegang gaf tot het gangetje naar de synagoge altijd open. Je kon hele maal om het gebouwtje lopen. In die pe riode ben ik ook gegrepen door het feit dat zich daar een sociaal en godsdienstig le ven heeft afgespeeld, waar niets meer van over was. Dat vond ik een beetje wrang." Desolate ruïne Wat een onuitwisbare indruk op Vos maakte, was de aanblik van de desolate ruïne. „Als je daar staat voel je gewoon dat er als het ware een stuk geschiedenis uit de stad is weggesneden. Er is met de verwoesting van de synagoge in '44 een stuk verdwenen uit de Middelburgse cul tuur, die is samengesteld uit protestanten, katholieken, maar ook uit joden. Eeu wenlang hebben die samengeleefd. Het joodse deel is daaruit bijna verdwenen. Dat is toch een verlies in onze cultuur. De synagoge is in alle restauratieplannen van de gemeente gewoon vergeten. Ook al, omdat het gebouwtje achter een straat ligt. Had het aan de straat gelegen, dan was het misschien wel een VW-kantoor- tje geworden. Ik heb altijd gedacht, het is een vergeten hoofdstuk. Er is nooit sprake geweest van enige moedwil of kwaadwil lendheid." Toch duurde het nog zes jaar voor Vos mr. E. Tak, de voorzitter van de joodse ge meenschap, benaderde om te kijken of de Middelburgse joden wel iets zagen in her bouw van de synagoge. „Ikkocht ooit een boekje bij Fanoy over de Nederlandse sy nagogen en daarin las ik dat er nog maar enkele synagogen in gebruik waren als godsdienstig gebouw. De meeste zijn danszaal of kerk geworden. Maar volgens dat boekje was de Middelburgse synagoge één van de meest interessante, omdat het de oudste was die buiten Amsterdam was gebouwd. Toen pas realiseerde ik me dat wij in Middelburg één van de oudste syna- goges van ons land hadden." Herbouw Samen met Tak, bouwkundig adviseur W.A Kooiman van de Bouwwinkel Zee land en mevrouw E.AL. van Tongeren, vormde Vos het bestuur van de stichting die ijverde voor de herbouw van de syna goge. De joodse gemeenschap, weet Vos, hapte niet direct toe. „Men heeft", zegt hij„na de oorlog het idee gehad dat het i n In 1994 werd de herbouwde synogoge van B Middelburg was afgelopen. De gemeen schap was zó klein en had zó weinig men sen. Men dacht dat het toch niet zou luk ken om diensten te organiseren in de synagoge. Dat idee is pas gaandeweg ge groeid." Vos' taak was, zoals hij zegt, de stichting bekend maken bij het publiek. Hij organiseerde lezingen, concerten en exposities met het uiteindelijk doel geld te vergaren voor de herbouw van het jood se godshuis. Ter gelegenheid van het 25- jarig bestaan van de Numismatische Kring Zeeland werd een door burgemees ter mr. C. Rutten ontworpen gedenkpen- [iddelburg officieel in gebruik genomen. ning uitgegeven. De tekst daarop staat in het geheugen gegrift van Vos. Het symbo liseert exact de reconstructie van de syna goge: 'En vreemdelingen zullen uw muren herbouwen'. Overstag Het geld bij elkaar vergaren lukte pas na veel moeite. Aanvankelijk wilde monu mentenzorg niet meebetalenomdat bij de restauratie sprake was van een volledige reconstructie van de synagoge. Pas na persoonlijk ingrijpen door oud-gedepu teerde G. de Vries-Hommes ging directeur foto ANP drs. U.F. Hylkema van de rijksdienst over stag. Volgens Vos, omdat de dienst toen pas inzag hoe uniek de locatie is van de sy nagoge achter de woningen aan de Heren straat. De stichting probeerde om de herbouwde synagoge in '92 te heropenen, vijftig jaar na het wegvoeren van de joden uit Mid delburg. Dat lukte niet, omdat het te lang duurde voor er in totaal één miljoen gul den beschikbaar was voor herbouw en in richting. Het leggen van de eerste steen omschrijft Vos als 'een groots moment'. „Het betekende voor mij dat Middelburg weer een stukje completer zou worden. Het is ook een kwestie van fatsoen om er voor te zorgen dat zo'n vervolgde groep zijn plek in de samenleving weer terug krijgt. Waar ik vooral blij over ben is dat tegen alle oorspronkelijke verwachtingen in, de synagoge toch weer een religieuze functie heeft gekregen. Er vinden regel matig diensten plaats en er wordt weer 'gelernt' in de sjoel. Ook in cultureel op zicht heeft het gebouw voor niet-joden een belangrijke plaats gekregen." Erkenning Bij de inwijding van de synagoge vier jaar geleden kreeg Vos een detail uit de bron zen deuren, waarachter de thora is opge borgen. Het gaat om het wapen van Zee land met de leeuw die een Davidsster vasthoudt. „Ik vind het heel aardig en heel leuk, maar het had voor mij niet ge hoeven", zegt hij bescheiden. „Het bete kent wel een stuk waardering voor wat ik heb gedaan." Belangrijker vindt Vos de Zilveren Anjer. Die onderscheiding is een blijk van waardering voor 'personen van onbesproken vaderlands gedrag, die in enigerlei vorm van onverplichte arbeid uitstekende verdiensten hebben verwor ven voor de Nederlandse cultuur of voor die van de Nederlandse Antillen en Aru ba', luidt de officiële verklaring van het Prins Bernhard Fonds. „Die Zilveren An jer", bekent Vos, „vind ik van grote waar de, omdat die gegeven wordt voor zaken die het lokale belang te boven gaan. Het betekent voor mij ook een erkenning van het gebouw." Behalve zijn bemoeienissen met de recon structie van de synagoge is Vos ook op de achtergrond druk doende geweest met de restauratie van de Portugees-joodse be graafplaats aan de Jodengang. Zijn naam is terug te vinden in één van de bronzen toegangsdeuren van het kerkhof. Vos is nu nog bezig met de uitgave van het dossier Coppenhagen. directeur van het Biblio grafie Institute in Jeruzalem die bezig is met een boekwerk over Nederlandse joodse artsen. Zelfs daarna is de Middel burgse chirurg nog niet klaar. „Er schijnt", lacht hij„nog een hek te zijn van de joodse begraafplaats aan de Walensin- gel dat vervangen moet worden." Ab van der Sluis Hij is de bescheidenheid in persoon. Drs. A Vos (61) uit Middelburg krijgt donderdag een Zilveren Anjer uit handen van prins Bernhard. De onderscheiding is hem toegekend voor al het werk dat hij belangeloos leverde voor de restauratie van de synagoge in zijn woonplaats. Vos ziet de uitreiking niet als een persoonlijk eerbetoon, maar als een erkenning voor het gerestaureerde gebouw. „Toch viel ik even stil toen ik de envelop openmaakte en zag dat ik een Zilveren Anjer kreeg. Ik had dat totaal niet verwacht." De Middelburgse chirurg staat in klei ne kring bekend als 'de gereformeer de rabbijn'. Hij kreeg die bijnaam van rabbijn A Jacobs in '94 bij de overhandi ging van een boekje over de synagoge van Middelburg. Vos kan daar wel om lachen. „Ik beschouw het als een bewijs dat Ja cobs en ik dit soort grapjes kunnen maken over elkaar. Het is heel gemoedelijk be doeld." Vos bracht zijn jeugd door in het Rotter damse Kralingen. Hij woonde vlakbij een aantal joodse begraafplaatsen. „Die plekken hadden iets geheimzinnigs, iets mystieks, er hing een waas omheen. Ik zag dat onleesbare, Hebreeuwse schrift wat voor mij een heel andere wereld vertegen woordigde. En dat maakte indruk, die stenen met die mystieke letters! Je wist niet wat dat betekende. Pas veel later kwam ik daarachter. Ik wilde er gewoon meer vanaf weten. Dat de Duitsers de joden wegvoerden, maakte ondanks zijn jeugdige leeftijd een diepe indruk op hem. Wat er met hen ge beurde, hoorde hij later. „Het begin van het wegvoeren kan ik me nog goed herin- neren. Opeens waren de sterren op straat verdwenen. Er werd ook over gesproken. Als kleine jongen hoorde je dat geboeid aan." De zilveren anjer is een ereteken, dat in 1950 door het Prins Bern hard Fonds werd ingesteld. Prins Bernhard reikt de onderscheiding jaarlijks uit ter gelegenheid van zijn verjaardag. Iedereen die zich als vrijwilliger 'uitstekende verdien sten heeft verworven' voor de Ne derlandse cultuur, komt in aanmer king. De kosten van de jaarlijkse prijsuitreiking worden betaald uit het legaat, dat de Nederlandse mili tair Thijs Taconis aan het Fonds ver maakte. Het ereteken is schildvor- mig en vertoont een anjer boven de letter B. Bij de inhuldiging van koningin Beatrix in 1980 werd de Nieuwe Kerk op de Dam slechts uitgedost met fleurige bloemstukken. De 'koninklijke' kerk was toen net gerestaureerd en een al te uitbundige aankleding zou al dat werk teniet doen. Voor de inhuldiging van haar grootmoeder daarentegen werd de kerk een eeuw geleden majestueus gedecoreerd. De Nieuwe Kerk en de Dam zijn in de zomermaanden teruggebracht in de feestelijke stijl van honderd jaar geleden, toen de toen achttienjarige Wilhelmina er naar de troon schreed om de eed op de grondwet af te leggen. De architecten H.P. Berlage, K.P.C. de Ba zel en W. Kromhout kregen in 1898 op dracht elk een deel van de stad uitbundig De inhuldiging van koningin Wilhelmina herleeft met oude draperieën en kroonluch ters. foto Phil Nijhuis te versieren. Nu is alleen de Dam in oor spronkelijke staat teruggebracht, met on der meer vlaggen, vaandels en wapen schilden in de lantaarnpalen. In de Nieuwe Kerk herleeft met replica's van de originele draperieën, tapijten, wa penschilden, banieren, lopers en palmbo men de sfeer van Wilhelmina's inhuldi ging. Onder de hangende troonhemel van rood velours en wit satijn prijken de tro nen van Wilhelmina en haar moeder Em ma. Uitgangspunt voor de reconstructie was het doek dat J.M. ten Kate in opdracht van het Koninklijk Huis vervaardigde. Om de versierselen zo echt mogelijk na te bootsen moesten de samenstellers diep spitten in het Koninklijk Huisarchief. „Gelukkig zijn bouwtekeningen, schet sen en aantekeningen bewaard geble ven," zegt Mirjam Hoijtink, samensteller van de presentatie. „Het doek van Ten Kate is namelijk niet helemaal waar heidsgetrouw. De kunstenaar paste niet alleen de kleuren aan, maar had als voor naamste taak de aanwezigen vast te leg gen. Wellicht dat hem daardoor enige de tails zijn ontgaan." Daarnaast moest Hoijtink rekening hou den met moderne eisen. „In 1898 was de kerk voor één dag versierd, nu voor bijna twee maanden. We hadden te maken met moderne veiligheidseisen. Zo mochten de stoffen niet brandgevaarlijk zijn." De sa menstellers moesten slechts één concessie doen. „Bij Wilhemina's inhuldiging was bovenin de kerk rondom langs de galerij een banderol met de tekst van het Wilhel mus gespannen. Doordat daar nu ook de belichting en bedrading is bevestigd, was het brandrisico te groot." Pretty face Achter de tronen prijkt het inhuldigings portret van Wilhelmina, dat society-kun- stenares' Thérèse Schwartze (1851-1918) vervaardigde. Op het olieverfdoek doet Wilhelmina haar bijnaam 'Queen Pretty Face' eer aan. De kunstenares maakte het portret op basis van een foto, maar smok kelde wat met de details om Wilhelmina zo voordelig mogelijk te laten uitkomen. Zo maakte zij de ogen van de jonge vorstin wat sprankelender, haar schouders iets bloter, haar hals iets ranker en de taille slanker. Dat Amsterdam niet alleen uitbundig was aangekleed, maar ook zeer ingenomen was met de inhuldiging van weer een 'ech te' Oranjetelg blijkt uit het cadeau dat Wilhelmina werd aangeboden. De Am sterdamse bevolking schonk haar de Gouden Koets, die momenteel ook in de Nieuwe Kerk staat. Wilhelmina nam de koets overigens pas in 1901 in gebruik, omdat zij zich enigszins geneerde zich zo veel 'pracht en praal' te laten welgeval len. Ondanks de waarheidsgetrouwe, uitbun dige versierselen doet de presentatie de feestelijke sfeer van de inhuldiging uiter aard niet volledig herleven. De jonge, be vallige vorstin die de eed aflegde 'met hel dere. krachtige stem' is immers niet na te bootsen. „Geen actrice zou haar verbe terd hebben, schreef een van de aanwezi ge ministers later in zijn dagboek; 'Zo be vallig en tegelijk ongekunsteld was haar beweging'," aldus Wilhelmina-biograaf Fasseur. Om de presentatie te verlevendi gen organiseert de Nieuwe Kerk iedere zaterdag om 14.30 uur een lezing of inter view. Zo vertelt op 27 juni actrice Anne Wil Blankers over haar hoofdrol in het to neelstuk 'Wilhelmina, je maintiendrai'. De samenstellers verwachten grote pu blieke belangstelling. Mirjam Hoijtink: „Met net een koninklijk huwelijk achter de rug en een WK Voetbal in het verschiet is iedereen heel 'oranjerig'." Berrit de Lange Expositie: Wilhelminaeen feestelijke inhuldi ging, t/m 2 aug. in De Nieuwe Kerk op de Dam te Amsterdam. Openingstijden: dagelijks van JO.OO tot 19.00 uur De Gouden Koets is één van de pronkstukken van de Wilhelmina-expositie in de Nieu we Kerk in Amsterdam. foto Phil Nijhuis

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1998 | | pagina 29