Pedagoog moet het geduld van vier priesters hebben Het script is een rups, de film een vlinder Herman Krebbers vijfenzeventig jaar kunst cultuur vrijdag 19 juni 1998 23 Herman Krebbers. Vioolvirtuoos en -pedagoog. Solist en concertmeester in Arnhem, Den Haag, Amsterdam. Hij viert morgen, zaterdag, zijn 75ste verjaardag met een concert in het Amsterdamse Concertgebouw en het Orkest van het Oosten begeleidt hem. Nog altijd heeft hij een uitgesproken zwak voor 'al die goede' provinciale orkesten: „Beschamend, wat de regering ze heeft aangedaan." Jascha Heifetz, de legendarische violist, blijft voor Herman Krebbers de onaan tastbare nummer één. „Mijn idool; zet 3000 violisten op een rij en ik haal hem er feilloos uit. Eén noot is genoeg. Meer hoef ik niet te horen." Krebbers deelt zonder voorbehoud Heifetz' hang naar perfectie. De aanmerkingen die daarop onvermij delijk komen laten hem koud. Hij kent de kritiek zo zoetjes aan. Citeert: 'Krebbers is te perfectionistisch, Krebbers is één en al techniek. Nou, als dat alle kritiek is die ze op mij hebben, dan vind ik dat hele maal niet erg. Het perfectionisme is er bij hem inge stampt. Dat kon men zijn belangrijkste leraar, de vioolpedagoog Oskar Back, met een gerust hart toevertrouwen. Krebbers spreekt niet anders dan met de grootste eerbied over Back. „Meneer Back," zegt hij. Nog altijd. NooitBack. Laat staan Os kar. „Ook niet als ik het met mijn vrouw (pianiste) over hem heb." Zijn echtgenote mengt zich in het gesprek. Klopt, knikt ze Ze glimlacht om de opmerking dat haai man als vioolpedagoog toch zo zoetjes aan als de Oskar Back van deze tijd mag wor den gezien. „Helemaal", bevestigt ze. Wonderkind Krebbers was een jaar of tien toen hij bij Back in de leer ging. Inmiddels had de kleine violist al een zekere faam als won derkind. Hij was tien, toen hij voor het eerst op het podium stond. „Nee, dan ben je je er nog niet van bewust, dat je iets kan wat anderen niet kunnen. Je doet gewoon wat ze je vragen en je vindt het natuurlijk leuk dat je succes hebt. Het idee dat je blijkbaar goed bent kwam, toen ze me vroegen als concertmeester voor de Arn hemse orkestvereniging." Hij nam als ze ventienjarige de belangrijkste plaats in van wat tegenwoordig Het Gelders Or kest is: hij werd de jongste concertmeester in de Nederlandse muziekgeschiedenis. Het echtpaar Krebbers bewoont sinds de kinderen het huis uit gingen een aange naam appartement in het rustieke Voge lenzang, een welvarend dorp achter de duinen, waarvan Krebbers ook nog nooit had gehoord toen het gezin nog in 't Gooi woonde. Maar Vogelenzang ligt handig. Zijn vrouw rijdt hem vanaf de flat in een ommezien naar het station, waar een makkelijke verbinding met Amsterdam hem naar zijn contractuele verplichtin gen voert als gastdocent op het hoofdste delijke conservatorium. Met verdienstelijk geacteerde wanhoop: „Ze blijven het contract maar verlengen. Ik had natuurlijk al lang weg moeten zijn. Al lang! Maar ze zeggen, dat ze nog geen opvolger hebben. Ik heb eerlijk gezegd de indruk, dat ze er ook niet zo hard naar zoeken." Dan, serieus: „Toch denk ik er over om er na mijn verjaardag een keer een punt achter te zetten." Hij hoeft het voor niemand meer te doen, bezweert hijen iedereen kan getuigen dat hij in zijn leven hard genoeg gewerkt heeft. Al sinds hij, op zijn vijfde jaax-, een viool in handen kreeg gedrukt. Waarom die viool? Hij weet het zelf eigen- lijk niet. „Mijn vader vond dat ik viool moest leren spelen. Dat had niets met standing of zo te maken. Zo rijk hadden we het thuis niet." Zo kwam Krebbers al heel jong op een droevige kamer in Am sterdam: „Geen fijne tijd." Hij keek uit naar de weekends thuis. Als het meneer Back tenminste beliefde hem te laten gaan. Dat was niet altijd het geval. Krebbers is met terugwerkende kracht dankbaar voor die harde aanpak. Talent alleen is niet genoeg. Zeker tegenwoordig niet. „De concurrentie is moordend. On gelofelijk. Zelfs hele goede violisten ko men vaak moeilijk aan de slag en als ik aan pianisten denk, krijg ik buikpijn. Ver geet ook niet, dat in ons vak mensen naar je kijken. Daar moet elke solist zich goed Herman Krebbers in 1977, violist en pedagoog ...hang naar perfectie;.. foto ANP van bewust zijn. Je moet dus zorgen, dat er ook iemand op het podium staat. Het publiek wil een mooi geklede dame zien, of een goed verzorgde heer en geen slod dervos." Zulke dingen houdt hij zijn leer lingen ook altijd voor. Bij herhaling. „Als pedagoog moet je het geduld hebben van vier priesters, of meer." Stootje Wat ongezouten kritiek zijnerzijds aller minst uitsluit. „Mijn leerlingen zijn geen kinderen meer. Als ze bij mij komen heb ben ze een hoog niveau. Dat klinkt mis schien arrogant, maar zo is dat niet be doeld. Het is eenfeit. Het zijn jonge musici en ze dromen allemaal van het stardom. Daar is denk ik niets verkeerds aan. Maar ze moeten wel leren om tegen een stootje te kunnen. Ikzeg het dus altijd, als iets me niet aanstaat. Later zijn ze me er dank baar voor. Dat hoop ik tenminste. En dat is ook meestal zo, mag ik wel zeggen, want ik word bedolven onder cadeautjes, brie ven en telefoontjes van oud-leerlingen." „Het is natuurlijk zo, dat de leerlingen jouw carrière maken en jij niet die van hen. Dat moeten ze zelf doen. Ze komen Wisseling van concertmeesters bij het Amsterdamse Concertgebouworkest in 1996 met verschillende concertmeesters bij elkaar: op de voorgrond de nieuwe ge neratie met links Rudolf Koelman en rechts Alexander Kerr. Op de achter grond de oudere generatie met v.l.n.r: Herman Krebbers, Viktor Liberman, Jaap van Zweeden en Theo Olof. foto Roland de Bruin niet naar me toe om mijn mooie ogen. Ze denken van mij iets te kunnen opsteken en ik prijs me allen maar gelukkig dat ze daarom vanuit de hele wereld naar me toekomen." Hij neemt even bedenktij d, beaamt aarze lend dat hij als solist waarschijnlijk nooit hetzelfde aanzien had vergaard dat hem als pedagoog ten deel viel. „Maar daar heb ik zelf ook aan meegewerkt. Het is mijn eigen keuze, al hebben veel mensen die nooit begrepen. Ik besefte dat ik voor een echt internationale loopbaan als so list, alle andere dingen die ik deed zou moeten opgeven. En wat ik per se niet wil de was zo veel tijd in reizen stoppen en el ke avond een concert geven, want dat moet je dan." Blamage Krebbers denkt met genoegen terug aan zijn ervaringen bij verschillende provin ciale orkesten „Hoewel ik geen makke lijk mens voor ze was heb ik eigenlijk nooit problemen gehad, niet met de artis tieke leiding, niet met de zakelijke. Het was samenwerking, gebaseerd weder zijds respect. Toen ik hoorde, dat er veel van die orkesten opgeheven zouden wor den vond ik dat een nationale blamage. Ik, die altijd met trots had verkondigd, waar te wereld ik ook was, dat ik uit het kleinste land kwam met naar verhouding de mees te orkesten ter wereld. Die ingreep in het orkestenbestel heb ik nooit begrepen. Ik ben artiest, ik zit niet in de financiën, maar ik weet wel dat het om een bedrag gaat dat niets voorstelt op de hele natio nale begroting, helemaal niets." De Herman Krebbers Stichting helpt nog altijd jonge violisten aan extra studiemo gelijkheden. Het fonds kwam er kort na dat hij fulltime pedagoog was geworden. Door zijn ongeluk in '79. Krebbers raakte met de hand beklemd tussen wal en zijn schip, raakte dusdanig geblesseerd dat hij wellicht 'nooit meer zou kunnen spelen', zoals de media berichtten. Hij kreeg dui zenden bemoedigende brieven. „Vanuit de hele wereld." Hij stortte zich op de pe dagogie, een vak dat hij per slot van reke ning al tientallen jaren met veel geestdrift uitoefende. Krebbers heeft er altijd van gehouden sterk uiteenlopende functies te beoefe nen. 'Ik ben een kameleon. Ik heb mijn wezen altijd kunnen verknippen. Dat is een eigenschap waar ik veel voordeel van heb gehad.' Zo kon hij concertmeester- schap en solistisch werk combineren. Als solist had hij veel voordeel van zijn erva ring aan de eerste orkestlessenaar. „Je weet precies, wat er achter je gebeurt." Een zekere bescheidenheid moet de solist ook in zich hebben. „Het heeft zeven jaar- geduurd, voordat ik voor het eerst met een Mozartconcert naar buiten durfde ko men. Want met Mozart sta je in je blootje. Er valt niets te verdoezelen als dat ver keerd gaat." Er is zelfs één onderdeel van de muziek waar Krebbers zich nimmer aan waagde. Niet in het openbaar. „Het strijkkwartet, en dat is het mooiste wat bestaat. Als een strijkkwartet goed gespeeld wordt, dan ga je door de grond. Ik heb er altijd angst voorgehad, daar heb ik me nooit overheen kunnen zetten. Vindt om te beginnen maar eens vier mensen, die het kunnen en die het willen. Het is moeilijker dan een huwelijk. Veel moeilijker." Bijgevolg heeft Krebbers zijn bijdrage aan de va derlandse kamermuziek 'beperkt' tot het Guameri-trio, genoemd naar de viool die hij bespeelde. Solo En overigens ziet hij met genoegen terug op de vele solistische grammofoonplaten, met name die met de concerten van Brahms en Beethoven, die hij in de jaren zeventig opnam. Ze kunnen de toetst van zijn zelfkritiek nog altijd doorstaan. Over het dubbelconcert van Bach is hij daaren tegen in het geheel niet meer te spreken. Hij nam het destijds op met zijn muzikale boezemvriend Theo Olof. Samen waren ze leerling van Back, vergelijkbare talenten. Samen deelden ze - reder voor vijftig pro cent-hun functie bij het Concertgebouw orkest, zodat ze, elk op hun beurt, op de solotoer konden. Samen spelen ze op Krebbers' verjaardag datzelfde dubbelconcert van Bach. Re vanche voor toen. „Blij dat hij dat met mij wil doen. Behalve Olof heb ik niet veel echte vrienden in de muziekwereld. Ik heb ze veel meer daar buiten gezocht. In de muziek is zo'n lange vriendschap zeld zaam. Weet u: er speelt ook heel veel jaloe zie." Het spijt hem zeker niet, dat zijn zoon en dochter niet in de muziek zijn. „Goddank niet", roept hij uit. Ze hebben een vak ge leerd? „Ja, dat mag je zeker zo zeggen. Een echt vak. Zo is het inderdaad. De kinderen zeiden wel eens: 'Pa, wat jij hebt is geen werk, dat is een toestand'." Bert Diphooren Overal portretten uit de vorige eeuw, veel velours en veel rood. Het huis van Jean- Claude Carrière, de belangrijkste scenarist van Frankrijk, heeft veel weg van een negentiende- eeuws bordeel. En dat is het ook. De enorme deur gaf hier vroeger de koetsjes toegang tot een poort en een binnenplaats waar de klanten veilig waren voor nieuwsgierige blikken vanaf de straat. Jean-Claude Carrière ontwierp Chinese Box Achter struweel ligt de eigenlijke villa. Links een ontvangkamer met een ronde fluwelen sofa, een vertrek waarvan je zou kunnen bedenken dat ooit Lautrec er in een hoekje de drukte gadesloeg en er- schetsen van maakte. Dat is ook werkelijk het geval geweest. De schilder van Montmartre had in dit huis ooit een ka mertje en heeft hier menig doek ontwor pen. Jean-Claude Carrière vertelt het met twinkelende oogjes. Maar we zouden het niet over Lautrec en het bordeelleven van het fin-de-siècle hebben, maar over zaken die zich 100 jaar- later en inmiddels een jaar geleden heb ben afgespeeld: de overdracht van de Britse kroonkolonie Hongkong aan de Volksrepubliek China. Wayne Wang heeft daar de film Chinese Box over gemaakt, naar een draaiboek van Carrière. Wonderlijk Het lijkt geen voor de hand liggende com binatie: de Amerikaans-Chinese regis seur met een op de actualiteit inhakend Aziatisch onderwer-p, gekoppeld aan de Franse schrijver die vooral naam maakte als lijfscenarist van de Spaanse surrealist Bunuel. En net zo wonderlijk is de hele ontstaansgeschiedenis van Chinese Box. De schrijver licht toe: „Ik kende Wayne Wang niet persoonlijk. Hij kwam me opzoeken op 20 oktober 1996, samen met producent Jean-Louis Piel, een oude vriend van mij. Wayne ver telde dat hij de mogelijkheid had een film te maken in Hongkong, maar dat hij dan verplicht was al op 15 januari te starten met opnamen. En hij had nog helemaal geen verhaal. Alleen nog maar een vaag idee over een Engelsman met een onge neeslijke ziekte onder de leden en een re latie met een Chinees meisje met een groot litteken over haar gezicht. Hij had zoiets gelezen in een kort verhaal van Rachel In- galls. Dat was alles wat voor Wayne min of meer vaststond. Hij vroeg mij of ik wil de deelnemen in dit avontuur." „Nu we§t iedereen dat je in drie maanden geen fatsoenlijk script kunt schrijven. Het is amper genoeg tijd om over een on derwerp een beetje na te denken. Als ik niettemin op zijn voorstel zou ingaan, was het de bedoeling dat ik twee dagen later meteen mee naar Hongkong zou vertrek ken om me te oriënteren. Nou, dat laatste was echt onmogelijk, want ik had nog het nodige te regelen, maar een week later zou ik me bij hem kunnen voegen. Wat me aantrok was die extreme tijdsdruk. Zoiets is opwindend." Carrière had Wang een anekdote verteld over Bunuel. De legendarische cineast was op zijn oude dag hevig verliefd ge worden op een engelachtig ogende jonge actrice die hij uitnodigde voor zeer forme le afspraakjes en etentjes. Op een dag ving hij een gesprek op van een paar technici over de actrice in kwestie. Het bleek dat vrijwel iedereen op de set al met haar naar bed was geweest. Behalve dus Bunuel, de man die het meest verliefd op haar was. Bunuel vond dat heel amusant. Wavne net zo en deze zou hebben uitgeroepen: „Dit verhaal is een prachtig voorbeeld van hoe buitenlanders in Hongkong zich vaak verkijken op de facade van Chinezen. De mensen van Hongkong praten zelden over hun verleden en velen van hen hebben een zeer- ingewikkeld leven achter de rug. De obsessie van een Engelsman voor het schitterende uiterlijk van een Chinese vrouw, uitlopend op zeer complexe emo ties. dat is wat mij fascineert." Carrière ging in zee met Wang: „In no- Jean Claude Carrière: „Wat me bij Chinese Box aantrok was de enorme tijdsdruk." vember zaten we dus in Hongkong. We be zochten er interessante plekken, hadden talloze boeiende ontmoetingen. Ik maak te voortdurend notities. Op 10 november besloot ik een synopsis te schrijven van wat de film kon worden. Ik schreef in twee dagen iets van veertig pagina 's die haastig werden vertaald in het Chinees en daar mee zijn we ver-volgens naar Peking ge reisd waar we een ontmoeting hadden met Gong Li. Nog voor hij wist dat hij Jeremy Irons wilde hebben, had Wayne Wang de ze actrice al op het oog voor de rol van een tweede Chinees meisje dat ik erbij ver zonnen had. De ontmoeting verliep nogal chaotisch omdat haar moeder die dag ge opereerd moest worden. Dus heeft ze even naar die synopsis gekeken maar kon er nog geen besluit over nemen. Eind november was nog steeds niet zeker of de film zou doorgaan. Carrière reisde naar de VS voor een workshop aan een universiteit, Wayne probeerde vergeefs Sean Connery te strikken voor de hoofd rol. Na kerstmis trok het duo andermaal naar Hongkong en hadden ze nog drie we ken om een script te ontwerpen. Begin ja nuari zei acteur Jeremy Irons 'ja' op basis van het onvolledige script. En vervolgens ging Gong Li akkoord, evenals Maggie Cheung die het meisje met het litteken moest spelen. Ontroerend Cameraman Vilko Filac had tevoren al scènes met couleur locale opgenomen en vanaf dat moment werd de 'documentai re' kant van Chines Box verder uitge werkt. Het idee was om in één film de fictieve scènes er documentair te laten uitzien en de documentaire aspecten als fictie te laten ogen. Wayne had een kleine, flexibele crew waarmee het mogelijk was nieuwe scènes te bedenken rond 'docu mentaire' fragmenten of om oude scènes opnieuw te draaien, aangepast aan wat zich inmiddels in Hong Kong afspeelde. Toen Wayne in Amerika al bezig was met monteren, is hij nog een keer terug ge weest om de finale te draaien met de over dracht-ceremonie en de sterfscène van Irons. Het was een werkwijze die de schrijver uiterst inspirerend vond. „Het was ontroerend zoals het toeging. Ik ben buitengewoon op Wayne gesteld ge raakt toen we de eerste keer Hongkong bezochten. Als kind had hij zeventien jaar in die stad gewoond en hij ging op zoek naar de plekjes van zijn jeugd. Maar het was er zo sterk veranderd dat hij bijna niets meer terugvond. Feitelijk moest hij Hongkong net zo zeer ontdekken als ik. Het was voor hem een spookstad gewor den. Dat is ook wat me het meest bevalt aan de uiteindelijke film; die lijkt op een brief aan een verloren geliefde." Avontuur „Het maken van Chinese Box is inder daad het mooie avontuur gebleken dat Wayne me beloofd had. De film is anders geworden dan wat ik me in eerste instan tie had voorgesteld. Hij is bijvoorbeeld veel meer documentair geworden dan ik had verwacht. Films worden natuurlijk altijd anders dan je als scenario-schrijver in gedachten had. Want bij het schrijven heb je al beelden voor ogen, maar wat je inlevert is slechts papier. Maar ik heb er in mijn loopbaan toch niet vaak frustraties aan over gehouden. Want meestal werden de films beter en interessanter dan de sce nario's ooit waren." „De regisseurs hebben me vaak aange naam weten te verrassen. Zeker Bunuel. Zes films heb ik met hem gemaakt, negen tien jaar heb ik met hem gewerkt. Elk script hadden we tevoren samen zeer grondig doorgesproken en ik meende Luis door en door te kennen. En toch wist elk van zijn films me te verrassen met een ex tra dimensie; de speciale Bunuel-geest die zich meester-had gemaakt van de materie. Zo hoort het ook. Het script is een rups, de film een vlinder." Pieter van Lierop Chinese Box is gisteren in Nederlandse premiè re gegaan en is te zien in Cinerama, Rotterdam.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1998 | | pagina 23