Ituur CU kunst Neen, Jan Toorop heeft geen reclame noodig! Notities over mysterievol kunstenaar 18 19 23 24 Wat dreigt te gebeuren? Louis Coupe rus zal een voordracht houden in De Roos, waar tegelijkertijd een oeuvre-ten- toonstelling van 's lands meest geliefde kunstenaar Jan Th. Toorop te zien is. Toorop is sedert 1905 een vooraanstaand' lid van de rk-kerkgemeenschap. Zijn blij de inkomst is met vreugde gewerd. Nu de Boodschap in de verdrukldng kan gera ken, dient een verdedigingslinie te wor den geformeerd. Ook Toorop zelve laat zich niet onbetuigd. Op 25 april drukt het Algemeen Handelsblad zijn reactie af. Geen licht geschut: 'Eenige onzergeloofs- genooten, buiten 'De Maasbode' om, had den nog uitgesproken, dat Couperus als reclame voor de tentoonstelling zou op treden. Hij, die deze banale, onkiesche en marktreukerige gedachte heeft uitge sproken is zeker een 'bourgeois monu mental', die zich steeds met het stoffelijke heeft beziggehouden. Neen, Jan Toorop heeft, God zij dank, geen reclame noodig.' Couperus slaat, uiterst bescheiden maar doeltreffend terug. Nadat enkele werken van Toorop uit gebouw De Roos zijn ver wijderd; presenteert hij een aangepast programma. De meester leest voor uit God en goden, het boek dat van een band tekening was voorzien door... Jan Toorop. Wie behoort de schaamte toe? Andriëtte Stahti brengt Nieuvvgriekse literatuur in kaart Eau-de-vie: George Sand (1804-1876) Modern Nederlands in een bijzonder naslagwerk Jeugdboek: Tom Tippelaar Kunstgras: Voetbal lijkt op dans Gouden Strop: Onno te Rijdt kiest voor dreiging Gewaagd romandebuut van Sevtap Baycili Herman Krebbers wordt 75 jaar en speelt Bach Overdracht van Hongkong is nu al rijp voor film Lille eert Louis en Francois Watteau Kunst in de openbare ruimte vraagt betrokkenheid vrijdag 19 juni 1998 De Dag der Wrake lijkt vastgesteld op 12 april 1915. Het katholiek-liberale dagblad 'De Maasbode' meldt onder de kop Een grove ontheiliging: 'Wij protesteeren met nadruk tegen deze ontheiliging van het grootsche werk van den Katholieken kunstenaar Jan Toorop door den weekelijken wuften, verwijfden paganist Louis Couperus. Toorop's verheffend werk heeft niets te verwachten van het snob-publiek, dat sensaties gaat zoeken in Couperus' voordrachten.' En: 'Men verbeelde zich Couperus met zijn akelig-verzorgde uiterlijk, zijn sarongs, Boeddhabeeld, Lotos- bloem en geparfumeerden foulard, sprekend over Venus Pandemos met haar stoet van antieke haetaren, temidden van Toorop's heiligen figuren en priesterportretten uitbreidend als een ij delen pauwestaart zijn cynisch- heidensche levensbechouwing in het aangezicht van het portret van de ascetische bisschopsfiguur uit Haarlem!' 3 De breed uitgesponnen nationale rel lijkt tekenend voor de tijd. De omhaal van woorden en de omvang van de ergernis zeggen veel over de contemporaine bete kenis van zowel Toorop als Couperus. Jan Toorop heeft zijn roem uitgebreid ge zien tot Europa. In de beschouwingen is hij een van de weinige Nederlandse kun stenaars die in het ante-Mondrian-tijd- perk van de symbolisten, divisionisten, luministen en de dragers van een art nou veau doordringen tot de waarachtig war me plaatsen. Zijn faam in eigen land is en was reeds gevestigd, al wordt en werd sterk wisselend gedacht over met name het zoetgehalte van 'het roomse werk'. Ook in de aanloop tot de status van Grote Naam zijn er de tekenen van tegenspraak: er wordt met het werk gedweept of ge spot, veel tussenwegen zijn er niet. De ontwikkeling van deze 'dromende, zachte jongen met een diep verlangen' is fascinerend. Tussen Nederlandsch-Oost- Indië (Batavia) en het wat killere Holland (Winterswijk en verre omstreken) verliest een mens enige warmte. Amsterdam, Brussel vooral, en Engeland geven alsnog glans aan de jonge jaren. Later dienen zich Parijs, de onderdompeling in de mys tiek (Rose et Croix, Sar Péladan) en de grote internationale contacten (Stefan George, de leden van de Wiener Sezes- sion) aan. In Nederland groeit Toorop na de eeuwwisseling, via uitstapjes naar de theosofie van Annie Besant en de Vrij-ka tholieke kerk van Charles Leadbeater, dichter en dichter naar de ene, ondeelbare en ware Moederkerk van Roma Aeterna. Zijn werk lijkt op vergeestelijking ge richt: het laat de aarde los. Het eind van zijn dagen wordt gekenmerkt door een kortlopende belangstelling voor het fas cisme van de Duce, een totale verlamming en een moeizame dood. Rik Roland Holst spreekt een grafrede uit en gewaagt van 'de veelzijdigste kunstenaar die Holland sinds eeuwen heeft gehad'. Scherpe keuzes In Domburg is deze week het boek Toorop in zijn tijd gepresenteerd. William Rot huizen verzamelde en rangschikte een groot aantal notities die tijdens het aards bestaan van Jan Theodoor Toorop in boe ken, tijdschriften, gedichten, kranten en brieven werden neergelegd. De selectie betreft mededelingen van Toorop, diens familieleden en vrienden, schrijvers en critici. Er is over Jan Toorop zeer veel ge schreven. Rothuizen voegt daar de kracht van de keuze aan toe. Die is zo scherp als nodig is voor een puntige bundeling. De opgemelde botsing met Couperus vindt men er niet, wél een keur aan gegevens die heel rechtstreeks de blik verruimen op het leven van een vaak als mysterievol om schreven kunstenaar. Badplaats-in-opkomst De keuze voor Domburg lijkt net zo scherp en niet toevallig. Jan Toorop is se dert 1897 een geregelde bezoeker van deze badplaats-in-opkomst. Hij tekent en schildert op het duin, de dijk van West- kappel, op strand en land. Zeeland heeft hem volgaarne en niet zonder overmoed geannexeerd als de 'Zeeuwse kunstenaar' die hij (ook) is. De laatste jaren is verbre ding aan die bezittersdrang gegeven. Het Aan J. Toorop Mijn zielsvolk jubileert in feest-verblij'en, En heefteen knettrend vreugdevuur ontstoken Wantzie! een Groote heeft tot mij gesproken Met woorden die als vloeibre goudstroom glij'en Langst donkre wanden van mijn ziel. Nu rooken De machtge schouwe' en staan als lange rijen Volle vulkanen, - en daarbinnen stoken Uw woorde' een laaien gloed,die 'k u wil wijen. Mijn weg was steil: mijn moede voeten brandden; Toen kwame' uw woorden als sterke vaste han den En zijn m'een goede steun en hulp geweest. Uw woorden kwame' als zon op donkre daken Als dames, mooi gekleed, die vriendlijk spraken Tot 't arme bedelvollek van mijn geest. Henriette van der Schalk tentoonstellingsgebouwtje in Domburg, dat Toorop's expositiekwartier was, is als Marie Tak van Poortvlietmuseum her bouwd. In 1911 trad Toorop op als Eere voorzitter van het Regelingscomité, nu worden er mede zijn zaken geregeld... Er is verzameld, onderzocht en gepubli ceerd, voor een deel in samenhang met succesvolle tentoonstellingen in Middel burg en Domburg, waarbij ook de natuur lijke entourage van Toorop een nieuwe belichting kreeg. Minder geslaagd kan men het verbergen achter een zeer grote vermaaksvitrine van één van Toorop's verblijven aan de Domburgse Markt ach ten. In 1962 nam museumdirecteur RK. van Daalen een aardig voorschot op de dub belstadstentoonstellingen met exposities in het Zeeuws Museum aan de Middel burgse Wagenaarstraat en het stadhuisje van Domburg. Daar toonde hij een veer tigtal werken, veelal uit privé-bezit. Dui delijk werd dat het Zeeland van Toorop verder reikte dan Walcheren. In 1911 liet hij aan Mark Brusse weten: 'Ik houd veel van 't volk hier, de menschen zijn hier goed en eenvoudig, maar met een aange boren voornaamheid. Die prachtige ex pressieve koppen vind je in Holland zóó niet. Ik heb er de modellen van mijn Apos telen onder gehad... Daar zijn hier Kelti sche invloeden, en Spaansche invloeden; - de grond is al door de historie gewijd; - en dan die machtige Gothische kerkbouw! Ik voel hier nog sterk de Katholieke remi- niscentiën uit het verleden, in het ras en het landschapshereditair,- al zijn de Zeeuwen dan nu ook veelal Calvinisten of sociaal-democraten geworden.... Neen, ik meen 't: Zeeland is voor schilders vooral om weer eens heelemaal aan op te fris- schen.' Dat Zeeland strekte zich uit tot de woelige Stromen en het eilandenkoppel Schou wen Duiveland waar Toorop de Haven van Zierikzee (1915), de Plompetoren van Koudekerke (1919), de Dijk bij Viane (1919), het portret van de Oosterlandse ambachtsvrouwe Schimmelpenninck van der Oye (1919) en de grote tekeningen De Berustende en de Opstandige (1919) vastlegde. Karakter William Rothuizen heeft met dit boek een antwoord willen geven op de vraag: Wie was Toorop? Uit het veelvormig en veel kleurig materiaal dat hij verzamelde, te kenen zich de contouren af die leiden tot een karaktervol beeld van de kunstenaar die 'in fijnheid van gedachten-wendingen de geoefendste ideeën-kampers en ver nuftigste wijsgeren weerstaat'. Rothui zen laat de vernuftigheden waar ze horen en de teksten voor zichzelf spreken. Dat veronderstelt hier en daar enige kennis bij de lezer. In vroeger tijd 'levende namen begrippen' worden voor de mens van he den niet van een annotatie voorzien. Het boek is ruim geïllustreerd, is aangenaam verzorgd en biedt een beknopte, onder steunende biografie-op-data: een nieuwe zoek- en vindplaats naast de werken van Francisca van Vloten, Nico Brederoo, AM. Hammacher, Victorine Hefting en Albert Plasschaert. Een aanwinst ook Andreas Oosthoek William Rothuizen, Jan Toorop in zijn tijd, Uit gave Boxhom, Amsterdam, 128 pp, afb kleur en zwart-wit, 69,50. In Galerie Het Noorderlicht m Domburg is van 20 juni t/m 16 september de tentoonstelling 'Jan Toorop en tijdgenoten' te zien. Met werken van J. Toorop, P. Mondriaan, J. Sluijters, M. Góth, G. von Brucken Fock, F. Hart Nibbrig, W Vaarzon Morel, M. Silbert en R. Kimpe. 1. Jan Toorop, 1915 2. Drie Zeeuwse kinderen, 1903, houtsne de 3. Strandvonders, 1903, houtsnede 4. Meisjes op het strand, 1915, potlood en pastel 5. Kanaal bij Middelburg, 1909, olieverf op doek 6. Affiche voor Delftsche slaolie, 1894, li tho 7. De boulevard van Vlissingen, 1922, zwart krijt 8. Belgische vluchtelingen, 1914, ge kleurd krijt 9. In de haven van Marken, potlood en aquarel 10. Werkers op het land bij Domburg, 1904, zwart en gekleurd krijt

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1998 | | pagina 17