Verloedering van het landschap natuurjournaal ff Ligfietsen zijn niet voor slappelingen PZC b u itengebi eel Kou en regen eisen tol onder kroost verstoorde dieren W 30 zee land Het skelet v.d. zee woensdag 17 juni 1998 Voor jonge vogels, zoals deze visdieven is rust extra belangrijk in een koude en natte periode. door Lou Vleugelhof Al in 1963 kondigt de dichter Hans Verhagen Het Nieuwe Zeeland aan. Een van de 7 cyclussen naar nu in zijn debuut Rozen en Motoren (1963) draagt deze naam. Dat nieuwe Zeeland is totaal anders dan het traditionele beeld dat Zeeland altijd had opgeroepen. De idylle van het eeuwige water, de eindeloze wolkenluchten, de zilte geuren, kortom de dijkvaste epiek van het ongeschonden land en zijn rustieke bewoners begon in de jaren na de Tweede Wereldoorlog grondig af te kalven. Hans Verhagen (geboren in Vlissingen, 1939) is de eerste Zeeuwse dichter die de klei onder de voeten te vettig en te koud werd. Geen dichter heeft de verloedering van het landschap, de vervuiling van lucht en horizon, in één woord de overmacht van de technocratie vanuit een zo machteloze positie in beeld gebracht als hij. Hij doet dit in een taal die met de poëtische taal heeft afgerekend. Hoewel hij veel geleerd heeft van zijn voorgangers, de Vijftigers, is hun taal onbruikbaar voor wat hij te zeggen heeft. De ontmenselijking en ontluistering van de wereld registreren, kan alleen maar door Bart Mullink Wielrenners moeten er niks van hebben. Reinoud Wiers (16) uit Middelburg zweert erbij. De ligfiets. Zeker sinds hij zaterdag 6 juni op de testbaan van de Rijksdienst voor het Wegverkeer in Lelystad heeft mogen fietsen. Tussen de ligfiets cracks uit Nederland, Duitsland en Zwitserland op het grootste ligfietsevenement van Nederland, Cycle Vision. Reinoud was daar de jongste deelnemers aan de zes-uursrace. Vanwege het slechte weer moest de wedstrijd tien minuten eerder worden gestopt. In vijf uur en vijftig minuten reed de Middelburger 227 kilometer, met een gemiddelde snelheid van 38 kilometer. „Even snel als het peloton in de Ronde van Midden- Zeeland." Zwaar getraind heeft hij niet, naar eigen zeggen. „Ik maak wel eens een rondje. Over het Hellegatsplein bij Willemstad en dan verder naar Dordrecht of West-Brabant in. Op één dag heb ik een keer 270 kilometer gereden. Dat was het maximum." Walcheren is veel te klein voor hem. „Wat is er nou aan om langs de kust te fietsen. Vorige week was ik nog in Zoutelande. Van Vlissingen tot Westkapelle is het toch helemaal volgebouwd. Het is net de Randstad. Gelukkig heeft Walcheren nog een groen hart, maar goede fietspaden voor ligfietsers heb je eigenlijk ook daar niet." Hij wil door kunnen trappen. Kilometers vreten. „En dan zit je op Walcheren met die toeristen. Vooral Duitsers zijn ergerlijk. Die rijden met een slakkengangetje en vaak ook nog links of in het midden van het fietspad. Daar kom je dus niet langs, of je moet effectief gebeuren als je de concepten van je vijand gebruikt. Het is geen poëzie over de ontmenselijking, het is de ontmenselijkking zelf die hij tot poëtische tekst maakt. De poëzie is de ontmenselijking zelf. Ze is de lelijkheid, het verval, het "concept van de afdeling staalbewerking" zoals hij in Rozen en Motoren zijn poëzie karakteriseert. Het is begrijpelijk dat deze poëzie van de ontluistering niet de bijval kreeg die het concert van de staalbewerkers en de symfonie van de tractoren maatschappelijk ten deel viel. Deze poëzie werkte als steenslag tegende voorruit of als een reeks klapbanden op de autosnelweg. Was het protest van de Vijftigers in wezen nog een esthetisch protest dat gebruik maakt van de banale gebruikstaal met al haar clichés, kreten, blabla, bombast en retoriek van de maatschappij zelf. De veelbezongen stranden en duinen worden bij hem fotogenieke plaatjes in een actuele reportage over de Zeeuwse eilanden die een tweede Pemis dreigen te worden. „Hoge voltvelden (stromen) door 1001 amoureus getinte kabelleiding". De zee vertoont een skelet van fabrieksschoorstenen en hijskranen in plaats van een romantische horizon. De dichter stelt vragen over het nieuwe ontzettend afremmen. Da's echt niks." Het liefst zou Reinoud door heel Nederland een netwerk van hoge snelheïdsfietspaden zien verrijzen. „Leg er ééntje aan langs de Rijksweg A58, van Vlissingen tot Eindhoven. Dat zou pas een mooi parcours zijn. En dan zouden, denk ik, veel mensen meer over lange afstanden gaan fietsen. Natuurlijk moeten die hoge snelheidsfietspaden wel verboden worden voor plezierfietsers, want dan schiet het nog niet op." De weg van Middelburg naar Veere, kaarsrecht, vindt hij ideaal. „Ik haal daar wel gemiddeld 44 tot 45 kilometer per uur." Mooi is ook het fietspad langs het Kanaal door Walcheren, maar daar zit één minpuntje aan vast. „Als je één keer verkeerd stuurt, lig je in het water." België kan hem ook bekoren. „Je kunt in België tenminste op autowegen fietsen. Al verlies je wel veel tijd met die boot, tijd waarin je kunt fietsen." Hij heeft zijn huidige ligfiets, een M5 Low Racer van de Middelburger Bram Moens, krap een half jaar. In het begin was het even wennen. „Een half uurtje aangezicht van de wereld en over zichzelf. Is de maan niet anders dan een Philips hoogtezon? „Ontmaskert niet mijn eigen schijn de daad van mijn groei en groeide ik niet met de wetten van de innerlijke mens alle electronica ten spijt in een koud huis? Opzichtiger Opmerkelijk is dat de dichter deze samenhangende ene vraag splitst in vijf onderdelen. Een flauw bedenksel van een excentrieke dichter? Ik denk van niet. Behalve het moderne woordmateriaal dat de dichter gebruikt, kiest hij er voor om te breken met de gangbare grammaticale regels, wat de Vijftigers overigens ook al deden. Maar Hans Verhagen doet opzichtiger; hij stelt zijn vragen staccato, met veel ruimtelijk wit ertussen, alsof ze uit de reclametaal komen. Wat zegt hij eigenlijk? Hij vraagt zich af of zijn eigen groei die van binnenuit plaats vindt (volgens de wetten van de innerlijke mens) niet een misdaad is bij de kolossale groei van buitenaf in de technocratische maatschappij? En wordt die misdaad, althans dat wat een misdaad lijkt, niet ontmaskerd door mijn eigen schijn, dus door wat ik (uiterlijk) ben? Ondanks alle electronica groeide de mens toch van oefenen en je kunt het. Opstappen, dat is het moeilijkst, en sturen. Het valt uiteindelijk wel mee." Lager Op een M5 Low Racer - de naam zegt het al - zit je veel lager dan op een degelijke Hollandse fiets of een wielrenfiets. Veel mensen vinden een ligfiets daarom onveiliger. Volgens Reinoud is dat flauwekul. „Je bent zowel aan de zijkant als aan de achterkant heel goed zichtbaar. Je loopt bovendien nooit de kans bij een ongeluk op je hoofd te vallen, zoals bij een wielrenfiets. Dan moet je moeite doen om je hoofd omhoog te houden. Op een ligfiets binnenuit, zelfs in een koud (niet centraal verwarmd) huis? Niemand is er die weg weet met al dat materiaal uit de gemechaniseerde wereld. „De vertrekken v.d. hartslag staan nog leeg." Al die nieuwe technologie is nog niet geïntegreerd in ons gevoelsleven, hoe rationeel perfect het ook is. De gebroken vragen, als losse kreten, beklemtonen de zwaarte en de ernst van de totale vraag. Het kost weinig moeite om het "materiaal waar niemand raad mee weet" te associëren met de afval, de overtolligheid, en het wegwerpmateriaal van onze gemechaniseerde productiesystemen. Dit gedicht laat medogenloos de afbraak zien van het oude wereldblad. Met het bedreven oog van een cameraman (Hans Verhagen maakte ook beeldreportages of documentaires over Zeeland voor de VPRO) regisseert en ensceneert hij stukken werkelijkheid die de ontluistering van het nieuwe Zeeland onthullen. Pas je op deze lyriek van de banaliteit de gangbare normen van de conventionele poëtiek toe, dan zit je als lezer op dood spoor. Dit gedicht is niet mooi in de gebruikelijke betekenis van het woord. De zeggingskracht van dit gedicht én van de hele bundel waarin het staat, is dat er weinig in gezegd, maar veel in getoond wordt. De gedichten ontlenen hun kracht aan hun manifest karakter. Je moet ze zien als korte reportages die registreren dat de mens zich verloren en vervreemd voelt in een gemechaniseerde wereld. Herlezing Intussen is dit gedicht al weer vijfendertig jaar geleden geschreven. Herlezing ervan na al kijk je vanzelf vooruit. En als er wat gebeurt, kun je op z'n hoogst iets aan je voeten of benen krijgen. In elk geval niet aan je hoofd." Toch lijkt de ligfiets niet door te willen breken in het traditionele fietsland Nederland, ondanks dat in 1997 een ligfiets (Blue Glide) van Bram Moens op de Fiets Rai tot Fiets van het Jaar werd uitgeroepen. „Het is bewezen dat je met een ligfiets veel harder kunt rijden. De luchtweerstand is veel minder, omdat je minder frontaal oppervlak hebt. Maar het idee bestaat nog steeds dat een ligfiets iets is voor slappelingen, mensen die te lui zouden zijn om op een Hollandse fiets of een wielrenfiets die jaren riep bij mij tegenstrijdige leeservaringen op. Door het provocerend karakter, door de breuk met de gangbare poëtische middelen, door de aanklacht tegen een technocratische maatschappij, bracht deze poëzie indertijd shockeffect teweeg. De gedichten herlezend minus de shock die ze bij hun verschijnen veroorzaakten, brengt ze terug tot de status van teksten die als tijdverschijnsel nog wel interessant zijn, maar die hun werking grotendeels verloren hebben. De "Nieuwe Stijl" zoals men deze poëzie wel gekarakteriseerd heeft, is al lang niet nieuw. Herlezen is dan enigszins te vergelijken met het zien van een oude bij het verschijnen opzienbarende film, die nog steeds als een klassieker geldt, maar die na jaren veel van zijn glans heeft verloren. Het aandeel van de actualiteit erin was te groot en juist dat is verleden tijd geworden. De tijd oxideert alles, ook nieuwe poëzie gaat roestvlekken vertonen. En wellicht des te opvallender naarmate de hoogglans dieper was. Wie zich nog eens wil verrassen met herlezing van Rozen en Motoren kan zich verbazen over de slijtage van regels die ooit als shockerende taboeverbrekers golden: "Met liefde en kaartspel worden de uren gedood", "Elvis Presley heeft kanker" en een citaat uit een militaire dagorder? (de zgn. ready made-poëzie) "Hierna worden geen orders meer gegeven". Veel heeft zijn werking verloren. Maar bij het snel doorbladeren van de vele witte bladzijden met schaarse regels tekst die niet boven de flauwe grap uitstijgt, valt er nog genoeg te genieten van een dichter die het andere gezicht van Zeeland en van de poëzie dux-fde laten zien. te rijden. Vooral wielrenners denken dat. Terwijl je op een ligfiets met dezelfde inspanning gewoon sneller gaat. Je hoeft je minder in te spannen om even snel, zo niet sneller te rijden. Zeker met wind tegen." Hoewel nogniet alom bemind, zijn ligfietsers geen onbekend verschijnsel meer, zo is Reinouds ervaring. „In Zeeland zijn ligfietsen goed bekend, maar als je bijvoorbeeld op Goeree komt, kijken ze nog wel eens vreemd op. Dan krijg je ook opmerkingeix te horen, in de trant van: 'Wat een rare fiets'. Exx: 'Kan het niet lager'. Laat ze maar." door Chiel Jacobusse Het natte koude weer van de afgelopen weken eist een flinke tol onder de jonge vogels. Ex- lopen veel te veel patrijzenparen x-ond, zonder dat er een jong te bekennen valt. Men kan er gevoeglijk van uit gaan dat de jongen door onderkoeling gesneuveld zijn, en een vervolgbroedsel zit er niet meer in. Het zijn vooral nestvlieders die kwetsbaar zijn voor het slechte weer. Jonge patrijzen zijn nog maar net uit het ei als ze aan de wandel gaan. De oudervogels blijven voortdurend vlakbij hun kroost, en zolang de kuikens zich geregeld kunnen warmen gaat het welgoed. Problemen komen erpas als de oudervogels verstoord worden en noodgedwongen op de wieken gaan. De jongen verbergen zich dan tussen de begroeiing, maar het kletsnatte, lange gras zorgt er voor dat de kuikens al snel sneuvelen door onderkoeling. Ook in het buitendijkse landschap broeden veel vogels die als nestvlieder te boek staan. Sommigen daarvan lijken van het weer xxiet al te veel hinder te ondervinden. Zo huist erbij ons in de buurt een paaxtje bex-geenden, dat momenteel rondzwemt met ruim zestig jongen. Om de paar dagen wordt de kinderschax-e groter en wij wachten met spanning op het moment dat ex- weer een toom zwartwitte donsbolletjes bijkomt. Onze bex-geenden hebben zich ontpopt tot cx-èche-oudex-s. De volwassen bergeenden zijn bezig met verzamelen voor de trek naar de xuigebieden. De oudervogels uit de buurt sluiten zich aaneen tot een geleidelijk groeiende groep, die binnen een maand zal vex-trekken naar een afgelegen gebied, waar de rui wordt doorgebracht. Tijdens dat voorvex-zamelen is er één ouderpaar dat de zorg voor de kleintjes op zich neemt. Zo'n bergeendencrèche kan wel uitgroeien tot x-ond de tweehonderd jonkies. Vex-trouwd als ze zijn met het natte element lijken de bergeendenkxxikens zich van al de regen weinig aan te trekken. Pas als er een flinke hoosbui optx-eedt, verzamelen ze zich in een dichte kluwen en drukken zich tegen de oever aan. Komt er een passant langs, dan gaat de hele club pijlsnel te water en de belager heeft het nakijken. Kwetsbaarder De visdieven die een afgelegen hoekje langs de Oosterschelde hebben uitgezocht om te broeden zijn veel kwetsbaarder. Ook zij hebben kleine kuikens, maar die vluchten niet naar het water, maar drukken zich tegen de grond. Bij voorkeur een beetje tussen de begroeiing, maar zij missen de vetlaag die de eendenkuikens tegen nat worden en onderkoeling beschermt. Bovendien zijn de visdiefouders tamelijk schuw, dus is het zaak om uit de burnt van de jongen te blijven zolang het koxxd en nat is. De dieren in het buitendijkse gebied zijn trouwens ook bij minder onaangename weersomstandigheden snel verstoord. Ze zijn van nature ingesteld op het weidse landschap waar x-ust heerst en juist door de openheid van het landschap kan er heel snel verstoring optreden. Visdieven gaan al van het nest af als een wandelaar nog hondex-den meters vexwijderd is. Zeehonden Zeehonden houden het al voop gezien als een belager nog een halve kilometer weg is. Dat geldt althans als ze met hun jongen op de x-and van een zandplaat liggen. Ook de zeehonden hebben rond deze tijd jongen en vooral dan is ex- uiterste voorzichtigheid geboden. Na een afwezigheid van decennia is de zeehond zowel in de Oosterschelde als in de Westex-schelde en de Voordelta bezig met een voorzichtige come-back. Er worden weer jaarlijks enkele jongen geboren, maar bij de minste of geringste verstoring raken die geïsoleerd, om dan binnen een paar dagen te stranden als "huiler". Maar ook als dat niet gebeurt, is het funest als de zeehonden teveel verstoord worden. De jongen moeten in de eerste maanden van hun leven voldoende vetreserves opbouwen om op het moment dat ze zelfstandig door het leven moeten een kans op overleven te hebben. Willen we in het Deltagebied weer een levensvatbai'e zeehonderipopulatie krijgen, dan is het zaak om de rustgebieden te respecteren. Electriciteitskabels tekenen het Zeeuws landschap. foto archief Wim Riemens Dock Shipyard. Engine Works. Het skelet v.d. zee drijft niet de maan als een Philips hoogtezon boven mijn zwaartekracht? Ontmaskert niet mijn eigen schijn? De misdaad van mijn groei? groeide ik niet met de wetten v.d. innerlijke mens? Alle electronica ten spijt? (In een koud huis?) Materiaal, waar niemand weg mee weet. De vertrekken v.d. hartslag staan nog leeg. Hans Verhagen uit: Rozen en Motoren, 1963 Nijgh en Van Ditmar. Reinoud Wiers (16) uitMiddelburg op zijn ligfiets. foto Ruben Oreel Een jonge zeehond met moeder.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1998 | | pagina 30