I „„tivAL nieuwe FÊS' MUZIEK Zuchtende cellisten, piepende pianokrukken )8 zegt in taal wat ik in muziek wil zeggen." Zo komt de titel van het werk voor mandoline en gitaar, Ik mis alleen een belletje aan mijn hals, waarmee ik boven je kan rin kelen wanneer je slaapt, uit een gedicht van Nobelprijs-winnares Wislawa Szymborska. Een andere compositie, voor sopraan en en semble, heet Tsjrrrr... en komt weer voort uit Nas' liefde voor vo gels. Het werk is gebaseerd op al lerlei uiteenlopende varianten van hoe het geluid van een putter- tje in in de ornithologische litera tuur wordt beschreven. Voor het Festival Nieuwe Muziek kreeg ze de opdracht een composi tie voor viool, cello en slagwerk te schrijven. Het is Nachtlicht ge worden, een compositie waarin ze voor het eerst ook gebruik maakt van theatrale elementen. „Ik ben me altijd erg bewust van de wer king van muziek op het podium, maar voor dit stuk gebruik ik ook echt visuele aspecten, zoals licht. Ik probeer zo een atmosfeer te scheppen waarin voor elk detail een grotere concentratie is. Ik maak het licht in eerste instantie alleen hoorbaar en pas later ook zichtbaar, met die paar kleuren uit het spectrum die .overheersen in vuur, als exemplarisch element voor een natuurlijke lichtbron." Tot op het laatste moment heeft ze, zoals altijd, geworsteld met het werk. „Ik kan er eindeloos mee be zig zijn. Altijd stuit je wel op een obstakel waar je niet voorbij kunt componeren. Als je er dan een tijd je over nadenkt, komen er steeds meer mogelijkheden om het op te lossen. Het moeilijkste is om dan een keuze te maken, terwijl je geen enkele garantie hebt dat die keuze ook de beste is. Het is echt geploe ter op de vierkante millimeter. Ik heb veel contact met mijn tante en als ik vast zit met een nieuw stuk bel ik haar wel eens op. Dan zegt ze: hou nou toch eens op met dat gemiezemuis; laat de strijkers ge woon lekker strijken, dat slag werk lekker slaan. Maar ik zoek nu eenmaal graag de randen van de stilte op." Gerechtvaardigd Het thema van het Festival Nieu we Muziek, 'Vrouwen in de avant- garde', kan haar nauwelijks beko ren. „Ik ben van na de emancipa- tiegolf en ik vind het normaal dat vrouwen doen wat ze doen. Als je daar extra aandacht aan besteedt vraag ik me af: is dat nodig? Je bent niet vrouw én componist, nee, je bent componist. Nu wordt juist weer de nadruk gelegd op het vrouw-zijn. Aan de andere kant: als je ziet hoe de verhouding op de concertpodia is, dan zou je denken dat het thema gerechtvaardigd is. Ik zie de noodzaak dus wel, maar ik zou zo graag willen dat het er niet toe deed." Volgend jaar wil ze aan het conser vatorium afstuderen in piano, het jaar daarop in compositie. Daar naast heeft ze onlangs de algehele leiding van het Aquarius Ensem ble op zich genomen. „Ik ga de programma's bedenken en ervoor zorgen dat die ook kunnen worden uitgevoerd. Het is een ontzettend sympathieke club, ze spelen he dendaagse muziek en ze zijn ver schrikkelijk goed. Daarmee heb ik dus een enorme rijke bron tot mijn beschikking." Wat de toekomst haar brengt, weet ze niet. „Ik zie mezelf geen fullti me pianist worden in een ensem ble, al zou ik het wel leuk vinden om af en toe wat concerten te blij ven doen. En als componist: dat ontwikkelt zich wel verder, maar ik weet nog niet waartoe dat zal leiden. In elk geval tot mooie mu ziek, hoop ik." Rolf Bosboom donderdag 11 juni 1998 Muziek maken zit haar in het bloed. De voetstappen waar in Mayke Nas (1972) treedt zijn dan ook niet de minste. Haar grootvader is de organist, koordi rigent en componist Louis Toe bosch, de eigenzinnige kunstena res Moniek Toebosch is haar tante en ook in het ouderlijk huis voerde muziek de boventoon. „Mijn va der, een echte Mozart-fan, speelde klarinet en mijn moeder blokfluit. Al van jongs af aan werd ik meege nomen naar concerten, ook van mijn opa, en naar optredens van mijn tante, die soms heel gekke dingen deed." foto TonToemen De piano die thuis stond trok haar aan. „Sinds mijn zesde heb ik les, maar met buien ben ik daar ook mee gestopt. Ik heb altijd wel ge speeld en geïmproviseerd, maar nooit echt gestudeerd. Dat komt doordat ik in extreme mate onge duldig ben en bij een nieuw stuk zo snel mogelijk wil horen hoe het moet klinken. Dan ga ik het zo snel mogelijk doorraffelen. Ik steek er niet de energie in om de fouten er uit te halen, bijvoorbeeld met technische oefeningen. Ik wil het resultaat direct horen en niet na bemiddeling door studie, maar he laas moet je altijd buiten de mu ziek omgaan om het uiteindelijk echt goed te krijgen." Uiteinden Bescheiden noemt Mayke Nas zichzelf een 'zeer beginnende componiste', maar met haar eerste werken trok ze de aandacht binnen de hedendaagse muziek. In opdracht van de organisatie van het Festival Nieuwe Muziek schreef de jonge Tilburgse pianiste een compositie voor viool, cello en slagwerk, waarin ze opnieuw blijk geeft van haar drift tot het verkennen van de grenzen van de muziek en haar voorliefde voor details. „Ik zoek graag de randen van de stilte op." Haar interesse in klassieke mu ziek volgde een enigszins ongewo ne weg.„Ik ben eigenlijk van de buitenkant naar binnen gegaan: via de uiteinden van de oude en hedendaagse muziek de eeuwen binnengekropen, terwijl veel mensen juist de klassieke muziek inrollen via de romantische perio de: Brahms, Mahler, Wagner. Die muziek - dat. dramatische, dat sentimentele - heeft me altijd te gengestaan, maar de laatste twee, drie jaar ben ik ook naar de ro mantische componisten gaan luis teren en heb ik gemerkt dat het niet alleen loos gezwelg is, maar dat er ook in die periode prachtige stukken zijn geschreven." Het zelf componeren van muziek is geleidelijk gegroeid. „Ik heb al tijd veel geïmproviseerd en dat is toch een soort instant composing. Ook de familie is een stimulans ge weest. Er is bijvoorbeeld een tra ditie om elkaar muzikale cadeau tjes te geven. Toen een vriend een kind kreeg gaf mijn opa geen ram melaar maar een papiertje met no ten. Daar was ik erg van onder de indruk: een abstract cadeau dat tot klinken kan worden gebracht. Daarom heb ik hetzelfde gedaan voor mijn opa, bij zijn veertigjarig huwelijk. Ik merkte dat daar heel veel plezier uit voortkwam, niet alleen bij mezelf maar ook bij an deren. Vanaf dat moment - ik was toen zeventienachttien - ben ik af en toe dingen gaan opschrijven." In 1992 ging Mayke Nas piano en compositie studeren aan het Sweelinck Conservatorium in Amsterdam, een jaar later ook nog ('in een soort jeugdige overmoed') in combinatie met een studie filo sofie aan de universiteit. In Am sterdam leerde ze Alexandre Hri- sanide kennen, die incidenteel hedendaagse muziek op het con servatorium gaf. „Ik heb hem een aantal keren opgezocht en dat wa ren altijd heel bijzondere gebeur tenissen. Niets is hem te gek en dat spreekt mij aan. Hij is zo iemand die op straat een steen opraapt en dan een half uur lang een lyrisch betoog kan houden over de klein ste facetten van die steen. Dat soort aandacht voor details vind ik heerlijk." Ze besloot in 1994 bij Hrisanide piano en later ook compositie te gaan studeren aan het Brabants Conservatorium in Tilburg, waar van haar grootvader van 1965 tot 1974 directeur is geweest. „Mijn opa woont nog in Tilburg. Regel matig gaan we samen naar concer ten, die we na afloop vrij gedetail leerd bespreken. Over de kwaliteit van de uitvoering zijn we het vrij wel altijd eens, maar over de kwa liteit van de compositie zelden. Mijn opa luistert meer vanuit een traditionele achtergrond; als ik luister hoor ik details en niet zo zeer die prachtige melodie of har monie. Stel, je hebt een passage met alleen maar geborrel en op^ eens klinkt er een klein tikje of een krasje. Dat kan voor mij zo'n fabu leus detail zijn dat de hele passage daardoor zin krijgt." „Ik ben meer gefixeerd op de ra fels van het geluid dan op de kern van een toon. Zelfs een onbedoel de bijklank kan juist dat detail zijn waardoor mijn oor richting krijgt. En met dat soort details wil ik een muziekstuk maken. Wat ik van een nieuw werk vooraf in mijn hoofd heb is vaak niet meer dan een heel diffuus beeld van bijklan ken. En het lastige is dat ik niet weet of die details me zijn opge vallen omdat ze net in die context op de juiste plaats waren of dat ze ook op zichzelf interessant zijn. Dat is voor mij een terrein van on derzoek. In die zin ben ik schat plichtig aan Cage: in principe kan alle geluid tot het terrein van de muziek horen." Vanaf 1992 heeft Mayke Nas diverse composities geschreven. Vorig jaar nog werd in het VPRO- televisieprogramma Reiziger in Muziek haar werk Het druk ver voer van stilte uitgevoerd, in het kader van een serie over jonge componisten. Opvallend in haar groeiende oeuvre zijn de uiteenlo pende bezettingen waarvoor ze schrijft, variërend van twee trom petten tot vijfstemmig koor. „Laatst heb ik nog geschreven voor mandoline en gitaar. Toen Schrijvers De opvallende namen van haar composities ontleent ze vaak aan schrijvers, zoals bijvoorbeeld de dichter Clnis van Geel Het druk vervoer van stilte, Oud). „Ik lees heel veel en dan stuit j e wel eens op zinnetjes waarvan je denkt: dat ben ik een paar keer bij een man dolinespeler langs geweest om te vragen: hoe klinkt dat? Want je be hoort wel iets te weten van de technische mogelijkheden. Tot op zekere hoogte althans, want je moet ook wel eens durven nieuwe dingen te proberen, en de uitersten van een instrument leveren nu eenmaal de rijkste tonen op." Huba de Graaff: „Ik heb duizenden melodietjes in mijn hoofd zitten." groep The Nits), met wie De Graaff samenspeelde in de groepen 'Transister' en 'The Tapes', vorm de een grotere inspiratiebron. Via zijn synthesizer leerde ze de muzi kale mogelijkheden van elektro nica kennen. Dit kreeg een gevolg in de studies Sonologie in Utrecht en compositie in Den Haag. Die veelheid aan invloeden is voor De Graaff geen probleem. „Voor mij is het één pot nat, of het nu gaat om klassieke, elektronische of popmuziek. Ik heb duizenden deuntjes in mijn hoofd zitten, een bonte verzameling van klassieke symfonieën, garagerock van Nir vana en carnavalskrakers. Al die invloeden zitten ook in mijn elek tronische werken. Elektronische muziek is ook niet per definitie moeilijker dan popmuziek. In Hephaistos, mijn opera voor luid sprekers, zitten erg aanstekelijke melodieën, die zich onverbidde lijk in je hoofd vastbijten. Ik com poneer bij een elektronisch stuk ook niet anders dan bij een werk voor gewone instrumenten. Het enige waar het om gaat is dat je als foto Emiel van Lint componist een bepaalde klank voorstelling probeert te realise ren. Dat kan met een piano even goed als met een ronddraaiende luidspreker. Hoewel, bij een akoestisch instrument hou ik meer rekening met de fysieke motoriek die bij dat instrument hoort. Een violist moet lekker heen en weer kunnen zagen, een pianist moet zich kunnen uitleven op de toet sen." Dochtertje Dit laatste gebeurt zeker in De Biggenweg. waarmee het festival opent. De twee pianisten jakkeren bijna voortdurend voort. Volgens de programmatoelichting 'hame ren ze zich door het notenmateri aal heen en houden de zaak strak. En even verderop: 'de Biggenweg ivas een droom waarin een op hol- geslagen kudde varkens de dood tegemoet rende, ondanks mijn po gingen in te grijpen. Het zindert continu, zonder apotheose, zonder finale. Alleen maar spanningsop bouw'. De droom kwam voort uit een ingrijpende gebeurtenis in het leven van De Graaff. Een aantal jaren geleden verloor zij een pas geboren dochtertje. Hoewel in be dekte termen beschreven, is dit uit de programmatoelichting op te maken zie kader). Daarmee neemt De Graaff bewust het risico het publiek te sturen. „Natuurlijk beïnvloed ik de luisteraars, ieder een probeert in de muziek dat dra ma te horen. Ik heb daar ook mijn twijfels over, en als je het mij zo vraagt begin ik acuut weer te twij felen. Uiteindelijk is dit echter de meest eerlijke manier. Wat moet ik anders, het verpakken in een of ander abstract verhaal? Er wordt al te veel verpakt in onze samenle ving." Hoewel je een dergelijke openhar tigheid als vrouwelijk zou kunnen bestempelen, denkt De Graaff niet dat vrouwen op een andere manier componeren. „Uit onderzoek blijkt dat vrouwen en mannen een andere hersenopbouw hebben. Mannen zijn misschien meer in staat allerlei dingen te scheiden, bij vrouwen zijn de hersenen denk ik meer een klont waarin alles door elkaar loopt, Socialer zijn we zeker, en meer op communicatie gericht. Mijn interesse voor de bij geluiden in de muziek en in ge sprakken is wellicht een vrouwe lijk trekje. Weet ik veel, ik hoor in ieder geval geen verschil tussen vrouwelijk en mannelijke compo nisten." Douwe Eisenga (Als haar donzen schoudertje zo zacht begint de biggenweg. Eigenlijk de weg terug, van zacht en ruis toen ze in mijn armen lag via het omgekeerde feestgedruis naar de hardrock en het schreeuioen en persen en de paniek.) Uit de programmatoelichting bij 'De Biggenweg' De Nederlandse componiste Huba de Graaff is tijdens de openingsavond van het Festival Nieuwe Muziek prominent aan wezig. Niet alleen begint het concert met haar compositie De Biggenweg voor twee piano's, bo vendien is in de foyer haar geluidsinstallatie voor Piezo-ele- menten te 'ondergaan'. De luiste raar beweegt zich onder een woud van geluidjes, voortgebracht door, tsja, door wat eigenlijk? Huba de Graaff, in haar werkkamer vol met computers, oude speakers, snoertjes en vreemdsoortige appa raten, begint meteen te glunderen. „Piezo-elementen zijn verant woordelijk voor de bekende piep jes van bijvoorbeeld stopwatches, zoekgeraakte sleutelhangers of wenskaarten met muziekjes erin. Maar er zijn ook volledig andere klanken mee te maken. Boven het publiek hangt een ellipsvormige constructie met daarin 256 ele- mentjes, die ik afzonderlijk of in groepen kan sturen. Daardoor werkt het stuk heel ruimtelijk. Het geluid kan zacht als beginnende regendruppels op een tentzeil zijn, maar ook oorverdovend hard in de vorm van een leger overvliegende krekels. Bovendien ontbreekt de ruis die altijd in een luidspreker of bandopname zit. Het klankeffect is van een bijna spookachtige hel derheid." Die helderheid zonder ruis of bij geluiden is overigens een zeld zaam fenomeen in het oeuvre van De Graaff. Juist de bijgeluiden die muzikanten maken - de zuchten van cellisten, piepende piano krukken, de hoorbare kleppen van een saxofoon - zijn belangrijk in haar werk. „Je kunt het vergelij ken met gesprekken tussen men sen. Als experiment heb ik wille keurige conversaties helemaal uitgeschreven, inclusief al het ge puf en gehijg, gemompel en ge snotter, inclusief alle uuuuh's en hihihi's. Wanneer je die bijgelui den weglaat mis je een essentieel onderdeel van de communicatie." De Graaff maakt deze bijproduc ten van het musiceren tot onder deel van een compositie door ze elektronisch te bewerken. Sterker nog, veel van haar werken zijn be ter te beschrijven als performan ces, waarin mens en techniek op een theatrale manier samenwer ken. In Spiral Jetty bijvoorbeeld, zorgt een met elektronica volge hangen blikken voorhang-j urk, de 'Japon-Fuzz', dat het geluid van een viool gaat 'rondzingen'. Dit fluitend geluid wordt voortge bracht door luidsprekers die op hun beurt weer meedeinen met de bewegingen van de strijkstok of van de jurk. Inspiratiebron De viool is het instrument waarop De Graaff als achtjarig meisje zelf ook begonnen is. Via de normale moeizame weg van steeds pittiger etudes naar het conservatorium. Ze schreef zich in voor een nieuwe studie 'improviserend musicus', maar werd 'wegens gebrek aan improvisatieniveau' al gauw van school gestuurd. ..Probeer ook maar eens Charlie Parker te spe len op een viool, pfffRobert-Jan Stips (ex-toetsenist van de pop

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1998 | | pagina 15