Uit de bak
aan de bak
Bouwvakkers in legeruniform
Solliciteren met
een strafblad
reportage
Al in de Tachtigjarige Oorlog (1568-
1648) werden stukken land onder
water gezet om de Spanjaarden te
verjagen. Nog maar veertig jaar geleden
wilde de Nederlandse krijgsmacht
hetzelfde doen als de Russen zouden
komen. Logisch dat de genie daarbij een
sleutelrol zou vervullen.
De titel van de militaire operatie
was uiterst simpel gehouden.
Een belangrijk deel van de Neder
landse reactie op een aanval van de
Sovjettroepen bestond uit de plan
nen C en D, meer niet.
Die aanduidingen deden vermoe
den dat het om een tamelijk on
schuldige ingreep zou gaan. In wer
kelijkheid betrof het echter een
klus van ongekend formaat. Sinds
1949, midden in de Koude Oorlog,
hadden de Generale Staf van de
krijgsmacht en Rijkswaterstaat er
aan zitten doktex-en. Zowel de mili
tairen als de ambtenaren konden
uiteindelijk precies aangeven wat
iedereen te doen zou staan.
Zeker was dat in elk geval de hele
IJsselvallei zo snel mogelijk onder
watey moest worden gezet. VanNij-
megen tot aan het IJsselmeer zou er
voor de grondtroepen van de com
munistische agressor geen doorko
men aan zijn geweest. De Randstad
- en dan met name de havens van
Amsterdam en Rotterdam - zou op
die manier afdoende worden be
schermd.
Het plan is tot het begin van de ja
ren zestig achter de hand gehouden
om ogenblikkelijk in de praktijk te
kunnen worden gebracht. Daarna
verdween het in een kast. Totdat
drs. Herman Roozenbeek het er nog
eens uithaalde voor een onderzoek
naar de historie van het Regiment
Grenadiers, alias de genietroepen.
Roozenbeeks conclusie luidt dat dit
legeronderdeel een sleutelrol ver
vulde in de beoogde strategie. Hij
van 1795 tot 1813 Nederland bezet
en namen, toen Napoleon eenmaal
de macht had verworven, de solda
ten mee op hun veldtocht tegen
Rusland. Het is een deel van de ge
niehistorie waar met weinig plezier
op zal worden teruggekeken, want
het nog geen 65 jaar oude legeron
derdeel werd toen haast in zijn ge
heel weggevaagd.
Zeker bij de Berezina-rivier kregen
de manschappen het zwaar te ver
duren. In 1812 moesten ze er twee
bruggen zien te slaan voor de zich
terugtrekkende Armée, maar het
vroor dat het kraakte. Het water
was zelfs zó koud dat de troepen el
kaar om het kwartier moesten af
lossen. Ondertussen namen de Rus
sen de vluchtende indringers
voortdurend op de korrel.
Ondanks de immense verliezen
werd toch een nieuw bataljon ge
vormd. Dat ging zich ontwikkelen
tot een eenheid die vernieuwingen
hoog in het vaandel had staan. In
1874 kreeg het toenmalige Bataljon
Mineurs en Sappeurs bijvoorbeeld
een moderne telegraafafdeling en
vanaf 1866 werden luchtballons
aangeschaft voor de verkenning
van vijandelijke stellingen. Later
werkte men ook nog enige tijd met
vliegtuigen.
Kort daarvoor had tweede luite
nant der genie W. H. Schukking ge
probeerd de zwaartekracht te over
winnen met een eigen zweeftoestel.
De constructie bestond uit bam
boe, wilgentenen en stof. Schuk
king heeft er zelfs mee gevlogen.
Toch zal hij met erg tevreden zijn
geweest: de afstand die de officier
overbrugde bedroeg niet meer dan
een meter of vijftien.
Danny Verbaan
Publicatie: 250 jaar Genietroepen;
1748-1998; Sdu Uitgeverij; 49,50.
zaterdag 6 juni 1998
Ex-gedetineerde Omar heeft zijn draai gevonden in een Amsterdams garagebedrijf.
Noord sjouwt Omar (21) - zwarte paar
denstaart, rode overall - rond met auto
banden. Hij werkt inmiddels een half jaar
als hulpmonteur. „In het begin ging het
voor geen meter", zegt Van Gaaien. ,,Als
hij te laat kwam, dacht hij dat goed te ma
ken door de volgende dag veel te vroeg te
beginnen. Op beide ochtenden hadden ze
dan niks aan hem."
Onzekerheid was de boosdoener. Omar:
,,Ik was bang dat ze me zouden pakken op
mijn criminele verleden. Maar dat viel
heel erg mee. Er wordt niet gepraat over
vroeger, alleenhet werk telt. Nuben ik ge
wend, kom altijd op tijd en krijg zelfs
complimenten van de baas."
Toch wordt Omar door zijn strafblad ach
tervolgd. Onlangs werd het garagebedrijf
overvallen en kreeg de ex-ovexvaller zelf
een pistool tegen zijn hoofd gedrukt.
„Doodsbang was-ie", zegt Van Gaaien.
„Nu was hij zelf de dupe en kwam hij er
achter wat hij anderen heeft aangedaan.
Slachtofferhulp moest eraan te pas ko
men om hem weer op de been te krijgen."
Dat is gelukt. Omar wil nu zijn ervaringen
gaan vertellen aan ex-bajesklanten, om te
voorkomen dat ze weer overvallen gaan
plegen. „Hij kan immers als geen ander
uitleggen watje iemand aandoet met zo'n
overval."
Hersendood
Brugprojecten Mokum valt of staat met
intensieve begeleiding. „Je kunt niet zo
maar een ex-gedetineerde in een bedrijf
droppen en nooit meer iets van je laten ho
ren. Ze hebben zoveel meegemaakt dat ze
totaal ontregeld zijn. In de gevangenis
zijn ze hersendood gemaakt. Riep de be
waker opstaan, dan stonden ze op. Brulde
hij eten, dan gingen ze eten. In een bedrijf
moeten ze weer initiatieven leren nemen.
Dat gaat met vallen en opstaan."
„Maar sommigen leren het nooit", ver
zucht Van Gaaien. „Ik heb een jongen ge
plaatst bij een bloemkwekerij in Aals
meer. Die weet niet hoe hij zijn krachten
moet verdelen. Soms werkt hij van zes uur
in de ochtend tot elf uur in de avond. De
dag daarna is hij zo verschrikkelijk moe.
Dan zit hij er als een geknakt bloemetje
bij. Hij krijgt nog één kans, anders vliegt
'ie eruit."
Aan keiharde regels hebben de ex-crimi
nelen zich te houden. „Komen ze twee
keer te laat bij hun baas, dan hebben ze
twee gele kaarten. De derde kaart is rood,
dat betekent einde oefening", stelt Van
Gaaien. „Ze proberen het vaak nog goed
te kletsen met een zielig verhaal over de
problemen die ze hebben. Dan zeg ik kei
hard: 'Ik wil best een baan voor je zoeken
maar ik ga mijn oor niet te luister leggen
op jouw gebarsten zieltje'."
En die aanpak heeft succes. Slechts 10
procent van de deelnemers aan Brugpro-
ject Mokum redt het niet. Dat de overgro
te meerderheid op het rechte pad blijft,
komt door de strenge selectie vooraf. Per
drie maanden krijgt Van Gaaien ongeveer
130 mensen voor z'n neus voor een eerste
gesprek. Soms blijven er maar tien van
over. In één jaar tijd zijn 240 mensen aan
een betaalde baan geholpen. Bijna 80 ex-
gedetineerden kregen een opleiding met
baangarantie.
De autotelefoon doorbreekt de stilte. Als
hij heeftopgehangen: „Dat was weer zo'n
eikel van de arbeidsvoorziening. Probeer
ik een ex-gedetineerde aan een baan te
helpen, is het bijna gelukt, wil de arbeids
voorziening per se weten wat die man op
zijn kerfstok heeft. Wat doet dat er nou
toe, die kerel heeft zijn straf toch uitgeze
ten? Hij hoeft toch niet nog eens gestraft te
worden?"
Arbeidsbureaus doen volgens Van Gaaien
helemaal geen moeite om ex-gedetineer
den aan een baan te helpen. „Die belan
den in de bak onbemiddelbaar." En hoe
wel de arbeidstoeleider had verwacht dat
hij zou profiteren van de huidige perso
neelstekorten op de arbeidsmarkt valt dat
tot nu toe vies tegen. „De meeste werkge
vers vragen voor de simpelste baantjes al
een mbo-diploma. En ex-gedetineerden
hebben nog nooit een school van binnen
gezien."
Ook mensen zonder diploma's kunnen
voor een bedrijf veel betekenen, meent
Van Gaaien „Er zitten jongens tussen met
gouden handjes die met een beetje^extra
aandacht hele goede vaklui worden. Ook
een winkel in Amsterdam heeft al de voor
delen ontdekt. Die werd geteisterd door
diefstal. De eigenaar nam een ex-winkel
dief in dienst. Die was natuurlijk op de
hoogte van alle trucjes die dieven gebrui
ken en greep ze stuk voor stuk in hun
kraag. In een mum van tijd nam het aantal
diefstallen met meer dan de helft af."
Naast praktische voordelen spelen voor
werkgevers ook idealen een rol. „Ik ben
blij dat ik op deze manier iets kan bijdra
gen aan de maatschappij", zegt Bas Lut-
Voormalige bajesklanten maken fietsen in het bedrijf Fiets op Slot.
teken, eigenaar van Fiets op Slot, een be-
di-ijf dat nieuwe fietsen maakt van oude
kapotte tweewielers.
Sinds een half jaar heeft hij Rasheed in
dienst. „Die doet het echt geweldig", zegt
Lutteken. „Had ik hem niet aangenomen,
dan was hij geheid weer het crimi nele pad
opgegaan. Werkgevers die niet bereid zijn
deze mensen een tweede kans te geven,
moeten ook niet zeuren als ze later over
vallen of bestolen worden."
Subsidie
Financiële voordelen moeten werkgevers
helemaal over de streep trekken. Het mi
nisterie van Sociale Zaken looft per werk
ervaringsplaats een subsidie uit. Volgens
de nieuwe Wet Inschakeling Werkzoeken
den (WTW) krijgt de werkgever minstens
10.000 gulden per jaar. Neemt de baas de
ex-gedetineerde daarna vast in dienst
dan krijgt hij een extra premie van 2000
gulden. „Het is dus altijd het proberen
waard", zegt Lutteken.
Toch heeft hij ook problemen gehad met
Rasheed. „Hij was nogal lomp toen ie hier
binnenkwam. Zo verschrikkelijk hard
handig dat hij zelfs een ijzeren hamer
brak. Rasheed gedroeg zich op zijn werk
zoals hij dat op straat gewend was. Bij
problemen wilde hij op de vuist gaan. Nu
gaat het beter. Laatst had Rasheed ruzie
met een collega. Na een goed gesprek om
helsden ze elkaar. Alles was vergeven."
Ongeveer tachtig procent van de deelne
mers in Brugprojecten is van buitenland
se afkomst. Werkloosheid onder Marok
kaanse, Turkse en Surinaamse jongeren is
het grote probleem. „Opa werkte in de ja
ren zestig in de haven en kwam na een re
organisatie op straat te staan. Vader had
geen opleiding is altijd werkloos geweest
en dus hebben de jongeren van nu nooit
een goed voorbeeld gehad. Hangen op
straat wordt hun tijdverdrijf en binnen de
kortste keren zijn ze crimineel", verklaart
Van Gaaien.
Van Gaalens baas, Lankamp, ontploft als
iemand niet snapt dat ex-bajesklanten
aan een baan moeten worden geholpen.
„Fuck you man, denk ik dan", zegt hij ter
wijl hij zijn middelvinger in de lucht
priemt. „Natuurlijk, er zijn een heleboel
anderen die ook graag geholpen willen
worden en die niets verkeerd gedaan heb
ben. Maar criminaliteit bestaat nu een
maal al zo lang als de wereld draait. Dan
kunnen we beter zorgen dat die crimine
len na hun straf op het rechte pad blij
ven."
Sylvia Marmelstein
De namen van ex-gedetineerden zijn veran
derd om de privacy van de betrokkenen te be
schermen.
Peter Lankamp, projectleider van het brugproject Mokum.
schrijft erover in zijn bijdrage aan
het boek waarin de inmiddels 250
jaar oude geschiedenis van de gre
nadiers staat beschreven.
Evacuatie
In de publicatie meldt Roozenbeek
dat de gevolgen voor de bevolking
'enorm' zouden zijn. Niet zo ver
wonderlijk wanneer wordt be
dacht hoe die plannen C en D pre
cies in elkaar steken. Eerst zou een
groep pontonniers - een onderdeel
van de genie - enkele immense cais
sons laten afzinken in de rivieren
bij Nijmegen, Arnhem en Olst.
Daarna moesten dijken worden op
geworpen waardoor de Rijn ten
slotte nog maar één kant op zou
kunnen: richting IJssel, die hier
door dan ook meteen buiten haar
oevers zou treden. 'Tienduizenden
-mensen zouden moeten worden ge-
evacueerd', aldus Roozenbeek. En
dat was nog niet alles, voegt hij er
aan toe, wan t ook zou de bodem van
de ondergelopen gebieden ernstig
verzilten. Bovendien kwam de
drinkwatervoorziening in West-
Nederland in grote problemen.
De Russen hadden natuurlijk ge
woon over het water heen kunnen
vliegen om achter de linies hun pa
rachutisten te droppen, een metho
de die de Duitsers in de meidagen
van 1940 al met veel succes hadden
beproefd. Het kan haast niet an-
ders of ook de Nederlandse krijgs
macht moet dat op zeker moment
hebben bedacht. Het boek laat de
lezer daarover echter in het onge
wisse.
Wat wél wordt aangehaald is dat de
genisten ook in Duitsland zouden
Christ Klep kunnen er ook over
meepraten. Allen namen ze een ei
gen tijdvak voor hun rekening. Zo
ontstond een helder geschreven en
uiterst gedetailleerd beeld van de
genie-geschiedenis. Die begon ei
genlijk al ruim vóór het moment
van oprichting. Al in de Middeleeu
wen hadden legers zogeheten pio
niers in hun midden. Ze liepen
doorgaans voorop om met schop en
houweel de wegen begaanbaar te
maken. Ook hielpen ze met de bouw
van versterkingen en geschutsop-
stellingen.
Mineurs (mijnenleggers) vormden
min of meer hun tegenpool: die
trachtten vestingwerken juist weer
zo snel mogelijk te slechten door ze
te 'sapperen' militair jargon voor
het ondergraven van de muren. Ze
bedienden zich ook wel van een be
duidend snellere methode: eenvou
digweg door een vestingwal in één
klap op te blazen ('mineren'). Later
kwamen er ook bruggenbouwers
bij.
Langzaamaan begon het idee te
ontstaan dat een aparte eenheid
van dat soort klussers echt-handig
was. Dat resulteerde in de oprich
ting van het Regiment Grenadiers,
dat in 1748 operationeel werd. Vol
gens de oprichtingsakte dienden de
te werven manschappen in elk ge
val het vak van mijnwerker, metse
laar, timmerman of steenhouwer te
beheersen.
Berezina
Bij elk militair treffen van enigebe
tekenis is de compagnie sindsdien
van de partij geweest. Ook de Fran
sen schakelden haar in. Die hielden
Een pontonbrug over de Ussel, gebouwd tijdens een legeroefening in 1958.
foto Algemeen Rijksarchief Den Haag
Geen CV maar een strafblad van hier tot overmorgen. Ga daar
maar eens mee solliciteren. De meeste werkgevers zien je
aankomen, als ex-crimineel. Brugproject Mokum, dat nu naar andere
delen van Nederland wordt uitgebreid, probeert toch ex-bajesklanten
aan een baan te helpen. „We slijten gajes aan het bedrijfsleven."
Metaal klettert op tafel. „Kijk. Dit is
een notenkraker. En als jij je niet aan
onze afspraken houdt, gaan jouw noten
hierin." Duidelijkheid kan nooit kwaad
in het eerste gesprek met ex-bajesklan-
ten. Peter Lankamp spreekt hun taal.
„Het zijn geen lieverdjes. Het is het
schuim der aarde, dat dingen heeft ge
daan waarvan niemand iets wil weten.
Sommigen hebben een stx-afblad waar
mee je een gemiddelde doorzonwoning
kunt behangen."
Lankamp is projectleider van het Am
sterdamse Brugpx-oject Mokum. Hij „slijt
gajes aan het bedrijfsleven". Ex-gedeti
neerden die te boek stonden als dieven,
overvallers, inbrekers en drugshandela
ren krijgen hier de allerlaatste kans iets
van hun leven te maken. „Maar alleen als
ze zelf willen en al hun krachten in de
stx'ijd gooien", benadrukt Lankamp in
plat Amsterdams. „Anders wordt het
niks. Ga maar terug naar de bajes, zeg ik
clan. Want werkgevers zitten niet te wach
ten op problemen. Daar verdienen ze geen
centen mee."
De stem van Lankamp buldert door het
kantoor vanwaar hij uitkijkt over de Am-
stel. Met hem valt niet te spotten. Hij lijkt
op een zeebonk, type ruwe bolster blarxke
pit. Klein maar stevig, priemende blik,
x-appe tong, maar ook een sympathieke
uitstx-aling. „Met smoesjes moeten mijn
cliënten niet aankomen. Bij nxij geen ge
zeik." Hij dreunt met zijn vuist op tafel.
„Ze mogen blij zijn dat er nog iemand is
die ze het bedrijfsleven in wil gidsen."
Sprokkelen
Brugpi-oject Mokum is begin vorig jaar
van start gegaan en is een initiatief van de
vakcentrales CNV en FNV. De eerste twee
jaar wordt de bemiddeling van ex-gedeti
neerden volledig betaald uit geld dat is
vrijgemaakt in de CAO voor de banken.
De vakbonden en de Werkgeversvereni
ging voor het Bankbedrijf hebben daar
voor drie-en-een-halve ton opzij gezet.
De centen die werknemers en bedrijven
met moeite bij elkaar sprokkelen wil
Lankamp nuttig besteden. En zonder sa-
menwex'king met de reclassering Amster
dam, de afdelingen reclassering van het
Leger des Heils en stichtingen die zich be
zig houden met randgroepjongeren
(Streetcornerwork, Zwerfjongeren en
Juttersdok) lukt dat niet. Daaromhebben
deze instanties een verbond gesmeed.
„Immers, probleemgevallen komen daar
als eerste terecht."
De hulpvexieners hebben daardoor niet
alleen de cximinele carrière van een klant
in beeld, maar weten ook hoe iemand op
het verkeerde pad is gekomen. En dat is
een belangrijke sleutel tot werk. Drank,
drugs, gokverslaving, schulden, psychia
trische afwijkingen; al die problemen
moeten zijn opgelost voordat een ex-ge-
detineerde aan een baan kan worden ge
holpen. „Iemand die 's nachts in de blub
ber in het pai'k heeft liggen pitten kun je
moeilijk naar een baas sturen. Ook schul
den moeten zijn gesaneerd, want bij een
ex-crimineel die steeds een deurwaarder
op zijn stoep krijgt, wordt geheid beslag
op zijn loon gelegd. Dat is ook geen lekker
begin."
Knokken
Het is al moeilijk genoeg om een ex-bajes
klant in een bedrijf onder te brengen.
Lenn van Gaaien, arbeidsmax-kttoeleider,
struint dagelijks stad en land af op zoek
naar ondernemers die zich willen ontfer
men over een voormalig gedetineerde.
„Vaak is het knokken om iemand ge
plaatst te krijgen", legt hij uit, op weg
naar weer een ondernemer. „Werkgevers
staan nu eenmaal niet te trappelen om een
ex-crimineel binnen te halen. Maar als je
ze een poosje bedenktijd gunt, zegt een
groot deel toch ja."
Van Gaaien geeft ex-gedetineerden eerst
de vrije keus voor een bex-oep. „Maar daar
gaat het meteen al mis. Ze willen bijna al
lemaal koerier worden. Lekker zonder
toezicht rondscheuren in een auto en ge
woon weer illegale spullen vervoeren. Dat
kunnen ze dus vergeten."
Bij een garagebedrijf in Amsterdam
Lenn van Gaaien foto's Rob Keeris
worden ingezet. Met behulp van
andere troepen moesten ze er de
eerste klappen van het Rode gevaar
zien op te vangen. Dat moest vol
doende tijd opleveren om snel half
Gelderland en Overijssel te laten
ondexiopen.
Springladingen
Voor alle bruggen op Nedexiands en
Duits grondgebied lagen ondertus
sen de springladingen gereed om ze
meteen te kunnen opblazen. Speci
alisten hadden voor elk bouwwerk
exact uitgedokterd hoe zwaar die
explosieven moesten zijn. Tegelij
kertijd zouden pontonniex-s aan de
slag gaan om zo veel mogelijk Rijn
schepen in veiligheid te brengen.
'De overige vaartuigen moesten tot
zinken worden gebracht om te
voorkomen dat ze in vijandelijke
handen zouden vallen', aldus
Roozenbeek.
In het 330 pagina's dikke jubileum
boek neemt de beschx-ijving van al
dat soort doemscenario's een be
scheiden plaats in. Desondanks
zouden ze illustratief kunnen wor
den genoemd voor het jarige regi
ment: de taken die het kreeg toebe
dacht laten zien hoe veelzijdig en
praktisch de eenheid te werk kon
gaan.
Er zijn ook genoeg andere voor
beelden die dat duidelijk maken, en
niet alleen in de bijdx-age van
Roozenbeek. Zijn mede-auteurs
Martin Elands, Joep van Hoof en