Een beeld mag vergankelijk zijn Het nieuwe land verandert voortdurend Beeldhouwkunst in beweging kunst cultuur 15 Utrecht in de ban van werkwijze Saenredam vrijdag 5 juni 1998 De voorhoede van de nieuwe generatie beeldhouwers. Voor minder doet de jubilerende Commissie Beeldende Kunst Zwolle het niet. „Wat hier is le zien is voor honderd procent representatief", stelt Wim van der Beek. Hij is als gastconservator verantwoordelijk voor het concept, de invulling en de samenstelling van de groepstentoonstelling Mutatis Mutandis. Een tentoonstelling met beeldhouwkunst van vandaag, vormgegeven door dertien beeldhouwers. Niets is voor eeuwig, maar wat op een sokkel staat moet jaren mee. Een beeld heeft status, het is een symbool van onwrikbaarheid en onverzettelijkheid. Geen kunstuiting - of het zou de archi tectuur moeten zijn - lijkt zo stevig verankerd als de beeldhouw kunst. Op pleinen en in parken heerst de degelijkheid in brons, steen of hout. De nieuwe generatie beeldhou wers heeft aan die status geen boodschap. Niet dat de traditio nele beelden van hun sokkels wor den getrokken, maar de gedachte dat een beeld een zekere eeuwig heidswaarde heeft, is verlaten. „Wat deze beeldhouwers laten zien is een reactie op de status van het beeld", zegt Van der Beek. „Er zijn nog vrij veel beelden te zien waarvan de gemiddelde Neder lander zal zeggen: 'dit is een beeld'. Maar het materiaalgebruik wijkt nadrukkelijk af en inhoude lijk is er sprake van commentaar op de beeldhouwkunst." Zeep, textiel, zout, piepschuim, waspoeder, huisvuil en zelfs bloed zijn materialen die de duurzaam heid van het beeld allerminst ga randeren. Het materiaal is kwets baar, vaak ook vergankelijk, in te genstelling tot de bekende brons plastieken. „Die plastieken van dertig jaar geleden zijn niet meer interessant", vindt Van der Beek. „want dat kennen we al. Er is een hele generatie ontstaan van am bachtslieden die vaak een stan daardverhaaltje hebben te vertel len. Wat je hier ziet is écht anders. Toonaangevend Mutatis Mutandis (wat zoiets be tekent als 'met de nodige verande ringen') is bedoeld om recente ont wikkelingen in het werk van een nieuwe lichting beeldhouwers in kaart te brengen. De dertien gese lecteerde kunstenaars zijn vol gens kunstrecensent en gelegen heidsconservator Van der Beek toonaangevend in Nederland. „Dit is een club die j e over een paar jaar niet meer bij elkaar krijgt", voorspelt hij. „Dan zijn ze over de wereld uitgewaaierd. De meesten zijn al ver gekomen. Ik durf te zeg gen dat dit de voorhoede van dit moment is. Deze tentoonstelling geeft een compleet beeld van wat er op dit moment gebeurt. Alleen Marc Manders had er nog bij ge hoord, maar die moest in verband met zijn deelname aan de Biënnale van Sao Paulo verstek laten gaan." Van een homogene groep is echter geen sprake. „Je kunt alleen zeg gen dat al deze kunst heel erg ge worteld is in deze tij dMaar ik heb niet geprobeerd een eenheid te krijgen. Wel moest het heel strikt om beeldhouwkunst gaan. Instal laties zie je hier dus niet", legt de samensteller uit. Ontwikkelingen De tentoonstelling in Zwolle moet worden gezien als een logisch ver volg op Het Grote Gedicht dat in 1994 in Den Haag werd gehouden. De jongste deelnemers aan die tentoonstelling zijn ook in Zwolle vertegenwoordigd. Mutatis Mutandis moet aantonen dat er sindsdien veel in de beeldhouw kunst is gebeurd dat de moeite van het signaleren waard is. Ontwik kelingen die al in Den Haag wer den gesignaleerd zijn nu verder uitgewerkt of hebben nieuwe vor men gekregen. Aanvankelijk zou het in Zwolle draaien om de kunst van het rela tiveren. „Maar gaandeweg is het veel meer geworden", zegt Van dei- Beek. „De nieuwe lichting is niet alleen gefascineerd door het rela tiveren van de status van het beeld. Je ziet veel meer verande ringen. Zo is er weer heel duidelijk sprake van engagement. Beeld houwers nemen weer standpunten in. Het milieu of genetische mani pulatie zijn onderwerpen waar beeldhouwers zich mee bezig hou den. Beeldhouwkunst is weer heel erg gerelateerd aan maatschappe lijke zaken. In de jaren zeventig- bijvoorbeeld was het conceptueel en dus heel erg saai. Nu heerst er een teneur van 'alles kan en alles mag'. Dat is erg verfrissend." Zo zijn de beelden van Lie van der Werff weliswaar van hout, maar met haar 'mensdiertjes' is iets aan de hand. Het zijn wezentjes met zowel menselijke als dierlijke trekjes, die op het eerste gezicht vertederend maar bij nader inzien op z'n minst vreemd zijn. Het zijn sprookjesachtige figuren met 'mankementen'. Onmiskenbaar de gevolgen van genetische mani pulatie. In de catalogus bij de tentoonstel ling is Van der Beek evenzeer de recensent als de conservator. „Haar beelden komen voort uit een onbedwingbare nieuwsgierig heid naar het anderszijn", schrijft hij. „Lie van der Werff onderzoekt hoe het voelt om in een ander li chaam of een andere huid te hui zen. Ze wil lijfelijk ervaren wat het is om 'beeld te zijn'." Jan Eric Visser maakt gebruik van afvalmaterialen. Maar dat aspect dringt zich in zijn objecten aller minst op. Ze wekken de indruk vervaardigd te zijn van 'gewoon' materiaal, maar erachter schuilt een denkwereld waarin opbouw en afbraak een centrale rol spelen. De sculpturen zijn opgebouwd uit oude kranten, plastic, organisch afval, kaarsvet of ander afval, maar dat materiaal is zodanig be werkt en verwerkt dat er beelden ontstaan die visueel aantrekkelijk zijn. „De rondingen symboliseren dat de wereld van opbouw en af braak onverminderd voortgaat zolang die cirkelgang tenminste niet doorkruist wordt door onher stelbaar menselijk ingrijpen", voegt de samensteller van de ex positie eraan toe. „Kunst is voor Eric Jan Visser het middel bij uit stek om die signaalfunctie op zich te nemen." Brandstapel William Speakman heeft het aan vankelijke thema van Mutatis Mutandis, vergankelijkheid, wel erg letterlijk genomen. In de Broe- renkerk heeft hij een brandstapel opgebouwd met daarop een 'lijk'. Het is zijn bedoeling het kunst werk ook daadwerkelijk in rook te laten opgaan, waarna nog slechts een hoopje as herinnert aan het beeld. Treffender kan de status van het beeld nauwelijks onderuit worden gehaald. Anderzijds lco- Wim van der Beek, gastconservator voor de expositie van de commissie Beeldende Kunst Zwolle. foto Frans Paalman men dergelijke 'beelden' al aardig in de buurt van installaties. Van der Beek heeft het idee dat hij 'iedereen hier ontzettend enthou siast voor kan maken'. „De eerste vereiste is natuurlijk ontvanke lijkheid. Je moet bereid zijn het werk te laten spreken. Daar moet j e de tij d voor nemen. Maar als j e j e openstelt kun je zien dat er veel beweging zit in de beeldhouw kunst van nu én van morgen. Al leen maar mooi is daarbij niet in teressant. Kunst moet op z'n minst vragen stellen. Ik vind dan ook dat er geen grenzen zijn. Of iets aan stoot geeft, vind ik niet interes sant. Ik loop hier de hele week te glimlachen, dit is echt geweldig om te doen. Toen Speakman hier die brandstapel had opgebouwd in de verder nog lege kerk, zou ik er het liefst een matrasje naast leg gen om hier te overnachten. De combinatie van religie, kerk, brandstapel en een gefingeerd lijk is fascinerend. Wat je hier ziet is wat Nederland op dit moment aan beeldhouwkunst heeft te bieden. En dan blijkt dat van de verschil lende disciplines juist in de beeld houwkunst nu de meeste bewe ging zit." Dick Laning Mutatis Mutandis in de Broerenkerk te Zwolle, tol en met 24 juni. Met Karin Arinkf Merijn Bolink, Hans van Ben- tem, Tom Claassen, Martina Florians, Liet Heringa, Mathilde ter Heijne, Ca ret Lanters, Anne van de Pals, William Speakman, Karin Trenkel, Jan Eric Visser en Lie van der Werff. Catalogus: Uitgeverij Waanders,f25,-. Toen het thema van de Neder landse bijdrage aan de we reldtentoonstelling in Lissabon bekend was, lag de keuze van een representatieve kunstenaar voor de hand. In het Nederlandse pa viljoen wordt de nadruk gelegd op alle facetten van de Noordzee. Dit thema is afgeleid van het hoofdonderwerp van Expo 98: The oceans, a heritage for the fu ture'. Zee en polderland vormen in Nederland twee kanten van dezelfde medaille en er is slechts één kunstenaar die zich chroni queur van het landschap in wor ding mag noemen en dat is Ger Dekkers uit het Overijsselse Dwarsgracht. In het door archi tectenbureau Quist Wintermans (Rotterdam) in samenwerking met Total Design Vormgevers ontworpen paviljoen worden doorlopend negendelige sequen ties van hem geprojecteerd: New Dutch Seascapes. Lissabon verwacht dat de ko mende maanden alleen al 130.000 Nederlanders zullen af komen op Expo 98. Als de chaos die voorafging aan de officiële opening kenmerkend is, dan staat de organisatie een hete zo mer te wachten. Vooralsnog houdt bijna iedereen in de Portu gese hoofdstad het hoofd echter redelijk koel. Opgebroken stra ten, bouwputten, onnavolgbare omleidingen en schrille politief- luitjes kunnen de feestvreugde nauwelijks bederven. Lissabon is even het centrum van de wereld en dat zullen de inwoners van de stad weten ook. In de tentoonstellingshal waar de Nederlandse bij drage is onderge bracht, heerst vredige rust. Op merkelijk is het dynamische licht, beïnvloed door zon en wol ken. Het lijkt voor de bezoekers alsof zij zich buiten bevinden. De aandacht wordt getrokken door een enorm projectiescherm van vier meter hoog en zesendertig meter lang, waarop steeds negen opeenvolgende beelden van Ne derlands polderland te zien zijn. Het programma bestaat uit tien series. Enkele meters onder het diascherm slingert een gestileer de glazen golf die doorloopt tot aan een fictieve dijk met kustver- zwaringen van betonblokken en vijf draaiende windturbines. Ne- derlandser landschap is nauwe lijks denkbaar. Normaal gesproken worden de Fotograaf Ger Dekkers in Dwarsgracht....emotioneel bij zee en land betrokken.... negendelige fotoseries van Ger Dekkers (Borne, 1929) in blokken van drie bij drie gepresenteerd. In Lissabon is echter gekozen voor een skyline-effect. Wie Panora ma Mesdag kent, zal de fotoreek sen ervaren als een hedendaagse variant op het illustere huzaren stuk. In het langgerekte, frag mentarisch opgebouwde panora ma benadrukt de kunstenaar dat hij zich graag laat verrassen door omstandigheden die het land schap dicteert of ingeeft. Dek kers kijkt met het oog van een schilder, voelt zich in de eerste plaats beeldend kunstenaar en pas in tweede instantie fotograaf. Het fototoestel is weliswaar zijn medium bij uitstek geworden maar blijft een stuk gereedschap. In het werk van Ger Dekkers ko men allerlei wetenswaardighe den voor die zijn schildersblik verraden. De noodzaak om het gefotografeerde beeld te mani puleren ervaart de kunstenaar uit het Overijsselse plaatsje Dwars gracht niet. In tegenstelling tot conceptuele kunstenaars voor wie de foto het uitgangspunt vormt voor artistieke exercities, vermijdt Dekkers dergelijke in grepen. Hij fotografeert het liefst vanuit de hand. Het gebruik van een statief werkt remmend op zijn emotionele binding met de omgeving. De fotobeelden worden door Dekkers gerangschikt in een leesbare volgorde. Dat gebeurt vanuit een innerlijk gevoelde be hoefte om zo helder mogelijk het verhaal te vertellen van de fasci natie die de kunstenaar onder ging toen hij ze maakte. Het scheppingsproces is doelbewust eenvoudig gehouden. Wat hij met het blote oog waarneemt, ziet hij ook door de lens. Zijn fotoseries zijn verslagen van ervaringen en waarnemingen waarbij emotio nele betrokkenheid voorop staat. Er wordt pas gefotografeerd als een impuls van buitenaf dat in geeft. Intuïtie is essentieel. Van ingewikkelde kunstgrepen en technische hoogstandjes moet Dekkers niets hebben. Hij is geen doka-man. Het hele beeld wordt gebruikt/ Er wordt niets aan ver knipt of veranderd. Ondanks de restricties die hij zichzelf oplegt, doen zich zoveel bijzondere mo menten en waarnemingen voor dat er volop materiaal voorhan- foto Freddy Schinkel den is voor vei-rassende beelden. Het 'nieuwe land' is voortdurend aan verandering onderhevig en levert steeds weer nieuwe ont dekkingen op. De landschappen van Dekkers bezitten een abstracte uitstra ling. Een strekdam lijkt een gesti leerde vogel en een aantal achter elkaar gepresenteerde foto's sug gereren de beweging van een stij gend of dalend vliegtuig. Die sug gestie verwijst indirect naar Dek kers' passie voor het vliegen. De vele vlieguren die hij inmiddels maakte, hebben zijn blikveld let terlijk verruimd. Naast ordenin gen in de vorm van een stripver haal, doen zich blokvormen, dia gonalen en kantelingen van 180 en 360 graden voor, die het ab stractieniveau versterken. 'Panorama Dekkers' geeft in vo gelvlucht een overzicht van het complete oeuvre van de kunste naar. New Dutch Seascapes om- spant een periode van tien jaar. De oudste serie uit 1988 werd ge maakt in Zeeland (Neeltje Jans) en de meest recente serie uit 1997 toont de Noordermeerdijk bij het IJsselmeer. Verder heeft hij onder meer de Eemshaven en de Wad denzee in beeld gebracht. Tijdens de officiële opening be nadrukte de Portugese president Sampaio dat Expo 98 beschouwd moet worden als een poging om te laten zien wat de 21ste eeuw ons zal brengen. Omdat de manifes tatie over de grenzen van het mil lennium wil kijken, kunnen de fotoreeksen van Dekkers gezien worden als een kroon op de Ne derlandse bijdrage. Als geen an der heeft de kunstenaar een stempel gedrukt op de na-oorlog- se ontwikkeling van fotografie als autonome kunstvorm in Ne derland. De dialoog tussen na tuur en cultuur wordt op het scherpst van de snede gevoerd in de revolutionaire winning van nieuw land en Dekkers is verant woordelijk voor de artistieke beeldvorming van dat fenomeen. Hij volgde de evolutie van het polderland op de voet en zal dat ook in de toekomst blijven doen. Persoonlijke stemmingen zijn door hem met het vlakke cultuur landschap verbonden op een ma nier die niet los gezien kan wor den van de Nederlandse traditie van landschapsschilderkunst. In Dekkers' Nieuwe Romantiek spelen het vertrouwen in de auto nome blik van de kunstenaar en de reactie op de algemene verkil ling en het verlies aan emotie in de hedendaagse kunst een hoofd rol. Dekkers laat er geen misver standen over bestaan dat hij ge voelsmatig betrokken is bij het calvinistische streven om geen meter grond verloren te laten gaan. Elke stap die hij op polder- grond zet, ervaart hij als een fy siek contact met de zeebodem. Die lichamelijke ervaring is terug te vinden in de manier waarop hij zijn New Dutch Seascapes in beeld brengt. Wim van der Beek 'Expo 98'. Lissabon: t/m 30 septem ber, dagelijks 10.00-20.00 uur. Infor matie: Stichting Nederland Wereld tentoonstellingen, tel. 070-3564503. In het najaar van 2000 pre senteert het Utrechtse Centraal Museum een ten toonstelling over het Utrechtse werk van Pieter Jansz. Saenredam (1597- 1665). Op een door het mu seum georganiseerd voorbe reidend symposium van internationale experts is echter gebleken dat er nog heel veel onduidelijk is over de werkwijze van Saenre dam. Hoewel algemeen erkend als een zeer belangrijke zeven- tiende-eeuwse kunstenaar, zijn er maar een handjevol boeken en artikelen over hem geschreven. Saenre- dams tekeningen moeten nog nader worden onder zocht, ondertekeningen van schilderijen moeten zicht baar worden gemaakt, de verflagen moeten nader worden bestudeerd, enzo voorts. Twintig weken bracht Saen redam in Utrecht door, in het jaar 1636. Hij kwam er om tekeningen te maken van de middeleeuwse kerken. Deze tekeningen gebruikte hij la ter voor zij n beroemde schil derijen van kerkinterieurs. De schilderijen van de Utrechtse kerken behoren tot de beste in zijn oeuvre. Kenmerkend voor deze schilderijen is dat ze zeer ge detailleerd en waarheidsge trouw zijn. In dat opzicht fungeren ze als portretten van kerkgebouwen. Toch zijn Saenredams schilderij en geen geschilderde bouw tekeningen, want hij slaag de er in een opvallende religieuze sfeer in zijn schil derijen te creëren. Saenredam was de eerste kunstenaar die de kerkinte rieurs niet bijelkaar fanta seerde, zoals gebruikelijk was bij architectuurschil ders, maar bestaande ker ken afbeeldde. In Utrecht maakte hij de meeste teke ningen van de Mariakerk, maar hij werkte ook in de Dom, de Buur-, Jacobi-, Pie- ters-, Jans- en Catharijne- kerk. Wiskundige Op het symposium bleek dat Saenredam in bepaalde op zichten eerder een wiskun dige was dan een kunste naar. Van de kerken die hij schilderde maakte hij zeer gedetailleerde constructie tekeningen, waarvoor het nodig was de verschillende onderdelen van het gebouw secuur op te meten. Met be hulp van de zogenaamde in- frarood-reflectografie is het tegenwoordig mogelijk on der de verflaag van een schilderij te kijken. De on dertekening wordt dan zichtbaar. Uit deze onderte keningen blijkt dat Saenre dam niet alleen met teken- stift en penseel werkte, maar ook met de liniaal. Door kaarsrechte lijnen te trekken, zorgde hij ervoor dat zijn geometrische con structies tot in detail klop ten. Wanneer je zijn schilde rijen van dichtbij bekijkt, zie je soms een klein gaatje in de verf. Dit gaatje werd veroorzaakt door een spij kertje dat de kunstenaar in zijn paneel sloeg op de plaats van het perspectivi sche verdwijnpunt. Alle dia gonale lijnen in een schilde rij komen in dit punt samen. Door aan het spijkertje een touwtje te spannen, en langs dit touwtje lijnen te trekken, wist de kunstenaar zeker dat het perspecti ef zou klop pen. Lagen Verder onderzoek moet nog duidelijk maken of er veel tijd heeft gezeten tussen het opbrengen van de verschil lende lagen verf. Dit is zin vol om te weten omdat op Saenredams schilderijen fi guurtjes vaak pas werden geschilderd als het grote werk al af was. In enkele ge vallen is al gebleken dat de figuurtjes veel later, soms zelfs na Saenredams dood op zijn kerkinterieurs zijn gezet. Dit roept vragen op. Heeft Saenredam dat wel gewild? Moeten de figuur tjes van het schilderij ver wijderd worden omdat ze niet van de hand van de meester zijn? De discussies zullen de ko mende maanden worden voortgezet. Op de tentoon stelling hoopt het museum de belangrijkste onder zoeksresultaten klaar te hebben. 'Ook de bezoekers zullen inzicht krijgen in de werkwijze van Saenredam omdat op de tentoonstelling niet alleen schilderijen maar ook veel bijbehorende voor studies worden getoond', zo belooft Liesbeth Helmus, conservator oude kunst van het Centraal Museum. GPD

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1998 | | pagina 15