Roofmijt helpt de groene fruitteler
Een week van grote contrasten
PZC
buitengebied
ROELSE
29
woensdag 3 juni 1998
door A. J. Snel
De spuitmachine op het erf van
fruitteler Wim Roelse in
Koudekerke doet anders
vermoeden, maar op dit bedrijf
wordt gewerkt volgens de normen
van de Stichting Milieukeur. De
machine ziet er vervaarlijk uit,
maar hij is ontwikkeld om zo min
mogelijk en zeer streng
geselecteerde chemische
middelen toe te passen. Hier
worden appels en peren
geproduceerd met respect voor de
natuur. Een fruitteler krijgt de
Milieukeur niet gratis. Voor die
wordt toegekend, heeft hij zich
met grote ernst ingespannen om
de belasting te minimaliseren.
„Het is een kwestie van selectief
werken en denken", vat Roelse
zijn benadering van de fruiteelt
samen. Hij is, samen met zijn
vrouw Ria, klein begonnen. Met
een hectare grond in 1976. Van
lieverlee bouwden zij het bedrijf
uit en nu beslaat het zeven hectare
op drie locaties. „We begonnen, op
de gangbare manier. In de loop van
de jaren heeft zich in de hele
fruitteelt een ontwikkeling
voorgedaan waarbij men insecten
als spint en roestmijt biologisch
ging bestrijden. Het bleek anders
te kunnen en beter. In 1988 zijn wij
er op één perceel mee begonnen. Je
zet roofmijt uit in je boomgaard en
die voedt zich met spint en
roestmijt. Het systeem is simpel en
heel doeltreffend. Je snijdt
scheuten van bomen af waar op de
bladeren roofmijt zit en die hang je
in aanplant waar je dat beestje
wilt hebben. Zo reduceer je in je
boomgaax-d het aantal schadelijke
insecten. Die roofmijt doet niets
aan het blad of de vrucht, het is
dus een bondgenoot van de
fruitteler. En teveel krijg je er niet
van. Ze leven alleen als er prooi
aanwezig is, dus het aantal past
zich aan. Heb je bijna geen spint of
roestmijt, dein krijg je vanzelf
minder roofmijt."
Gaasvliegen
Het effect van de inzet van
honderdduizenden medewerkers
die alleen onder de loep
waarneembaar zijn, blijft niet
beperkt tot de vernietiging van
schadelijke insecten. Roelse:
„Buiten dat direct belang is er een
afgeleide. Als je toch andere
insecticiden nodig hebt, en dat is
zo, dan moet je
roofmijtvriendelijke middelen
gebruiken. Je ziet dan dat je ook
gaasvliegen en lieveheersbeestjes
krijgt die op hun beurt weer luizen
vernietigen en oorwurm die de
natuurlijke vijand is van
bloedluizen. Zo groeit het. Een
enorm voordeel is dat je een
blijvend systeem in de boomgaard
krijgtInsecten ontwikkelen altijd
op langere termijn resistentie
tegen bestrijdingsmiddelen
waardoor je op zoek blijft naar
wat werkzaam is. Dat heb je met
de inzet van natuurlijke vijanden
niet. Het systeem blijft intact."
Roelse beschouwt het als ideaal
compleet biologisch fruit te telen,
dat wil zeggen helemaal zonder
synthetische middelen. Hij heeft
bij collega's rondgekeken en
geconstateerd dat sommigen een
Ria Roelse runt de winkel van De Groene Fruitteler.
fotografie Lex de Meester Peren
aantal stappen verder zijn dan hij
„Ik leer daarvan. Het is onzin om
opnieuw te proberen het wiel uit te
vinden en allerlei experimenten
uit te voeren waar anderen de
problemen en voordelen al van in
kaart gebracht hebben."
Hij heeft vastgesteld dat de
overgang naar biologische
fruitteelt niet abrupt mogelijk is.
In de gangbare fruitteelt wordt
veelal gewerkt met een systeem
van drie rijen bomen kort bij
elkaar en daarnaast steeds een
pad. Wie biologisch wil telen loopt
op dat systeem vast. De bomen
staan te kort op elkaar om er
tussenin de bodem vrij te kunnen
houden van gras en onkruid door
dat af te branden of te schoffelen.
Roelse: „Als je dat systeem
eenmaal hebt, kun je het niet
zomaar veranderen. Je kunt
moeilijk al je percelen rooien en in
één keer opnieuw beginnen. Dan
heb je een tijdlang geen inkomen.
Wat wij dus doen is steeds kijken
welke volgende stap we kunnen
nemen. Ik zie het heel simpel: bij
nieuwe aanplant kies ik een één-
rij en-systeem waardoor we in de
toekomst in ieder geval de handen
vrij hebben als we compleet
biologisch willen gaan telen. Je
moet je dan wel rekenschap geven
van de drie hoofdproblemen die je
te lijf moet: bestrijding van
insecten, onkruidbestrijding en
ziektebestrijding. Het laatste is
het moeilijkst. Het is zoeken. Ik
doe nu mee aan een project van de
Nederlandse Fruittelers
Organisatie (NFO). Ik heb een
halve hectare ingeplant met het
schurftresistente ras Santana. Zo
kijk je hoe je verder de biologisch
kant uit kunt gaan. De consument
wordt toch gevoeliger voor die
produkten. Mensen willen steeds
meer weten over de herkomst van
voedsel en teeltmethoden."
Erkenning
Voorshands heeft hij de
Milieukeur veroverd en in het
verlengde daarvan het Zeeuwse
Keurmerk voor appelsap en
perensap, geperst uit
milieuvriendelijk geteeld fruit.
Ook de erkenning van de Stichting
Milieukeur heeft hij via deelname
aan een project van de NFO
binnengehaald. „De organisatie
heeft landelijk telers benaderd die
een methode wilden beproeven om
zoveel mogelijk milieuwinst te
halen. Wij hebben daar altijd al
interesse in gehad en nu kregen we
een kans om te werken met
professionele begeleiding van
Fruitconsult International in
Geldermalsen, een adviesbureau.
Ik voelde me gerustgesteld dat
Fruitconsult het aandurfde. Dat is
een bureau dat een reputatie te
verliezen heeft. De Stichting
Milieukeur stelt genuanceerder
eisen dan de biologische fruiteelt.
Er worden wel synthetische
middelen toegepast, maar heel
selectief. Daarbij is er een scherpe
toetsing op drie hoofdzaken: er
worden strenge grenzen gesteld
als het gaat om de belasting van de
bodem, het grondwater en de
lucht. Het betekent dat een aantal
middelen die we voorheen
gebruikten, wegviel. En is het
bijvoorbeeld een middel dat maar
eenmaal in het jaar mag worden
toegepast. Dat betekent dan dat je
heel goed moet letten op timing.
De Stichting Milieukeur kijkt ook
naar andere zaken. Je moet over
een spuitmachine beschikken die
voldoet aan bepaalde eisen voor
de emissie van sproeinevel. Dooi
de keus van de middelen en de
machine kom je niet uit op een
goedkope teelt. En dus wil je een
optimaal rendement. Mij is het
niet tegengevallen. Ik heb vorig
jaar een deel van de oogst op het
hout verkocht tegen een goede
prijs. Dat beschouw ik als
erkenning want een handelaar wil
een stuk winst realiseren en kijkt
dus heel goed naar wat hij koopt.
Onze oogst kon de toets met
andere produkten doorstaan."
Roelse praat gedreven over zijn
vak en over de nieuwe wegen die
Fruitteler Wim Roelse: „Het groene systeem is simpel en doeltreffend.'
hij wil inslaan. Als een man met
een boodschap. Die trouwens ook
wordt overgebracht via de
verkoop aan huis. Aan de Ter
Poorteweg in Koudekerke is
verkoopt er appelen en peren,
sappen met het Zeeuwse
Keurmerk en wat produkten als
aardappelen en uien.
Hij was erop gebrand de
's middags het vinkeltje open. Ria Milieukeur en het Zeeuwse
De Groene Fruitteler
0 fruit, geteeld met respect voor de natuur
"r
Keurmerk te mogen voeren. „Niet
omdat het direct geld oplevert. We
willen dat onze produkten zich
onderscheiden van andere en dat
kwaliteitswaarborg is daarvoor
van belang In de toekomst zal dat,
denk ik, nog wel meer gewicht in
de schaal gaan leggen. Wij vinden
het prachtig steeds nieuwe
stappen te zetten en steeds meer
consumenten zullen er steeds
meer belang aan hechten dat de
natuur zoveel mogelijk
gerespecteerd wordt."
Entree van het groene fruitteeltbedrijf in Koudekerke.
Controle op roofmijt.
door A.J. Snel
Hij heeft dag in dag uit met de
natuur te maken, maar vorige
week werd Kees Bierens er
plotseling toch weer heel sterk bij
bepaald hoe afhankelijk een boer
is van omstandigheden die hij niet
in de hand heeft. Hij ging op
bezoek bij een collega in de staart
van Zuid-Beveland en trof daar
een ravage aan. De hagel was die
woensdag als een gesel over de
akkers gegaan. Niet alleen de
fruitteelt liep een enorme schade
op, ook op een aantal
akkerbouwbedrijven kwam de
klap hard aan. De wintertarwe
was zwaar beschadigd. Het
vlagblad, dat gezond gehouden
moet worden omdat het bepalend
is voor de korrelopbrengst, hing er
in rafels aan of was vernietigd.
„We kwamen er een paar uur na de
bui. Er lag nog bij elkaar geveegde
hagel. Het deed onwezenlijk aan;
het leek wel winter. Je ziet wel
eens foto's in de krant of beelden
op het Journaal, maar als je met
zoiets in werkelijkheid
geconfronteerd wordt, dan komt
het wel heel indringend op je af."
Het contrast met de situatie op
zijn eigen bedrijf was groot.
Bierens zag een hoeveelheid regen
over zijn land neerdalen die
optimaal was voor zijn gewassen.
Twintig millimeter. Tien was al
genoeg geweest maar dit was
voortreffelijk, ook al doordat het
mooi gedoseerd in enkele malen
neerkwam. „De verschillen per
bedrijf kunnen heel groot zijn. Op
de ene plaats valt precies de
hoeveelheid regen die je nodig
hebt en een eind verderop kun je
zoveel neerslag hebben dat de
grond dichtslaat en er
korstvorming optreedt."
Hij heeft zich de afgelopen week
beziggehouden met wat hij
aanduidt als 'verpleging'.
Onkruidbestrijding, preventief
spuiten tegen schimmel in de
tarwe. Met gekeurde machines en
met een licentie op zak. Een
verplichting „Dat geldt ook voor
het werken met de rugspuit.
Boeren moeten een diploma
hebben en goedgekeurd
materiaal. Buiten het
boerenbedrijf worden die eisen
niet gesteld", wil hij wel gezegd
hebben.
Intussen is de minicamping
volgelopen met gasten, 't
Munnikenhof kent die activiteit
nu voor het vijfde seizoen. Bierens
heeft er gaandeweg een vak mee
bijgeleerd. Hij heeft ervaring
opgedaan met de spreiding van
seizoen- en passantenplaatsen.
Zet je mensen die de hele zomer
door een plek bezetten op een
kluitje, dan heb je kans dat ze gaan
klitten. Of erger nog, dat ze ruzie
krijgen. Ze staan dus door elkaar,
de vijf vaste klanten en de tien
gasten voor kortere perioden. Na
Pinksteren zijn dat er minder. Dan
wordt het maximale aantal
plaatsen volgens de regels tien in
een verhouding van vijf op vijf.
De bezetting is geen probleem. In
het eerste jaar zette hij, omdat een
lege camping er niet aantrekkelijk
uitziet, in het vroege voorjaar een
paar lege caravans uit zijn stalling
neer. Als een straatmuzikant die
om te beginnen zelf een paar
muntstukken in zijn hoed gooit
om het goede voorbeeld te geven.
Die tijd is voorbij. Belangstelling
genoeg.
Akkerbouwer C.J. Bierens uit Grijpskerke doet in deze rubriek weke
lijks verslag van zijn werk en wederwaardigheden.