Driedaagse Axel heeft nieuwe dimensie
PZC
De lat van Roy Sentjens ligt hoog
Axel een toonzaal van talent
Ik ben misschien naïef geweest
AXEL (HxUxil)
junioren driedaagse
sport
37
Iedereen blij met vreemdgaan van internationale wielerwedstrijd voor junioren
vrijdag 22 mei 1998
De wielergekke Ap den Doel-
der reed vorig jaar een week
mee in de volgerskaravaan van de
Tour de France. En in een wieler
gekke streek, met dikke rijen toe
schouwers, viel zijn oog op een
originele ode aan de Tourhistorie.
Zo om de honderd meter reed het
peloton langs een spandoek, met
een winnaar en een jaartal.
Maurice Garin in 1903... Henri
Cornet in 1904... Louis Trousse-
lierin 1905... En veel verder: Gino
Bartali in 1948... Fausto Coppi in
1949... Ferdi Kublerin 1950... Ki
lometers lang, tot het spandoek
met: Bjarne Riis in 1996...
„Dat wil ik ook", riep de organi
sator van de Juniorendriedaags
van Groot Axel verrukt. Hij
dacht hardop aan de renners die
in zijn wedstrijd schitterden:
„Davide Rebellin, Nicolas Jala-
bert, Henk Vogels, Andrea Peron,
Leon van Bon, Philippe Gau-
mont, Servais Knaven."
De Juniorendriedaagse is een
kweekvijver voor latere toppers
in het profpeloton. De wedstrijd
telt mee in de strijd om de wereld
beker (Coupe du Monde) en dus
sturen wielerlanden van naam en
faam hun grootste talenten naar
Axel. Het is wel opvallend dat de
Italianen al een paar jaar op de
startlijst ontbreken.
De charme van de Juniorenkoers
is dat de jonge renners voor het
grote publiek nog onbekend zijn.
De Nederlander Roy Sentjens en
de Belgen Jurgen van Gooien en
Gert Steegmans zijn bijvoor
beeld nog weinig zeggende talen
ten, die door de kenners een grote
toekomst worden voorspeld.
Frans Maassen, de nationale
coach van de junioren, voorspelt
trouwens een ouderwetse Hol
land-België in de Driedaagse van
Axel, die na twee dagen over
Zeeuws-Vlaamse wegen voor de
slotetappe naar de Vlaamse Ar
dennen trekt. Voor Ap den Doel-
der en zijn organisatiecomité een
uitstapje dat de koers nog meer
glans en allure geeft.
Frits Bakker
Rcibobank-junior stelt zich kandidaat voor eindzege
Roy Sentjens maakt naam met dezelfde
vaart als waarmee hij zijn wedstrijden
wint. Dankzij de snelle sprint die hij in zijn
benen heeft, werd de 17-jarige junior van Ra
bobank vorig jaar vierde op het WK in San
Sebastian. Dit jaar wil Sentjens prijzen pak
ken, te beginnen met de internationale junio
rendriedaagse van Axel. Met alleen een etap
pezege zal hij niet tevreden zijn. „Ik richt me
volledig op het klassement, want ik wil de
driedaagse winnen."
Sentjens zegt nog net niet dat hij de drie
daagse móét winnen, maar volgens zijn
ploegleider Frans Maassen voelt hij het zo
ongetwijfeld wel. Begin april, na afloop van
de eerste wereldbekerwedstrijd in Basse
Goulaine, sprak Maassen zijn zorg uit over
de druk die de jonge renner zichzelf oplegt.
Sentjens, die tweede werd in Frankrijk, er
kent dat hij hoge eisen stelt aan zichzelf.
„Van nature ben ik rustig, maar wanneer ik
op de fiets zit, maak ik me druk. De ploeglei
ding zegt dat dat niet goed is. maar het gaat
vanzelf. Ik wil nu eenmaal wedstrijden win
nen."
Eerzucht
Ingegeven door de eerzucht die hem drijft,
koos Sentjens, die woonachtig is in het Belgi
sche Hamont, enkele jaren geleden bewust
voor een gedegen opleiding in het wielervak,
toen hij de Noord-Limburgse Wielerclub
verruilde voor de Rabobank-juniorenploeg.
„De opleiding zoals ik die krijg bij Rabo
bank, krijg ik nergens anders. Er zijn prof-
ploegen die het met minder moeten doen. In
België heeft men destijds nogal een probleem
gemaakt van mijn overstap naar Nederland.
Ik heb echter niet voor een land gekozen,
maar voor mezelf als renner."
Met dank aan het feit dat hij snel is in de
sprint, pikt de Belgische Nederlander met
enige regelmaat zijn zeges mee. Vorig jaar
veroverde hij zelfs bijna de wereldtitel. Hoe
wel hij zich in de straten van San Sebastian
liet insluiten in de massasprint en daardoor
net naast de medailles greep, is Sentjens
sindsdien een naam in het internationale ju
niorenpeloton, met alle gevolgen van dien.
„In 1997 had ik veel vrijheid, nu wordt er
voortdurend op mijn wiel gereden. Ze ken
nen mij inmiddels en laten me niet zo makke
lijk meer gaan. Dat is lastig koersen, maar
aan de andere kant word ik er sterker van,
want ik moet er meer voor doen om andere
renners uit mijn wiel te rijden."
Hoewel hij een opleiding tot metaalbewerker
volgt, streeft Sentjens ernaar beroepsrenner
te worden. Om dat doel te bereiken, wil de
zoon van een Nederlandse vader en een Bel
gische moeder volgend jaar niets liever dan
doorstromen naar de amateurtak van Rabo
bank. Eerst echter wil hij zijn juniorenjaren
in stijl afsluiten. Om te beginnen in de Axelse
driedaagse, waar hij naar eigen zeggen het
een en ander heeft recht te zetten. „Vorig jaar
had ik een mindere periode ten tijde van de
driedaagse. Mijn vorm was niet goed, waar
door ik niet kon uitblinken. Met de elfde
plaats in het eindklassement was ik verre van
tevreden."
Klimmer
In 1998 is alles anders voor Roy Sentjens. Met
hart en ziel heeft hij toegeleefd naar de
Zeeuws-Vlaamse wereldbekerwedstrijd, die
dit jaar wordt besloten met een rit rond Zot-
tegem, waarin onder meer de Valkenberg en
de Berendries zijn opgenomen. Met zijn rijzi
ge gestalte is Sentjens geenszins het prototy
pe van een klimmer, maar het 1 meter 88 lan
ge talent rekent zich zeker niet kansloos in de
Vlaamse Ardennen. „Ondanks mijn lengte
kan ik goed meekomen wanneer er geklom
men moet worden. Daarnaast ben ik bekend
met de Berendries, omdat ik er regelmatig
heb getraind. De driedaagse was voor mij al
tijd al een van de mooiste wedstrijden van
het seizoen, maar nu dit jaar ook België
wordt aangedaan, kan de koers helemaal
niet meer stuk. Daarom moet ik hem ook
winnen."
Sven Remijnsen
Ab Klaeijsen: wielrenners zijn vrijbuiters
foto Charles Strijd
Een klapwiekende pendeldienst
•die de wedstrijd èn de commercie
een nieuwe dimensie heeft gege
ven. Dat alles samen - kwaliteit
van het parkoers, deelnemersveld,
veiligheid en entourage - was voor
de UCI (Union Cycliste Interna
tional) meer dan voldoende om de
Internationale Junioren Drie
daagse Axel te selecteren voor de
wereldbekercompetitie 'Coupe du
Monde'.
Face-lift
Na die erkenning in 1993 besefte
de organisatie gelukkig ook dat ze
niet op haar lauweren kon gaan
rusten. De eenmaal verworven
uitstraling dwong tot het voortdu
rend vernieuwen op alle terreinen
Zowel sportief als budgettair. De
aanzet tot de sportieve face-lift
werd door oud-districtsconsul
Henk Remijnsen gegeven. „Ga de
grens over", luidde zijn advies, na
dat hij uit gesprekken met KB WB-
voorzitter Laurent de Backer had
begrepen dat het koninklijk sport-
verbond Strijpen ter gelegenheid
van het 60-jarig bestaan op zoek
was naar een uniek j ubileumnum-
mer.
De vrijage na de eerste contacten -
naar goed Belgisch gebruik in een
brouwerij gelegd - voorspelt veel
goeds. Tijdens de presentatie kon
het geluk van de twee 'verliefden'
met bakken van de gezichten wor
den afgeschept. Volkomen begrij
pelijk ook: in het geven en nemen
van elk huwelijk hebben deze
partners elkaar immers veel te
bieden. Met de Vlaamse Arden
nen-finale waartoe de kennisma
king besloot, krijgt 'Strijpen' niet
alleen een meer dan schitterende
viering van het bestaansjubileum,
maar krijgt de club van voorzitter
Roland Savat (ook al zo'n Bour
gondisch type) op slag ook een
mondiaal kleurtje aangemeten.
En - eerlijk is eerlijk - voor de
stichting van wielerambassadeur
Ap den Doelder komt het niet on
gelegen dat in het kader van spon
soring ook Belgische geldschieters
het evenement verder gaan dra
gen. Iedereen gelukkig. Niet in het
minst de afdeling sponsorzaken
van de organisatie (Joop de Jonge
en Jan Boerbooms) die hun ver
kooppraatje nu ook in België kun
nen houden en de businessclub
daar verder uit kunnen bouwen.
En parkoersbouwer Thijs van Bo
ven moet in alle staten zijn nu hij
het deelnemersveld de 'bergzone'
van de Vlaamse Ardennen met
Taaienberg, Oude Kwaremont,
Bosberg en Berendries over kan
voeren. Maar zeker ook de keuze
heren van de nationale selecties
die op de slotdag van de driedaag
se in de Vlaamse Ardennen een
parkoers vinden dat een uitste
kende test vormt voor het WK in
Limburg eind dit jaar.
Mijlpaal
De Internationale Junioren Drie
daagse Axel gaat 'vreemd'. Met in
stemming van alle partijen zelfs.
„We hebben een ploeg die dat aan
kan", weet dirigent Ap den Doel
der zich verzekerd van een des
kundige staf. Met de Belgische
vrienden erbij vormt de 17e uitga
ve van de driedaagse een mijlpaal
in de historie van het evenement
Jan Roovers
Hij was zelf ooit een meer dan
verdienstelijk amateur en
maakte deel uit van een sterke
Zeeuwse lichting. Ab Klaeijsen
was verknocht aan wielrennen,
maar zette al op 21-jarige leeftijd
abrupt een punt achter zijn loop
baan. De Zeeuws-Vlaming bleef
de sport volgen, hij hield het fiet
sen verder voor gezien. Als nieuw
lid van het bestuur van de Interna
tionale Juniorendriedaagse voelt
Klaeijsen zich weer nauwer be
trokken bij de wielersport, die hij
'relatief eerlijk' noemt.
Het staat in schril contrast tot een
uitspraak, die hij zich aan het eind
van het gesprek laat ontvallen. Ab
Klaeijsen (48) reed zes jaar mee in
het peloton en nam het onder an
dere op tegen Charles de Smit,
Guido Paridean, Han Westerweele
en Peter Vonck. Van junior tot
amateur leerde hij de fijne kneep
jes van het wielervak en genoot hij
met volle teugen.
„Ik vind het nog altijd een heel
mooie sport. Met af en toe wat uit
wassen, hoewel ik dat zelf nooit
heb gezien", zegt hij. „Dat was
misschien wel een beetje naïef,
want achteraf denk ik wel eens dat
ik heel rare dingen heb gezien. Ik
heb maar van twee dingen spijt.
Het was jammer dat ik het opeens
niet meer kon opbrengen, en dat ik
niet nog eens een paar maanden
als prof heb geprobeerd. En ik heb
er spijt van dat ik nooit eens do
ping heb gepakt. Ik had graag wil
len weten wat het verschil qua
prestatie was geweest. Maar dat is
toen nooit bij me opgekomen."
Ab Klaeijsen zat op de middelbare
school in Terneuzen, toen het fiet
sen zich voor hem als een heerlijke
sport openbaarde. „We reden elke
dag op de fiets van Biervliet naai
school. Het laatste stuk door de
Neuzenpolder was altijd een race.
Ik merkte dat het me wel goed af
ging. Ik ging altijd naar Sjaak
Beun kijken, want ik mocht in eer
ste instantie van mijn ouders zelf
niet wielrennen."
Hij gooide er als tegenmaatregel
op school met de pet naar, bleef
prompt zitten in de tweede klas en
dwong op die manier af dat hij
toch wielrenner mocht worden.
„In elke plaats in Zeeuws-Vlaan
deren had je wel één of meer cou
reurs. Er was dus altijd wel ie
mand om mee te gaan trainen. Het
wielrennen stond toen geweldig in
de belangstelling. Er was een heel
sterke lichting Brabantse renners,
die altijd deze kant op kwam. En
in Zeeuws-Vlaanderen was er een
geweldige strijd, tussen Toine van
den Bunder, Wim de Waal en Peter
Gödde."
Dure sport
„In mijn eerste jaar als junior won
ik drie keer. Ik kon redelijk sprin
ten, maar was niet echt uitgespro
ken rap. Als je in de prijzen reed,
kreeg je in Nederland waardebon
nen, die je bijvoorbeeld kon inle
veren voor tubes. In België kreeg je
altijd geldprijzen. Dat was lekker
meegenomen, want wielrennen is
toch een relatief dure sport. Ei
genlijk moest je in die tijd twee
fietsen hebben, omdat je in Neder
land met een vast verzet (52x18)
moest rijden en in België met een
derailleur mocht fietsen."
Zijn goede start als junior stimu
leerde hem om door te gaan. „Een
wielrenner is in zekere zin een
vrijbuiter, die er toch veel voor
over heeft", stelt hij vast. „Ik ging
elke middag trainen, leerde daar
na nog een paar uurtjes en ging al
tijd vroeg naar bed. Ik kreeg in no
vember verkering met een meisje
uit Terneuzen, maar op 1 januari
zei ik: het spijt me, maar nu ga ik
weer trainen."
„Het is een heel mooie sport,
waarin je strijd levert van man te
gen man. Vooral bij de junioren
vliegen ze erin. Daar wint echt de
sterkste van allemaal. Later, bij de
amateurs, leer je tactische kneep
jes. Het net wegspringen voor een
bocht, je tegenstander bekijken en
testen. Gaat het harder of langza
mer als hij overneemt? Welk verzet
rijdt hij?"
„Ik heb het meegemaakt dat jon
gens zeiden dat ze niet meer kon
den, maar als een raket naar voren
schoten als de finish in zicht
kwam. En je moet niet als een gek
terug willen aansluiten, als je pech
hebt gehad. Het is vooral heel leuk
als het goed gaat. Als een elftal
goed draait, is er geen gedonder.
Dat geldt ook voor een individuele
sporter. Het geeft een goed gevoel
om een ander je wil te kunnen op
leggen. Als je daarna een keer het
onderspit delft, dan heb je daar
ook vrede mee."
Ab Klaeijsen bewaart zijn mooiste
herinneringen aan de contacten
die hij opdeed en aan overwinnin
gen, die tot de verbeelding spra
ken. „Als amateur winnen in Aar
denburg, de plaats van je sponsor.
Als junior winnen in een grote
klassieker met 160 deelnemers.
Dat vergeet je nooit meer. Daar
naast heb ik heel veel mensen le
ren kennen. Als amateur ben ik
naar het eiland Man geweest en
naar Zwitserland. Als jongen uit
Bieiwliet reisde ik met een vlieg
tuig, en op het vliegveld kwam ik
Eddy Merckx tegen. Dat was toch
heel bijzonder."
„Ik heb nog altijd contact met
Sven Ake Nilsson, die ik als ama
teur van Trico Noble tijdens een
trip naar Zweden leerde kennen.
Hij is bondscoach van Zweden ge
weest en heeft als bondscoach van
Denemarken Bjarne Riis en Jesper
Skibby onder zijn hoede gehad. Ik
ben een paar keer bij hem op va
kantie geweest en heb er een goede
vriend aan overgehouden."
Ab Klaeijsen stopte na zes jaar
fietsen, 21 jaar oud. In Westdorpe
reed hij zijn laatste koers. „Ik kon
de motivatie niet meer opbren
gen", klinkt het berustend. „Ik
reed nog best goed, maar vroeg me
in de kermiskoersen steeds af wat
ik nou eigenlijk aan het doen was.
Iedereen die begint, wil prof wor
den Ik had gezien dat dat er niet in
zat. Een paar dingen heb ik gehou
den, maar het meeste verkocht. Ik
heb alleen een sportfiets gekocht
om naar mijn werk te rijden.
Peter van Kouteren
De ex-wielrenner Ab Klaeijssen is nu een van de organisatoren van de Juniorendriedaagse. „Wielrennen is een
relatief eerlijke sport." foto Charles Strijd
De nationale selectie met Roy Sentjens (r) als kanshebber. De ploeg wordt tijdens de Driedaagse gecoacht door Jan Raas.
Allemaal blije gezichten on
langs bij de presentatie van de
Internationale Junioren Drie
daagse Axel. Het ging er ook zo
lekker ongedwongen aan toe. Uit
de losse pols gaf Ap den Doelder
(56), de stijlvolle preses van de
stichting die dit wielersportspek
takel met een gedreven staf van
medewerkers door de jaren heen
naar internationale faam heeft ge
voerd, het sein voor de start van de
zeventiende uitgave. Vakman
schap is meesterschap.
Met de opgewekte voortvarend
heid die de onbezoldigden eigen is,
zal de stichtingsvoorzitter ook
aan deze 'trip' beginnen. Waarbij
de herinnering aan 'hoe het alle
maal begon' zich onherroepelijk
weer opdringt. „Een bewust wie
toen Ap den Doelder als chauffeur
van een jurywagen deze driedaag
se volgde. Hij nam de organisatie
met zijn hele hebben en houwen
dan ook maar wat graag over toen
hem dat werd gevraagd.
Het moest wèl anders. Met inzet,
flair, gevoel voor stijl en hang naar
een opvallende presentatie wer
den de eerste schreden gezet op de
weg die naar (inter)nationale
roem moest voeren. Het debuut
ging gepaard met veel tam-tam,
met interessant voer voor de me
dia. Want... „We zoeken als orga
nisatie altijd naar iets nieuws",
blies hij meteen maar hoog van de
toren.
Die gedurfde uitspraak werd ech
ter ook waar gemaakt: een kassei
klassement, speciaal Polderbier
(een appèl aan de Bourgondische
lemummer", weet Ap den Doelder
nog hoe het intense verlangen van
de wielercomités Axel, Koewacht
en Zuiddorpe om gezamenlijk de
sleur van de plaatselijke wedstrij
den te doorbreken, resulteerde in
deze driedaagse wedstrijd.
Walter van Acker, Henri de Mul en
Piet Vasseur waren de mannen van
het eerste uur. Nou was hij altijd al
een 'wieleridioot' (ooit betrokken
bij de oprichting van de wielerver
eniging Zeeuws-Vlaanderen),
maar na een stille periode, ingege
ven door zakelijke belangen, werd
het vuurtje weer aangewakkerd
verschijning van de stichtings
voorzitter), een Grand Prix de
Nostalgie met oud-profs en - sinds
enkele jaren - het inzetten van een
helikopter. Zelfs het luchtruim
was sindsdien niet langer veilig
voor de bonte stoet die drie dagen
lang toeterend en schallend door
Oost-Zeeuws-Vlaanderen trok. In
zijn almachtigheid besliste de or
ganisatie dat de hooggeëerde gas
ten (lees sponsors) van het jaar
lijkse circus bij toerbeurt van bo
venaf een kijkje mochten nemen
op het kleurrijke lint van wielren
ners.
Het organisatiecomité van de Juniorendriedaagse heeft de wedstrijd nog meer internationale allure gegeven.
Staand vlnr. Joop de Jonge, Tijs van Boven, Ab Klaeijsen en Ko de Pooter. Zittend Jan Boerbooms, Herman
Dekker en Ap den Doelder. foto Charles Strijd