Jeremiasse op speurtocht in het peloton
Ik ben van nature een zorgeloos type
PZC
sport
35
Bloedcontroles om het imago van de wielersport te zuiveren
vrijdag 22 mei 1998
De internationale wielrenunie (UCI) voert sinds vorig jaar
controles uit in hel peloton om het gebruik van Epo terug
te dringen. Het is niet direct bedoeld als een uitbreiding van de
dopingcontroles. Wim Jeremiasse, die deel uitmaakt van het
onderzoeksteam, spreekt van gezondheidstests.
De UCI nam vorig jaar 700 bloedtesten af, die de hematocriet-
waarde van de renners moesten aangeven. Daarbij werden
veertien renners met een te hoge ivaarde uit competitie geno
men. De bekendste was de Italiaan Claudio Chiappucci, die
een startverbod kreeg op de dag van het wereldkampioen
schap.
De bloedcontroles worden onaangekondigd uitgevoerd in de
hotels waar de renners voor een wedstrijd zijn ondergebracht.
Wim Jeremiasse, ex-Zeeuw, doet de controles samen met een
team van deskundigen. Hij overvalt renners en ploegleiders in
de vroege ochtenduren om de test te doen.
Het middel EPO (Erytropoiëtine) is sinds 1987 in Europa op de
markt. Het is van origine een product voor mensen met bloed
armoede. Epo maakt rode bloedcellen aan die dienen voor het
transport van zuurstof. Het verbetert de zuurstofopname met
15 tot 20 procent. Daarom is Epo bij sporters populair.
Bloeddoping is de ouderwetse en omslachtige manier om het
zelfde effect als Epo te bereiken. Het gevaar van het middel is.
dat Epo het bloed dikker maakt, zodat de doorbloeding van de
vaten stagneert. In het ergste geval veroorzaakt dat stolsels
(trombose), met een verhoogd risico op een hersetibloedïng of
longembolie.
Wim Jeremiasse, uit Schijndel, op speurtocht in het peloton.
Maar af en toe is ook er even
foto Peter Nicolai
Wim Jeremiasse bespreekt voor de koers de knelpunten in een etappe met twee kopstukken uit het profpeloton: de Franse kampi- Wim Jeremiasse vindt zijn controlewerk bij de wielrenwedstrijden maar een 'een stresserig baantje',
oen StéphaneBarthe (links) en sprinter FrédéricMoncassin. foto Peter Nicolai tijdvoor ontspanning.
Het verhaal begint om vijf uur 's
morgens met een driftige klop
op de deur van de hotelkamer.
Wakker worden, bloedcontroles...
Wim Jeremiasse: ,,Ik vertel de
ploegleider dat hij zijn renners
binnen twintig minuten in de con
trolekamer moet laten verschij
nen. Het moet zo vroeg, omdat de
renners nuchter moeten zijn en
nog geen inspanning hebben gele
verd. En het moet zo snel, opdat ze
geen kans krijgen om te manipule
ren. Het is bekend onder renners
hoe ze de controle kunnen beïn
vloeden, bijvoorbeeld door aspiri
nes te slikken of water in de bloed
baan te brengen. Dat kunnen we
dus uitsluiten door razendsnel te
handelen."
De 56-jarige Wim Jeremiasse, die
een kleine tien jaar van zijn wie-
Ierpensioen is verwijderd, is niet
bij toeval benoemd in de commis
sie die de controles uitvoert. Hij
wordt gezien als een autoriteit in
het profpeloton. Alle grote wed
strijden heeft Jeremiasse gedaan
als internationaal jurylid. En nog
altijd treedt hij vaak op als jury
voorzitter of commissaris, zoals in
deze weken in de Ronde van Italië.
„Ik vind wedstrijdleider zijn het
mooiste van wielrennen, omdat ik
me graag tussen de renners begeef.
De wedstrijd zelf, de spanning en
de stress van de koers. Daar wil ik
heel dicht bij zijn. Ik ben gestopt
met werken, ik heb dus meer tijd
gekregen. En ik ben gevraagd door
de Commissie Veiligheid en Voor
schriften van de UCI, om de ge
zondheidscontroles uit te voeren.
Dat zal wel zijn omdat ik als routi
nier in het peloton een zekere be
kendheid geniet."
ik in de commissie. Alle acht UCI-
commissarissen met een schat aan
ervaring. Van die acht leden krij
gen Mark van de Vijver, de Belg, en
ik de moeilijkste opdracht. Dat
komt, denk ik, doordat wij het
i-en in de vroege uren voor de
koers. Dus zeg maar eens: zater
dag wordt Milaan-San Remo ge
reden en wij vallen 's morgens om
vijf uur de hotelkamers binnen.
We pikken er veertig renners uit,
Acceptatie
Hoe ziet de commissie er verder
uit. En wat is jouw aandeel in de
controles?
„We vormen een internationaal
gezelschap: de Nederlander Lon
Schattenberg is voorzitter, verder
zitten er twee Belgen, twee Fran
sen, twee Duitsers, een Italiaan en
meeste overwicht hebben. We ken
nen de ploegleiders door en door,
dan is de acceptatie groter."
„Het is wel een stressbaantje, om
dat het zo vroeg en zo snel moet ge
beuren. En je moet het heel goed
voorbereiden, zodat je 's morgens
vroeg niet voor verrassingen komt
te staan. Het moet allemaal gebeu-
die binnen twee uur een bloedtest
moeten ondergaan."
„Mijn aandeel in de controles is
dat ik leiding geef aan het team. Ik
word drie dagen van tevoren ge
beld om naar een wedstrijd af te
reizen. Meestal stap ik de dag voor
de koers in het vliegtuig. De com
missie heeft van tevoren een lijst
gemaakt met renners die we moe
ten controleren. Bijvoorbeeld: bij
acht ploegen de eerste vijf van de
rennerslijst. Dat is zorgvuldig ge
kozen. We hebben vorig jaar 700
controles uitgevoerd, dit jaar zijn
er 1500 gepland. En het is de be
doeling dat zo veel mogelijk ver
schillende renners aan bod ko
men. En ook alle categorieën:
profs, neo's, vrouwen, mountain-
bikers en baanrenners."
Discreet
Het moet onaangekondigd, dus
heel discreet gebeuren.
„Ja, dat is een eerste vereiste. Ik
vlieg naar de plaats van de start en
ga op de dag voor de controles op
verkenning. Dat moet discreet ge
beuren, want als ze mij zien lopen,
weten ze dat er controles op komst
zijn. Ik probeer zo ongezien moge
lijk te werken. Kijken welke ho
tels, waar de ploegen logeren die
we moeten controleren, een ka
mertje regelen waar de controles
worden gedaan. En 's avonds, bij
het diner, komen we bij elkaar om
alles door te nemen. We zijn met
zijn vieren: een verantwoordelijke
van de UCI uit Lausanne, met een
universitaire opleiding, een dok
ter om te prikken en een analyste
die de tests registreert in de com
puter en de uitslag opmaakt. En ik
als inspecteur."
We hebben een zeer beperkte ti j d
Ik sta om vier uur op om de ploeg
leiders te wekken van de renners
die we gaan controleren. Ik klop
aan en zeg: ik kom u een gezond
heidscontrole aankondigen, wilt u
dit formulier tekenen voor ont
vangst en de volgende renners op
controle laten komen. Dat moet
binnen twintig minuten zijn. De
tijd om te manipuleren is te kort.
Bewezen is dat renners door aspi
rines te slikken, of door water en
zout in het bloed te brengen, de he-
matocrietwaarde kunnen verla
gen."
„De renners moeten zich allemaal
tegelijk melden, in een kamertje in
het hotel. Het zijn niet de vrolijk
ste mensen die daar voor ons ver
schijnen. Je krijgt renners met sla-
Rabo-renner Max van Heeswijk mist de bravoure van een echte sprinter
Het lichaam van Max van
Heeswijk is weer in balans,
alleen de benen doen nog niet al
tijd wat hij wil. De 25-jarige
Rabo-renner werd twee jaar ge
leden in het profpeloton als een
belofte gelanceerd. Zijn debuut
was indrukwekkend, het vervolg
is iets minder aansprekend. „Ik
ben bezig mijn grenzen te verleg
gen", vertelt hij in de bar van een
Frans hotelletje, waar hij met de
Raboploeg is neergestreken tus
sen twee etappes in Duinkerken.
Max van Heeswijk wint weinig
dit jaar, maar rijdt beter. Het
heeft even tijd nodig om zich aan
te passen aan zijn nieuwe rol in de
koers. Zijn ploegleider Theo de
Rooij heeft hem in het voorjaar
ingezet in bijna alle klassiekers
voor de wereldbeker. „Ik heb tot
in de finale meegedaan in de Ron
de van Vlaanderen, Parijs-Rou-
baix en de Amstel Gold Race,
maar winnen is nog niet voor me
weggelegd." En dus staat de tel
ler dit jaar voorlopig nog op één:
een vroege zege in de Ruta del
Sol, in een spectaculair sprint
duel met Andrei Tchmile.
Leren luisteren
Zijn derde prof jaar (één jaar Mo
torola, twee jaar Rabo) staat ver
der vooral in het teken van de
omschakeling. „Ik heb een fan
tastisch eerste jaar gehad, met
veel overwinningen, maar wel al
lemaal in kleinere koersen. En nu
moet ik grenzen verleggen, door
groeien, meer inhoud krijgen als
renner. Maar ook leren luisteren
naar de taal van het lichaam.
Fietsen is niet alleen hard trap
pen, er komt nog zó veel bij kij
ken."
„Ik had vorig jaar één heel slechte
periode, waar ik lang op ben af-
gei-ekend. Totdat ik die laatste
dag in de Vuelta won. Dan blijft
dat weer lang hangen. Die inzin
king daarvoor, in juli en augus
tus, was een gevolg van een sto
ring in mijn lichaam. Mijn bloed
was niet goed, te weinig ijzer, om
dat ik te veel had gekoerst en te
weinig met mijn gezondheid be
zig was geweest. Ik kon tot hon
derd kilometer goed mee, daarna
was het op. En toch blijf je nog
veel te lang doorgaan." De over
gang van een buitenlandse ploeg
naar Rabobank heeft ook in dat
opzicht verhelderend gewerkt.
De Limburgse prof staat nu
voortdurend in contact met de
ploegarts en de begeleiders.
„Mijn programma is' veel zwaar-
dergeworden. Ik ben twee keer zo
veel van huis als toen in mijn eer
ste jaar als prof reed. Dat kost
enorm veel kracht. En in die om
schakeling moet alles goed zijn,
vooral de verzorging. Ik ben van
nature nogal een zorgeloos type
en heb nooit zo goed gelet op die
dingen. Maar je, lichaam moet
goed zijn, alles moet kloppen."
Max van Heeswijk staat onder
collega's bekend als een nuchtere
Limburger. Met een vrolijke,
vriendelijke kijk op het leven. Hij
mist de bravoure van de echte
sprinter en verwacht ook niet dat
hij zich ooit in het geweld van een
massasprint zal storten. „Ik durf
nog geen dak op, dan ben ik al
bang. En in zo'n volle sprint durf
ik er niet in te vliegen. Ik win eer
der als ik met een paar man naar
de streep ga. En lichtjes bergop,
dat heb ik het liefst."
Het was altijd zijn kracht, vooral
in zijn amateurtijd. Max van
Heeswijk won vijftien tot twintig
koersen per jaar, voordat hij de
overstap maakte naar de profs.
Zelf vond hij dat het eigenlijk nog
een jaar te vroeg was. „Hennie
Kuiper had me al eens een keer
gepolst om bij Motorola te ko
men. Ik zat in de nationale selec
tie bij Piet Hoekstra. Toen die
ploeg uit elkaar viel, heb ik Kui
per zelf gebeld."
Jalabert
„Ik mocht stage komen lopen in
de laatste maanden van dat jaar.
Mijn eerste koers reed ik in Cata-
lonië, ik kwam in de finale alleen
voorop en werd vijftig meter voor
de streep pas teruggepakt. Jala
bert won. ik werd nog vierde. Ik
had gelijk de goeie moraal te pak
ken. Mijn eerste jaar als prof was
prachtig. Ik won dertien wed
strijden, maar wel veel tweede
rangs koersen. In Australië, in
Oostenrijk. Maar ook een keer
Jalabert geklopt in Galicië."
Toen Motorola na dat jaar stopte
met de profploeg, kon Max van
Heeswijk kiezen uit drie grote
ploegen. Mapei had belangstel
ling, net als Polti en Rabobank.
„Jan Raas vroeg het bij de
Tourstart in Den Bosch." De
overstap naar Rabo was een logi
sche keuze. „Het is een perfect
georganiseerde ploeg en ik hecht
er ook wel aan dat de renners en
ploegleiders mijn taal sprekenIk
moet er niet aan denken dat ik
Italiaans had moeten leren."
Max van Heeswijk leeft en denkt
nu als een prof. Hij leek ooit voor
bestemd om op jonge leeftijd mee
te gaan werken in het autoscha
de-bedrijf van zijn vader in Ba-
exem. „Ik was niet zo goed in le
ren, dus ik liep al vroeg mee in het
bedrijf." Zijn ontwikkeling als
wielrenner heeft hem snel op an
dere gedachten gebracht. „Ik heb
met mijn vrouw lang ingewoond
bij mijn ouders, nu hebben we
zelf een huis, ook in Baexem. En
sinds vorig jaar een zoon: Dami-
an."
Zijn eerste aansprekende over
winning laat dit jaar iets te lang
op zich wachten. Max van Hees-
wijk: „Het gaat er nu vooral om
dat ik sterker word in de klassie
kers, dat ik meer inhoud krijg. Ik
was in de Ronde van Vlaanderen
al mee tot op de Berendries, in Pa-
rijs-Roubaix zat ik heel lang mee
voorin en in de Gold Race moest
ik er pas af op de laatste klimmen.
Alleen in de echte finales kom ik
nog tekort."
Frits Bakker
Max van Heeswijk heeft na een flitsende start als prof zijn grenzen verlegd. „Ik kom alleen in de finales nog iets tekort."
foto Peter Nicolai
pertge koppen, die aan je hoofd
zeuren over een verstoorde nacht
rust. Maar dan zeg ik: die ene mor
gen vroeg opstaan, is dat nou te
veel gevraagd? We doen het voor
de wielersport. En het is een ver
zoek geweest van de ploegen zelf,
want iedereen wil van dat slechte
imago af."
Proces verbaal
De controles zelf, hoe gaat dat ver
der in zijn werk? En hoesnel wordt
er gehandeld als de waarden wor
den overschreden?
Met de controle gaat het verder zo:
de dokter prikt, het bloed gaat in
buisjes van vier millimeter. De
flesjes krijgen een code, worden op
een rollenbank gezet, omdat het
bloed moet bewegen, en binnen
een halfuur door de laborante ge
test. De uitslag is in dertig secon
den bekend. Daarna worden de
ploegleiders geroepen. Zijn de tes
ten goed, dus is de hematocriet-
waarde onder de 50, dan worden
de licenties van de renners terug
gegeven. Zit een renner boven de
vijftig, dan doen we nog vijf testen
en nemen daar het gemiddelde
van. Daarna wordt een proces ver
baal opgemaakt. De renner mag in
elk geval op die dag niet starten.
Het communiqué gaat naar de
UCI in Lausanne en meestal volgt
dan een startverbod voor twee we
ken."
„Het effect van Epo in het bloed is
te vergelijken met dat van vermi
celli in soep. Het bloed wordt er
dikker van, en dat is dus met de
test te controleren. Ik moet wel
zeggen dat er ook addertjes onder
het gras zitten. Lon Schattenberg
zegt: de werkelijkheid is dat Epo
zeker niet altijd op te sporen is in
het bloed. Het is tot twee uur na
toediening aantoonbaar aanwezig
in het bloed, maar het effect blijft
enkele weken voelbaar. Je moet
sporters dus echt op heterdaad be
trappen."
„We zijn wel overtuigd van de pre
ventieve werking van controles.
Bij 750 controles kregen vorig jaar
veertien renners een startverbod,
onder wie Claudio Chiapucci en
Thiery Laurent. Nu liggen de
waarden lager. De Spanjaard Edo
heeft een startverbod gekregen,
verder valt het mee met de contro
les. Maar er wordt wel rekening
gehouden met renners die een uit
zondering vormen. Sommige ren
ners, bijvoorbeeld die op grote
hoogte wonen, zoals de Colombia-
nen, hebben van nature een hogere
waarde. Zo zijn er ook renners die
van nature een te hoog testosteron
en cafeïnegehalte hebben bij con
troles."
Zuivere sport
Hoe belangrijk zijn deze controles
voor het imago van de wieler
sport?
„De wielersport is natuurlijk zeer
gebaat bij deze controles. De kos
ten liggen alleen vrij hoog: vorig
jaar 150.000 Zwitserse francs, dit
jaar 225.000. De UCI heeft het vo
rig jaar allemaal zelf betaald, nu
wordt de helft betaald door de
ploegen. Maar we mogen vaststel
len dat we met deze maatregel al
ontzettend veel hebben bereikt. Je
hoort dit jaar nauwelijks meer van
positieve dopingcontroles."
„Wat natuurlijk niet wil zeggen
dat er niets meer gebeurt Ik ga er
vanuit dat er door de vakkundig
ontwikkelde medische begelei
ding in de topspoxl voortdurend
op het randje wordt gebalanceei'd
van wat wel en wat niet mag. Maar
ik geloof heilig in onze controles.
En ik wil deel uitmaken van een
zui vere sport. Daar moeten we met
zijn allen aan werken."
Frits Bakker