Miss Kosova gebruikt schoonheid als wapen Peres gelooft in Israël én Palestina PZC reportage For Peace es Center Toekomstvisie van een grenzeloze optimist 33 Maai- het tweede was niet zo makkelijk: we moesten daar gestalte geven aan een Palestijnse gesprekspartner die daarvoor niet eens bestond. We hebben een vredes verdrag getekend met Egypte, een be staand land. We hebben een vredesverdag met Jordanië, een bestaand land. En we hebben nu ook een verdrag met Palestina en dat heeft nooit in de geschiedenis be staan. De Palestijnse 'entiteit' is ontstaan omdat je die nodig hebt om afspraken mee te maken. In Oslo werd een partner gebo ren." „En die partner groeit in zijn rol. Het doet er niet eens toe dat de onderhandelingen momenteel verkeerd lopen - die groei kan niemand tegenhouden. Ik ben daar zeer tevreden over, want ik geloof in Israël en een Palestijnse staat. Anders worden we een binationale staat, waar het conflict voor altijd zit ingebakken. Dus ik ben er van overtuigd dat het ook in ons Israëlisch belang is om twee staten te hebben." „Maar daarbij moeten we voorkomen dat we ook twee economieën krijgen: een eco nomie van ai-men, zeg maar de Arabieren, en een economie van rijken, de Israëliërs. Want dan bouw je het politieke conflict tot op zekere hoogte uit tot een sociaal en economisch conflict. Het is in ons beider belang om een hoog-ontwikkelde econo mie op te bouwen." „En dat leidt me tot een andere gedachte over de toekomst. Tenslotte is niet alles politiek. Natuurlijk is er die factor, veel gaat over politieke ideeën en psychologie. Maar als je gewoon naar de grenzen kijkt, dan zijn die ouderwets. Want geen enkele grens kan het economische proces tegen houden. Er zijn geen nationale economie- en meer. er is alleen nog één wereldecono mie." „Bovendien kunnen grenzen het land niet meer beveiligen in deze tijd van raketten. De tijd van Magïnot-linies is voorbij. En de grenzen zijn ook niet langer meer een culturele barrière. De televisie waait als de wind, het komt de huiskamer binnen en de kleuterschool. Onze kinderen krij gen huh informatie voor negentig procent van de televisie en maar voor tien procent op school." „Waarom zouden we nog prikkeldraad versperringen en mijnenvelden langs on ze grenzen aanleggen? Integendeel, we moeten naar een ander soort grenzen toe. Geen grenzen die ons scheiden, maar grenzen die als ontmoetingsplaats die nen, plekken waar mensen elkaar kunnen spreken en zaken kunnen doen. Deze ideeën kreeg ik toen ik voor het eerst Ve netië bezocht. Ik zag de bruggen over de kanalen. En bij, zelfs óp, die bruggen zie je winkels en werkplaatsen. Dus waarom maken we van onze grenzen geen Vene- tiaanse bruggen"? Toekomst De huidige impasse in het vredesproces stemt de bevlogen 'peacenik' niet al te vrolijk. „Al met al ben ik somber over de politieke onderhandelingen. Maar er is geen regering, ook geen Is: aëlische, die de loop van de geschiedenis kan veranderen. Andere zogenaamd onoplosbare proble men zijn grotendeels opgelost, zoals Noord-Ierland en Zuid-Afrika. En zelfs als de politiek achterblijft, zijn er andere mogelijkheden. Want de economie zal op een moment sterker zijn dan de politiek. En dan telt er nog maar één gegeven: we moeten aan de toekomst bouwen. Twee staten, één economie." Gebeurt dat nog tijdens zijn leven? Peres trekt ironisch een wenkbrauw op. „Ik ben niet van plan om binnen afzienbare tijd te sterven. Dus zal het zeker nog gebeuren tijdens mijn leven." U bent een zeldzame optimist in het zo sombere Midden-Oosten. „De meeste dingen die ik in mijn leven heb gedaan, werden begeleid door het pessi misme van anderen. Ik weet het als geen ander: als je iets wilt bereiken dat de moeite waard is, kost dat tijd en moeite. Je moet heel wat hordes nemen, je hebt te kampen met teleurstellingen en tegensla gen. Maar dat is geen reden om je hoop te laten varen." zaterdag 9 mei 1998 Rogier Slop Adelina Ismaili, de 19-jarige Albane se Miss Kosova, is zo mooi datje even bijna zou vergeten dat er net buiten de hoofdstad, waar ze woont, dagelijks do den vallen in de strijd tussen etnische Al banezen en de Servische politie. En als ze, gekleed in een lange zwarte strakke jurk met split tot aan haar rechter dij, koffie inschenkt en door haar zwarte haar gaat met haar ranke vingers, denk je er niet meer aan dat je haar flatje al leen maar kan bereiken door een trap portaal waar het vuilnis voor ligt, waar geen glas meer in de ramen zit en dat ze twee van hout en staal gemaakte voor deuren heeft die bescherming moeten bieden in het geval de oorlog uitbreekt. Adelina verduidelijkt: „Die tweede deur in ons appartement hebben we gemaakt na het bloedbad in Drenica, twee maan den geleden. Wij leven hier met vier vrouwen en doodsbang zijn we voor de Servische politiemannen. Wij hebben geen enkele bescherming." Adelina, die naast Miss Kosova, ook de bekendste zangeres is in de onrustige provincie van Servië, waar negentig pro cent van de bevolking bestaat uit etni sche Albanezen, woont in dit kleine drie- kamerflatje met haar moeder Mona en twee jongere zussen. Omdat haar vader, zo zegt ze, in Oostenrijk woont, fungeert haar moeder als manager. De laatste tijd zijn er echter nog maar weinig optredens, aangezien er sinds eind februari alleen al ruim 150 doden zijn gevallen in Kosovo. „Met al die bloedbaden aan de gang zou ik ook niet willen optreden", vertelt Adelina. „Der tig kilometer hier vandaan werden kin deren vermoord. Dan kan ik niet zingen. De afgelopen weken draag ik zo goed als Miss Kosova, de 19-jarige Adelina Is maili. alleen nog maar zwarte kleding." Nu ze nog maar weinig kan optreden, verdient ze ook nauwelijks meer iets. En dat is vxij problematisch. Want niet al leen leven haar moeder en twee zussen van het geld dat Adelina verdient, ook een oom, tante en hun vijf kinderen zit ten zonder als Adelina niet zingt of geen shows loopt, „Ach, we vinden wel wat", zegt ze op nuchtere toon. De laatste tijd, echter, zo vertelt Adelina, heeft haar moeder het steeds vaker over vertrekken uit Kosovo. „We hebben geen mogelijk heid om te vechten, het enige wat we kunnen doen is wachten op onze moor denaars, zegtm'n moederweleens. Ik wil hier niet weg. Op de een of andere manier houd ik van Kosovo. In het Westen zijn er zoveel mensen die een opwindend leven zoeken en van gekkigheid niet weten wat ze moeten doen. Die lui gaan dan bun- gee-jumpen, je weet wel, aan zo'n koord van een brug afspringen. Laat ze eens een keer naar Kosovo komen, het is hier opwindend genoeg." Vele verkiezingen Cynisch genoeg is het enige positieve aan de huidige ellende dat Adeline zich nog altijd Miss Kosova '97 mag noemen, on danks het feit dat ze in juni vorig jaar werd gekozen. „Dit jaar is er geen Miss verkiezing, vanwege de moordpartijen. Ik weet niet tot wanneer ik Miss Kosova 1997 zal blijven", verklaart ze. Albanezen in Kosovo noemen dit gebied Kosova, de Albanese benaming, als te ken van hun streven naar onafhankelij k- heid van Servië. Er bestaat onder de Al banezen ook nog een Miss Diaspora, die jaarlijks gekozen wordt uit de vele Alba nese meisjes die zijn geëmigreerd en nu met name in landen als Duitsland en Zwitserland wonen. Dan is er nog een Miss Albanië, die afkomstig is uit het buurland Albanië. Aan de Servische zij de weten ze ook wel raad met Miss ver kiezingen. Aangezien de Serviërs Koso vo aanduiden met de naam 'Kosovo en Metohia', wordt er ieder jaar in Pristina een Servisch meisje gekozen tot Mii s Ko- sMet. Daarnaast bestaan er nog een Miss Servië, een Miss Joegoslavië (uit Servië of Montenegro) en een Miss Republika Srpskadie weer afkomstig is uit het Ser vische gedeelte van Bosnië. De situatie in Kosovo is verre van nor maal, dus Adelina is ook geen gewone, doorsnee Miss. Misschien komt dat om dat ze niet blond, maar zwart haar heeft. Ze is intelligent: „Ik moet steeds van mijn moeder Nietzsche, Freud of Dosto- jevski lezen." Ze spreekt vloeiend En gels. Speelt piano. Zingt al sinds haar zesde jaar. In haar vrije tijd schildert ze. Overdag gaat ze naar school: „Ik studeer Engels aan een Albanese faculteit, de Serviërs noemen dit een illegale school." „Je kunt hier geen gewone Miss zijn1', zegt Adeline, „Ik moest eens door een raampje vluchten tijdens een concert omdat de Servische politie binnenviel en me wilde arresteren omdat ik een lied over vrijheid zong. Overal in Pristina is er politie, dus je weet nooit of je weer thuis komt. Laatst schoot een Serviër zijn geweer leeg onder ons raam. We do ken op de grond. In Kosovo ruikt het naar oorlog, dus leer je om elke seconde te le ven, je weet de prijs van het leven." Provoceren Haar ervaringen met het repressieve Servische régime in Kosovo heeft ervoor gezorgd óat Adeline geen goed woord overheefi voor de Serviërs. „Ze zijn niet te vertro wen, Serviërs komen niet na wat ze jt beloven", meent ze, „Serviërs en Albar azen in Kosovo zijn als kat en muis in ven huis; ze haten elkaar en er kan er maar een wonen. Als je in Kosovo - het maakt niet uit of het een Serviër of Albanees is - de naam Adelina Ismaili laat vallen, begint zo on geveer iedere man te kwijlen, terwijl veel vrouwen zeggen dat 'ze helemaal niet zo knap is'. Waar beide sekses het over eens zijn, is dat ze het soms te bont maakt tij dens haar concerten. Regelmatig trekt ze haar kleren uit en staat ze in haar bh en slipje op het podium te dansen en te zin gen. „Dat doe ik expres", grinnikt ze, „Ik wil juist provoceren. De Serviërs denken dat. Albanezen achterlijke primitievelin- gen zijn, dus als de Serviërs mij zien - ik ben moslim - dan denken ze: „Oh, la, la. Is zij een Albanese? Maar ik sta ook in mijn bikini op het podium om onze eigen Albanese mannen te shockeren. Veel mannen zijn van die moslim-chauvinis ten, die vinden dat vrouwen geen rechten hebben. Aangezien ik op straat er niet zo sexy bij kan lopen, doe ik het tijdens mijn optredens. In het gewone leven ben ik ei genlijk een heel aardig en normaal meis je. Zodra ik op het podium sta, dan ver ander ik volledig. Dan ga ik het gevecht aan met mannen." Vandaar dat er, vanuit de conservatief Albanese hoek, nog al eens kritiek op Adeline wordt geuit. „Ik trek me er niets van aan, laat ze me maar gek vinden", zegt ze. „Laatst kwam er een meisje naar me toe die zei dat haar vader altijd vindt dat ik veel te verga. Vervolgens zei ze dat ze haar vader op een avond had betrapt toen hij stiekem alleen een video van een optreden van mij zat te bekijken in het donker. Wat een hypocriet." Afgezien van haar wens om ooit eens op te treden in een vrij Kosovo, beweert Adeline dat ze in de toekomst zal trou wen. De grote vraag is: wie wordt de ge lukkige. Alle Servische mannen vallen al af, want, zo beweert ze: „Met een Serviër trouwen doe ik nooit." Ook voor Albane zen zijn de kansen vrij klein. „Ze hoeven niet te denken dat ik een doorsnee Alba nese huisvrouw word en de hele dag in de keuken sta, kook en schoonmaak. Ik wil m'n eigen zaak hebben, m'n eigen geld, m'n eigen leven. Helaas is bijna geen en kele Albanese man het daar mee eens. Ik ga gewoon naar een Albanese kleuter school, neem zo'n jochie mee, voedt hem op tot een moderne Albanees en trouw met hem zodra hij volwassen is." Ze lacht. Harald Doornbos Yasser Arafat en Peres ontmoeten elkaar tijdens de Socialistische Internationale, janu ari 1997. in de rouwdouwerige sfeer van het land gold een 'diplomaat" al snel als 'gladjes'. Binnen de Arbeiderspartij was met name zijn slopende rivaliteit met Jitshak Rabin, rechtlijnig militair en opperbevelhebber in de glorieuze oorlog van 1967, vaak ver woestend. Diverse verkiezingscampag nes gingen aan dié tweestrijd ten onder. Totdat plotseling, in de zomer van 1993, 'Oslo' contouren begon te krijgen. „Ik ben te veel optimist, jij te veel pessimist, dus samen vormen we een team", aldus de toenmalige minister van buitenlandse za ken tegen zijn premier Rabin. En zo ge schiedde. In 1994 kreeg hij samen met Ra bin en Arafat de Nobelprijs voor de vrede. Maar wéér verloor Peres de verkiezingen, dit keer in mei 1996 van Netanyahu. Als ergens het cliché 'nipt' van toepassing is, dan is het hier wel. Minder dan één pro cent scheidde de kandidaten. Aan de da gelijkse politiek doet Peres niet veel meer, hoewel hij achter de schermen een sleu telrol blijft spelen. Vorig jaar oktober opende het Peres Peace Center in Tel Aviv zijn deuren. Hij gebruikt zijn status als 'senior statesman' om de hele wereld rond te vliegen. Zijn idee is economische ont wikkeling als motor voor de vrede, zeker voor de Palestijnen. Partner Peres praat hartstochtelijk over het grote idee dat hij op al die internationale reizen probeert uit te dragen. „Ik blijf werken voor de vrede. In Oslo gebeurden, twee dingen. Ten eerste: het begin van verzoe ning met de Palestijnen. Dat ging nog. Shimon Peres opende deze maand de Eerste Conferentie van 'Young Leaders'. foto Philip Mark rotsvast geloof in de toekomst. De staat Israël is niet geboren als een lésultaat van een oorlog, zoals nog wel eens wordt be weerd. Oorlog is een kortstondig, politiek gegeven. De staat Israël is geboren vanuit een droom. De droom die Theodor Herzl (de grondlegger van zionisme) rond de eeuwwisseling heeft geformuleerd." De geboren Oostenrijker Herzl sprak van Altneuland, het oude nieuwe land. Hij heeft overigens nooit de stichting van de joodse staat meegemaakt: hij overleed in 1904. ,Maar kijk eens wat er van die droom uit eindelijk allemaal is uitgekomen", loopt Peres warm. We keerden terug in een land dat vernietigd was, dat een woestijn geworden was. Dat. land moesten we weer groen maken, dat land moesten we weer laten opbloeien. En dan was er de taal. Wij zijn het enige volle in het Midden-Oosten dat de taal van zijn voorvaderen spreekt. In Egypte bijvoorbeeld spreken ze geen 'Egyptisch' meer. Onze kinderen spreken nu de taal van de profeten." „Bovendien hebben we nog oorlog moe ten voeren voor deze staat. Vijf keer in to taal maar liefst. We hadden minder men sen en we hadden minder wapens - maar we hebben die oorlogen wel allemaal ge wonnen." „Daarnaast moesten we ook nog een de mocratie opbouwen. Ondanks het aan houdende gevaar van oorlog hebben we dat idee nooit losgelaten. We hebben een onafhankelijk rechtssysteem, we hebben moderne landbouw, moderne industrie, moderne wetenschap." „En dat allemaal in een korte tijd, in maar vijftig jaar. Als je dat allemaal zo bekijkt, is het ongeëve naard in de geschiedenis. Natuurlijk zijn er schaduwkanten. Maar zonder licht is er geen schaduw. Het is vooral een overwin ning geworden van groot geloof en ver trouwen in menselijke kwaliteiten". Wapens Shimon Peres werd geboi'en als Shimon Persky in augustus 1923, in Wishnewa, toen nog Polen, nu Wit-Rusland. Zijn va der nam hem in 1931 mee naar Palestina. Als scholier al sloot hij zich aan bij de Haganah, het ondergrondse joodse leger. En met het vurig idealisme van zijn gene ratie hielp hij in 1941 een kibboets op richten in Gallilea. Hij maakte naam binnen de Mapai, een voorloper van huidige ArbeiderspartijIn 1946 al, kort na de Tweede Wereldoorlog, werd hij naar Europa gestuurd om de broodnodige wapens op te scharrelen voor de Haganah. Op zich was dat niet zo moeilijk, want het na-oorlogse Europa was één groot wapenarsenaal. Maar enige behendigheid was wel vereist, want de Britten hielden hun toenmalige mandaat gebied Palestina niet alleen potdicht voor mensen, maar zeker ook voor wapens. Na 1948 selecteerde Ben-Goerion hem als één van de 'jonge honden'. Peres ging door waarmee hij het beste was: diplomatiek wapens aankopen. Zelfs in Duitsland - en dat lag gevoelig in de jaren vijftig. Via Frankrijk legde Peres zelfs de basis voor de Israëlische kernmacht. Het bizarre is dat de 'vader van het Israë lische defensie-apparaat' niet kan bogen op een militaire carrière. Het heeft hem zijn hele politieke leven parten gespeeld: Vlak na de Tweede Wereldoorlog kreeg hij als jong broekie al de belangrijkste opdrachten. 'Vader des vaderlands' David Ben- Goerion stuurde hem de wijde wereld in met ma?~ één missie: het inkopen van wapens voor de benarde staat Israël. Inmiddels is de 74- jarige Shimon Peres zelf een staatsman die zijn plek in de geschiedenisboekjes ruimschoots heeft verworven. Een gesprek met een onverwoestbare optimist. De foto is niet groot en het zilveren lijstje is verre van protserig. Toch valt het oog er direct op als je de werkkamer van Shimon Peres betreedt: de foto staat opvallend onopvallend te wezen. Een piepjonge Peres zij aan zij met de 'kleine reus' David Ben-Goerion, de man die als geen ander gestalte heeft geven aan de ge boorte van de staat Israël. „Ben-Goerion was een groot man, hij was een genie. Het was een voorrecht om met en onder hem te werken", zo mijmert Pe res als hij terugdenkt aan de barensweeën van de j onge staat. „Ben-Goerion was een man van totale toewijding, met een sterke wil. En een man van absolute eerlijkheid. Wij waren allemaal erg j ong en onervaren, maar we wisten dat hij ons al onze fouten zou vergeven. Behalve één: je moest niet tegen hem liegen. Als je dat deed, kon je een verdere carrière wel vergeten." Anno 1998 springt Peres, die lanzamer- hand net zozeer filosoof als (ex)-politicus is, moeiteloos door de vijftig jaar van Isra- els bestaan heen. „Ben-Goerion begon in 1948 met een historisch experiment zon der weerga", doceert hij. „De staat Israël is geen voortzetting van de geschiedenis, het is juist een poging om aan die geschie denis te ontsnappen. Na 2000 jaar bal lingschap moesten mensen, verspreid over de hele wereld, dit land nieuw leven inblazen." „Het joodse volk is al die tijd blijven be staan - niet omdat ze een staat vormden of militaire macht hadden, maar vanuit een Met president Clinton in 1995. foto Win McNamee

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1998 | | pagina 39