Klapper in de mist op de tekentafel
Zelfs de stand van de stoel telt mee
PZC
Kettingbotsing A 28 bij Putten
Veel geleerd na
uitblijven hulp
reportage
29
zaterdag 9 mei 1998
Eén van de auto's die na de kettingbot
sing op de A 28 bij Putten was afge
voerd voor technische analyse, leek wel
uit de lucht te zijn gevallen. „Die wagen
was totaal vernield. Omdat hij was ver
plaatst, konden we maar niet achterha
len waar hij in die botsing terecht was
gekomen", zegt J. Quint van het lande
lijk verkeersbijstandsteam (LVBT). Uit
eindelijk werd besloten de auto eens van
de onderzijde te bekijken. In de bodem
plaat bleek een kenteken van een andere
wagen vast te zitten. De eerste wagen
was bij de botsing omhoog gedrukt en
'bovenop de stapel' terechtgekomen.
Het LVBT onderwerpt alle wagens die
schade oplopen bij een kettingbotsing
aan een uitgebreide technische analyse.
Enkele uren na de knal op de A 28 werden
alle 68 auto's afgevoerd naar een garage
in Putten. „Brengen de eigenaren hun
auto's zelf naar de garage, dan ben je be
wijs kwijt."
Het technisch onderzoek levert uiteenlo
pende aanwijzingen op. De stand van de
versnellingspook kan een onbetrouwba
re verklaring aan het licht brengen. „Het
klinkt niet erg aannemelijk als een be
stuurder zegt dertig te hebben gereden,
terwijl wij constateren dat de versnelling
in zijn vijf stond. Maar als bewijs kan zo
iets nog niet gelden."
Op de vreemdste plekken worden aan
wijzingen gevonden. In de grille van een
auto, voor de luchttoevoer, zijn wel eens
metaalsplinters aangetroffen van een
auto die op de plek van het ongeval niet
voor het onderzochte voertuig stond.
Ook een kras rode lak op een blauwe wa
gen kan bijdragen aan de reconstructie.
De werking van de remmen, de spanning
en het profiel van de banden, de stand
van de stoelen, alles wordt ondei-zocht en
omschreven. „Uit de stand van de stoelen
is op te maken of de bestuurder bij de
remmen kon. Er zijn mensen die graag
liggen achter het stuur. Het is niet straf
baar, maar er zijn wetsartikelen die zeg
gen dat je alles zo moet instellen dat je de
auto onder controle hebt. De stand van
de hoofdsteun is evenmin wettelijk gere
geld, maar kan wel een aanwijzing geven
of een whiplash louter door lomp geweld
is veroorzaakt. Dat is weer van belang
voor de bewijsvoering voor het ten laste
leggen van bijvoorbeeld zwaar lichame
lijk letsel."
Belangwekkend is ook het gordelonder-
zoek. „Een bestuurder kan zich schuldig
hebben gemaakt aan een misdrijf omdat
hij bij een aanrijding ernstig hoofdletsel
heeft toegebracht. Maar het slachtoffer
kan zelf ook schuld hebben omdat hij
zijn gordel niet om had." Het LVBT heeft
een paar trucs om gordelgebruik na een
ongeval vast te stellen. „Hebben de inzit
tenden de gordel om gehad, dan zijn
schroeivlekken zichtbaar op de gordel in
het rolmechanisme. Bij een flinke bot
sing hebben bestuurders meestal strie
men of blauwe plekken op de borst door
het abrupt straktrekken van de gordel."
Direct na de kettingbotsing op de A 28
brachten enkele betrokken chauffeurs
het verhaal de wereld in dat de airbags
niet hadden gewerkt. Quint: „Dat heb
ben we hooguit van een paar bestuurders
gehoord. Maar als je je gordel niet
draagt, doet je airbag het niet naar beho
ren. Bovendien is een airbag wettelijk
niet verplicht, dus daar kunnen we niets
mee."
Achtenzestig auto's botsten een
jaar geleden op de A 28 bij
Putten in dichte mist op elkaar. De
kettingbotsing is inmiddels grondig
geanalyseerd door het enkele jaren
oude landelijk
verkeersbijstandsteam. Op grond
van het onderzoek is de helft van de
bestuurders voor justitie gebracht.
Een verhaal over analyse en
reconstructie.
De dichte neveldeken dempte op die
vroege april-ochtend het motoren
geronk op de rijksweg tot geruis. Tot om
08.37 uur gierend rubber, doffe knallen en
krakend blik de relatieve stilte op de Velu-
we verscheurden.
Piepende banden, een dreun, glasgerin
kel. Waarna het weer enkele lange secon
den ademloos stil was. Tot de volgende
klap. Versluierd door flarden mist vorm
den zich op de rijksweg tussen de weilan
den verwrongen hopen blik. In enkele
momenten veranderde een stuk van ze
venhonderd meter rijksweg 28 in een
spookachtige ravage.
In politiejargon had zich een gigantische
'klapper in de mist' voorgedaan. Op het
traject van de westelijke rijbaan richting
Nijkerk, tussen de hectometerpalen 37.9
en 38.6 hadden zich veertien afzonderlij
ke botsingen voorgedaan. Tussen hopen
ineen gedrukt blik waren talloze auto's
tot stilstand gekomen die de dans toeval
lig waren ontsprongen. Dat er maar elf
licht gewonden vielen, was een wonder.
De meeste inzittenden hadden kans ge
zien hun auto te verlaten voor ze werden
aangereden.
Te midden van de onbeschrijflijke chaos
van autowrakken, gewonden en verwarde
bestuui'ders, kwam de hulpverlening op
gang. „Die gaat natuurlijk voor alles", al
dus teamleider J. Quint. „Je kunt slacht
offers echt niet vragen: mensen blijf even
zitten, want we gaan reconstrueren."
Maar nog geen twintig minuten na de klap
maakten medewerkers van het landelijk
vei'keersbijstandsteam (LVBT) al een be
gin met het vastleggen van de plaats van
het ongeval. Nog geen uur later begon de
reconstx-uctie op de rijksweg. Om zo min
mogelijk sporen verloi-en te laten gaan. Ze
stelden in de weilanden rondom theodo
lieten (landmeetapparaten) op en liepen
met meetstokken tussen de wrakken doox'.
„We hebben drie theodolieten gebruikt",
vertelt Quint. Met de theodolieten en de
meetstok of datameter, die door middel
van zender en ontvanger zijn verbonden,
werd de exacte plaats van elk betrokken
voertuig opgemeten. Alle coördinatie
punten werden ter plekke verwerkt en op
geslagen in de database die aan de meet
stok zit. Op het kantoor van het Korps
Landelijke Politie Diensten in Driebex--
gen werden alle data of coördinaten in de
computer gebracht. En met behulp van
het pi-ogramma Landscape is daar een
eerste reconstmctietekening van ge
maakt.
Spuitbussen
Het x'obotic-system, speciale apparatuur
uit de landmeterij, is niet het enige hulp
middel waarmee het landelijk verkeers
bijstandsteam ter plekke gaat reconstru-
eren. De posities van alle auto's zijn ter
plekke gemarkeerd met spuitbussen. De
gele strepen zijn nog altijd zichtbaar op
het wegdek. „Vroeger deden we het met
krijt.Kort na het ongeval werden vanuit
een hoogwerker van de brandweer en
vanuit de politiehelikopter al luchtfoto's
gemaakt. „Die hoogwerker is er een paar
keer met camera's overheen gezwaaid."
De foto's worden vooral gemaakt met het
oog op de i-emsporen. Die zijn van cruciaal
belang om de snelheden van de voertuigen
te bepalen. „Eén van de belangrijkste be
standdelen van bewijs voor justitie. We
kunnen aan de hand van remsporen vast
stellen dat een bestuux'der die beweert
zijn snelheid te hebben aangepast aan de
omstandigheden, te hard reed. Het is
wrang als iemand bij zo'n knal, met doden
of gewonden, straffeloos wegkomt terwijl
hij onder die omstandigheden te hard
heeft gereden."
De luchtfoto's laat het team venverken of
inlezen door de computer. Het program
ma Recon maakt de remsporen zichtbaar.
Quint toont een A4'tje waarop schijnbaar
willekeurige strepen staan..Maar je kunt
de foto er zo als blauwdruk op leggen."
Door de computerprogramma's te koppe
len, kan het team al een vrij nauwkeurige
tekening van de botsing maken die de ba
sis voor de analyse vormt.
Remproeven
De remsporen zijn rxiet altijd te hei-leiden.
„Een auto met automatisch blokkerings
systeem heeft niet eens remsporen. Som
migen zetten hun auto direct na een bot
sing op de vluchtstrook. Zo kxin je wel een
remspoor van veertig meter hebben, maar
je kunt niet zeggen van welke auto dat is.
De bx-eedte kan overeenkomen met de
banden van een wagen op de vlucht
strook. maar dat alleen vormt nog geen
bewijs."
Vanwege het belang van de snelheidsbe
paling voor het bewijs doet het LVBT na
derhand vaak remproeven. Op een voch
tige avond in mei '97 werden op de A 28
zes auto's aan proeven ondenvorpen. Het
traject werd daartoe deels afgesloten.
Omdat de betx-effende auto's te zeer be
schadigd waren, wei-den wagens van het
zelfde merk, type en bouwjaar gebioxikt
met de oxiginele banden. Ze legden de
proef twee of drie keer af. „Van die zes
hadden we een x-edelijk vermoeden van
schuld", verklaart Quint. „Je moet het
niet nalaten als je iets kunt hardmaken in
de bewijsvoexing."
Inzicht in de snelheden waarmee auto's
zijn gebotst, bieden ook de tientallen fo
to's. Daarop is deformatie of veiworming
van het autoblik zichtbaar-. „Op die deu
ken kun je berekeningen loslaten; kracht
in verhouding tot snelheid en gewicht. In
andere landen wordt dat als bewijs ge
bruikt."
Het team tx-acht afgezien van de gedetail
leerde analyses een algemene indruk van
het verkeersbeeld voor de kettingbotsing
te krijgen. „Dat draagt bij aan de totale
bewijsvoering. Op de tachogi'aaf van een
vrachtwagen kun je zien of het al een tijd
je langzaam ging, dat er hard of wisselval
lig werd gereden. Toont de tachograaf dat
het vanaf Zwolle al constant dertig, veer
tig ging? Ging het van vijftig naar tien en
naar nul of daalde het ineens van 120 naar
nul?"
De mist speelde volgens Quint in dat ver
band een verraderlijke i*ol op de A 28. „Bij
minder dan vijftig meter zicht doemt alles
als een spookbeeld voor je op. Je kunt niet
meer inschatten wat er voor je gebeurt.
Mensen zijn zelfs geneigd dichter op el
kaar te gaan lijden, zodat ze nog wat kun
nen zien. Uit onzekerheid zitten ze al met
hun voet bij de rem, die ze bij het mi nste of
geringste aanraken. Daardoor krijg je een
overspannen verkeersbeeld. Bovendien
heb je op dat traject langs het Veluwemeer
vaak niet constant mist, maar doen zich
vaak plotseling mistbanken voor."
Aan de wand van Quints kantoor prijkt
een langwerpige reconstructietekening
van de kettingbotsing op de A 9 vorig jaar
bij Hoofddorp. Het ongeval met 146 au
to's is de viei'de grote klus van het lande
lijk verkeersbijstandsteam. Minutieus
getekende autootjes en vrachtwagens en
de daarbij horende remsporen geven een
voor de analist haarfijn beeld van de bot
singen.
Sectoren
Om een logische en zuivere analyse te
kunnen maken, verdeelt het team de ket
tingbotsing in sectoren die met verschil
lende kleuren worden aangegeven. Het
anderhalf kilometer lange traject van de
A 9 is op de schaaltekening in vier secto
ren verdeeld. In elke sector zijn diverse
aanrijdingen zichtbaar. In sector groen,
onder het viaduct, is een gekrioel van mi
niatuurauto's getekend.Daar lagen er 65
op een hoop."
Zo is het ongeval op de AT28 onderver
deeld in de sectoren blauw (twee ongeval
len, dertien voertuigen), rood (twee bot
singen, elf auto's), gi-oen (één, twintig),
geel (zeven, achttien) en oranje (twee on
gevallen, zes auto's). Van elke sector zijn
weer afzonderlijke situatietekeningen
gemaakt die inzicht bieden in de tot
standkoming van de kleine botsingen.
Quint slaat een dossiermap op en toont
een lange sheet van een reconstructie van
sector Groen. Daarop zijn de auto's en de
remsporen op grotere schaal zichtbaar
Op achtereenvolgende schetsen is te zien
dat enkele auto's al stilstaan, wanneer
voertuigen daarachter harmonicagewijs
in elkaar schuiven. Quint toont een lucht
foto die exact met de laatste tekening
overeenkomt. „Zo kun je vergelijken."
Een dergelijk nauwkeurige reconstructie
is noodzakelijk om justitie afgeronde za
ken te kunnen bieden. Maar ergens moet
het onderzoek ophouden, vindt ook
Quint. „Je kunt ook de eventuele schuld
onderzoeken van chauffeurs die niet di
rect bij de botsing betrokken waren. Die
betrekken we in een enkel geval ook nog
bij het ondex-zoek, omdat ze misschien
zfelfs de aanleiding zijn. Maar over het al
gemeen gaat dat te ver."
Een nauwkeurige reconstructie is ook
noodzakelijk, omdat politie en justitie
zich nauwelijks kunnen verlaten op ver
klaringen van betrokkenen. Die moeten
ook worden getoetst op mogelijke on
juistheden. De verklaringen van chauf
feurs worden al op de dag van de ketting
botsing opgenomen. Op 10 april vonden
verhoren plaats in het Ampt van Nijkerk
waar alle betrokkenen werden opgevan
gen.
„Verklai-ingen zijn om te beginnen al sub
jectief Daar komt bij dat zulke ongeval
len zich altijd bij slecht weer voordoen.
Hoe groter de hectiek bij een kettingbot
sing, hoe minder mensen zich herinneren.
Bij zicht van pakweg twaalf meter in
dichte mist en een snelheid van 80 kilome
ter per uur, gebpuxt er heel veel tegelijk en
razendsnel. Daarom is een nauwkeurige
reconstructie ook zo complex."
Istvón Kövi
Ravage op de Veluwe, precies een jaar geleden.
De kettingbotsing vorig jaar bij Hoofddorp, waarbij 146 auto's wa
ren betrokken, heeft het landelijk verkeersbijstandsteam veel ge
leerd over eerstehulpverlening. De aanpak en coördinatie lieten vol
gens teamleider J. Quint te wensen over. De kettingbotsing in dichte
mist bestond uit verschillende kleinere aanrijdingen die zich over een
lengte van anderhalve kilometer hadden voorgedaan. „Op één punt
stonden maar liefst 65 auto's driehoog opgestapeld", aldus Quint.
Door de dichte mist bleef hulpverlening bij drie, vxer uiteen liggende
botsingen geniime tijd achterwege. Quint: „De politie was te zeer ge
focust op dat grote ongeval en alle hulpverlening werd daar onver
wijld heen gedirigeei-d. In de mist op een afstand van zo'n twaalf meter
zie je dan wel vaag auto's bij elkaar staan, maar daarin werden niet
aanrijdingen gezien. Dus de hulpverlening concentreerde zich eerst
alleen op de grote botsing."
Bij de meldkamex-s bleven mobiele telefoontjes van betrokkenen bij de
andere aanrijdingen binnenkomen dat er nog steeds geen hulpverle
ning was gearriveerd. Maar zij kregen via het toen nog in gebx-uik zijn
de alantxnummer 06-11 steeds te hox-en dat er wel degelijk een heleboel
politie en hulpverlening aanwezig moest zijn.
Omdat zulke missers vaker waren voorgekomen, is een andere metho
de ontwikkeld. Elke kettingbotsing, zeker in dichte mist, wordt sinds
dien anders benadei'd. „We noemen dat haasje over. Van achteren ko
mend stopt de eerste hulpvexieningsauto bij de eerste botsing en de
volgende rijdt door naar een mogelijk volgende aanrijding. En zo dooi-,
tot je het eind hebt bereikt'"
Omdat zich dan obstakels kunnen aandienen, doordat gebotste auto's
en geschaarde vrachtwagens de baan blokkeren, moet soms ook langs
de andere kant worden aangereden. „Ook dan doen we haasje over.
Een kwestie van goed opletten."
Wie als eerste aanwezig is, doet volgens Quint niet veel ter zake. „Of
dat nou de KLPD, de regiopolitie, de GGD of de brandweer is maakt
niet uit, als er maar eerste hulp wordt gegeven .Inde praktij k komt het
erop toch op neer dat vrijwel tegelijk alles wordt gealarmeerd."