Schilders zien hun kolonie
Annet Malherbe is niet gebaat bij gefilosofeer
Indië
ingelijst
kunst cultuur vrijdag 1 mei 1998 23
Actrice laat
zich sturen door
personages
Hofdanseres Serimpi
Djocjakarta, olieverf-
schiolderij van J. Ga-
briëlse.
foto Tropenmuseum
Voor de Indische schilderkunst heeft nooit veel belangstelling
bestaan. Maar inmiddels betaalt de Indonesische nouveau riche
vermogens voor werk dat een halve eeuw geleden nog schier
onverkoopbaar was. Een ontwikkeling die een bijzonder licht werpt
op de expositie 'Indië ingelijst', een ruime keuze uit de collectie
Indische schilderkunst van het Amsterdamse Tropenmuseum, die
daar tot en met 3 januari is te zien.
De collectie omvat 200 schilderijen en
2000 prenten en is daarmee een van 's
werelds belangrijkste verzamelingen ko
loniale schilderkunst. Talloze Neder
landse schilders hebben sinds de zeven
tiende eeuw geprobeerd Indië in beeld te
brengen, soms op indrukwekkende wijze.
De eerste drie eeuwen ging het de schil
ders van Indië blijkbaar puur om het to
nen van die Indische wereld. Pas in de
vorige eeuw, als de fotografie die taak
overneemt, gaan kunstenaars zich vrij
ontwikkelen. Dan ontstaat het werk van
Israels en Bonnet, Hofker, Spies, Le May-
eur en Meier. Maar het museum, opgericht
in de negentiende eeuw, bleef toch nog
lang schilderijen als illustratie gebrui
ken. Blijkbaar gaven de kleurige doeken
toch een levendiger beeld van Indië dan
de zwart/wit fotografieën.
Van de eerste schilders is weinig bekend.
Meestal waren ze in dienst van de VOC, de
Nederlandse handelsonderneming die de
basis legde voor het latere koloniale rijk.
Schilderen en vooral tekenen was 'iets er
bij'. Pas in 1817 trok er voor het eerst een
overheidsschilder naar de Oost: Joseph
Payen, benoemd door koning Willem I.
Deze latere onderwijzer handtekenen te
Medemblik aan het Koninklijk Instituut
voor de Marine, schiep een sfeerrijk oeu
vre.
Schenkingen
De collectie is ontstaan uit de nalaten
schappen van schilders en schenkingen
door Indische families. Maar toen een ze
kere Van der Kerkhoff in Malang hoorde
dat het museum voor dergelijke werk wel
interesse had, begon hij op eigen initiatief
kleurrijke doeken te maken die hij zelf
verscheepte, verzekerde en vergezelde
land, waar naar zijn zeggen 'niets gebeurt
dat hem van zijn werk kan afleidenMaar
het impressionisme ging goeddeels aan de
kunstenaars in Indië voorbij.
Daarentegen waren er wel schilders als
Dezentjé, Dake en Van der Does, schep
pers van zoete plaatjes, de Mooi Indiëstijl:
landschapjes met een riviertje, sawahs
met een boertje onder de palmen en een
rokende vulkaan op de achtergrond. He
laas, hoe gewild hun werk ook was, in Ne
derland brachten die doekjes na de oorlog
op veilingen hooguit een tientje op. Pas de
laatste tijd stijgen ook die weer fors in
waarde.
Ook de schilder Ouburg behoorde tot die
groep, tot hij de mogelijkheden van het
naturalisme, bet kubisme en uiteindelijk
het surrealisme ontdekte. Maar de van
Europese ontwikkelingen verstoken en
daardoor nogal conservatief ingestelde
Nederlandse kolonie kon daar weinig
waardering voor opbrengen. Ouburg was
te 'erotisch', 'een hallucinatie na een al te
opgewonden nacht van de ergste uitspat
tingen'.
Begin deze eeuw ontstaat ook de mythe
vorming rond Indië. Vooral Bali, waar de
tijd lijkt te hebben stilgestaan, komt bij
westerse schilders in trek. Eén van hen
verzucht zelfs: „Is er geen middel om Bali
nees te worden?"
Mensen als Le Mayeur, Bonnet, Hofker en
Meier komen naar Bali om er niet meer
weg te gaan. Vooal de Duitser Walter
Spies, die een heel eigen stijl ontwikkelde,
bouwde er een bloeiend bestaan op. Zijn
doeken verkocht hij voor 2000 tot 3000
gulden, formidabele bedragen voor die
tijd. De groep zou ook een stoot geven tot
het onstaan van de huidige Balische schil
derkunst.
Indische schilderkunst vindt nu vooral
aftrek iri Singapore. Rijke Indonesiërs
verdringen zich daar om op veilingen voor
een Raden Saleh een miljoen gulden neer
tellen. Puur om de 'heb', want met bewust
verzamelen heeft dit weinig te maken.
Aankopen worden opgeslagen en over
conserveren is weinig bekend, aldus de
Haagse veilingmeester Jan Pieter Gle-
rum.
Schilderijen liggen in ruimten waar de
elementen vrij spel hebben. Een verzame
laar die zijn kostbare doeken dacht te be
schermen tegen vuil, liet ze daarom plas
tificeren, niet wetend dat onder tropische
omstandigheden plastic en olieverf zich
graag vermengen. Met alle gevolgen van
dien.
Hans Visser
Indië ingelijst, vier eeuwen schilderkunst in
Nederlands-Indië, Tropenmuseum, AMSTER
DAM. T/m 3 januari Catalogus: 79,-.
van een cheque om ze te laten inlijsten. De
schilderkunst zoals die hier wordt ge
toond, is een bij uitstek westerse traditie.
Indonesië heeft geen schilders voortge
bracht die in die stijl hebben gewerkt. Een
uitzondering is de negentiende-eeuwse
Raden Saleh, zoon van een regent en op
gegroeid onder Nederlandse invloed. Pas
na 1945, met het proclameren van de on
afhankelijkheid, begonnen ook Indonesi
sche schilders zich te ontwikkelen.
Israels
In de vorige eeuw begon met het groeien
van de Nederlandse bevolking ook het
culturele leven meer vorm te krijgen.
Vooral op Java had elke stad die zichzelf
respecteerde begin deze eeuw zijn eigen
kunstkring. In 1921 gaat Isaac Israels
naar Indië. Maar liever is hij in Neder-
Onder de waringin-
TT TT T2j TJ '5®j 0 boom aan de rand van
Als de besnorde juffrouw Jannie in Jiskefets
Debiteuren/Crediteuren verbeeldde ze de
Totale Leegte. In Ontvangt u mij, een
muziekproductie van Orkater sloeg ze als
'ambitieus takkewijf' haar salontafel aan
diggelen op de rug van haar echtgenoot. Ze was
de tobbende bijstandsmoeder in de tv-serie
Mus, een extreem gelovige huisvrouw in De
Noorderlingen en de fiks gebruinde
glitterkoningin van voetballer VVim Suurbier in
de film Reünie van Theo van Gogh.
De veelzijdigheid van Annet Malherbe
(40) komt vooral voort uit haar intuï
tie. Ze werkt vanuit onbevangenheid.
Voor haar dus geen maandenlange voor
bereidingen; ze is nu eenmaal geen actrice
die eerst twee maanden torst onder het
gewicht van een nieuwe rol. „Ik laat me
liever door mijn personages sturen, zon
der me eerst tijden in hun karakters te
moeten ingraven.
Soms is de buitenkant voldoende om het
beoogde resultaat op te leveren. Ik ben
meestal niet gebaat bij eindeloos gefiloso
feer over de beweegredenen van mijn per
sonages. Ik heb er niets aan om te weten of
ze als meisj e mishandeld is, en het publiek
ook niet."
Malherbe is sinds deze week in de biosco
pen te zien als de donkere, statige Keet,
een van de drie hoofdpersonen in Kleine
Teun, de nieuwste film van Alex van War
merdam. De film is gebaseerd op het ge
lijknamige toneelstuk uit 1996 dat hij
schreef voor het gezelschap De Mexi
caanse Hond. Kleine Teun is opgenomen
in een weiland in het polderlandschap
van Eemnes. Omdat Van Warmerdam niet
de locatie vond die hij voor de film wilde
hebben - een boerderij in een weids enplat
landschap zonder bomen - huurde hij in
het gebied een weiland waarop hij vervol
gens een complete boerderij met schuur
liet verrijzen.
Plek
Op die desolate plek woont de kinderloze
Keet met haar norse, boerse echtgenoot
Brand (Van Warmerdam). Omdat Brand
nog steeds niet kan lezen en schrijven,
huurt ze een onderwijzeres 'uit de stad' in.
Deze Lena (Ariane Schluter) een even we
relds als naïef typetje in de vruchtbare
leeftijd, raakt door toedoen van Keet ver
strikt in een verwarrende driehoeksrela
tie die uitmondt in een ware Griekse tra
7
Annet Malherbe: „Juist het risico geeft me vleugels, een heerlijk gevoel."
gedie op het Hollandse platteland. Keet
wil een kind en daar moet Lena voor zor
gen. Dat die vergaande kinderwens zo
zijn problemen zal opleveren, daar staat
Keet niet bij stil.
Op het bot
De kleine boerderij wordt langzaamaan
het decor voor onderdrukte frustraties,
onuitgesproken gevoelens en diepe haat,
voornamelijk opgewekt door de duistere
manipulaties van de ogenschijnlijk hard
vochtige Keet. Maar Malherbe voelt des
ondanks veel sympathie voor haar perso
nage.
,Ik ga er bij elke rol van uit dat ik van mijn
personage hou, met al haar onvolkomen
heden en slechte eigenschappen. Anders
zou ik zo'n rol niet eens kunnen spelen. In
wezen is Keet een goed mens die handelt
uit liefde voor haar man. Ze werkt zich
daardoor echter steeds dieper in een situ
atie die haar boven haar hoofd groeit. Ik
ging er bij het spelen niet van uit dat ze
met voorbedachte rade handelt als ze Le
na in huis haalt. Ze ziet opeens bepaalde
mogelijkheden, en daar handelt ze naar.
Het ene plan overvalt het andere totdat ze
de trein niet meer kan stoppen. Ze vecht
voor haar plek, voor haar man, maar ze
kan de situatie niet meer controleren. Ik
zag die twee wouwen letterlijk tegenover
elkaar staan: Keet is groot en donker, in
het zwart gekleed, Lena is blond en frêle.
Een mooi beeld."
Kleine Teun, vernoemd naar de vrucht
van Brand en Lena's liefde, is misschien
wel Van Warmerdams meest sobere en di
recte film. „Hij zit inderdaad erg dicht op
het bot", aldus Malherbe. „Het is geen
film waar je vol geluk en plezier uit dar
telt. Het maakt je juist een beetje stil. Niet
iedereen begrijpt dat. Een vriend van me
zei: 'ik mis het. happy end.' Maar je moet
nu eenmaal op een bepaalde manier naar
deze film kijken, je er voor open stellen.
De kracht van Alex schuilt wat het schrij
ven betreft in de compacte dialogen en in
de conflicten tussen man en wouw, zoon
en vader; de familie. Dat zijn universele
conflicten.
Alex' eerste speelfilm Abel (1986) was bij
voorbeeld een waanzinnig succes in Ja
pan. Dat conflict tussen vader en zoon dat
daarin wordt verbeeld, was op dat mo
ment een actueel thema in de Japanse sa
menleving."
foto Rob Keeris
Annet Malherbe is intensief bij het werk
van haar partner Alex van Warmerdam
betrokken. Zo speelde ze in al zijn films,
zij het dat haar rol in De Jurk (1996) klein
was. Voor die film deed ze trouwens ook
de casting. „Als je al achttien jaar bij el
kaar bent weet je precies wat de ander wil.
In dit geval was dat heel handig. We heb
ben heel weinig woorden nodig. Ik zie zijn-
werk ontstaan vanaf het begin. We praten
er veel over, ik geef mijn commentaar, van
de eerste komma tot de laatste punt weet
ik dan ook waar het over gaat. Op de set
stel ik me uitdrukkelijk op als actrice. Hij
is de regisseur en ik ben uitvoerder. Het
werkt goed, maar het is niet altijd even
eenvoudig. De opnamen van Kleine Teun
namen zeven weken in beslag. We zaten
constant met zijn drieën op eikaars lip.
Dat had wel iets claustrofobisch. Als we 's
avonds thuiskwamen zei ik dan ook: 'nu
praten we even niet over de film, maar met
onze kinderen'."
Vrijheid
Sinds het voltooien van Kleine Teun ge
niet Malherbe van de vrijheid. Haar agen
da is weer leeg, en daar is ze blij mee na het
loodzware schema van Kleine Teun. Op de
vraag of we haar binnenkort weer kunnen
terugzien in Jiskefet, moet ze het ant
woord helaas schuldig blijven.
„Ze zijn nu bezig met de voorbereidingen
voor een nieuwe reeks. Als ze een vrouw
nodig hebben bellen ze me wel. Dan doe ik
ook weer graag mee, want ik heb ontzet
tend veel plezier met die jongens. Het is
het soort tv maken dat me wel ligt. Televi
sie is een weggooiproduct, net als een
column ligt het bij wijze van spreken mor
gen in de prullenbak. Je kunt je permitte
ren dat het af en toe wat minder is. Omdat
het live is weet je dat het vreselijk fout kan
gaan. Juist dat risico geeft me vleugels,
dat is een heerlijk gevoel."
„Van te voren bedenken we een lijst met
tien onderwerpen die aan bod moeten ko
men. Vervolgens verzinnen we ter plekke
de loop van het verhaal. Het is puur im
provisatie. Je moet je soms echt in boch
ten wringen om uit te'komen bij het punt
waar je had afgesproken; je hersens ma
ken overuren terwijl je uiterlijk de rust
zelve bent. Het is mijn manier van wer
ken: ik hoef niet elke keer volmaakte ju
weeltjes af te leveren, het hoort bij je ont
wikkeling om soms in de fout te gaa n
Gekke dingen
Voorlopig wil ze echter even niet denken
aan werk, aan eventuele nieuwe rollen.
Spanje lonkt, de leegte lonkt. „Soms denk
ik wel eens een beetje paniekerig: 'Shit,
zou er nog wel wat komen?', maar nu ben
ik vooral blij met mijn rust. Ik zie wel wat
er komt. En ach, ik kan altijd wel weer een
leuk voorstellinkje gaan maken, met een
paar mensen gekke dingen doen in het
theater. Ik verkeer in een heerlijke luxe
positie dat ik dat kan zeggen, dat realiseer
ik me donders goed. Tot nu toe kwam er
altijd wel weer een telefoontje. Maar ik
besef ook dat de dag wel eens zou kunnen
aanbreken dat dat telefoontje uitblijft."
„Ik ben 40. Er zijn nu al rollen die ik niet
meer kan spelen en er komen massa's ta
lentvolle jonge mensen van de scholen af
die ook hun plek willen veroveren. Maar
goed, nu doe ik alleen de dingen die ik wil
doen Lekker werken met mensen die ik
zie zitten, met wie ik een bepaalde geest
verwantschap voel.
Want dat vind ik een absolute voorwaar
de. Er moet wel een beetje gelachen kun
nen worden tijdens het werk. Het leven is
al zwaar genoeg."
Monique Brandt