Een goed orkest blijft
niet buiten de opera
Toto speelt gewoon echt
In trance bij
de Britten
Chailly met Tosca
in Amsterdam
kunst cultuur vrijdag 1 mei 1998 21
Rockband
bestaat
20 jaar
Britse groep Ozric Tentaclespsychedelisch sfeertje
foto Tim Kent
Een goed symfonieorkest moet ook opera spelen, vindt
Kiccardo Chailly. Het Koninklijk
Concertgebouworkest gaat daarin met hem mee. Honderd
jaar geleden ontstond 'Tosca', tien jaar geleden kwam
Chailly naar Amsterdam. Nu ontmoeten ze elkaar.
Ozric Tentacles is wat je
noemt en vreemd bandje.
De zweverige, psychedelische
muziek van het Britse vijftal is
dermate gevarieerd dat het on
mogelijk onder één noemer te
vatten is. Zelfs niet door gita
rist annex bandoprichter Ed
Wynne. „Mensen vragen me va
ker hoe ik de muziek zelf om
schrijf. Nou, dat is dus een pro
bleem. Er zit zoveel in. Rock,
jazz, reggae. Het is spacy, psy
chedelisch en progressief. Of is
het meer acid rock? U zegt het
maar."
ropese landen behoorlijk popu
lair. In Engeland, maar ook bij
voorbeeld in Griekenland en
Italië."
Naast een vriendschappelijke
sfeer is de muzikale sfeer als ge
zegd ook van enorm belang bij
Ozric Tentacles. De muziek
wordt gedomineerd door veel
(authentieke) synthesizers en
op het onlangs verschenen
nieuwe album Curious Corn
horen we in de lang uitgespon
nen instrumentaaltjes zelfs wat
lichte dance-beats. Maar bo
venal is de muziek zweverig en
lijken de Ozric-mannen in ho
gere sferen te verkeren. De mu
zikanten houden vast van een
stevige joint?
,,Op z'n tijd wel ja, maar niet
meer of minder dan de meeste
andere muzikanten. Drugs
hebben altijd een bepaalde rol
gespeeld in de rock-'n'-roll.
Maar bij ons is het beslist geen
noodzaak. De muziek doet wat
dat betreft z'n werk wel. Het
mooiste compliment is dan ook
als mensen tegen ons zeggen
dat ze zonder enige drugs toch
helemaal in trance raken van
onze muziek."
Op het podium wordt de sfeer
van de muziek versterkt door
een grootse, wat psychedeli
sche lichtshow. Maar hoe doet
de band dat in de studio? „We
hebben het geluk dat we over
een eigen studio beschikken.
Daar repeteren we, schrijven
we de nummers en kunnen de
opnemen op het moment dat we
daar het meest zin in hebben.
Op die manier kunnen we ook
in de studio een optimale sfeer
creëren."
De songs van Ozric Tentacles
ontstaan vaak vanuit een jam.
En ook live is de band er niet
vies van om de nummers eens
lekker te rekken of eens heel
anders te spelen.
„Ja, wij houden live ook van
lekker jammen en te experi
menteren. Er gebeurt ieder
concert wel weer wat verras
sends. Geen avond is hetzelfde.
Dat houdt het voor onszelf ook
heel interessant."
Han Neijenhuis
Riccardo Chailly is in zijn ele
ment. Hij heeft zich onderge
dompeld in één van de meest
gloedvolle opera's uit het Italiaan
se repertoire: Puccini's 'Tosca'. De
première is volgende week bij de
Nederlandse Opera. Uiteraard
met het Koninklijk Concertge
bouworkest, waarvan hij nu tien
jaar chefdirigent is.
Hij is net terug van een orkestre
petitie. „Vanmorgen zei ik tegen
het orkest: laten we 'Tosca' nu he
lemaal doorspelen. De musici rea
geerden verbaasd. Ze zeiden: nu al
alles achter elkaar, na vier repeti
ties? Maar het ging fantastisch.
Vijf jaar geleden had ik dat met het
orkest niet kunnen bereiken. Dat
heeft te maken met- wederzijds
vertrouwen."
Glunderend
Chailly glundert op zijn bekende
manier. Vraag hem naar zijn ver
standhouding met het Concertge
bouworkest en de ene lief deszucht
na de andere weerklinkt. Er zijn
periodes geweest waarin hem dat
meer moeite kostte dan tegen-
woordig. Vijf jaar geleden bij
voorbeeld, toen de relatie op haar
dieptepunt was. Zijn contract
werd verlengd, maar niet met una
nieme instemming van de musici.
Chailly was 35 toen hij Haitink
opvolgde. Het orkest moest wen
nen aan zijn wijze van optreden:
aan de buitenkant joviaal, maar
daarachter toch zelfbewust, vol
gens velen zelfs vrij autoritair.
Heel anders dan Haitink, die zijn
twijfels en zijn tobberigheid on
mogelijk kon verbergen, die van
een mug een olifant kon maken,
maar die altijd heel erg zichzelf
was.
Chailly had het niet makkelijk.
Hij kwam van een adequaat maar
niet buitengewoon goed Berlijns
radio-orkest, dat zich gelijk met
hem ontwikkelde. Hij werd in Am
sterdam de eerste buitenlandse
chef-dirigent van een orkest,
waartegen hij altijd had opgeke
ken. De musici waardeerden van
meet af aanzijn vakkennis, duide
lijkheid en veelzijdigheid. Maar
velen vonden hem oppervlakkig.
„We gaan steeds meer klinken als
een Amerikaans orkest", was één
van de kreten.
Chailly lijkt het pleit te hebben ge
wonnen. Het geweeklaag is ver
stomd.
Trots
„Ik ben trots op dit orkest", zegt
Chailly, in zijn luisterrijke appar
tement aan de Keizersgracht, nog
nagloeiend van de enkele kilome
ters verderop zo voorspoedig ver
lopen repetitie. „We hebben er ja
ren over moeten doen om zo dicht
bij elkaar te komen. Dat is ons nu
gelukt. Deze ontwikkeling hebben
wij samen doorgemaakt." Chailly
heeft in de afgelopen jaren meer
tijd in het Concertgebouworkest
gestoken dan welke andere beken
de chef-dirigent bij welk beroemd
orkest ook. Vergeleken met zijn
Amsterdamse agenda zijn de pe
riodes van Valeri Gergjev in Rot
terdam en Jevgeni Svetlanov in
Den Haag niet meer dan vluchtige
logeerpartijen. Voor het Concert
gebouworkest komt 'Tosca' niet
Ozric Tentacles
zweverig en
eigenzinnig
De basis voor Ozric Tenta
cles werd gelegd in 1982.
Een clubje niet al te nuchtere
muzikanten zat tijdens het
Britse Stonehenge-festival wat
te jammen rond een kampvuur
en het idee voor een nieuwe
band was geboren. Beïnvloed
door legendarische space-
bands als Hawk wind, Gong en
het wat onbekendere Duitse
Kraan werd Ozric Tentacles
een minstens zo weirde, geheel
instrumentale band.
„Nee, we hebben nooit serieus
overwogen om met een zanger
te gaan werken. Het gaat bij
ons om de muziek. Die moet
voor zich spreken. De sfeer, de
expressie, daar gaat het om. Wij
hebben geen teksten nodig om
onze gevoelens uit te drukken.
En bovendien, wij houden er
van om in zoveel mogelijk ver
schillende landen op te treden
en op deze manier heb je dus
nooit een taalbarrière. De mu
ziek spreekt een universele
taal", aldus Wynne.
Ozric Tentacles treedt vanavond,
vrijdag op in Paard Den Haag en
zaterdag in Melkweg Amsterdam
constante recitativo. Zo'n partij
van Scarpia heeft toch niets meer
met belcanto te maken. Ik be
schouw Tosca als het begin van de
20ste-eeuwse opera. De musici
waren inderdaad verrast. En heel
enthousiast".
Chailly heeft de meeste opera's
van Puccini een of meer kei'en ge
dirigeerd. Hij was negentien toen
hij met 'Madame Butterfly' zijn
debuut in Amerika maakte. 'Tos
ca' heeft hij nog maar één keer ge
dirigeerd: twintig jaar geleden in
Italië met een groep conservatori
umstudenten. Sindsdien heeft hij
wel tientallen voorstellingen van
het werk bijgewoond.
„De meeste waren heel slecht.
Vooral die in Italië. Ik verbaas me
er steeds weer over hoe onver
schillig veel dirigenten met Pucci
ni's partituren omgaan, over de
sentimentele, larmoyante manier
waarop bijvoorbeeld het slot van
'Tosca' bijna altijd wordt uitge
voerd. Ik geef toe dat Puccini voor
een dirigent moeilijk is. Ik zie in
deze muziek dezelfde problemen
als bij Mahler. Hoe moet je precisie
en flexibiliteit combineren".
Chailly lijkt daar patent op te heb
ben: het leggen van verbindingen
tussen de Centraal-Europese mu
ziek, vooral Mahler, en de Itali
aanse; „Toen ik dat een paar jaar
geleden tegen het Concertge-
bouworkest zei, verklaarden ze
me voor gek. Maar dat is nu niet
meer zo. Hoe kan het ook anders.
Luister dan naar de Zevende sym
fonie, naar de manier waarop
Mahler een 'Nachtmusik' schrijft.
Vergelijk dat met de natuurmu-
ziek in de derde acte van 'Tosca'.
De overeenkomst is toch duide
lijk?"
Vierde
'Tosca' is Chailly's vierde produc
tie bij de Nederlandse Opera. Ui
teraard prijst hij de werkomstan
digheden in het Amsterdamse
Muziektheater, de technische mo
gelijkheden, de kundigheid van de
staf etc. Hij heeft in Italië wel eens
iets anders meegemaakt, zegt hij.
Chailly maakt een uitzondering
voor de operahuizen in Milaan (de
Scala), Florence en Bologna. Aan
de rest wil hij liever zo weinig mo
gelijk woorden wijden. De kwali
teit van de Italiaanse operaorkes
ten laat zeer te wensen over en de
rest is meestal ook zozo. „Dat ligt
niet aan de musici, maar aan het
systeem- Aan het hoofd van de Ita
liaanse operatheaters staan figu
ren, die daar dankzij hun politieke
rol terecht zijn gekomen. Zij be
grijpen er niets van. Ik vind dat
een schande."
Onder de dirigenten is daar ook
een voortdurende stoelendans aan
de gang. Niemand blijft langer
dan een paar jaar, als hij het vol
houdt. Chailly: „Het valt niet mee
om in Italië Italiaanse opera's te
dirigeren, zeker niet voor buiten
landers. De mensen beschouwen
de opera daar als hun nationale ei
gendom. In Nederland heb je dat
niet. Daar is weer andere muziek
door een lange traditie bijna na
tionaal eigendom geworden.
Bruckner bijvoorbeeld. Telkens
wanneer ik in Amsterdam zijn
muziek ga dirigeren, moet ik iets
overwinnen."
In het begin voelde Chailly daarbij
ik een zekere weerstand. In de
geest van: wij hebben een traditie
en een stijl, laat maar eens zien
wat je waard bent. „Nu gaat het
veel beter", zegt hij. „Tijdens re
petities hoef ik veel minder vaak te
stoppen. Dikwijls is een simpel ge
baar al voldoende. Wij kennen el
kaar nu door en door."
Sfeer
Riccardo Chailly is met opera op
gegroeid. Hij houdt van de'sfeer,
zelfs van de complicaties. „Opera
is compromis", zegt hij, „laten we
daar duidelijk over zijn. Je beeld
van de muziek wordt vaak ver
stoord door een regisseur, die zijn
invloed laat gelden. Of door zan
gers, die hun adem aan de noten
geven, waarbij de dirigent soms
moet volgen in plaats van leiden.
Wie daar niet voor klaar is, moet
het niet doen." Riccardo Chailly
denkt vaak aan Mengelberg. Kent
de door hem van gedetailleerde
aantekeningen voorziene partitu
ren, die zich in het Haags Gemeen
temuseum bevinden, door en door.
Een eeuw geleden, toen Puccini
aan 'Tosca' werkte, dirigeerde
Mengelberg in Amsterdam voor
het eerst Bachs 'Matthaus-Pas-
sion'. Voor Chailly een reden om
volgend jaar in de passietijd het
zelfde te doen.
Na debarokspecialisten (Hamon-
court. Koopman, Herreweghe
etc.), die dattwintig jaar lang heb
ben gedaan, verschijnt nu de Itali
aanse chef-dirigent om het Con
certgebouworkest voor te gaan in
de muziek, die meer dan welk
werk van welke Nederlandse com
ponist dan ook, bij ons hoort. De
discussies over wat wel en niet
'authentiek' en 'barok' is zullen
ongetwijfeld heftig oplaaien. Ric
cardo Chailly gaat de moeilijkhe
den niet uit de weg.
Aad van der Ven
Nederlandse Opera met 'Tosca' van
Puccini. Muzikale leiding; Riccardo
Chailly. Regie. Nikolaus Lehnhoff. De
cor: Raimund Bauer. Kostuums: Falk
Bauer. Solisten, Koninklijk Concert
gebouworkest en Koor van de Neder
landse Opera. Muziektheater, Amster
dam. Op 6, S, 10, 12, 15, 17, 19 en 22
mei
Aanvankelijk bracht Ozric
Tentacles zijn muziek uit op
cassettes, die in het under-
groundcircuit grof van de hand
gingen. Pas enkele jaren na de
oprichting verscheen het eerste
plaatwerk. Inmiddels heeft de
groep zestien albums uitge
bracht en is ze in veel landen de
cultstatus ontgroeid. „We zijn
in Amerika en in een aantal Eu-
uit de lucht vallen. Het orkest kan
alleen maar beter worden als het
zich serieus verdiept in Italiaanse
muziek (wat tot voor kort vrijwel
niet is gebeurd), meent Chailly. Hij
dirigeerde de Amsterdamse musi
ci eerder in Verdi's 'Falstaff' en
'Otello', ook bij de Nederlandse
Opera. En hij leidde een concert
uitvoering van Leoncavallo's
'Pagliacci', hetgeen een kerstma
tinee vol hartstocht en handge
meen opleverde. In 2000 staat,
weer bij de Nederlandse Opera,
Verdi's 'Aida' op het programma.
„Een goed symfonieorkest doet
zichzelf te kort door geen opera te
spelen", meent Chailly. „Het is een
geweldige verrijking. Ook als de
musici daarvoor de orkestbak in
moeten. Want daar leer je andere
dingen dan op het podium. Vooral
hoe je stemmen moet volgen en op
andere momenten plotseling het
initiatief moet nemen."
Verbaasd
Puccini ligt hem na aan het hart.
„Ik heb tegen het orkest gezegd:
jullie zullen verbaasd zijn. Zo mo
dem klinkt deze honderd jaar ge
leden geschreven opera. Door de
samenklanken en door het vrijwel
Riccardo Chailly: „Bij Puccini is het probleem: hoe combineer je precisie en flexibliteit."
foto Roland de Bruin
Opeens valt er een even eerbiedige als
mismoedige stilte over de
gelauwerde rockhelden van Toto. Want
op een late maandagmiddag in een
Amsterdams hotel neemt de dood plaats
tussen gitarist Steve Lukather (40) en
toetsenist David Paich (43). De eerste
zucht diep, lijkt te verdrinken in zijn
bierpul en schuift ongemakkelijk in zijn
stoel.
Het is een sombere periode. „De
een na de ander overlijdt. Zo
veel goede mensen die we persoon
lijk hebben gekend en met wie we
ook hebben gewerkt. Nu weer Lin
da McCartney en een week eerder
kregen we te horen dat een vriend
van ons, Carlos Vega, zichzelf door
het hoofd heeft geschoten. Hij was
op tournee met James Taylor. Altij d
vrolijk, vrouw, kinderen, mooi
huis, succesvol drummer, honder
den vrienden.
Het waarom van de zelfmoord zul
len we misschien nooit weten, hij
had ook geen briefje achtergelaten
of zoiets."
Intro
Een treurig intro van een gesprek
dat over een feest dient te gaan: het
twintigjarig bestaan van Toto, dat
op 25 mei wordt gevierd met de re
lease van het album 'XX Toto 1977-
1997'. Een verrassend overzicht
dat in bijna zeventig minuten on
derstreept hoe hoog en constant het
niveau van de groep was en is.
Paich:,,Voor ons is het een soort fo
toalbum waar je met liefde door
heen bladert en dat verhalen los
maakt."
De eerste tien nummers werden
niet eerder uitgebracht, de laatste
zestien minuten bevatten opnames
van het concertdebuut dat Toto vo
rig jaar maakte in het Zuid-Afri
kaanse Johannesburg. Waaronder
een unieke langgerekte uitvoering
van de ruim vijftien jaar oude we
reldhit 'Africa', met vijf percussio
nisten en een traditioneel zeven
koppig koor die ter plekke werden
'gerekruteerd'.
Paich: „We hebben dat nummer
duizenden keren gespeeld, maar
dit was een schitterende nieuwe er
varing: achttien mensen op het po
dium!"
Ze zaten met elkaar op high school,
de vaders van Paich en de gebroe
ders Steve en Jeff Porcaro waren
bekende studiomusici. De paplepel
en het eigen talent zonder conser
vatoriumscholing deden de forma
tie uit Los Angeles al vanaf de op
richting snel doorstomen naar de
internationale top.
Mengeling
De geraffineerde mengeling van
symfonische hardrock, funk, pop
en soul zou in de lange loopbaan re
gelmatig door critici worden afge
daan als te keurige muziek van een
stel studiomuzikanten. „Moeten zij
weten, interesseert me niets", zegt
Lukather, die evenals Paich op
honderden albums van de meest
uiteenlopende artiesten is te horen.
Voordat Toto echt van start ging,
had Paich al naam gemaakt via Boz
Scaggs. Hij schreef tien songs,
waaronder vier hits, voor diens el
pee Silk degrees uit 1976. De bijbe
horende tournee deed Scaggs met
Toto als begeleidingsband. De ju-
bileum-cd geeft subtiel aan waar
Scaggs de mosterd vandaan haal
de, het is te beluisteren in twee ori
ginele demo's uit 1977 die het prille
Toto een platencontract bezorg
den. Paich: „En dat was toch niet
zo'n makkelijke tijd, met dat disco-
ding, toen middelmatigheid troef
was."
De jaren tachtig brachten enorme
populariteit met als beste albums
Toto IV (1982) en The seventh one
(1988). In het huidige decennium,
waarin Lukather zich uitstekend
profileert als solo-artiest, waart
Magere Hein echter regelmatig
rond in Toto-kringen. De eerste
grote klap was het overlijden van
drummer Jeff Porcaro in 1992. Het
album Kingdom of desire was
klaar en de single Don't chain my
Popgroep Toto sombert bij het twintig-jarig bestaan.
heart net uit toen Porcaro bezweek
aan een hartaanval. Lukather:
„Heb je wel eens een broer verlo
ren?
Want dat was Jeff voor ons, hij was
ook het hart van de band, de beste
drummer met wie ik ooit heb ge
speeld." Paich: „Je leert ervan dat
je elke dag moet genieten, en je ge
zin je liefde toont, want het kan zo
voorbij zijn.'
Vier jaar terug verloor Lukather
zijn vader, Paich overkwam het
zelfde. De man die van meet af aan
de grootste steun in Nederland
was, is hen ook ontvallen: Alfred
Lagarde. Lukather: ,,'Big AT, God
zegene hem." Paich: „Die gozer
draaide bij wijze van spreken 24
uur per dag Toto op de radio.Mede
daardoor ontstond een wat krom
me situatie: een beroemde Ameri
kaanse rockband wiens grootste
markt is te vinden in een klein land.
De absolute uitschieter is de verza-
mel-cd Past to present (1990),
waarvan in Nederland ongeveer
een half miljoen exemplaren zijn
verkocht. „Dat kun je enigszins
vergelijken met artiesten als Mi
chael en Janet Jackson." Hij schat
da't Toto tot nu toe bijna twee mil
joen cd's heeft verkocht in Neder
land. Lukather: „En dat voor een.
groep die nooit op MTV is te zien.
Wij zijn geen videoband. Geen leu
gens, geen machines zoals The Pro
digy en dat soort house-acts het
doen: druk op de knop, trek een
gekke bek en hatsee, klaar is Kees
Wij spelen gewoon echt, weet je."
Paich: „We mogen niet klagen met
al die trouwe fans. En een mooi
liedje met een goede stem, dat blijft
altijd, daar ben ik van overtuigd."
Ton de Lange